De belangrijkste doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) is niet om de economische groei te sturen, wel om de inflatie in de eurozone onder controle te houden. De ECB streeft naar een inflatie van ‘minder dan, maar dicht bij 2 procent’. Om dat te bereiken beïnvloedt de ECB vooral de prijs van geld door haar monetaire beleid bij te sturen.
‘Het boekske is een uitermate belangrijk product’, benadrukte Jadot. Het heeft welzijn en welvaart gebracht in dit land. Het is fundamenteel voor de stabiliteit van het land en de economie. Maar er is ook een prijselement. We moeten onze marge tussen deposito’s en kredieten kunnen behouden. Banken moeten rendabel zijn. Een stuk van het geld op de boekjes wordt herplaatst bij de Europese Centrale Bank tegen een negatieve rente. Daar komen de bankentaksen bij.’
Ook Belfius-hoofdeconoom Geert Gielens ziet de spaarrente voor Retail klanten niet onder nul zakken. ‘De resultaten van het onderzoek tonen hoe gevoelig de materie is. Het druist in tegen ons gevoel geld bij de bank te plaatsen en minder terug te krijgen. Maar wat de banken ook doen, ze verliezen altijd: is het niet op geld dat ze wegzetten tegen een negatieve rente, dan omdat ze riskeren dat klanten hun spaargeld weghalen.’
Voorlopig gaat het uitsluitend om vermogensbanken, kleine spelers op de Belgische markt. Of ook de grootbanken zullen volgen, is zeer moeilijk te voorspellen. Als er één grote bank het doet, zullen de anderen allicht snel volgen. Het probleem is: de banken hebben ons spaargeld niet nodig. Ze kunnen goedkoper geld lenen bij de Europese Centrale Bank. Waarom zouden ze u geld geven voor iets dat ze elders goedkoper kunnen krijgen?
Dat wettelijke minimum is dan ook onhoudbaar, zegt econoom Pascal Paepen. De banken hebben geld te veel, ze weten niet wat ermee doen. Het parkeren bij de ECB kost hen zelfs handenvol geld. Die 0,11 procent minimumrente kan niet blijven bestaan. Met de huidige wettelijke beperking verliest een bank 0,41 procent op ons spaargeld. Het is dan ook maar een kwestie van tijd voor we naar een negatieve rente gaan. Een bank moet winst maken en niemand zou graag klant zijn bij een bank die met verlies draait.
Die rente zal dan zelfs serieus onder nul kunnen zakken volgens de econoom. Als een bank te veel geld heeft, kan het twee dingen doen. Ofwel gaan speculeren en iedereen die langskomt zomaar een lening geven, maar dat is gevaarlijk, ofwel het aantal spaargeld dat binnenkomt wat gaan afremmen. Dat doen ze door het minder interessant te maken om te sparen, door de rente te verlagen.
Interpretatie
Schaarse goederen zijn duur, maar dit klopt niet: ze moeten schaars en gegeerd zijn. Daar staat tegenover dat wat er in overvloed is en niemand wil, goedkoop is. En dat is vandaag het geval met geld, net zoals met petroleum. Om de sputterende economie nieuw leven in te blazen, gooit de Europese Centrale Bank sinds maart met geld naar de bankiers hun hoofd, letterlijk voor niets (nultarief). Of anders gezegd: als jouwbankier het geld dat jij hem toevertrouwt amper of niet laat renderen, dan is dat niet omdat hij jouw geld niet waardeert, maar omdat hij het niet nodig heeft.
Punt twee: wat doet een bankier met geld waarmee hij geen krediet kan verlenen? Simpel: hij belegt het vooral in staatsleningen. Maar Belgische staatsobligaties op 10 jaar brengen amper 0.5 procent op. Als je rekening houdt met wat een spaarboekje de bank kost, begrijp je dat moeilijk is om veel te geven voor iets wat de bank nauwelijks kan hergebruiken. Bovendien verbiedt de Europese wetgeving banken om dat geld op zeer lange termijn te investeren, wat meer zou opbrengen.
De bittere realiteit voelen de Belgische spaarders individueel . de voorbije jaren daalde het inkomen uit vermogen. De intrestinkomsten daalden in 2013 met 14 procent, in 2014 met 39 procent en vorig jaar met 21 procent. Intresten leverden in 2015 nog een 2.5 miljard euro op, en dat zal er niet op beteren. De inkomens uit vermogen daalden van 32.6 miljard euro in 2011 tot 28.4 miljard in 2015. Het expansieve beleid van de ECB is een weinige democratische, maar wel hoge belasting op vermogensinkomsten, die te weinig aangestipt wordt als de regering op zoek gaat naar geld. De vermogende wordt dus allesbehalve ontzien in de strijd tegen de crisis.
Het beleid van de ECB zorgt dus voor serieuze koopkrachtverschuivingen tussen de schuldeisers en schuldenaars. Dat komt eigenlijk neer op een taxshift, en dus doet de ECB ongewild aan politiek. Het mag dan niet verbazen dat de politici steeds bitser en luider reageren op het ECB-beleid, vooral in spaarlanden als België, Nederland en Duitsland. Voor een vergrijzend land als Duitsland is het echter logisch om een spaarpot voor de oude dag op te bouwen. En de vruchten van het harde werken van de voorbije jaren schenk je niet zomaar weg aan het buitenland. Volgens de berekeningen van de Duitse verzekeraar Allianz zijn de intresten uit spaargelden de voorbije 10 jaar met 70 procent gedaald in Duitsland. Tussen 2010 en 2015 kostte de rentedaling 367 euro per Duitser. De winnaars zijn te vinden in Portugal, Griekenland en Italië, want zij winnen tot 1200 per hoofd dankzij de gedaalde rentevoeten.
Betekenis rentedaling?
o Lagere wisselkoers: Door de rente te verlagen wordt het voor vermogende beleggingsfondsen minder aantrekkelijk euro’s aan te houden. Die kunnen geneigd zijn een deel van hun reserves in euro’s om te zetten naar reserves in een andere valuta. Dit kan bijvoorbeeld de wisselkoers tussen de euro en de dollar omlaag brengen. Direct na het rentebesluit zagen we de wisselkoers dalen van $1,361 naar $1,357. Een zwakkere euro is gunstig voor onze exportpositie, maar tegelijkertijd worden onze importen uit landen buiten de eurozone duurder.
o Hogere aandelenkoersen: Een lage rente maakt het minder aantrekkelijk om cash aan te houden. Tegelijkertijd wordt het voor bedrijven nog goedkoper om geld te lenen, wat zich in de marge vertaalt naar een betere winstmarge. Als gevolg hiervan stijgt de waardering van aandelen meestal na een daling van de rente. Dit effect is doorgaans niet meteen na de rentedaling zichtbaar, maar zal pas na enige tijd doorwerken in aandelenkoersen.
o Lagere spaarrente: De verlaging van de rente door de ECB betekent dat banken goedkoper aan geld kunnen komen en dus minder vergoeding zullen geven op geld dat spaarders naar de bank brengen. Op de middellange termijn vertaalt een lager rentetarief van de centrale bank zich in een verlaging van de spaarrente. Het is een kwestie van tijd voordat de bank u hierover zal informeren.
o Lagere hypotheekrente: In een goed functionerend bankensysteem met voldoende concurrentie zorgt een renteverlaging van de centrale bank voor een lagere hypotheekrente. Banken kunnen immers goedkoper geld lenen en zullen dat voordeel op termijn doorberekenen aan de klant. Sinds het begin van de crisis is de hypotheekrente aanzienlijk gedaald, wat voornamelijk te danken is aan de renteverlaging van de centrale bank. Dit betekent lagere maandlasten voor iedereen met een hypotheek.
o Stijging goudprijs: Een lagere rente op cash maakt het aantrekkelijker om goud aan te houden. Goud levert geen cashflow op, maar als de rente op banktegoeden ook afneemt worden de ‘opportunity costs‘ om goud aan te houden steeds lager. Het mislopen van 1 procent rente is natuurlijk minder vervelend dan het mislopen van 5 procent rente, zeker als u over veel spaargeld beschikt. Kort na het rentebesluit van de ECB liet de goudprijs een stijging zien. Omgekeerd geldt dat een stijgende rente de goudprijs zwaar onder druk kan zetten, zie bijvoorbeeld de periode van 1980 tot en met 1985, toen de Federal Reserve de rente aanzienlijk verhoogde om het vertrouwen van de markt in de dollar terug te winnen.
Banken die geld willen plaatsen bij de ECB moeten dus meer betalen. Maar welke gevolgen hebben die veranderingen nu voor de spaarders?
De verlaging van de basisrente en de depositorente zullen ervoor zorgen dat banken sneller kredieten zullen verstrekken aan particulieren en ondernemingen. Omdat de banken nu nog meer moeten betalen om geld bij de ECB te stallen, zullen ook de spaarders dat voelen.
Daarnaast stelt de ECB ook nog nieuwe vierjarige leningen beschikbaar, waarmee banken gratis geld kunnen ophalen om hun kredietverlening op te voeren.
Reden?
Met de maatregelen heeft de Europese Centrale Bank simpel uitgedrukt één bedoeling: het geld moet rollen.
De ECB wil namelijk dat de inflatie stijgt; ons geld wordt dan minder waard omdat de prijzen omhoog gaan. Door een bepaald niveau van inflatie te bereiken, gaan mensen hun geld uitgeven, waardoor de economie aantrekt. De ECB mikt op een inflatie van zowat twee procent, maar die doelstelling wordt, ondanks eerdere drastische renteverlagingen van de ECB, al drie jaar niet gehaald.
Gevolgen
De renteverlaging kan voordelig uitpakken voor landen met schulden. Die komen er beter vanaf, maar de tweedeling met landen die geen schulden hebben wordt groter. Ook pensioenfondsen zijn slechter af: Die problemen worden alleen maar groter.
Voordeel : woningleningen
De lage rente krijgt almaar sterker de markt van de woningleningen in haar greep. De coöperatieve bank Crelan biedt een aantal klanten een tarief aan van 0,96 procent voor een hypothecair krediet op tien jaar met een vaste rentevoet. Het is voor zover bekend de eerste keer dat de woningrente onder de psychologische grens van 1 procent zakt.
De rentenier is de dupe in het verhaal, maar er zijn ook voordelen. “Voor wie een lening moet aangaan, is deze situatie natuurlijk wel plezant. Dit verwijst naar Crelan, de bank die vorige week nog onder de 1 procent dook voor een woonlening.
Betaald worden om geld te lenen voor je woning. Het lijkt te mooi om waar te zijn, maar voor sommige klanten van BNP Paribas en ING is het geen droom, maar de realiteit. De rente op hun woonlening is immers onder de nul gezakt en dus krijgen ze geld van de bank.
Wie voor 2012 een hypothecaire lening met variabele rente heeft afgesloten bij BNP Paribas Fortis of ING heeft heel veel geluk. Door een daling van de rente is ook de rentevoet van hun woonlening onder nul gezakt. Met andere woorden: de banken moeten hun klanten betalen in plaats van rente te incasseren.
Bij een lening met vaste rentevoet betaal je een vast tarief gedurende de looptijd van je lening. Maar bij een variabele rentevoet kan het rentetarief elk moment veranderen, afhankelijk van de omstandigheden op kapitaalmarkten. De rente staat nu zo laag, dat voor sommige klanten de rentevoet onder de nul is gezakt.
De Europese centrale bank verlaagde haar depositorente immers onder nul en koopt zelf ook massaal obligaties om de marktrente omlaag te duwen.
Maar ontleners moeten waakzaam zijn. De consument moet op zijn rechten staan want enkele banken zouden de negatieve rentes moeten toepassen, maar doen dat niet. De wetgeving is immers niet helemaal duidelijk en het hangt af van welk contract je hebt getekend met de bank. Als dat contract geen negatieve rente toelaat, dan mag je het sowieso vergeten om geld te verdienen aan je lening.
Wie nu nog een woonlening afsluit en hoopt daar geld mee te verdienen, is eraan voor de moeite. De banken hebben intussen de contracten zo aangepast dat negatieve rentevoeten uitgesloten zijn.
De inflatie moet omhoog
De ECB heeft als doel om de inflatie in Europa dichtbij, maar net onder de 2 procent te krijgen. Dat is goed voor de economische dynamiek. De inflatie is nu veel te laag, de geldontwaarding staat al lange tijd rond de 0 procent. De komende maanden zakt de inflatie zelfs onder de 0 procent, dat komt ondermeer door de lage olieprijs. Ook de economie in Eurozone draait slechter dan eerder verwacht.
De huidige lage inflatie is vooral lastig voor bedrijven en consumenten met schulden. Zij zijn juist gebaat bij een lichte inflatie, hun schulden worden dan namelijk minder waard. Door de markt met goedkoop geld te overspoelen hoopt de ECB de vraag naar producten en diensten te stimuleren. Dat moet uiteindelijk ook het prijsniveau opjagen. Ook wordt de euro minder waard ten opzichte van andere valuta’s. Importproducten worden duurder, wat ook een verhogend effect heeft op de inflatie.
Totaal
De Belgische spaarder dreigt dit jaar 2,4 miljard euro te verliezen op spaarboekje. Dat is 200 euro per Belg.