Nu je een Frans boek gelezen heb, ga je een boekverslag maken over dit boek. Volg hierbij onderstaande indeling. Beantwoord de vragen in het Nederlands.
Titel (eventueel met ondertitel): Stupeur et Tremblements
Auteur: Amélie Nothomb
Jaar eerste uitgave (indien van toepassing): 1999
Aantal bladzijden: 130
Genre: ??
Thema’s (Waarover gaat dit boek en wat is het verband tussen de titel en het thema/de thema’s)
Het thema is Japan.
Karakters. Kies de – volgens jou – drie belangrijkste personages, noteer hun naam, uiterlijk en (indien van toepassing) beroep. Beschrijf kort waarom je deze personages gekozen hebt. Geef aan of ze een karakterontwikkeling doormaken. Geef ook aan wat de onderlinge relaties zijn, indien van toepassing).
Amelie. Blond haar, blank. Doet klusjes op het kantoor van Yumitomo. Gekozen omdat ze de hoofdpersoon is. Tijdens het verloop van het boek wordt ze langzaam gek en schaamteloos.
Fubuki Mori is de directe baas van Amelie. Ze heeft naar Japanse standaarden een bijna perfect uiterlijk. Fubuki krijgt ruzie met Amelie omdat Amelie naar een positie solliciteerde die ze niet verdiende. Ik heb haar gekozen omdat ze een van de belangrijkste personen is.
Omochi is de vicepresident van Yumimoto. Hij is heel erg dik.
Bijpersoon (Beschrijf een minder belangrijk personage naar eigen keuze en vertel waarom je die gekozen hebt.)
Haneda is de president van Yumimoto.
Chronologie (Wanneer speelt het verhaal en in welke volgorde. Is er sprake van flashbacks / vooruitwijzingen? Hoe lang duurt het verhaal en waaraan merk je dat?)
Het verhaal wordt chronologisch verteld. Het duurt ongeveer vier jaar, want Amelie werkte een contract voor e
Setting (Waar speelt het verhaal zich af en welke locaties zijn belangrijk?)
Het hele verhaal speelt zich af in het kantoorgebouw van Yumimoto.
Citaten (Geef 3 citaten uit de tekst, kopieer die en geef duidelijk aan waarom je die gekozen hebt)
Citeer de begin- en eind zin van het boek (Geef ook aan welk effect die twee citaten
op jou als lezer hebben gehad)
Eerste zin:
Monsieur Haneda était le supérieur de monsieur Omochi, qui était le supérieur de monsieur Saito, qui était le supérieur de mademoiselle Mori qui était ma supérieure.
Deze zijn deed me nadenken over hoe het bedrijf in elkaar zit.
Laatste zin:
Ce mot avait de quoi me faire plaisir. Mais il comportait un détail qui me ravit au plus haut point : il était écrit en japonais.
Leestijd (Hoe lang heb je over het boek gedaan?)
We hebben het boek klassikaal gelezen, dus even lang als de rest van de klas.
Grote lijnen van het verhaal. Kun je nu in grote lijnen aangeven waarover het verhaal gaat? Tip: Noteer per hoofdstuk, in steekwoorden, de belangrijkste gebeurtenissen en de betrokken verhaalfiguren. Zet de samenvatting bij voorkeur in de tegenwoordige tijd en in chronologische volgorde.
Amelie meldt zich aan voor een contract bij de firma Yumimoto, in Japan. Ze krijgt echter alleen maar klusjes, zoals koffie en thee halen voor de andere medewerkers. Amelie begint zich te vervelen, daarom besluit ze de post te bezorgen. Na een paar dagen mag ze dit niet meer doen omdat dat al iemand anders werk was.
Saito, een van amelies bazen, laat haar een document van vele pagina’s kopiëren. Telkens als ze klaar is keurt Saito haar werk af en moet ze weer opnieuw beginnen.
Later moest Amelie de toiletten schoonmaken. De mannen voelden zich echter ongemakkelijk als zij de toiletten aan het schoonmaken is terwijl zij moeten.
Uiteindelijk ging het jaar voorbij en Amelies contract dus ook.
Taalgebruik. Geef aan wat je van het taalgebruik vindt. Is het formeel of wordt er veel gebruikgemaakt van spreektaal? Wat is de invloed van het taalgebruik op het leesgemak?
Het taalgebruik van het boek was vooral formeel. Dat maakt het iets makkelijker om te lezen.
Eigen mening: Let op de volgende punten:
1. Sfeer en spanning: geef voorbeelden
2. Realiteit/geloofwaardigheid: hoe belangrijk is dat voor jou?
3. Personages die je aantrekken of afstoten; identificatie
4. Welke passage(s) vond je aangrijpend, ontroerend of veelzeggend?
5. Welke passage(s) waren voor jou saai, zinloos, vergezocht of overbodig?
6. De manier van vertellen (beschrijvingen, dialogen, opbouw)
7. Begin en einde: wat bedoelt de auteur daarmee? Welk effect op jou als lezer?
8. Aan/afraden aan iemand anders, geef argumenten
9. Eventuele vergelijking met een ander gelezen boek, een songtekst, een gedicht, etc. (ook in een andere taal; gedichten en songteksten e.d. toevoegen)
10. Eigen inbreng…
Ik vond het best wel vreemd, en niet echt leuk om te lezen. Het boek was nooit echt spannend. Het boek was nogal overdreven, maar zou wel gebaseerd kunnen zijn op een echt gebeurd verhaal.
Persoonlijke woordenlijst
1. colère = boosheid
2. collègues = collega’s
3. Commodités = voorzieningen
4. compagnie = bedrijf
5. conviennent = het eens zijn
6. croyez = geloven
7. Défaite = nederlaag
8. Dieu = god
9. donner = geven
10. face à = met uitzicht op
11. Grossièreté = ruwheid
12. Honte = schande
13. impassible = onverstoorbaar
14. indigné = verontwaardigd
15. jouissance = genot
16. Lambeaux = flarden
17. Laque = lak
18. Même = als
19. Nouer = binden
20. obscures = obscuur
21. photocopieuse = fotokopieën
22. Pretender = doen alsof
23. prochain = volgende
24. puisque = aangezien
25. quelques jours plus tard = een paar dagen later
26. répugner = verafschuwen
27. s’étendre = zich uitstrekken
28. signifier = betekenen
29. soumise = ingediend
30. Tablier = schort
31. tremblements = rillingen
2016-1-22-1453464385