In deze samenvatting wordt inzicht gegeven in de idee??n en verwachtingen van weekbladredacteuren over de inzet van sociale media accounts van de weekbladen. Hierbij wordt inzicht gegeven in de belangrijkste aandachtspunten. De interviews hebben ‘?n op ‘?n plaatsgevonden en zijn opgenomen op voice recorder. Omdat er iets mis kan gaan met de techniek van het opnameapparaat zijn ze ook schriftelijk vastgelegd. Zo zijn ze altijd terug te lezen. Deze samenvatting geeft de belangrijkste punten weer uit de gesprekken. De interviews met de eindredacties zijn los van elkaar samengevat.
Wat zijn de idee??n en verwachtingen van dagblad en weekblad redacteuren van NDC mediagroep met betrekking tot de te ontwerpen social media richtlijnen?
Uit de interviews is naar voren gekomen dat alle weekbladredacteuren eensgezind zijn als het gaat over de inzet van social media. Er is een verschuiving van de papieren weekbladen naar online nieuws gaande waarbij de websites van de weekbladen steeds belangrijker worden. Hierbij zijn social media activiteiten ter ondersteuning van de websites van cruciaal belang. Op dit moment wordt social media echter niet tot minimaal ingezet. Iedereen is het er over eens dat er nog heel veel ruimte voor verbetering is als het gaat om het behalen van hogere commerci??le en journalistieke resultaten die met social media activiteiten te bereiken zijn. In de interviews met de weekbladredacteuren werd het duidelijk dat iedereen het belang ziet van een andere en meer optimale inzet van social media.
De belangrijkste en kritische aandachtspunten vanuit de interviews:
– De redactie moet meer nieuws opsporen vanuit social media
– De redactie moet actiever aanwezig zijn op social media
– De redactie moet op social media meer interactie en dialoog met de doelgroep hebben.
– De redactie heeft behoefte aan duidelijke social media richtlijnen, maar waar nog wel enige vrijheid is voor een persoonlijke invulling.
– De redactie heeft behoefte aan een duidelijk en compleet social media beleid waarin een duidelijke strategie, en doelstelling zijn opgenomen. Hier horen ook duidelijke afspraken bij met betrekking tot o.a. de taakverdeling.
– De redactie heeft behoefte aan duidelijke en goed lopende interne communicatie met betrekking tot het nieuwe social media beleid.
– De redactie heeft behoefte aan een digitale redactie met sociale media medewerkers die de social media activiteiten verzorgen.
Nieuwsgaring
Social media geeft toegang tot nieuwswaardige informatie. Men vindt dat er meer nieuws gegenereerd kan worden uit social media. ‘Je kunt door middel van social media allerlei idee??n opdoen voor nieuwe verhalen en ook op het spoor komen van interessante mensen die je kunt gebruiken voor een verhaal.’ De dagbladredacteuren zijn van mening dat elke redacteur met journalistieke ogen naar social media moeten kijken en er verplicht mee bezig zou moeten zijn. ‘Je bent eigenlijk altijd journalist dus zo kijk ik zelfs naar mijn priv?? social media accounts om er eventueel inspiratie uit op te doen.’ De redactie zou meer actief moeten zijn op social media om er nieuws er uit te kunnen halen. Ook moet de redactie relevante mensen volgen op social media om deze te kunnen gebruiken als nieuwsbron.
Onduidelijkheid
Uit alle interviews blijkt dat er momenteel veel onduidelijkheid op het gebied van sociale media heerst. Zo zijn strategie, doelstellingen, richtlijnen op dit moment onduidelijk. Er is een grote behoefte aan een social media beleid met goede afspraken. Ook is het niet geheel duidelijk wat de weekbladredactie allemaal aan social media activiteiten zou kunnen inzetten om een nog optimaler resultaat te krijgen. Alle mogelijkheidheden die het gebruik van social media biedt zijn nog niet allemaal bekend. Er is onduidelijkheid over hoe de redactie Facebook, Twitter en andere social media optimaler en professioneel kan inzetten.
Er is behoefte aan meer eenheid in het social media gebruik van de journalisten. De journalisten hebben aangegeven dat er tot nu toe helemaal geen afspraken zijn gemaakt: ‘Iedereen doet maar wat of doet helemaal niets.’ In alle interviews kwam de wens naar voren om wel duidelijke afspraken te maken en deze via goede interne communicatie met de redactie te communiceren. Er dient een social media beleid te komen waarin de strategie, doelstellingen en richtlijnen duidelijk zijn opgenomen.
Facebook
Uit de interviews blijkt dat Facebook anders ingezet wordt dan Twitter en ook andere functies heeft. Door middel van Facebook activiteiten is het mogelijk om de doelgroep meer te binden aan de weekbladen en bijbehorende websites. Dit komt vanwege het wat toegankelijkere karakter van Facebook waardoor de redactie makkelijker en op een meer informele wijze in contact kan komen met de doelgroep. Ook leent Facebook zich goed voor interactie en dialoog met de doelgroep. Dit kan door bijvoorbeeld een vraagstuk te plaatsen waar de doelgroep vervolgens op kan reageren. Facebook is geschikt voor de meer grappige, luchtigere nieuwsberichten en het 112 nieuws. Er komen ook wel foto’s of video’s bij de berichten en uit ervaring weten de redacteuren dat de doelgroep dit goed kan waarderen en hierdoor ook eerder doorklikken naar de websites. Daarnaast worden de kop en tekst iets aangepast en prikkelender gemaakt om lezers te laten doorklikken naar de websites waar het volledige bericht staat. Over het algemeen delen mensen op Facebook wat persoonlijkere zaken dan op Twitter. Daardoor kan de relatie tussen NDC mediagroep en de doelgroep ook persoonlijker overkomen op Facebook. Op Facebook kunnen er langere teksten geplaatst worden, websitelinkjes, foto’s en video’s, verwijzingen maken naar andere mensen en berichten binnen Facebook. Het is mogelijk om YouTube-video’s toe te voegen bij berichten. Men denkt dat je als redacteur hier je content op een aantrekkelijkere wijze kunt presenteren. Er is onduidelijkheid over hoeveel berichten er maximaal per dag op Facebook geplaatst dienen te worden.
Twitter
Iedereen heeft bij Twitter het idee dat het een meer zakelijke vorm van sociale media is. Dit heeft mede te maken met de beperking in de lengte van de te plaatsen berichten op Twitter. Hier kan men namelijk alleen berichten van maximaal 140 tekens op kwijt. Bij de digitale redactie van het dagblad van het noorden gebruiken de redacteuren het met name als nieuwsgaring. Verder wordt hier de Twitter account door een computerprogramma ingevuld die automatisch websiteberichten doorplaatst. Bij de weekbladen plaatsen de weinige redacteuren die persoonlijk in hun werk met Twitter bezig zijn de berichten handmatig. Dit doen ze binnen de beperkte beschikbare tijd ofwel dagelijks of af en toe onregelmatig. De kop en tekst worden dan iets aangepast en prikkelender gemaakt om lezers te laten doorklikken naar de websites waar het volledige bericht staat. Er worden verder niet of nauwelijks video’s op geplaatst. Alle redacteuren zijn het er over eens dat Twitter zich meer leent voor het zogeheten breaking news en het hardere, serieuzere nieuws. Net als bij Facebook is er ook bij Twitter onduidelijkheid over hoeveel berichten er maximaal per dag op Facebook geplaatst dienen te worden.
Google+ , Instagram Youtube en andere sociale media
Er heerst momenteel grote onduidelijkheid over Google+. ‘Google+ vind ik niet zo gebruiksvriendelijk en ik zie de toegevoegde waarde er niet van. Ik hoor echt niemand van nou ik heb nu eens iets leuks gelezen te hebben op Google+’. Ook over Instagram bestaat er ook nog veel onduidelijkheid. Op dit moment weet men niet of en waarom deze sociale media van toegevoegde waarde zou kunnen zijn. De digtale redactie gebruikt soms ook youtube video’s van het dagblad van het noorden youtube-kanaal om deze door te plaatsen op Facebook. Iedereen staat er open voor om andere sociale media te gebruiken als dit van toegevoegde waarde blijkt te zijn.
Verslag op locatie
Alle respondenten zijn het er over eens dat sociale media ook uitstekend gebruikt kunnen worden voor verslagevers die op locatie zijn. Deze kunnen dan actueel een foto, video of tekst via bijvoorbeeld hun mobiele telefoon actueel met de doelgroep delen via de sociale media accounts. Verslaggevers zouden deze sociale media activiteiten optimaler moeten gaan inzetten. ‘Sociale media op locatie zijn zeker van toegevoegde waarde, want dan ben je het meest actueel!’
Persoonlijke (des)interesse in social media
Een minderheid van de ondervraagde weekbladredacteuren is momenteel in hun priv?? leven actief bezig met social media. Dit zijn dan ook de redacteuren die vanuit hun persoonlijke interesse en enthousiasme op dit moment vrijwillig in hun werk als journalist met social media bezig zijn. Groep 1 en ‘?n redacteur van groep 2 van de ge??nterviewde weekbladjournalisten ziet zich volgens het model van Rogers op dit moment zowel priv?? als op de redactie zichzelf als early adopters. Hier horen Sikkom en de dagbladredacteuren ook bij.
Verder valt het op dat van de gesproken weekbladjournalisten, maar ‘?n journalist is die zowel Facebook als Twitter gebruikt. Het andere deel van de minderheid dat op dit moment met social media bezig is, gebruikt of alleen twitter of alleen facebook.
De rest van de ge??nterviewde journalisten van groep 2 en 3 gaf echter aan priv?? niets met social media te hebben. In hun werk als journalist doen ze er op dit moment ook niets mee. Ze willen er ook niets mee doen omdat ze er niets mee hebben. Deze groep weekbladjournalisten ziet zich volgens het model van Rogers op dit moment zowel priv?? als op de redactie zichzelf als laggards. Over het algemeen kwam er tijdens deze gesprekken naar voren dat de redacteuren nog niet echt een passende mentaliteit is om professioneel met sociale media bezig te zijn.
Gebrek aan tijd
Uit alle interviews blijkt dat de redacteuren het al druk genoeg hebben en dat er daarnaast geen tijd is om meer met social media bezig te zijn. Men geeft ook aan dat de tijdsdruk het bemoeilijkt om actief te zijn op sociale media. ‘Er moet in eerste instantie elke week weer een krant komen en daarnaast moeten er 12 berichten per dag op de website geplaatst worden. Er blijft daarnaast gewoon echt geen tijd over voor sociale media. Sommige collega’s hebben hier al geen tijd om vakantie op te nemen. Als je dan ook nog eens vraagt om tijd aan social media te besteden dan is dat niet re??el en kan dat gewoon niet.’ Uit de interviews kwam verder naar voren dat de minderheid aan redacteuren die momenteel in hun werk ook sociale media activiteiten uitvoeren hier maximaal 1 ?? 1,5 uur per dag mee bezig zijn. Dit is vooral uit eigen interesse en meer tijd om professioneler met sociale media bezig te zijn hebben ze niet.
Interne communicatie
Uit alle interviews blijkt dat iedereen van mening is dat er ook nog veel ruimte is voor verbetering ligt op het gebied van interne communicatie. ‘Er is geen interne communicatie. Men is nog aan het experimenteren over wat er mogelijk is. Er is over heel veel dingen geen interne communicatie, helemaal niet, geen stijlboeken, geen instructies, niets.’
Er is duidelijk behoefte aan meer informatie, meer samenwerking en inspraak met betrekking tot de totstandkoming van uiteindelijke werkzaamheden.
Over de interne communicatie die tot nu toe heeft plaatsgevonden over social media is iedereen eensgezind: ‘Ik ben alleen ooit ge??nformeerd over het feit dat er social media is, maar verder niet. (Het is mij totaal niet duidelijk wat NDC mediagroep ermee wil.)’
Tijdens de diepte interviews met de redacteuren kwam er herhaaldelijk naar voren dat men de interne communicatie als ronduit slecht ervaart. ‘De afdelingen in dit bedrijf zijn net eilandjes. Mensen lijken niet te begrijpen dat je elkaar moet helpen. Je moet elkaar versterken en niet iets als een verdrongen feit over de schutting flikkeren met de mededeling dat je dit maar gewoon moet doen. ‘ De redacteuren zijn van mening dat de werkzaamheden beter kunnen worden uitgevoerd wanneer NDC mediagroep duidelijk communiceert. ‘De expertise ligt toch vaak bij journalisten zelf want die hebben met mensen te maken. Als je daar iets meer naar luistert dan denk ik dat je veel betere plannen krijgt.’ Er is verder ook behoefte aan meer overleg en contact.’ ‘De algehele interne communicatie kan zeker verbeterd worden. Zeker als je met iets nieuws begint is het fijn om van te voren een beetje te weten wat de bedoeling is. Het mag allemaal wel wat coherenter.’