En onmiddellijk daarna: “Waarom zou ik niet voor Carlos vallen? Dacht je nu echt dat ik naar hier gekomen ben om een zwarte man te zoeken? Het was toeval. Een sterke, zwarte man zoals Carlos? Zijn bovenlijf, die rug, die ruggenwervel die zo diep naar binnen ligt en die rugspieren. Peter daar kan een vrouw niet omheen. Die brede schouders en die ronde sterke kont. Ik wist al vanaf onze eerste ontmoeting dat ik met hem in de koffer zou duiken. Carlos en ik zijn een match. De chemie is onmiskenbaar aanwezig. Het is gewoon heerlijk om mijn lichaam aan hem toe te vertrouwen. Zodra ik bij hem ben kan ik mij niet controleren kan ik mijzelf niet in bedwang houden. Ik ben een reiziger, een verkenner, een avonturier en een idealist. Ruim drie jaar geleden landde ik voor het eerst in Afrika. Het was pure spanning en sensatie. Ik kan niet terug naar Duitsland net zoals jij niet meer terug kan naar België. Geen enkele Duitse blonde kerel is in staat om dat macho-gezicht, die sprankelende ogen, die uitdagende, stoere zelfverzekerde blik van Carlos te benaderen.”
“Je bent echt verliefd op Carlos.”
“Ik weet niet of het iets met liefde te maken heeft. Onze lichamen horen samen. Onze lichamen willen gewoon met elkaar versmelten. Wij willen beiden onze lichamen het hoogst mogelijke genot bezorgen.”
“Maar waarom telkens in de tuin?”
“Vind je het dan niet prettig om toe te kijken hoe twee mensen van verschillende culturen elkaar opwindend vinden en dat willen tonen aan de buitenwereld en dat terwijl jouw prachtige oranje-gele-blauwe paradijsvogelbloemen naar de maan reiken.”
“De Strelitzia reginae,” voegde Peter eraan toe.
“De Strelitzia reginae,” herhaalde Marion. “De paradijsvogelbloemen die net zoals de regenboog een kleurrijk pad proberen te creëren naar een andere wereld of gewoonweg de andere wereld. Of geef je de voorkeur aan de oorlogsgruwel en de apocalyptische toestanden die buiten deze krater elke dag plaatsvinden. Dit onbekende land, het mysterieuze, het anders zijn, dat goddelijke lichaam. Het is pure romantiek. Het is spannend. Het is opwindend. Zelfs de wedergeboorte waarover jij het had. Weet je nog toen ik je vroeg waarom je wilde hier blijven en toen je het had over dat gebied ten zuiden van het meer, een soort nieuwe Hof van Eden, en het Nguzu-massief dat zorgde dat De Vallei voldoende water kreeg om leven te scheppen. Het is uitdagend.”
“Semo is jouw zwarte tijger in bed.”
“Merk jij de huidskleur van Enna als je met haar vrijt.”
“Nee.”
“En waarom niet?”
“Het doet er eigenlijk niet toe.”
“Je ziet het niet omdat je van haar houdt. Wel?”
“Wel wat?”
“Jij en Enna. Ik wil jullie zien vrijen.”
Ook Semo zou een dag later hierop aandringen.
“Op voorwaarde dat ik Marion in haar blootje mag tekenen,” reageerde Enna doodnuchter.
“Maar je kunt helemaal niet tekenen Enna.”
“Wel als je mij leert hoe het moet Peter.”
Ondanks de rust die Peter vond bij Enna werden zijn nachten nu vaak verstoord door nachtmerries doorspekt met wilde bloeddorstige scenes. Soms serveerde men hem een schotel bloedende varkensoren. In datzelfde restaurant waren Nhacalirenen en Portugezen bezig elkaars hersenen uit te rammen met hamers en schroevendraaiers die hij onlangs had besteld voor het project. De poten van de tafels en de stoelen waren omwikkeld met prikkeldraad die moesten verhinderen dat Peter zijn benen zou schuren tegen het meubilair om de insecten te verwijderen die zich langzaam een weg baanden in zijn kuiten. Hij droomde van een potje strippoker met Enna, Marion en Semo waarbij de grootte van zijn geslachtsdeel de confrontatie aan moest met de olifantenlul van Semo. Hij droomde hoe hij met zijn truck mensen in Zakaro van de weg reed en hoe hij een vrachtwagen, met vloeibaar cement, ledigde in de tuin van Fernanda en Antonio. Het ergste was de nachtmerrie waarbij hij ronddwaalde in het huis van zijn ouders en waar al het meubilair tot leven kwam en hem vervolgens probeerde te grijpen.
Een koude oorlog brak los tussen Jose en Antonio. De reden hiervoor was zeer onduidelijk. Enna en Peter werden uitgenodigd voor een etentje bij Antonio en Fernanda. Fernanda zei aan tafel dat Antonio compleet gek was. Antonio reageerde door te zeggen dat hij zonder vrouwen door het leven kon. “Ik en Antonio gingen samen naar Planalto om samen iets te kopen. Er liepen een paar geiten rond. Antonio pakte een geit en bood ze mij aan. Ik weigerde natuurlijk. Toen liet hij dat beest los en vroeg mij of ik wel wist wat ik wilde. Daarna liep hij te voet naar huis. Hij liet de auto gewoon staan. Hieraan merk je toch duidelijk dat Antonio gek wordt.”
“Jij vertelt alleen maar onzin,” ging Antonio verder. ”Vierentwintig uur per dag onzin, zeven dagen aan een stuk. Het is toch normaal dat iemand gek wordt als hij elke dag naar dezelfde zever moet luisteren.”