Mislukt, of toch niet?
Voorwoord
Inleiding over Abel Tasman’s leven
Hoofdstuk 1: De wereld voor Tasman’s expeditie
Hoofdstuk 2: Het Zuidland volgens Tasman
Hoofdstuk 3: De rol van de ontdekkingen van Abel Tasman voor de VOC
Conclusie
Voorwoord
Waarom ik Abel Tasman als onderwerp heb gekozen is uit nieuwsgierigheid. Vroeger maakte mijn moeder namelijk wel eens een quiz voor de hele familie ter gelegenheid van een verjaardag of met sinterklaas. Mijn zusje zat toen nog in de kleuterklas en daarom was er altijd ‘?n vraag voor haar: ‘Wie heeft Nieuw-Zeeland ontdekt’? Op school had ze geleerd dat het Abel Tasman en was daarom ook elke keer weer trots dat zij het antwoord wist, terwijl haar oudere broer, zus en neven geen idee hadden. Toen de opdracht werd gegeven om een werkstuk over een ontdekkingsreis te maken kwam dan ook meteen bij mij op om het over deze man als onderwerp te nemen. Want wie is Abel Tasman eigenlijk? De ontdekker van Nieuw-Zeeland. Meer weet mijn zusje me ook niet te vertellen. Ook verbaas ik me erover dat hij tamelijk onbekend is in de Nederlandse geschiedenis, terwijl hij een heel continent ontdekte voor de VOC. In dit werkstuk wil ik ‘?n hoofdvraag beantwoorden. Namelijk:
‘Welke verwachtingen had de VOC van Abel Tasman en in hoeverre is hij daaraan tegemoet gekomen’?
Ik wil drie deelvragen beantwoorden om tot mijn conclusie te komen
1. Hoe zag de wereld eruit voor de expeditie van Tasman?
2. Hoe beschrijft Tasman het ‘Zuidland’ in zijn Journaal?
3. Welke rol hebben zijn ontdekkingen gehad voor de VOC?
Inleiding
Abel Tasman
Geboren in het Groningse dorp Lutjegast in 1603 zou Abel Tasman opgroeien tot boer. Vaak kwam het voor dat boerenzonen in het zomerseizoen, als er op het land minder te doen was, als matroos gingen werken. Zo begon Tasman als scheepsjongen. Hij nam ook les in de theorie van de zeevaartkunde zodat hij later stuurman en schipper kon worden. Hij keerde niet meer terug naar het boerenleven, trouwde, kreeg een dochter, ging in Amsterdam wonen maar werd al snel weduwnaar. Hij woonde in de nederige Teerketelsteeg in Amsterdam. Van de rijkdom in de Gouden Eeuw proefde hij weinig tot hij in 1633 in dienst treed van de VOC. In 1634 werd hij schipper. Hij hertrouwde en in 1638 vestigde hij zich met zijn dochter en vrouw definitief in Oost-Indi??. Hier bouwde hij een naam op.
In 1639 stuurde Anthony van Diemen, gouveneur-generaal van alle bezittingen van de VOC, Tasman met Matthijs Quast op expeditie naar de ‘Goud- en zilvereilanden’, die volgens geruchten tussen Japan en de Filippijnen zouden liggen. Een succes werd deze expeditie echter niet. Nadat ze maanden gezocht hadden keerden ze met lege handen terug. Slechts de helft van de bemanning had de expeditie overleefd. Toch hield de VOC, vooral van Diemen, het vertrouwen in Abel Tasman vast. Het duurde dan ook niet lang tot er een nieuwe reis op de planning stond. Deze expeditie ging van start in 1642.
Hoofdstuk 1: De wereld voor 1642
Op kaarten en globes die rond 1600 gemaakt werden, is Australi?? niet te vinden. In de middeleeuwen was men bekend met drie werelddelen: Europa, Noord-Afrika en Azi??. Rondom deze gebieden was er een ‘wereldzee’. Idee??n over de wereld werden in de vijftiende eeuw deels gebaseerd op waarheidsgetrouwe reisverslagen, maar mythes en legenden over onbekende landen speelden een grote rol. Columbus dacht in 1492 de oostkust van Oost-Azi?? te hebben ontdekt, maar tientallen jaren later bleek dat hij een geheel nieuw continent had ontdekt. Ook bleek er nog een oceaan te zijn die Azi?? van Amerika moest scheiden. Deze ontdekking was een schok voor de Europeanen. In de Bijbel stond niks over het bestaan van dit continent. Men begon zich af te vragen of er meer was wat ze niet kenden. In het tweede deel van de zestiende eeuw ontstond het idee dat er een ‘Zuidland’ was dat nog niet op de kaart stond. Dit idee was ontstaan naar aanleiding van interesse in de constateringen van de Grieken en Romeinen. Zij hadden een zekere balans vastgesteld op aarde en namen daarom aan dat er een gelijke verdeling van land en zee zou moeten zijn. Het bekende landoppervlak in het Noorden zou in balans moeten zijn met het Zuiden van de wereld. Men verwachtte om deze reden het bestaan van een enorm onbekend continent, het ‘Zuidland’ genaamd.
De eerste ontdekkingsreizen naar het Zuidland werden ondernomen door de Spanjaarden. In 1567 ondernam Alvarode Meda??a vanuit Peru een expeditie naar Nieuw Guinea. Ten Oosten van Nieuw Guinea trof hij een eilandengroep aan. Hij noemde ze de Salomons eilanden, naar de rijke Bijbelse koning Salomon die zijn schepen ooit naar het goudrijke land Ophir had gestuurd. Hij koos deze naam uit omdat hij geloofde dat Nieuw Guinea – het noordelijkste bekende deel van het Zuidland – het begin was van een veelbelovend en rijk continent. Hij voer terug om dertig jaar later de eilanden te koloniseren. Dit keer kon hij ze helaas niet meer terugvinden en kwam na een moeizame tocht terecht in de Filipijnen. Menda??a was gedreven om zijn ontdekte land te koloniseren en wilde een nieuwe expeditie opstarten. Om hiervoor ‘sponsors’ in te zamelen schreef hij een aantal verslagen over zijn reis. Zijn verslagen spraken tot de verbeelding en maakten een soort reclame voor de eilanden. Er zou een overvloed aan goud, zilver en specerijen zijn. Deze (mogelijk fictieve) verhalen vielen erg in de smaak en zijn in vele talen vertaald in de zeventiende eeuw. Echter zorgden ze niet voor genoeg sponsors. Spanje had geen geld meer om onzekere expedities te financieren.
In 1606 zette VOC-schipper Willem Jansz als eerste Europeaan voet op Australische bodem.