Één van de belangrijkste en meest interessante delen van het uiterlijk is waar en hoe het is ontstaan. We willen dit zo goed mogelijk per tijdsperiode laten zien zodat u als lezer een goed beeld krijgt van het uiterlijk door de jaren heen. We hebben gewerkt met bronnen van het internet, en hierbij hebben we de belangrijkste en opvallendste kenmerken opgeschreven.
§1: Prehistorie (onbekend-3000 voor Christus)
Er zijn geen geschreven bronnen uit de prehistorie, want dit was de tijd voor het schrift. Uit deze periode zijn er venus beeldjes gevonden. Dat waren beeldjes die stonden voor de vruchtbaarheidsgodin. Er zijn verschillende varianten van het beeldje, maar ze hebben allemaal brede heupen, een flink achterwerk, en een grote boezem. Dit werd wellicht als ideaal gezien voor de vrouw in die tijd.
Neanderthalers gebruikten als de eerste een geel pigment als een vorm van foundation. Egyptenaren gebruikten al poeders, oogpotloden en huidcrèmes van natuurlijke bronnen. De Egyptische vrouwen droegen donkergroene make-up rond de ogen voor een mooier uiterlijk, maar dit diende ook om de duivels op afstand te houden en hen te beschermen tegen oogziektes.
§2: Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) :
Het uiterlijk in die tijd speelde een grote rol voor het aanzien van de mens.
Grieken : Beelden werden atomisch correct weergegeven en dit gaf een ideaalbeeld voor man en vrouw. Voor de vrouw was het ideaalbeeld jeugdig en met rondingen. De vrouw had ronde en brede heupen, dat stond voor het moederschap, een slanke taille en hoge kegelvormige borsten.
Bij de Romeinen hadden de vrouwen als taak om kinderen te baren. Naast het moederschap droegen de vrouwen (veel) make-up, om er bleek uit te zien en gebruikten kleurstof voor hun rode lippen.
Griekse vrouwen zagen er bleek uit, hun ogen waren zwart omrand en op hun wangen droegen zij rouge. De vrouw zonder make-up was een onrealistisch beeld in deze tijd. Bij elke vrouw hóórde make-up.
Romeinen gebruikten blauwe verf om de aders te benadrukken, dit zorgden ervoor dat hun huid bleek zag en het verwees naar “het blauwe bloed” van de adel en koninklijken.
§3: Middeleeuwen (500-1500) : Vrouwen en mannen wilden de aparte lichaamsdelen accentueren. Het ideaal beeld voor de vrouw bestond uit kleine borsten die hoger zaten dan wij tegenwoordig kennen, smalle hangende schouders, brede heupen en een flink achterwerk. De vrouwen hadden een bolle buik alsof ze voortdurend zwanger waren. De dames wilden nog steeds bleek zijn en hadden met voorkeur blond haar.
§4: Renaissance (1350-1600) : Het ideaalbeeld bleef een beetje hetzelfde in de zin van een bleke huid met blond haar. Als ze dit niet van nature beschikten, waren er middeltjes en smeersels om dit toch te krijgen. Hiervoor werden mysterieuze middelen gebruikt. De middelen waren niet goed waren voor de gezondheid, maar voor het perfecte uiterlijk hadden ze dit wel over. De hoge borsten bleven nog wel bestaan in het ideaalbeeld. Wel veranderde de taille van de bolle buik naar een smalle elegante taille. Een groot voorhoofd werd ook als mooi gezien, als je dit niet van nature had dan kon je dit zelf zo epileren.
§5: Barok en Rococo (1600-1760) :
Dit is de tijd dat Rubens zijn volle/dikke vrouwen schilderde. Dik stond voor welvaart van mensen. De proporties van het lichaam veranderde ook, borsten hadden een kleinere omvang dan in het verleden. Bleek zijn was nog steeds de trend.
Later tijdens de Rococo veranderde het beeld weer. De taille werd ingesnoerd door korsetten om deze smaller te maken dan hun eigen taille al was. Dit bracht hen ademhalingsklachten in veel gevallen, zelfs dit was over voor een “perfect” uiterlijk.
In deze tijd gebruikten ze belladonna, ook wel wolfskers, dat is een plantje waarvan de vrouwen het sap gebruikten om in hun ogen te druppelen en de pupil te vergroten en het oog meer te laten glinsteren.
§6: Begin negentiende eeuw (1800-1820) : Vrouwen werkten nog steeds met korsetten, wat zorgden voor een hoge taille en borsten die goed opvielen. Het achterwerk kreeg een kleinere rol in het uiterlijk.
§7: Romantiek (1820-1850) : In deze tijd verplaatste de taille zich weer naar zijn natuurlijke positie, waar de taille zich hedendaags positioneert.
Aan het einde van de negentiende eeuw werd zowel het achterwerk als de borsten weer geaccentueerd. Dit vormde de geliefde S-lijn.
§8: Roaring twenties tot het heden (1920-heden) : Begin 20e eeuw zetten de vrouwen zich af van de maatschappij en van de schoonheidsidealen uit het verleden. De vrouw kreeg een jongensachtig uiterlijk, door hun haar kort te knippen en sommige vrouwen bonden hun borsten in voor een slank uiterlijk.
In de jaren 1950 was Marilyn Monroe een nieuw en ander soort stijlicoon. Ze was voller dan vrouwen uit het verleden en zij was vrouwelijk.
Maar in de jaren 1960 kwam al snel een nieuw beeld van weer een slanke vrouw, zoals Twiggy. Het schoonheidsideaal werd slank, wat stond voor het vermogen en doorzettingsvermogen van de vrouw.
In de jaren 1970-1980 tot het heden is het ideaalbeeld slank en sportief.
Vanaf de jaren 1920 zie je dus dat de vrouw eigenlijk slank “moet” of “hoort” te zijn.
Aan het begin van de 20e eeuw gingen ze weer echt kleur gebruiken. Nieuwe producten werden geïntroduceerd, zoals mascara en lippenstift. Deze cosmetica zijn hedendaags nog steeds heel belangrijk voor het uiterlijk en worden vaak gebruikt.
Conclusie : Waar komt het ideaalbeeld van tegenwoordig vandaan?
Het is voor ons duidelijk dat in de jaren 1920 het schoonheidsideaal van nu is vastgesteld. In de jaren 1920 hoefden vrouwen niet meer alleen maar elegant en opgedoft te zijn, maar werd het normaal dat vrouwen ook kort haar hadden en zij hoefden niet aan één “perfect” plaatje te voldoen. Ook werd er rond die tijd het vastgesteld dat de vrouw dun moest zijn. En het werd langzamerhand ook erg mooi om te laten zien hoe bruin je was geworden van de zon, wat daarvoor juist helemaal niet werd geaccepteerd, want in de geschiedenis daarvoor gaf je witte huidskleur juist een teken van welvaart. In de Prehistorie ontwikkelde zich het beeld van een aanwezige boezem, wat een lange tijd stand heeft gehouden maar in de tijd van de Barok kwam een keerpunt, want ze hadden hier een aanzienlijk kleinere omvang. Maar nu wordt het beeld van een volle boezem weer gewaardeerd.
In de geschiedenis heeft het vrouwelijke lichaam veel vormen en rondingen gehad, maar in de huidige tijd zouden we kunnen zeggen dat het ideaalbeeld vooral is gevormd vanaf de jaren 1920. In de huidige maatschappij wordt het ideaalbeeld ons opgelegd, maar veel vrouwen zijn daar niet afhankelijk van. Er is een grote groep die zich niet te veel aantrekt van het maatschappelijk ideaalbeeld.