Onderzoeksopzet
In het kader van het onderzoek hebben verschillende schoolgaande jongeren en/of hun ouders een enqu??te ingevuld. Hierbij werd getracht informatie te verschaffen over de manier waarop ouders hun jongeren (12-18 jaar) voorlichting geven rond alcoholgebruik. De meerderheid van deze schoolgaande jeugd zijn leerlingen van het Sint-Gabri??lcollege te Boechout. De minderheid van de ouders die de enqu??te hebben ingevuld, zijn ouders van deze leerlingen. Daarnaast hebben ook andere ouders de enqu??te ingevuld zoals o.a. leerkrachten, werknemers van Agfa-Gevaert te Mortsel, familieleden en ouders van de leden van een jeugdbeweging,’ Zo werd er een heterogene groep verkregen van ouders die hebben meegewerkt aan deze enqu??te. Ze waren verschillend op het vlak van leeftijd, interesses, beroep’ Om deze reden zijn de conclusies m.b.t. de enqu??te gebaseerd op een gemengde groep van ouders.
Om meer informatie te verkrijgen in verband met dit onderwerp werd de Opvoedingswinkel te Antwerpen gecontacteerd. Dit is een organisatie die regelmatig workshops organiseert in verband met het opvoeden van kinderen, waarbij ook alcoholvoorlichting komt kijken. Vervolgens heeft de Opvoedingswinkel veel nuttige informatie verschaft. De literatuurstudie is gebaseerd op deze informatie en verscheidene internetsites die aanvullende informatie te bieden hadden.
1. Algemeen alcoholgebruik 12-18 jarigen
1.1 Literatuur
De leeftijd van 12 tot 18 jaar is cruciaal voor het ontwikkelen van de persoonlijkheid. Verschillende leerprocessen vinden plaats tijdens de puberteit en hierbij hoort ook het leren omgaan met alcohol.
Opvallend is de sterke toename van drankgebruik bij jongeren in het secundair onderwijs. De organisatie V.A.D. (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) heeft in 2005 leerlingen bevraagd over hun alcoholgebruik. De resultaten die uit dit onderzoek zijn voortgevloeid worden vervolgens kort samengevat.
De meerderheid van de Vlaamse leerlingen uit het middelbaar onderwijs had al ooit alcohol gedronken, 16.8% hiervan is uiteindelijk gestopt met alcohol te drinken. 94% van de bevraagde leerlingen heeft minstens ‘?n keer alcohol gedronken op de leeftijd van 15 ?? 16 jaar. 40.9% drinkt occasioneel en 29.3% regelmatig. Heel opvallend is de aanzienlijke stijging van het regelmatig gebruik van alcohol naarmate de leeftijd toeneemt. Het percentage stoppers en nooit-drinkers daalt dan weer naarmate de leeftijd stijgt. Hieruit kan worden afgeleid dat men meer kans heeft om nog te ‘stoppen’ op jongere leeftijd dan wanneer men ouder is.
Hieronder vindt u een grafiek waarin de cijfers van de bevraging van V.A.D. visueel voorgesteld worden. Verder vindt u dan weer resultaten van een ander onderzoek.
1.2 Vergelijking met onderzoek
De resultaten van de enqu??tes zijn alle van toepassing op een ander hoofdstuk van het onderzoek. In de enqu??te zelf staan vragen die toepasselijk zijn op het literatuurgedeelte.
1.2.1 De leeftijd waarop jongeren alcohol drinken.
Allereerst werd in de enqu??te gevraagd vanaf wanneer een jongere alcohol drinkt. De cijfers van de bevraagde jongeren met de leeftijd van 14 jaar wijzen erop dat 32% van de 14-jarigen alcohol drinkt wanneer ze uitgaan. Twee jaar later, vanaf 16 jaar, drinken alle bevraagde jongeren wel eens tijdens het uitgaan. Het totaal aantal van de alcohol drinkende bevraagden bedraagt 72%. De jongste tieners die zijn ondervraagd, zijn 13-jarigen. Zij drinken volgens de resultaten nog geen alcohol bij het uitgaan. Hierover kan je jezelf afvragen of de bevraagde kinderen wel alcohol mogen drinken van hun ouders of dat ze stiekem drinken als ze uitgaan.
1.2.2 Mag het kind alcohol drinken van zijn/haar ouder?
Over het algemeen mag 86% van alle bevraagden van zijn/haar ouders alcohol drinken. 92% van de 17-jarigen mag alcohol drinken bij het uitgaan van zijn/haar ouders. Onder de 16 jaar – wanneer een jongere volgens de wet nog geen alcohol mag drinken – mogen 88% van alle bevraagde 14-jarigen en 79% van alle bevraagde 15-jarigen alcohol drinken van zijn/haar ouders. Van de bevraagde tieners die 16 jaar zijn, mag 88% alcohol drinken van zijn/haar ouders.
1.2.3 Hoe wordt er als ouder over overmatig alcoholgebruik gepraat met hun kind en kregen deze ouders zelf voorlichting?
Generaties verschillen op verschillende vlakken van elkaar. Met dit feit in het achterhoofd, kijken we na of de bevraagde ouders die vroeger wel voorlichting over alcoholgebruik kregen, dat nu ook doen met hun kinderen. Ook de manier waarop ze hun kinderen inlichten over alcoholgebruik is van belang. Voorlichting in verband met alcohol is preventief wanneer de ouder dit zegt om zijn/haar jongere te waarschuwen. Andersom is voorlichting geven als straf gelijk aan het kind wakker schudden voor de gevolgen van alcoholgebruik, met eventueel ook een sanctie erbovenop.
46% van de ouders die de enqu??te heeft ingevuld, heeft vroeger voorlichting over alcoholgebruik gekregen. Daarvan geeft nu 4% voorlichting aan zijn/haar kinderen, met de bedoeling de jongere te straffen als er sprake is van alcoholmisbruik. De overige 96% praat nu preventief over alcoholgebruik met zijn/haar jongere. 54 % van de bevraagden heeft vroeger geen voorlichting over alcoholgebruik gekregen. Van dat getal geeft 6% van de ouders nu voorlichting als straf en 94% van de ouders om te voorkomen dat de jongere overmatig alcohol gaat consumeren.
Vervolgens leest u een stuk tekst over verschillende trends die zich bij jongeren voordoen in verband met alcoholgebruik. Ook de redenen waarom een jongere drinkt worden uiteengezet.
2. Trends in alcoholgebruik bij jongeren
Waarom drinken jongeren alcohol? En welke trends bestaan er die te maken hebben met het drinken van alcohol? In het literatuurdeel worden de trends besproken. In het deel dat resultaten uit het onderzoek bespreekt worden de redenen om (al dan niet overmatig) te drinken opgesomd. Hiernaast worden de reacties van ouders op overmatig drankgebruik besproken.
2.1 Literatuur
Het drinkpatroon gaat samen met het uitvinden van nieuwe trends in alcoholgebruik. Men deelt ze op in vier delen: indrinken, binge drinken, combineren van alcohol en het drinken van een mengdrank. Allereerst wordt de trend ‘indrinken’ besproken’.
2.1.1 Indrinken
Indrinken of voordrinken kunt u verstaan als ‘het drinken van alcoholische drank, thuis, op straat, of onderweg naar ‘, voordat jongeren uitgaan’ . Waarom zijn deze jongeren nu zo vastberaden om alvorens ze op de fuif zijn, hun keel al te smeren? Een eerste reden is dat de jongeren tussen 12-18 jaar, en dan zeker de min-zestienjarigen (of min-achttienjarigen), vaak geweigerd worden om alcoholische drank te kopen op de uitgaansplaats zelf. Ten tweede kan het zijn dat de jeugd het geld gewoonweg niet hebben om op de fuif iets te kopen, daarom dat ze ergens anders goedkoper alcohol gaan halen. Daarenboven kan het ook zijn dat sommigen onder hen eerst wat losser willen worden, zodat ze zich nadien niet hoeven te schamen wanneer ze gaan dansen. Verder leest u met welke redenen jongeren alcohol drinken.
2.1.2 Binge drinken
Vervolgens is er binge drinken. De letterlijke vertaling voor ‘binge’ is ‘braspartij’. Een andere betekenis is het op korte tijd een grote hoeveelheid alcohol drinken. Voor mannen is dit 6 glazen, voor vrouwen 5 glazen op 2 uur tijd. Indrinken (zie boven) leidt tot een grotere consumptie alcohol per avond en hierdoor zijn het ‘binge drinken’ en het ‘indrinken’ gerelateerd met elkaar. Binge drinken is vooral voor jongeren zeer schadelijk, zeker wanneer het over ‘comadrinken’ gaat. In Europa is het binge drinken ‘?n van de meest voorkomende doodsoorzaken bij jongeren.
2.1.3 Combineren
Combineren is een volgende trend. Het combineren van meerdere middelen op ‘?n moment noemt men het ‘combigebruik’. Hierbij bedoelen we dan alcohol met drugs of drugs met alcohol. Combigebruik kan leiden tot een binge-effect.
2.1.4 Alcoholische mengdranken
Het drinken van een alcoholische mengdrank is een laatste trend die bij jongeren voorkomt. Alcoholische mengdranken kunnen we ook cocktails of alcopops noemen. Voorbeelden van alcopops zijn Bacardi Breezer, Smirnoff Ice, … Deze drankjes zijn sterke dranken, en dus kunnen volgens de wet enkel jongeren +18 jaar dit kopen. Meer over deze alcoholwet kunt u terugvinden onder het titeltje ‘Wetgeving’.
2.2 Vergelijking met onderzoek
Een jongere drinkt niet zomaar alcohol. Het drinken van alcohol is niet hetzelfde als het drinken van een glas frisdrank, het gebeurt met een reden. Daarnaast reageren jongeren op de voorlichting van hun ouders en ouders reageren op hun beurt op het gedrag van de jongere. Om deze reden betrek ik volgende vragen bij de vergelijking met mijn onderzoek.
2.2.1 Met welke redenen drinkt een jongere tussen 12-18 jaar?
Van de jongeren die de enqu??te hebben ingevuld, drinkt 54% alcohol omdat ze het lekker vinden. Een kwart van de 14-jarigen die de enqu??te invulden drinkt alcohol om mee te doen met de rest. De bevraagde jongeren drinken tot en met hun zestien jaar om mee met de rest te doen. Oudere jongeren drinken niet meer door groepsdruk. Vanaf hun 17 jaar drinken deze jongeren met de bedoeling om dronken te worden. Algemeen gezien drinkt bijna een vijfde (17%) van de bevraagde jongeren vanaf 17 jaar alcohol drinken om echt dronken te worden.
Ongeveer 30% van de bevraagde jongeren drinkt alcohol met een andere reden. Die redenen zijn onder andere drinken om de sfeer te bevorderen, om meer plezier te maken, om losser te worden bij het al dan niet uitgaan of gewoonweg omdat mensen het aanbieden.
Niet elke jongere mag drinken van zijn ouders. Diezelfde jongeren zullen al zeker niet overmatig mogen drinken. Met die gedachte bekijken we de resultaten van het onderzoek. Heeft het kind al eens overmatig gedronken? Welke reactie geeft de ouder hierop? Praten ze vervolgens over het drankgebruik? Heeft dat effect volgens de ouders?
2.2.2 Welke reactie geeft de ouder op overmatig alcoholgebruik? Heeft praten over al dan niet overmatig alcoholgebruik effect op het kind?
Van alle bevraagde ouders heeft 59% al eens te maken gehad met overmatig alcoholgebruik bij hun kind(eren). 60% van die ouders laat het niet toe dat hun jongere(n) misbruik maakt van alcohol. Net iets meer dan de helft (56%) houdt na de feiten een gesprek over het alcoholgebruik van hun kind(eren). Nadat de ouders een gesprek hielden, merkten ze een positief effect bij hun kind in verband met zijn/haar alcoholgebruik.
De redenen waarom en de leeftijd waarop jongeren beginnen met het drinken van alcohol, zijn soms nauw verbonden met trends in het alcoholgebruik bij jongeren. Dat kan komen door peer pressure, stoerdoenerij of gewoonweg door het verkennen van zijn/haar grenzen.
3. Sociale context van alcoholgebruik bij jongeren
Waar, waarom en wanneer begint een jongere tussen de 12-18 jaar met het drinken van alcohol? En welke reactie veroorzaakt dit bij hun ouders?
3.1 Literatuur
3.1.1 De leeftijd 11-13 jaar
De eerste groep begint te experimenteren met alcohol rond 11-13 jaar. Dit experimenteergedrag vertoont zich vooral in de familiekring. Hierbij verschilt de rol van de ouders. Sommige laten het toe, anderen absoluut niet. Deze ‘fase’ wordt vaak beschouwd als een verlangen naar het ontgroeien van het kind-zijn.
3.1.2 De leeftijd 14-15 jaar
Van 14 t.e.m.15 jaar beginnen tieners ook buiten familiekring te drinken. Rond deze leeftijdsperiode wordt er heel wat ge??xperimenteerd. In deze periode begint eveneens de zoektocht naar de grens in welke mate men alcohol kan consumeren.
3.1.3 De leeftijd 16-17 jaar
Eens dat jongeren 16-17 jaar zijn (de leeftijd waarop men wettelijk alcohol mag drinken en kopen) wordt er al meer alcohol gedronken. Op dit ogenblik is er al enige ervaring opgedaan wat alcoholgebruik betreft. Op dat moment denkt de puber vaak zijn grenzen te kennen en is de rol van de ouders eveneens veranderd. De ouders krijgen meer vertrouwen in hun kind en zien hen als ‘verantwoordelijkere drinkers’.
3.1.4 Vanaf 18 jaar en ouder
Vanaf de leeftijd van 18 jaar, wanneer men volgens de wet ook sterke drank mag drinken, doet er zich een frequent bingegebruik (zie trends) voor. Dit gedrag bevindt zich vooral in een groep studenten van de hogeschool en de universiteit. Toch wordt het drankgebruik of misschien zelfs misbruik nog steeds bepaald door de groep en is peer pressure een belangrijke factor bij het drinken. Het overmatige drinken op deze leeftijd kan in de toekomst problematisch worden.
Doorheen de jaren wordt er een drinkpatroon ontwikkeld. Dat drinkpatroon bestaat uit vaste gewoonten in het alcoholgebruik. Eenmaal dat jongeren zich ontpoppen als jongvolwassenen, zal dit drinkpatroon verdwijnen. Men wordt rond deze periode rustiger en zal minder geneigd zijn grenzen te overschrijden. Anderen ontwikkelen juist een drankprobleem.
3.2 Vergelijking met onderzoek 20/02
3.2.1 Drinken de jongeren vanaf 14 jaar ook buiten familiekring?
Is het zo dat jongeren vanaf hun 14-jarige leeftijd ook buiten de familiekring beginnen te drinken? Uit volgende onderzoeksresultaten blijkt van wel. De enqu??tevraag die gesteld werd ging over alcohol drinken tijdens het uitgaan.
Van de 14-jarige bevraagde tieners drinkt 58% alcohol bij het uitgaan. 70% van de jongeren van 15 jaar drinken alcohol wanneer ze uitgaan. Vanaf 16 jaar drinkt 100% van de bevraagden.
3.2.2 Verantwoordelijkere drinkers?
Volgens de literatuurstudie krijgen ouders meer vertrouwen in het drinkgedrag van hun kind wanneer het kind 16 ?? 17 jaar is. Ze kijken naar hen als verantwoordelijkere drinkers.
47% van de bevraagde ouders heeft heel veel vertrouwen in hun kind, 35% heeft veel vertrouwen en slechts 18% heeft een matig vertrouwen in hun jongere(n).
3.2.3 Hoeveel drinken deze jongeren dan?
Rond 14-15 jaar beginnen jongeren met alcohol te experimenteren in het uitgaansleven. Uit onderzoek blijkt dat 70% van de jongeren van 14 jaar 1 ?? 2 glazen alcohol drinkt bij het uitgaan, de overige 30% drinkt alcohol tot zover ze tipsy zijn. Wanneer ze een jaartje ouder zijn consumeert 21% 1 ?? 2 glaasjes. De meerderheid drinkt alcohol tot ze tipsy is (57%). De overige 21% drinkt dan weer alcohol tot ze echt dronken is.
Vanaf 16-17 jaar drinken de jongeren vaker alcohol. Hiervan drinkt de meerderheid van de zestienjarigen (76%) ze tot tipsy zijn. 6% drinkt alcohol tot ze echt dronken zijn en nog eens 6% kent zijn grenzen niet. Iets meer dan 40% van de 17-jarigen drinkt alcohol totdat men tipsy is. Een kleine 40% van de 17-jarigen drinkt zich echt dronken. De overige 20% is gelijk verdeeld over degenen die 1 ?? 2 glazen drinken en degenen die hun grenzen in verband met alcoholgebruik niet kennen.
De jongeren van achttien jaar drinken meer dan 1 ?? 2 glaasjes, geen enkele bevraagde had dit antwoord aangeduid op de enqu??te. Daarnaast zijn de cijfers gelijk met die van de 17-jarigen, buiten dan dat 20 % van de bevraagde 18-jarigen zijn grenzen niet kent.
4. Wetgeving
4.1 Literatuur
Wat zegt de wetgeving over alcoholgebruik bij jongeren? Wat zijn de normen in ons land? Houden de ouders van de jeugd van tegenwoordig hier ook rekening mee, vooraleer ze hun jongere de ‘toestemming om te drinken’ geven?
Onze wetgeving regelt o.a. de leeftijd voor de verkoop en het schenken van alcohol aan jongeren. Al in het jaar 1939 heeft men beslist dat jongeren onder de zestien jaar geen alcoholische drank mogen kopen. Daarnaast voorziet de wet de beteugeling van dronkenschap. Men kent het beter als het bestraffen van openbaar dronkenschap. Wie alcohol schenkt aan een reeds dronken persoon is ook strafbaar.
Jongeren zijn zich vaak niet bewust van het feit dat wanneer ze alcohol hebben gedronken, ze eigenlijk niet meer de straat op mogen met hun fiets. Vanaf 0,5 promille alcohol in het bloed is het strafbaar om te rijden (met auto, bromfiets, motorfiets, fiets, …). Voor een vrouw is er maar ‘?n glas nodig om aan 0,5 promille alcohol te komen, een man kan zich 2 glazen veroorloven.
Het verkopen, schenken of aanbieden van alcohol aan min-zestienjarigen is verboden. Hiermee bedoelt men dus ook een glaasje wijn of een pintje bier. Alle gedistilleerde dranken worden als sterke drank beschouwd en zijn dus ‘verboden goederen’ voor min-achttienjarigen. Met sterke drank bedoelt men cocktails, mengdranken of alcopops, wodka, …
4.2 Vergelijking met onderzoek
Aangezien 82% van de bevraagde min-zestienjarigen de toestemming van hun ouders heeft om alcohol te drinken tijdens het uitgaan, kan er geconcludeerd worden dat de ouders van die 82% geen rekening houdt met de wettelijke minimumleeftijd om alcohol te drinken.
Vervolgens worden resultaten getoond die betrekking hebben tot het rekening houden met externe factoren tijdens het preventief praten over alcohol.
4.2.1 Houden ouders bij het voorlichten in alcoholgebruik rekening met externe factoren?
Met externe factoren worden nieuwe wetgevingen, krantenartikelen over alcoholgebruik, gemeentelijke administratieve sancties, ‘ bedoeld.
Het gros van de bevraagde ouders (55%) houdt rekening met externe factoren wanneer ze hun jongere(n) voorlichten over drankgebruik. Dat betekent dus dat 45% dat niet doet.
Ouders zijn ook jong geweest, en dus kunnen ze uit hun eigen ervaringen tips en/of principes meegeven aan hun kinderen.
4.2.2 Welke tips en/of principes krijgen jongeren zo al mee van hun ouders?
De bevraagde jongeren konden antwoorden op deze vraag indien ze principes hebben meegekregen van hun ouders over het drinken van alcohol. De vraag is verwerkt door de tips/principes onder verschillende categorie??n te verdelen. Enkele principes kwamen heel sterk naar voor tegenover andere principes. Hieronder vindt u een grafiek die de cijfers weergeeft van het onderzoek.
Uit de grafiek kunt u afleiden welke principes er voornamelijk worden doorgegeven via opvoeding. Jongeren hebben in eerste instantie geleerd om met mate te drinken. Daarnaast geven ouders ook de waarde mee om voorzichtig te zijn en ten slotte om de eigen grenzen te kennen.
5.2 Vergelijking met onderzoek
5.2.1 Heeft het verleden invloed op de toekomst gehad?
Dronken de bevraagde ouders vroeger zelf alcohol en heeft dat invloed op hoe zij nu hun kinderen over alcoholgebruik inlichten?
58% van de bevraagde ouders dronk als jongere alcohol. Gemiddeld 74% van die ouders vindt dat dit een invloed heeft op de voorlichting die zij aan hun kinderen geven. Het overige cijfer, 42%, zijn de ouders die vroeger geen alcohol dronken. Ook hiervan vindt 70% dat hun verleden invloed heeft op hun alcoholvoorlichting. Ongeveer 1/4 van alle ouders vindt dat het verleden geen invloed heeft op hoe men nu zijn kinderen inzicht doet geven in consumptie van alcohol.
5.2.2 Wat als je kind overmatig gedronken heeft?
Hoe staan ouders tegenover sancties geven voor overmatig alcoholgebruik? Houden ze liever een gesprek met hun kind om hen tot inzicht te brengen? Geven ze hen meteen een straf of doen ze (geen van) beide?
Over het algemeen krijgt 70% eerder een gesprek om tot inzicht te komen dan een straf te krijgen. Slechts 30% van de ouders geeft hun kind een sanctie voor overmatig alcoholgebruik.