Essay: Akzo Nobel

1. Profiel van de onderneming

Beschrijf de bestaande missie.

AkzoNobel heeft als doel de nummer ‘?n te zijn voor afnemers en leveranciers waarmee het bedrijf op lange termijn het marktaandeel en hun leiderschapspositie weet vast te houden tegenover de concurrentie.(website AkzoNobel)

Wat zijn de belangrijkste kenmerken in de missie?

Het bedrijf wil door middel van innovatie, ethiek, verantwoordelijk handelen en een werkcultuur met hoge prestaties op lange termijn een toegevoegde waarde leveren aan leveranciers en afnemers.

Beschrijf de bestaande visie

De verffabrikant wil ‘?n stap voor blijven op de concurrentie door kansen eerder in te zien dan de concurrenten en bij de tijd te willen blijven met de gedachte: ‘What is good for our customers today is not necessarily good enough for them tomorrow’. Hiermee wordt bedoeld dat AkzoNobel kansen wil zien die nadere bedrijven niet zien en hierdoor producten en diensten te leveren die andere bedrijven niet kunnen leveren. Hierdoor behalen de afnemers ook weer voordelen, het bedrijf geeft hen de mogelijkheid om op lange termijn de constant veranderende behoeften van de klant te kunnen voorzien en op deze manier een solide concurrentiepositie in te kunnen nemen.

Bron: http://zakelijk.infonu.nl/management/102795-bedrijfsvisie-akzonobel-ook-goed-voor-kleinere-bedrijven.html

Wat zijn de belangrijkste speerpunten binnen de visie?

Het bedrijf streeft ernaar om een stapje voor te blijven op de concurrentie door middel van het inschatten van de toekomstige behoeften van de consumenten voordat deze behoeften zich ontwikkelen. ‘Tomorrow’s answers, delivered today’.
Bron: http://zakelijk.infonu.nl/management/102795-bedrijfsvisie-akzonobel-ook-goed-voor-kleinere-bedrijven.html

Geef een gedetailleerd inzicht van de klanten.

(Jaarverslag AkzoNobel, 2013)

AkzoNobel heeft klanten verspreid over de gehele wereld, zij is namelijk actief in meer dan 80 landen. Zoals te zien in de tabel hierboven haalt AkzoNobel een groot deel van haar omzet uit landen als China en Duitsland. Deze twee landen samen zijn goed voor ongeveer 20% van de omzet.

Wie zijn de belangrijkste concurrenten?
In het onderstaande diagram is het marktaandeel van de grootste spelers in de verf- coatingindustrie aangegeven.
Samen met het Amerikaanse Sherwin-Williams is PPG al langer een van de belangrijkste concurrenten van AkzoNobel op de wereldwijde markt voor verf en (industri??le) coatings. Jaarlijks gaat er naar schatting 93-103 miljard euro in de sector om. PPG vertoont al sinds 2004 een zeer sterke jaarlijkse groei, ook in Europa, de thuisbasis van AkzoNobel. De omzet van PPG in Europa is tussen 2004-2012 van 15% naar 30% gestegen.

Het bedrijf doet het de laatste jaren zeer goed,maar 2013 springt daar toch uit. Het bedrijf wist zijn winst en omzet in 2013 met 343,35% te verhogen ten opzichte van het voorgaande jaar. De voornaamste reden van deze abnormale stijging komt door een flink aantal overnames (waaronder in 2007 SigmaKalon, de maker van Histor) in meerdere verfhoeken. PPG is zich in de afgelopen 10 jaar ‘?gaan specialiseren in verf en coating wat de concurrentie met AkzoNobel des te heviger heeft gemaakt. PPG staat ook nog op het punt het Mexicaanse verfconcern Comex over te nemen om zo het grootste verfbedrijf ter wereld te worden. Eerder al kocht het de Amerikaanse decoratieve verftak van AkzoNobel zelf.

Wat is er gebeurd t.a.v. de werkgelegenheid?

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Het is een feit dat het aantal werknemers bij AkzoNobel de laatste jaren erg gedaald is. Het bedrijf probeert vooral effici??nter te werken en dezelfde productiviteit te behouden met minder personeel. Ook zet zij zich in voor technologische ontwikkelingen die ervoor zorgen dat het aantal werknemers nodig voor het bedrijfsproces nog verder zal afdalen. Een verwachte procentuele daling van 5% van het aantal werknemers in 2014 is een re??le prognose. Een snelle blik op de website van AkzoNobel laat daarentegen wel veel openstaande vacatures zien, maar vooral in de hogere segmenten van het bedrijf.

Is het bedrijf gevoelig voor valuta-risico?
Kopen Verkopen Kopen Verkopen

In ‘ miljoenen 2012 2012 2013 2013
US dollar 273 616 267 684
Pound sterling 68 541 67 665
Swedish krona 275 58 302 30
Other 273 517 270 379
Total 889 1,732 906 1,758
(AkzoNobel.com)
AkzoNobel opereert in een groot aantal landen, veel van hun afnemers en leveranciers bevinden zich buiten de functionele valuta omgeving. Dit vangen zij gedeeltelijk op door rekening te houden met de blootstelling aan verschillende valuta’s en deze te consolideren. Hier moet voldoende aandacht aan worden besteed, gebeurt dat niet, dan kunnen de vastgestelde marges onder druk komen te staan. Uit de bovenstaande afbeelding kan er worden geconcludeerd dat de verffabrikant sterk afhankelijk is van de koers van de pond en de dollar. Gemiddeld 71,8% van de verkopen wordt in deze twee valuta’s gedaan. De inkopen worden daarentegen in de laatste 2 jaar voornamelijk (62.2%) met de dollar en de Zweedse kroon gedaan.
Als de koers van de euro tegenover de USD/SEK nader wordt bekeken,is te zien dat de waarde van de euro tegenover de dollar in het laatste jaar sterk is gedaald. De fabrikant moest het afgelopen jaar steeds meer euro’s aan de leveranciers betalen voor dezelfde hoeveelheid aan producten/grondstof. Tegenover de Zweedse kroon is de euro langzaam aan het herstellen waardoor de inkopen ten opzichte van de euro goedkoper worden. ‘?n voordeel van de lagere koers van de euro is dat AkzoNobel meer geld overhoudt wanneer zij omzet in vreemde valuta’s omwisselt naar euro’s.

(Plus500.nl)
In welke mate wordt er aan innovatie gedaan?
Innovatie is erg belangrijk voor AkzoNobel. Het bedrijf is eigenlijk altijd bezig met innoveren. Wat AkzoNobel wil, is begrijpen wat haar klanten willen en hierop inspelen. Het is hun doel om dit sneller en beter te doen dan de concurrenten. Hiermee wordt bedoeld het begrijpen en het reageren op veranderingen van de verwachtingen en levens van de consumenten. AkzoNobel is altijd aan het innoveren, dit komt doordat dit ook hun visie is. De innovaties van AkzoNobel helpen onder andere het voorkomen van verspreidingen van bacteri??n in ziekenhuizen, gebouwen gekoeld houden om energie te besparen en scheepsbedrijven tijd en geld te laten besparen door hun schepen door de zee te laten ‘glijden’. De wereld heeft vaste oplossingen nodig, daardoor zijn de meeste innovaties van AkzoNobel gericht op het behalen van doelen op de lange termijn, maar met minder middelen.
(akzonobel.com/innovation)

Wat is er gebeurd met de beurskoers het afgelopen jaar?

(debeurs.nl)
De waarde van de aandelen van AkzoNobel fluctueerde vrij sterk in het begin van het jaar, de beurswaarde daalde 3 weken achtereenvolgend na een kleine stijging aan het begin van januari waarna het met 7 punten steeg halverwege februari. Uit de afbeelding kan worden gehaald dat er sinds eind februari een stelselmatige daling van de koers plaatsvond tot aan eind augustus. De koers herstelde in de daaropvolgende weken om weer een sterke daling te vertonen en tevens ook eind oktober het laagste punt van de beurswaarde van het jaar te bereiken op 48,6. Over het algemeen vond er in het laatste kwartaal een stabiele stijging van de koers plaats met uitzondering van de periode eind november tot aan begin december. De beurswaarde is uiteindelijk ge??indigd bij een notering van 59,5.
Wat is de laatste publicatie in de krant/tijdschrift of internet?
2 december 2014
Daimler AG heeft een overeenkomst getekend met AkzoNobel. Hiermee wordt AkzoNobel Performance Coatings een van de erkende leveranciers van auto-reparatielakken voor Daimler’s wereldwijde netwerk van dealers en erkende schadeherstelbedrijven.
(AkzoNobel.com)

Wat is de meest recente gebeurtenis geweest met majeure financi??le gevolgen voor het bedrijf?
AkzoNobel heeft fraude ‘van buitenaf’ geconstateerd bij een dochteronderneming in Chicago. Het gaat om een bedrag van maximaal 53 miljoen euro heeft AkzoNobel bekendgemaakt. Onduidelijk is wat de fraude exact inhoudt. Het bedrijf geeft verder geen details over de zaak zolang het onderzoek nog loopt. Zodra de fraude was ontdekt, is volgens het bedrijf actie ondernomen om het geld terug te krijgen. Daardoor is AkzoNobel naar eigen zeggen ‘mogelijk in staat de uiteindelijke financi??le gevolgen van de kwestie te beperken’. Vooralsnog lijkt volgens AkzoNobel sprake te zijn van een ge??soleerd incident. Het bedrijf heeft juridische adviseurs en externe accountants ingeschakeld om de zaak verder te onderzoeken. Ook de autoriteiten zijn ingelicht en het bedrijf heeft aangifte gedaan.

2. Bedrijfsanalyse
2.1 Fundamentele analyse

2.1.1 Solvabiliteit
Solvabiliteit geeft weer in welke mate een bedrijf in staat is om in geval van liquiditatie haar schulden(verschaffers vreemd vermogen) te betalen. Dit kan ook worden aangeduid als het vershil tussen vreemd vermogen en eigen vermogen. Een hogere solvabiliteit kan er ook voor zorgen dat het aantrekken van nieuw vermogen gemakkelijker wordt. Dit komt doordat kredietbeoordelende bedrijven zoals Moody een credit-rating geven aan de hand van onder andere solvabiliteit. Een credit-rating is een cijfer wat de kredietwaardigheid reflecteert van een bedrijf.
Een bedrijf heeft een ‘gezonde’ solvabiliteit volgens de bank wanneer zij, afhankelijk van de branche etc., een solvabiliteitsratio heeft tussen van 25-40%.(mkbservicedesk)`

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

AkzoNobel gebruikt bij het vaststellen van haar solvabiliteit de volgende formule:

Als er gekeken wordt naar de solvabiliteit van 2013, volgt de berekening (5594/16063)*100%= 35%. De solvabiliteitsratio van 2013 ligt dus binnen de ‘gezonde’ marge van de mkbservicedesk. De grafiek hierboven laat een dalende trend zien van de afgelopen 2 jaar nadat het eerst een opmars beleefde van 2004 t/m 2011. In 2007 werd een piek in de solvabiliteitsratio veroorzaakt door de verkoop van haar dochtermaatschappij ‘Organon BioSciences’ voor een bedrag van 11 miljard euro wat het eigen vermogen uiteraard een duw gaf.
De credit-rating van AkzoNobel is op december 2014 gezet door S&P’s op BBB+ stabiel, wat bevestigt dat AkzoNobel haar verplichtingen jegens verschaffers van vreemd vermogen goed kan nakomen in het geval van liquiditeit.
Wanneer er gekeken wordt naar de credit-rating van AkzoNobel’s grootste concurrent PPG Industries, staat AkzoNobel 1 trap lager op de credit-rating schaal. PPG heeft in maart 2014 een rating gekregen van A- stabiel.
2.1.2 Liquiditeit
In deze paragraaf zal de liquiditeit worden besproken. De liquiditeit kan worden verdeeld in ‘. (tekst)

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Current Ratio
Met de current ratio kunnen wij een beeld cre??ren in hoeverre de onderneming kan voldoen aan haar kortlopende verplichtingen. Het current ratio wordt berekend door de vlottende activa te delen door het kort vreemd vermogen. Over het algemeen is AkzoNobel een stabiel bedrijf aangezien de current ratio elk jaar boven de 1,0 is en vooral de laatste paar jaar nauwelijks schommelingen kent. Wat wel opvalt is de hoogte van de current ratio in 2007. De oorzaak hiervan ligt aan de verkoop van Organon BioSciences (OBS) voor 11 miljard euro waardoor AkzoNobel in dat jaar beschikte over een groot aantal liquide middelen. Wat ook opvalt is dat de crediteuren en de overige korte schulden sneller zijn gestegen in verhouding tot de liquide middelen, debiteuren en voorraden, dit verklaart ook waarom het current ratio met uitzondering van 2007 bleef dalen.
Quick Ratio
De hoogte van het current ratio is door de betrekking van de voorraden niet de meest betrouwbare bron om na te gaan in welke mate een bedrijf aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen. De reden hiervoor is dat voorraden, hoewel vallen onder vlottende activa, toch eerst verkocht moeten worden om de schulden te kunnen betalen. Met andere woorden, een onderneming kan een hoge quick ratio hebben met een groot percentage voorraden ten opzichte van de debiteuren en liquide middelen. Dit is de reden dat veel ondernemingen gebruik maken van het quick ratio. Het quick ratio berekenen we door de voorraden van de vlottende activa af te trekken en vervolgens te delen door het kort vreemd vermogen. Een gezonde quick ratio ligt tussen de 0,5 en 1, hieruit kunnen wij concluderen dat hoewel de current ratio en de quick ratio zijn gedaald AkzoNobel nog steeds prima in staat is om aan haar kortlopende verplichtingen te voldoen.
Nettowerk-kapitaal
Omdat ratio’s onderhevig kunnen zijn aan manipulatie (windowdressing) is het goed om ook te kijken naar het nettowerk-kapitaal. Het nettowerk-kapitaal kan op verschillende manieren worden berekend. ‘?n manier is door het kort vreemd vermogen af te trekken van de vlottende activa. Bij een positief werkkapitaal zal een deel van de vlottende activa gefinancierd zijn met lange middelen.
Hoewel het van belang is dat een onderneming liquide is, blijft het toch moeilijk een uitspraak te doen over de vereiste hoogte van de genoemde grootheden. Enerzijds omdat er sprake is van een statische analyse, anderzijds omdat de activiteiten van de onderneming nu eenmaal een bepaalde liquiditeit met zich meebrengen. Desondanks kan er geconcludeerd worden dat het bedrijf zich geen zorgen hoeft te maken over de kortlopende verplichtingen. Maar het is wel van belang dat het kort vreemd vermogen niet sneller blijft stijgen dan de vlottende activa.
2.1.3 Rentabiliteit
Met de rentabiliteit van een bedrijf wordt het verband tussen het financi??le resultaat en het ge??nvesteerde vermogen bedoeld. Het gaat hier niet alleen om de kosten, maar ook om de opbrengst van het eigen vermogen. De rentabiliteit wordt meestal uitgedrukt in een percentage. De rentabiliteit van een bedrijf is uit te rekenen voor het totale vermogen (RTV), maar ook voor het eigen (REV) en het vreemd vermogen (RVV).
De formules die gelden om de rentabiliteit te berekenen zijn:
RTV = (Nettowinst + betaalde rente)
Gemiddeld Totaal vermogen x 100%
REV = Nettowinst
Gemiddeld Eigen vermogen x 100%

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
In bovenstaande tabel is goed te zien dat de rentabiliteit van het bedrijf de afgelopen jaren sterk is gedaald, en pas het afgelopen jaar weer op begint te lopen. Er is ook goed te zien dat de rentabiliteit van het totale vermogen steeg voor de crisis, en de rentabiliteit van het eigen vermogen gelijk bleef.
In 2007 begon de crisis waarbij de rentabiliteit van AkzoNobel erg is gedaald. In de tabel is te zien dat de rentabiliteit van het eigen vermogen van 27.5% naar 5% is gedaald in de periode van 2006 tot 2007. De REV is in 2008 nog verder gedaald tot een punt van -15%. De jaren daarna (2009 en verder) begint de rentabiliteit weer op te komen. Dit is te danken aan de stijgende nettowinst. Vanaf het jaar 2010 ging het slechter met de rentabiliteit, met een explosieve daling in 2012. Deze daling komt doordat er in 2012 geen winst is behaald. De omzet is ongeveer gelijk gebleven met de jaren hiervoor, maar in 2010 schreef AkzoNobel 590 miljoen af, in 2011 621 miljoen en in 2012 opeens 2,569 miljard. Dit is een stijging van de afschrijvingen van bijna twee miljard euro vergeleken met vorige jaren.

2.1.4 Activiteitskengetallen

De activiteitskengetallen worden gebruikt om na te gaan of een bedrijf haar productiemiddelen effici??nt heeft ingezet. Ook kunnen zij helpen bij het geven van een verklaring van de veranderingen in de rentabiliteit.
In deze paragraaf komen de volgende activiteitskengetalen aan bod:
– aantal voorraaddagen (opslagduur van de voorraden in dagen)
– aantal debiteurendagen (gemiddelde krediettermijn in dagen)
– aantal crediteurendagen (gemiddelde termijn van het ontvangen leverancierskrediet in dagen)
– omloopsnelheid van het totale vermogen
– omloopsnelheid van de voorraad
– omloopsnelheid van de debiteuren
– Fixed Asset Turnover

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

De voorraaddagen:
De voorraaddagen berekenen we door de gemiddelde voorraad te delen door de gemiddelde omzet, en te vermenigvuldigen met 365 dagen. Hieruit kan er worden geconcludeerd hoeveel dagen een artikel gemiddeld aanwezig is in de voorraad. In het bovenstaande tabel is te zien dat de voorraad in de afgelopen 10 jaar gemiddeld 45 dagen in het magazijn aanwezig is.

De debiteurendagen:
Het totaal van de debiteurendagen wordt berekend door de gemiddelde debiteuren te delen door de gemiddelde omzet en dan te vermenigvuldigen met 365 dagen. Met deze berekening kan worden nagegaan hoelang het gemiddeld duurt voordat AkzoNobel ontvangt van haar debiteuren. Het gemiddeld aantal debiteurendagen is de laatste tien jaar bij AkzoNobel 54 dagen. Wat opvalt in de grafiek, is dat er een dalende trend aanwezig is. Dit is positief omdat de debiteuren eerder betalen. De afgelopen jaren is dit kengetal stabiel gebleven.

De crediteurendagen:
Dit kengetal wordt berekend door de gemiddelde crediteuren te delen door de gemiddelde omzet, en dit te vermenigvuldigen met 365 dagen. Net als bij de voorraad- en debiteurendagen kan er met dit kengetal worden berekend hoelang het duurt voordat AkzoNobel haar crediteuren betaald. De afgelopen tien jaar duurt het gemiddeld 40 dagen voordat AkzoNobel haar crediteuren uitbetaald.
In de bovenstaande grafiek is goed te zien dat er na de crisis die in 2007 begon, een stijgende trend aanwezig is. Deze stijging hoeft niet pers?? negatief te zijn voor het bedrijf. Als crediteuren later betaald worden, heeft het bedrijf (AkzoNobel) langer geld tot haar beschikking om rentevoordeel te behalen. Daarentegen kan het voorkomen dat AkzoNobel de kortingstermijn overschrijdt en hierdoor de procentuele korting misloopt.

Omloopsnelheid van het totale vermogen:
De omloopsnelheid van het totale vermogen geeft de verhouding weer tussen de omzet en het gemiddelde ge??nvesteerde totale vermogen dat aangewend is om deze omzet te realiseren. De omloopsnelheid wordt berekend door de omzet te delen door het gemiddeld ge??nvesteerde totale vermogen. Hiermee wordt gemeten in hoeverre de AkzoNobel haar vermogen effectief gebruikt om de omzet te maken. In bovenstaande grafiek valt op dat de omloopsnelheid in 2007 erg laag is. De oorzaak hiervan is het hoge aantal liquide middelen ter beschikking van het bedrijf in 2007. Dit is te verklaren door de verkoop van Organo, een dochteronderneming waar AkzoNobel 11 miljard euro kreeg.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

Zoals in de grafiek is weergegeven is er een relatie tussen de omloopsnelheid en de brutowinstmarge, deze worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal voor en tussen de bedrijven oftewel de concurrenten. Hierdoor wordt het doel voor de winkelmanagers bepaald. Puur om te kunnen redeneren vanuit de verkoop, wordt de brutowinst als een percentage weergegeven.

Omloopsnelheid van de voorraad:
Naast de omloopsnelheid van het totale vermogen, bestaat ook de omloopsnelheid van de voorraden. De voorraden nemen vaak een groot deel van de financi??le middelen in beslag. Ondernemingen poberen de voorraden zo laag mogelijk te houden door bijvoorbeeld het ‘Just in Time’ principe te gebruiken. Met dit principe wordt bedoeld dat de voorraad pas geleverd wordt, zodra het nodig is. De omloopsnelheid van de voorraad kan worden berekend door de kostprijs van de verkopen te delen door de gemiddelde voorraad.

Omloopsnelheid van de debiteuren:
Ook de investeringen in de debiteuren kunnen een groot deel van de liquide middelen in beslag nemen. Het is dus voor een onderneming noodzakelijk om de omloopsnelheid van de debiteuren zo hoog mogelijk te houden en de hoogte van het bedrag geinvesteerd in de debiteuren te beperken. Factoring kan hierbij ook een rol spelen. De omloopsnelheid van de debiteuren wordt berekend door de omzet te delen door het gemiddeld debiteurensaldo.

Fixed Asset Turnover:
De Fixed Asset Turnover geeft de verhouding weer tussen de omzet en de vaste activa. Hiermee wordt een beeld gecre??rd in welke mate het bedrijf in staat is met haar jaarlijkse omzet de vaste activa te kunnen financieren. Uit de onderstaande tabel is te zien dat AkzoNobel de laatste paar jaar minder efficient met haar vaste activa omgaat in vergelijking met de daarop voorgaande jaren.

Fixed Asset Turnover AkzoNobel
Jaar Dec04 Dec05 Dec06 Dec07 Dec08 Dec09 Dec10 Dec11 Dec12 Dec13
Turnover 1.07 1.07 1.09 0.64 0.81 0.69 0.75 0.73 0.82 0.86

(gurufocus.com/term/turnover/FRA:AKU/Asset%2BTurnover/)
2.1.5 Werknemerskengetallen
AkzoNobel heeft werknemers verspreid over de hele wereld. Als internationaal functionerend bedrijf is het belangrijk om te analyseren hoe de productiviteit van een werknemer is. Werknemers voegen waarde toe aan het bedrijf.
De volgende kengetallen zullen behandeld worden in deze paragraaf:
– Aantal werknemers
– Omzet per werknemer
– Toegevoegde waarde per werknemer
– Kosten per werknemer
– Nettowinst per werknemer
Aantal werknemers

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
AkzoNobel heeft wereldwijd meer dan 50.000 werknemers. Dit aantal vertoont sinds 2008 een dalende trend. Het aantal werknemers is van 61.300 in 2008 gedaald naar 50.200 in 2013. Dat is een forse daling in de afgelopen 5 jaar.
Omzet per werknemer

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

De omzet per werknemer wordt berekend door de totale omzet te delen door het aantal werknemers. Zoals te zien is in de grafiek hierboven, vertoont de omzet per werknemer een stijgende trend. Een kleine dip in 2009 is veroorzaakt door een gehele omzetdaling. De omzet blijft ten opzichte van het aantal werknemers stijgen.

Toegevoegde waarde per werknemer
De toegevoegde waarde per werknemer wordt berekend door de externe kosten van de totale omzet af te trekken. Dit bedrag wordt vervolgens gedeeld door het aantal werknemers. Het bedrag wat hieruit komt, is de ‘toegevoegde waarde’ van een werknemer.Dit bedrag is de laatste 3 jaar stabiel gebleven met een piek in 2013 naar 93.000 euro. De piek in 2013 wordt veroorzaakt door lagere externe kosten in combinatie met minder werknemers. Een hogere toegevoegde waarde per werknemer betekent in feite ook dat iedere werknemer meer waarde toevoegt aan het bedrijf, wat uiteraard positief is.
Kosten per werknemer
De kosten per werknemer wordt berekend door de totale personeelskosten te delen door het aantal werknemers. Wanneer de toegevoegde waarde per werknemer een hogere stijging vertoont dan de kosten per werknemer is dit uiteraard goed voor het bedrijf.
Nettowinst per werknemer
De nettowinst per werknemer wordt berekend door de nettowinst te delen door het aantal werknemers.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Hierboven is te zien hoe wat de nettowinst per werknemer is over de afgelopen jaren. In 2008 en in 2012 is er een nettoverlies te zien. Dit is in beide jaren te verklaren door 2 grote miljardenafschrijvingen op bedrijfstakken.

2.1.6 Omgevingsanalyse
Opdracht 3.6 Omgevingsanalyse pagina 58 begeleidende boek

2.1.7 Dupont chart

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Bij het analyseren van de Dupont chart kan er een beoordeling worden geschetst over de financi??le positie van AkzoNobel. In bovenstaande afbeelding wordt 2013 vergeleken met 2007. Er is gekozen voor 2007 omdat er door de verkoop van de dochteronderneming Oragon een bijzonder aantal liquide middelen tot de beschikking kwam van AkzoNobel. Er zal worden beschreven wat de invloed van deze verkoop had op de bovenstaande
kengetallen. Bij de analyse van de Dupont chart wordt gekeken naar de volgende kengetallen van de onderneming:
‘ Omloopsnelheid totaal vermogen
‘ Brutowinstmarge
‘ Rentabiliteit totaal vermogen
‘ Rentabiliteit eigen vermogen via de financi??le hefboomformule
Omloopsnelheid totaal vermogen: Het eerste wat opvalt bij de analyse van de omloop snelheid is dat deze in 2007 veel lager lag dan in 2013. De omloopsnelheid van het totale vermogen wordt berekent door de omzet te delen door de activa. Aangezien de onderneming in 2007 over een groot aantal liquide middelen beschikte is de omloopsnelheid verlaagt. Het verschil had echter toch groter moeten zijn, maar als de vaste activa worden vergeleken zien we dat de vaste activa in 2013 5.4 miljard meer was dan in 2007. E??n oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat de onderneming een deel van haar liquide middelen heeft gebruikt om te investeren in vaste activa. Dit wordt bevestigd bij het bekijken van de resultaten rekening, hier is te zien dat van eind 2007 tot eind 2008 de waarde van de vaste activa is gestegen met 8 miljard. De omloopsnelheid houdt in principe in dat bij een getal boven het getal 1 de omzet meer is gestegen dan de aanwezige activa en dus positief. Bij een omloopsnelheid onder het getal 1 , is de activa meer gestegen dan de omzet. Ondanks het feit dat de omloopsnelheid van AkzoNobel nog onder het getal 1 zit is er geen reden voor zorgen aangezien er sinds 2009 hoge bedragen jaarlijks worden afgeschreven zal de omloopsnelheid in de komende jaren weer boven het getal 1 zitten.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Bruto winstmarge: De brutowinstmarge geeft de marge van de omzet exclusief BTW weer. De brutowinstmarge geeft dus het percentage aan wat van de omzet overblijft nadat het bedrijf de kostprijs heeft verrekend. Bij het bekijken van de Dupont chart is te zien dat er nauwelijks verschil zit tussen de brutomarge in de bovengenoemde jaren.
Rentabiliteit totaalvermogen: De rentabiliteit laat het verband zien tussen het financiele resultaat van een onderneming en het geinvesteerde vermogen. Met andere woorden, de rentabiliteitsratio’s laten zien of het gebruikte vermogen effectief wordt gebruikt. Door de rentabiliteit te berekenen, krijgt u inzicht in wat elke geinvesteerde euro uiteindelijk oplevert.
De rentabiliteit is de afgelopen jaren gedaald en in 2012 was het zelfs negatief. Ook is er te zien dat er eind 2007 een behoorlijke daling was van de RTV, er kan worden geconcludeerd dat de verkoop van Organon ook op dit gebied een belangrijke oorzaak was. Gelet op de grote toename van onder andere de vaste activa sinds 2007 kan er worden geconcludeerd dat een groot deel van het bedrag dat is ontvangen voor Organon weer is ge??nvesteerd in AkzoNobel met als doel om op lange termijn financieel voordeel te behalen.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Rentabiliteit eigenvermogen via de financi??le hefboom formule: Ondanks dat het verschil van het bedrijfsresultaat voor belasting tussen 2007 en 2013 vrij klein is de rentabiliteit van het eigenvermogen in 2007 een stuk lager dan in 2013. De reden hiervoor is nogmaals de verkoop van Organon. Het eigenvermogen was in 2007 5,5 miljard hoger dan in 2013. Dit verklaart waarom REV in 2007 zo laag is.
2.1.8 Beleggingskengetallen

In deze paragraaf worden de volgende sub-paragraven besproken.

‘ Winst per aandeel
‘ Dividend per aandeel
‘ Cashflow per aandeel
‘ Intrinsieke waarde per aandeel
‘ Pay’out ratio
‘ Koers/winst verhouding
‘ Dividendrendement in %
‘ Cashflow/winst verhouding
‘ Altman’s Z’score
‘ (Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Winst per aandeel: De winst per aandeel is een indicatie van het maximale dividend dat per aandeel kan worden uitgekeerd. Dit kengetal wordt berekend door de nettowinst te delen door het aantal geplaatste aandelen. In het tabel is te zien dat de winst per aandeel jaarlijks rond de 3 euro zit met enkele uitzonderingen. De winst per aandeel in 2012 bedroeg -9,14, volgens AkzoNobel zelf had dit te maken met de economische ontwikkelingen in de branche, Chief executive Ton Buchner: “The economic environment remains challenging and we expect no fundamental changes in the trends that we have seen recently in our business.’ Ondanks deze uitspraak van de top man van AkzoNobel wist het bedrijf tegen de verwachtingen in weer een gemiddeld winst per aandeel te behalen van 3 euro.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Dividend per aandeel: Aangezien over het algemeen de winst niet alleen naar aandeelhouders gaat wordt het kengetal dividend per aandeel gebruikt. Door het de betaalde dividend te delen door het aantal aandelen kan er worden berekent hoeveel winst de aandeelhouders op een aandeel hebben gemaakt. Wat opvalt in bovenstaande afbeelding is dat AkzoNobel in 2007&2008 zestig cent meer aan haar aandeelhouders gaf dan in de voorgaande jaren. Ook hier zal de verkoop van Organon een rol in hebben gespeeld. De jaren die daarop volgde zag het uitgekeerde dividend weer terug lopen richting het aantaal dat voor 2007 werd uitgekeerd.
De laatste paar jaar is er 1.45 euro uitgekeerd per aandeel aan andeelhouders. Wanneer de bovenstaande tabel nader wordt bekeken valt ook op dat het aantal aandelen minder is geworden. De oorzaak hiervan was dat AkzoNobel een aantal van haar aandelen zelf had gekocht.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

AMSTERDAM (Dow Jones)–AkzoNobel denkt in de loop van deze week de eerste tranche van EUR1 miljard van zijn aandeleninkoopprogramma af te ronden. Dat heeft het chemie- en verfbedrijf maandag bekendgemaakt.(bron: rtlnieuws.nl)
Cashflow per aandeel: Het cashflow per aandeel is de verhouding tussen de voor aandeelhouders beschikbare nettowinst + afschrijvingen en het aantal uitstaande aandelen. Het cashflow per aandeel van AkzoNobel daalde voor het eerst in een paar jaar in 2007 en bereikte een dieptepunt in 2008, dit zou kunnen liggen aan het feit dat AkzoNobel haar eigen aandelen weer terug kocht. Hierna vond weer een stijgende trend plaats tot aan 2012, wat een moeilijk jaar was voor AkzoNobel.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Intrinsiek waarde per aandeel: De intrinsieke waarde per aandeel wordt berekend door het eigen vermogen van de onderneming te delen door het aantal geplaatste aandelen. Dit verklaart waarom de intrinsieke waarde na 2007 bijna drie keer hoger was dan de voorgaande jaren, AkzoNobel beschikte rond die periode over veel meer eigen vermogen door de verkoop van Organon.
Pay-out ratio: De pay-out ratio is het percentage van de nettowinst dat wordt uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders. De pay-out ratio kan een signaal afgeven met betrekking tot de potenti??le nettowinst, dit kan directe invloed hebben op de koers van een aandeel. Als de pay out ratio van AkzoNobel nader wordt bekeken valt het op dat het bedrijf in 2007 en 2009 een zeer hoog pay out ratio had. In 2008 en 2012 is er niks uitgekeerd, dit heeft te maken met de grote verliezen die AkzoNobel die jaren heeft geleden.

Koers/winst verhouding: De koers-winstverhouding wordt berekend door de huidige koers van het aandeel te delen door de winst per aandeel. De k/w-verhouding geeft weer hoeveel keer de winst van een bedrijf op de beurs wordt betaald door beleggers. Het is dan ook alleen bruikbaar bij winstgevende bedrijven. De winst per aandeel van een bedrijf kan jaarlijks forse fluctuaties laten zien. Dit kan ook het gevolg zijn van incidentele gebeurtenissen als extra eenmalige afschrijvingen op activa, voorzieningen ten laste van het resultaat voor belangrijke reorganisaties, boekwinsten op de verkoop van grote activiteiten en dergelijke. De winst per aandeel wordt voor deze speciale kosten of opbrengsten gecorrigeerd, het genormaliseerde resultaat, om een beter beeld te krijgen van de verdienkracht van het bedrijf. Als de k/w-verhouding van AkzoNobel wordt bekeken zien we dat dit kengetal de laatste jaren is gedaald in vergelijking met de periode 2004 tot en met 2006. Deze periode was de k/w-verhouding zeer stabiel, in de jaren die daarop volgde echter kwamen nogal wat fluctuaties voor. Als de resultatenrekening van de afgelopen 10 jaar wordt bekeken is er te zien dat in de periode 2004 t/m 2006 de winsten hoger lagen dan in de daarop volgende jaren. De zeer lage winst koersverhouding in 2007 en 2012 heeft ook te maken met de geleden verliezen in de des betreffende jaren.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)

Dividendrendement in %: Om een beeld te krijgen van het rendement van een belegging in aandelen AkzoNobel wordt het dividendrendement berekend. Dit wordt gedaan door het uitgekeerde dividend per aandeel te delen door de beurskoers en vervolgens te vermenigvuldigen met 100%.
Zoals te zien is in bovenstaande afbeelding is het dividend rendement van AkzoNobel zeer stabiel, het getal zit jaarlijk rond de 3%, dit betekent dat AkzoNobel jaarlijks rond de 3% van de beurskoers uitkeert aan dividend. 2008 was echter wel een uitzondering met een dividendrendement van 6,1%. De oorzaken hiervan zijn de lage beurs notering in 2008 en de grote verliezen die zijn geleden in 2008 gecombineerd met het hoog bedrag betaald aan dividend.
Cashflow/winst verhouding: Dit kengetal wordt berekend door de cashflow per aandeel te delen door de winst per aandeel. De cashflow/winst verhouding bij AkzoNobel kan als stabiel worden omschreven. Deze ligt bij AkzoNobel rond de 1.7, met als uitzondering van de jaren 2008,2009,2012
Altman’s Z-score: De Altman Z-score is een rekenmodel waarmee de kredietwaardigheid van een bedrijf, zowel publiek als privaat, kan worden bepaald. Het model van de Altman Z-score is het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijkheid om een faillissement van een bedrijf te voorspellen. Een onderneming is volgens dit kengetal financieel gezond wanneer de score zich bevind boven de 2,675. AkzoNobel zit jaarlijkswel rond een z-score van 2,6 alhoewel zitten ze er wel vaak onder. De moeilijkere jaren 2008 en 2012 zijn ook terug te zien in de Altmans’s z-score, met een notering van 1,7 en 1,9 tevens ook de jaren waar AkzoNobel geconfronteerd werd met grote verliezen.

2.2. Omzet- en winstanalyse

2.2.1 Geografische spreiding
In deze paragraaf wordt gekeken naar de geografische omzetspreiding van AkzoNobel.

Er zal worden gekeken naar de vijf grootste afzetmarkten van AkzoNobel. De andere landen zullen worden gecombineerd onder het kopje ‘overige landen’. Door deze analyse wordt er een beeld geschetst waar AkzoNobel actief is, en waar zij haar grootste omzet vandaan haalt.
Zoals in bovenstaande grafieken te zien is behaalt AkzoNobel met afstand haar meeste omzet in Europa (38%). De verschillen tussen 2011 en 2013 zijn relatief klein. Het grootste verschil zit in de daling in Noord Amerika. Het omzetpercentage hier is met 5% gedaald tussen 2013 en 2011. De oorzaak van dit verschil is het aantal werknemers werkzaam in Noord Amerika. In 2011 waren er ongeveer 10.300 mensen werkzaam, en in 2013 waren dit er nog maar 5.100. De geografische spreiding van 2012 is niet opgenomen in de jaarverslagen, en is dus niet uit te werken.
2.2.2 Verdeling naar activiteiten
In deze paragraaf wordt gekeken naar de omzet- en winstbijdrage van AkzoNobel. Hierbij worden de jaren 2012 en 2013 vergeleken. Met de omzet- en winstbijdrage worden de markten bedoeld waar AkzoNobel haar omzet mee behaald.
(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013 (aangepast) )

Zoals in bovenstaande grafieken te zien is, zijn de omzet- en winstbijdragen van AkzoNobel te verdelen in drie sectoren. De Decorative Paints, de Performance Coatings en de Speciality Chemicals. In de grafieken is goed te zien dat de omzetbijdrage van de Performance Coatings en de Speciality Chemicals erg dicht bij elkaar ligt en dat de Decorative Paints minder groot is. Dit verschil wordt kleiner in 2013. Ook is er te zien dat bij de winstbijdrage in 2012 van de Decorative Paints er uit springt. Dit is vreemd, aangezien de omzetbijdrage van deze sector in datzelfde jaar het minst was van alle drie. Verder is in de grafieken te zien dat de winstbijdrage van de Performance Coatings in 2013 meer dan verdubbeld is en de winstbijdrage van de Decorative Paints is gehalveerd vergeleken met het vorige jaar. De verschillen in deze sectoren zijn te verklaren met het aantal orders dat AkzoNobel heeft gekregen in dat jaar. Ieder jaar zijn er verschillende grote orders die het bedrijf krijgt, en hierdoor verschillen de bijdragen van deze sectoren.
2.2.3 Verdeling naar distributiekanalen
Door te kijken naar de omzetverdeling binnen de distributiekanalen kan er een beter inzicht worden verkregen in de spreiding van de omzet. Helaas is veel informatie niet openbaar waardoor een duidelijk beeld cree??ren niet goed mogelijk is.
In Juni 2013 heeft AkzoNobel gekozen voor een nieuwe setup om op een zo efficient mogelijke wijze haar professionele verfproducten aan de markt te brengen. Het bedrijf wil de nadruk leggen op strategische samenwerkingsovereenkomsten met toekomstige afnemers.
2.2.4 Portfolio-analyse
De portfolio-analyse wordt uitegevoerd met behulp van een BCG-Matrix. De BCG-Matrix is een model ontwikkeld door de Boston Consulting Group. In dit model wordt weergegeven wat een desbetreffend bedrijfsonderdeel voor marktaandeel en marktgroei heeft ten opzichte van haar grootste concurrent.
In het model worden vier verschillende categorie??n onderscheiden:
Question mark
Een Question Mark heeft een klein marktaandeel in een groeiende markt. Op dit moment is het nog onduidelijk of dit zal ontwikkelen tot een Star of een Dog.
Star
Een Star heeft een hoog marktaandeel in een groeiende markt. Veel investeringen zijn nodig om deze positie te behouden of uit te groeien tot een Cash Cow
Cash Cow
Een Cash Cow heeft een hoog marktaandeel in een weinig groeiende markt. De rek is bijna uit de markt, maar doordat de Cash Cow een hoog marktaandeel heeft kan zij met weinig investeringen veel geld verdienen.
Dog
Een dog heeft een laag marktaandeel in een weinig groeiende markt. Een niet erg winstgevende positie, zal uiteindelijk verlies lijden waardoor afstoten noodzakelijk is.

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Op het model hierboven is te zien dat het onderdeel Speciality Chemicals langzaam maar zeker in een Dog begint te veranderen. Het marktaandeel begint te slinken, de omzet daalt en de winstgevendheid zal uiteindelijk steeds verder blijven dalen. Performance Coatings en Decorative Paints zijn een Star wat betekent dat zij zich in een groeiende markt bevinden. Apart, want vooral de Decorative Paints staat erg onder druk met haar omzet door de dalende vraag in Europa. Om hun positie te behouden en uit te groeien tot een Cash Cow, zullen er veel investeringen gedaan moeten worden.
2.3 Bedrijfstaklevenscyclus
Opdracht 3.13 Bedrijfstaklevenscyclus pagina 68 begeleidende boek

(Schilstra, Excel Analyse Model, 2013)
Met producten wordt vaak een productlevenscyclus gebruikt om te bepalen waneer er een nieuw product gelanceerd moet worden. Met bedrijven wordt er gebruik gemaakt van een bedrijfstaklevenscyclus. Hierop is te zien of deze tak een groei-, een volwassenheids- of een neergangsfase beleeft. In het model hierboven is te zien dat de de Performance Coatings tak van AkzoNobel zich nog in de volwassenheidsfase bevindt. Dit is een fase waarin er getracht wordt de kosten te verlagen omdat de groei steeds minder zal worden.
Decorative Paints en Speciality Chemicals bevinden zich in de neerwaartse fase. De omzet/verkoop daalt en de kosten stijgen. Het is nu belangrijk om ervoor te zorgen dat deze takken een boost krijgen of iets vernieuwen om uit deze fase te komen. Helaas is dit erg moeilijk, vooral in economisch zware tijden waarin de vraag afneemt.

3. Forecasting
3.1 Inleiding

3.2 Top down forecasting
Opdracht 6.1 Forecast pagina 135 begeleidende boek

3.3 Fine tuning van de forecast
3.4 Conclusie

4. SWOT analysis
Opdracht 7.1 SWOT-analyse pagina 142 begeleidende boek

In dit hoofdstuk wordt de SWOT analyse voor AkzoNobel gemaakt. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats. Oftewel Sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen.
4.1 Huidige strategie
AkzoNobel is een multinational die actief is op het gebied van Decorative Paints, Performance Coatings en Speciality Chemicals. De laatste 10 jaar heeft AkzoNobel een sterke basis opgebouwd op het gebied van duurzaamheid, en wordt hierdoor gezien als leider in deze industrie. Zoals weergegeven met de consistent hoge notering op de beurs. En door het bereiken van de nr.1 positie in 2012 voor de DJSI Chemical supersector.
AkzoNobel wil haar leiderschapspositie behouden, door het benutten van groeikansen doormiddel van het blijven leveren van hoge prestaties en volledige inzet te tonen aan afnemers en leveranciers. AkzoNobel wil bouwen op de stevige basis die al aanwezig is, met een nieuwe aanpak om de duurzaamheid te optimaliseren. Het bedrijf wil meer waarde cre??ren met minder middelen. Om op lange termijn successen te behalen voor AkzoNobel en haar compagnons, is ze afhankelijk van haar vaardigheden om de grootste positieve impact uit producten en diensten te behalen met de minst mogelijke middelen ter beschikking. Om dit te bereiken zal de focus gezet worden op het gebruik van schaarse goederen en natuurlijke middelen, dit zal leiden tot lagere kosten, en op lange termijn tot hogere inkomsten voor AkzoNobel en haar compagnons over de hele bedrijfskolom.
Door meer te doen met minder zal duurzaamheid gelinkt zijn aan waarde toevoeging voor het bedrijf. AkzoNobel wil duurzaamheid winstgevend maken door met een oplossingsgerichte kijk haar klanten te benaderen.
4.2 Externe issues
Identificeer uit de externe analyse (opdracht 3.6) zes of zeven cruciale externe issues. Noem en beschrijf deze issues.
4.3 Sterktes en zwaktes
Identificeer uit de interne analyse (hoofdstuk 1, 2 en 3) de vier belangrijkste sterktes en de vier belangrijkste zwaktes.
4.4 Confrontatiematrix
Maak een confrontatiematrix volgens het stappenplan beschreven in het boek (pagina 138)

4.5 Kansen en bedreigingen
Identificeer, noem en beschrijf de belangrijkste kansen en bedreigingen die resulteren uit de confrontatie tussen externe issues en interne sterkten en zwakten.
4.6 Strategische opties
Identificeer en beschrijf drie strategische opties voor de onderneming die gebaseerd zijn op kansen en sterkten. Externe kansen die liggen in het verlengde van interne kracht leiden tot nieuwe groeiopties. Deze groeiopties zijn fundamenteel voor de ontwikkeling van nieuwe groeiopties. De creatie van nieuwe concepten kan eerst succesvol zijn nadat strategische opties zijn ge??dentificeerd. Deze concepten dienen in lijn te zijn met deze opties.

5. Conclusies

Opdracht 8.1 Conclusies trekken, pagina 148 begeleidende boek

5.1 Conclusies
Trek op basis van de voorgaande opdrachten de belangrijkste conclusies en vat deze samen in een doorlopend verhaal. Wees gestructureerd, helder en duidelijk.
5.2 Aanbevelingen
Op basis van de conclusies zijn wellicht adviezen mogelijk. Ruimte voor verbetering, mogelijkheden om kansen te benutten etc. Dergelijke adviezen kun je in deze paragraaf toevoegen.

Bijlagen
Neem functionele bijlagen op, verwijs er naar in de tekst.
Bijvoorbeeld overdruk tabblad A uit het Excelanalysemodel

Bijlage 1 Individuele schrijfopdracht argumenteren (student 1)
Datum:15/11/2014 klas:
Docent: jaar: 2014/2015
Opdracht argumenteren versie : 1

Naam student:
Studentnummer:

1. Inleiding

2. Betoog

Bijlage 2 Individuele schrijfopdracht argumenteren (student 2)
Datum:15/11/2014 klas:
Docent: jaar: 2014/2015
Opdracht argumenteren versie : 1

Naam student:
Studentnummer:

1. Inleiding

2. Betoog

Bijlage 3 Individuele schrijfopdracht argumenteren (student 3)
Datum:15/11/2014 klas:
Docent: jaar: 2014/2015
Opdracht argumenteren versie : 1

Naam student:
Studentnummer:

1. Inleiding

2. Betoog

Bijlage 4 Evaluatieformulier
Beoordelingsformulier beroepsproduct thema 2: Integrale bedrijfsanalyse
Algemene gegevens
Beoordelingsformulier beroepsproduct thema 2: Integrale bedrijfsanalyse
Projectgroep

Opdrachtgever

Ontvankelijkheidseis
Individuele schrijfopdrachten
Overeenkomstig de in de workshop argumenteren behandelde methode voeren studenten individueel een aantal schrijfopdrachten uit die worden opgenomen als bijlagen bij het rapport. De oordelen volgens de evaluatieformulieren ter zake worden hier overgenomen. Aan deze ontvankelijkheidseis dient te zijn voldaan.
Naam student (studentnummer):
V / O
Naam student (studentnummer):
V / O
Naam student (studentnummer):
V / O
Naam examinator/datum

Inhoudelijke beoordelingscriteria beroepsproduct
Projectgroep

Examinator/
datum

Aspect Indicatoren G V Z O punten*
Profiel van de onderneming Student kan het profiel van een onderneming evalueren met het Ashridge mission model, een stakeholdersanalyse, een krachtenveld analyse en het 7S model van McKinsey 5 4 2 1
Fundamentele analyse Student kan een fundamentele analyse van een onderneming uitvoeren, waarbij concepten als solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, activiteit, omgeving, werknemers, Dupont chart en enkele beleggingskengetallen worden ge??valueerd en toegepast. 25 19 12 5
Omzet- en winstanalyse Student kan van een onderneming een omzet- en winstanalyse uitvoeren waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar regio, activiteit en distributiekanaal. Evaluatie en toepassing van de BCG matrix en de bedrijfstaklevenscyclus op deze omzet- en winstanalyse
16 9 7 3
Forecast Student kan volgens een voorgeschreven methodiek resultatenrekening en balans van een onderneming forecasten voor het lopende en komende boekjaar 12 8 5 2
SWOT-analyse Student kan van een onderneming volgens voorgeschreven methodiek een SWOT-analyse maken voor een onderneming. Deze methodiek bevat zowel huidige strategie, externe issues, sterkten en zwakten, confrontatiematrix en strategische opties 6 4 3 1
Conclusies en advies Student kan conclusies trekken die inhoudelijk verankerd, adequaat en consistent zijn. Adviezen vloeien voort uit de conclusies 6 4 3 1
Principes van onderzoek De student toont via de rapportage dat principes van onderzoek zijn toegepast. Dat komt tot uitdrukking in de toepassing van basistechnieken van kwantitatief onderzoek, gebruik van beschrijvende statistiek en database analyses 15 9 7 2
Schriftelijk rapporteren Student rapporteert volgens het voorgeschreven format. Schrijft een managementsamenvatting, hanteert correcte spelling en professioneel taalgebruik. Student baseert analyses op relevante bronnen die worden vermeld volgens APA stijl en in logische samenhang beschreven 15 9 7 2

TOTAAL SCORE (maximum = 100)

*Op elke indicator kan worden gescoord met G (goed), V (voldoende), Z (zwak) of O (onvoldoende). Deze score wordt vertaald in een puntenaantal. In de toelichting op het beoordelingsformulier wordt aangegeven welke indicatoren en criteria een rol spelen bij de score. Omcirkel de betreffende score. Het eindcijfer komt tot stand door de som van de genoemde omcirkelde punten.
Toelichting op het formulier t.b.v. de evaluatie van het beroepsproduct Integrale bedrijfsanalyse.
Aspect G V Z O Punten
Profiel van de onderneming Evaluatie vindt plaats volgens alle genoemde concepten met uitgebreide toelichtingen (5) Evaluatie vindt plaats volgens alle genoemde concepten met beperkte toelichtingen (4) Evaluatie vindt niet plaats volgens alle concepten en/of beperkte/ontbrekende toelichtingen (2) Niet alle concepten worden toegepast. Ook de toelichtingen zijn beperkt, dan wel ontbreken (1)
Fundamentele analyse De fundamentele analyse vindt plaats via de evaluatie van alle genoemde concepten, met uitgebreide toelichtingen (25) De fundamentele analyse vindt plaats via de evaluatie van bijna alle genoemde concepten, met enigszins uitgebreide toelichtingen (19) De fundamentele analyse vindt plaats via de evaluatie van ten minste vijf genoemde concepten, met toelichtingen (12) De fundamentele analyse vindt plaats via een beperkte evaluatie van maximaal vier concepten, met minimale of ontbrekende toelichtingen (5)
Omzet- en winstanalyse Omzet- en winstanalyse vindt plaats naar activiteit en/of regio en/of distributiekanaal waarbij er sprake is van uitgebreide toelichtingen. Ook de BCG en BLC zijn opgenomen en uitgebreid toegelicht (16) Omzet- en winstanalyse vindt plaats naar activiteit en/of regio en/of distributiekanaal waarbij er sprake is enige toelichtingen. Ook de BCG en BLC zijn opgenomen en toegelicht (9) Beperkte analyse van omzet en winst. Toelichtingen zijn beperkt en BCG en BLC zijn niet met elkaar in lijn. Toelichtingen zijn niet consistent (7) Zeer beperkte analyse van omzet en winst. BLC en/of BCG ontbreken. Toelichtingen zijn erg beperkt of ontbreken (3)
Forecast Bij de forecast wordt de voorgeschreven methodiek minutieus gevolgd met een uitgebreide toelichting bij alle stappen. Het ingevulde Excel analysemodel is bijgevoegd (12) Bij de forecast wordt de voorgeschreven methodiek gevolgd en volgt een toelichting bij alle stappen. Het ingevulde Excel analysemodel is bijgevoegd (8) Bij de forecast wordt de voorgeschreven methodiek niet gevolgd en volgt niet een toelichting bij alle stappen. Het ingevulde Excel analysemodel is bijgevoegd (5) Bij de forecast wordt de voorgeschreven methodiek niet gevolgd, toelichtingen op elke stap ontbreken en/of ontbreekt het ingevulde Excel analysemodel (2)
SWOT-analyse De SWOT analyse is uitgevoerd volgens het voorgeschreven stappenplan. Een uitgebreide toelichting op alle onderdelen is aanwezig en ten minste drie strategische opties zijn omschreven (6) De SWOT analyse is niet geheel volgens het stappenplan uitgevoerd. De toelichting is op ‘?n of meerdere stappen beperkt en ten minste drie strategische opties zijn min of meer omschreven (4) De SWOT analyse is niet volgens het stappenplan uitgevoerd en/of bevat beperkte toelichtingen. Twee of drie strategische opties zijn toegevoegd (3) De SWOT analyse is niet volgens stappenplan uitgevoerd en/of er ontbreken toelichtingen. Ook ontbreken er strategische opties (1)
Conclusies en advies Conclusies zijn inhoudelijk verankerd en worden uitgebreid teruggekoppeld. Adviezen vloeien beargumenteerd voort uit de conclusies (6) Conclusies worden teruggekoppeld en adviezen vloeien voort uit de conclusies (4) Conclusies worden beperkt teruggekoppeld uit de voorgaande hoofdstukken en adviezen vloeien niet rechtstreeks voort uit de conclusies (3) Van een terugkoppeling van conclusies en/of verankering in de tekst is geen sprake. Adviezen vloeien niet voort uit conclusies (1)
Principes van onderzoek Technieken van kwantitatief onderzoek, database analyse en beschrijvende statistiek worden uitgebreid toegepast. Rapportages zijn in lijn met deze principes (15) Basistechnieken van kwantitatief onderzoek worden beperkt toegepast, database analyse is aanwezig en beschrijvende statistiek wordt toegepast. Rapportages zijn enigszins in lijn met deze principes (9) Kwantitatief onderzoek op basis van o.a. database-analyse is beperkt, rapportages zijn in beperkte mate in lijn met principes van onderzoek (7) Kwantitatief onderzoek op basis van database analyse is erg beperkt. Beperkte toelichting op deze analyses en rapportages zijn niet consistent en in lijn met principes van onderzoek (2)
Schriftelijk rapporteren Het voorgeschreven format met alle onderdelen is minutieus gevolgd. Het taalgebruik is professioneel en de spelling is correct. Rapportage is gebaseerd op relevante bronnen die worden vermeld volgens APA stijl (15) Het voorgeschreven format met onderdelen is gevolgd. Het taalgebruik is enigszins professioneel en de spelling is niet geheel correct. Er is sprake van relevante bronnen die vermeld zijn volgens APA stijl (9) Het voorgeschreven format wordt niet helemaal gevolgd. Het taalgebruik is niet altijd professioneel, de spelling laat veel ruimte voor verbetering en/of bronnen zijn niet relevant en/of niet vermeld volgens APA stijl (7) Het voorgeschreven format wordt niet gevolgd. Het taalgebruik is niet professioneel, de spelling is volstrekt onder de maat. Bronnen zijn irrelevant en/of niet correct vermeld (2)
100 66 46 17 cijfer

Bijlage 5 Planning

Dagdeel Onderwerp Begeleid/ zelfwerkzaamheid
Kick-off thema
(week 1) Kick-off van het thema, toewijzen groepen / bedrijven Begeleid
1 Kick-off beroepsproduct, bedrijven, jaarverslagen, introductie boek Begeleid
2 H1. Profiel van de onderneming
Opdracht: 1.1; format, ori??ntatie op beroepsproduct Begeleid
3 H3.1 Fundamentele analyse
Opdrachten 3.1 t/m 3.4 Begeleid
4 Opdrachten 3.5 t/m 3.6
Opdrachten 3.7 t/m 3.8 Zelfwerkzaamheid
5 H3.2 Omzet- en winstanalyse
Opdrachten 3.9 t/m 3.11 Begeleid
6 H3.3 Portfolio-analyse
Opdrachten 3.12 t/m 3.13 Zelfwerkzaamheid
7 Terugkoppeling H1 t/m 3, hardcopy rapportage + uploaden naar Moodle voor 12.00 uur Zelfwerkzaamheid
8 H6. Forecasting
Opdracht 6.1 Excelmodel maken Begeleid
9 H6. Forecasting
Opdracht 6.1 Werkend Excelmodel Zelfwerkzaamheid
10 H7. SWOT ‘ analyse
Opdrachten 7.1 voortraject Begeleid
11 H7. SWOT ‘ analyse
Opdracht 7.1 confrontatiematrix Zelfwerkzaamheid
12 Terugkoppeling H6 en H7, hardcopy rapportage + uploaden Moodle voor 12.00 uur Zelfwerkzaamheid
13 H8. Conclusies, inleiding en Executive Summary
Opdrachten 8.1 t/m 8.4 + individuele schrijfopdracht Begeleid
14 Bibliografie, eindredactie en individuele schrijfopdracht Zelfwerkzaamheid
15 Upload naar Ephorus, inleveren definitief rapport in hardcopy + moodle, voorbereiden assessment en afsluiting Begeleid

Literatuur en bronnen
Neem een adequaat bronnenapparaat op. Zorg ook voor een professionele verwijzing. Maak gebruik van bronnenbeheer in MS Word. Gebruik de APA verwijzingsstijl.
Boer, D., Brouwer, & Koetzier. (2012). Basisboek Bedrijfseconomie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
Schilstra, H. (2014). De financi??le functie: Integrale bedrijfsanalyse (vierde druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
Schilstra, H. (2014). Integrale bedrijfsanalyse. Opgeroepen op oktober 2014, van Integrale bedrijfsanalyse: http://www.integralebedrijfsanalyse.noordhoff.nl
Steehouder, M. e.a. (2012). Leren Communiceren (zesde druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

http://zakelijk.infonu.nl/management/102795-bedrijfsvisie-akzonobel-ook-goed-voor-kleinere-bedrijven.html
http://www.nrcq.nl/2014/10/16/moet-akzo-zich-zorgen-maken-over-ppg

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.