4.3 Isolatie gevels

Techniek en uitvoering

Inhoud

Inleiding 3

Hoofdstuk 4.3.1: Normen en diktes van isolatie 4

4.3.1.1 Algemeen 4

4.3.1.2 Normen 4

4.3.1.3 Diktes 4

Hoofdstuk 4.3.2: verschillende soorten isolatie met hun toepassingen 5

4.3.2.1 Algemeen 5

4.3.2.2 Vezelig isolatiemateriaal (Glaswol, Steenwol) 5

4.3.2.3 Korrelvormig isolatiemateriaal (Polystyreenschuim, perliet) 6

4.3.2.4 Polyurethaan schuim 7

Hoofdstuk 4.3.3: Voor- en nadelen bestaande woningvoorraad te isoleren 7

4.3.3.1 Algemeen 7

4.3.3.2 Voordelen 7

4.3.3.3 Nadelen 8

Hoofdstuk 4.3.4: methodes van isoleren buitengevel 8

4.3.4.1 Algemeen 8

4.3.4.2 Traditionele gemetselde buitengevel met spouw 9

4.3.4.3 Crepi of gevelbepleistering 9

4.3.4.4 Gevelisolatie met plaatmaterialen 10

4.3.4.5 Na-isoleren 11

Hoofdstuk 4.3.5: aandachtspunten bij het isoleren van gevels 11

4.3.5.1 Algemeen 11

4.3.5.2 Koudebruggen 11

4.3.5.3 Vocht in en buiten constructies 12

4.3.5.5 Geluidoverdracht 12

4.3.5.6 Na-isolatie 13

Literatuur: 14

Inleiding

Gezamenlijk dient een literatuurverslag opgesteld te worden met als thema woongebouwen met een betonnen hoofddraagconstructie. Dit verslag bestaat uit verschillende hoofdstukken, mijn onderdeel hierin is: “isolatie gevels”.

Ik ben werkzaam bij de Wassenaarsche Bouwstichting, dit is een woningbouwvereniging. Binnen de organisatie hebben wij te maken met het dagdagelijkse onderhoud, planmatig onderhoud en energetische projecten. Het komt zelden voor dat wij een nieuwbouwproject hebben. Om een kleine relatie met mijn werk- en leerberdrijf te creëren ligt, zoals vooraf besproken, de focus naast de casus, ook een kleine beetje op de bestaande woningvoorraad in Nederland.

Dit verslag geeft antwoord op vijf vooraf vastgestelde vragen. Om hierop antwoord te kunnen geven is diverse literatuur geraadpleegd, de bronnen hiervan staan vermeld in een separaat hoofdstuk. De vijf hoofdvragen zijn:

o Welke normen gelden momenteel voor warmteweerstand voor gevels, welke dikte krijgt men dan en hoe wordt dit bevestigd?

o Welke verschillende soorten met verschillende toepassingen isolatie zijn verkrijgbaar in Nederland?

o Veel woningen in Nederland scoren slecht op het energielabel. Wat zijn de voor- en nadelen van bestaande woning te isoleren?

o Welke methodes bestaan er om de buitengevel te isoleren?

o Aan welke aandachtspunten moet men denken bij het isoleren van gevels?

Hoofdstuk 4.3.1: Normen en diktes van isolatie

4.3.1.1 Algemeen

Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vraag: Welke normen gelden momenteel voor warmteweerstand voor gevels en welke dikte krijgt men dan?

4.3.1.2 Normen

Alle bouwwerken in Nederland dienen te voldoen aan Bouwbesluit. Het Bouwbesluit bevat voorschriften voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Het besluit bevat ook Europese voorschriften en toezeggingen aan de Tweede Kamer. Er wordt onderscheid gemaakt in nieuwbouw en bestaande bouw.

Volgens (Bouwbesluit online, 2012) onderdeel nieuwbouw met een woonfunctie, dient een gevel volgens artikel 5.3 lid 1 en 5 een thermische isolatie dient te hebben van 4,5 m2xK/W. Onderstaande figuur geeft de letterlijke omschrijving uit het Bouwbesluit online 2012.

Artikel 5.3. Thermische isolatie

Lid 1. Een verticale uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte, heeft een volgens NEN 1068 bepaalde warmteweerstand van ten minste de in tabel 5.1 gegeven waarde.

Lid 5. Een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte, en een ruimte die niet wordt verwarmd of die wordt verwarmd voor uitsluitend een ander doel dan het verblijven van personen, heeft een volgens NEN 1068 bepaalde warmteweerstand van ten minste de in tabel 5.1 gegeven waarde.

Figuur 1: Artikel 5.3 + tabel 5.1 Bouwbesluit 2012 nieuwbouw (Bouwbesluit-online, 2011)

4.3.1.3 Diktes

Voor de detaillering van een gebouw is de dikte van de gevelopbouw van groot belang. In hoofdstuk 2.2 is te zien dat een gevel een minimale thermische isolatie dient te hebben van 4,5 m2xK/W. Om hieraan te voldoen is een minimale isolatiedikte vereist. In onderstaande figuur zijn de isolatiediktes van verschillende soorten isolatiematerialen van hoofdstuk 1 weergegeven. Opvallend is dat gemiddeld gezien korrelvormige isolatie het beste scoort, gevolgd door vezelige isolatie en dat Polyurethaan verreweg het minste scoort. De isolatiediktes in onderstaande figuur verschillen van 84 mm t/m 170 mm.

Dikte (mm) Merk Type Soort

84 Kingspan Kooltherm K8 plus spouwplaat Polyurethaanschuim

95 Kingspan Kooltherm K8 spouwplaat Polyurethaanschuim

100 Unilininsulation UTHERM WALL Polyurethaanschuim

100 Recticelinsulation Eurowall 21 Vezelig isolatiemateriaal

102 Kingspan Therma TW50 Spouwplaat Polyurethaanschuim

117 Unilininsulation UTHERM WALL FLEX Vezelig en korrelvormig isolatiemateriaal

150 Rockwool 433 BP Vezelig isolatiemateriaal

150 Rockwool 433 plus Vezelig isolatiemateriaal

160 Rockwool 433 mono Vezelig isolatiemateriaal

170 Rockwool METAALBOUWSYSTEEM 209 DUO Vezelig isolatiemateriaal

170 Isoprofs PUR’FECT HR++ ISOLATIESCHUIM Polyurethaanschuim

Figuur 2: isolatiedikte volgens leverancier en type met soort isolatiemateriaal (Kingspan, z.d.), (Unilininsulation, z.d.), (Rockwool, 2011), (Isoprofs z.d.), (Recticelinsulation, z.d.)

Hoofdstuk 4.3.2: verschillende soorten isolatie met hun toepassingen

4.3.2.1 Algemeen

Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vraag: Welke verschillende soorten met verschillende toepassingen isolatie zijn verkrijgbaar in Nederland? Enkele aandachtspunten hierbij zijn: vezelig-, korrel- en Polyurethaan isolatievormen.

4.3.2.2 Vezelig isolatiemateriaal (Glaswol, Steenwol)

Volgens (hoe-koop-ik, z.d.) zijn er twee vezelig isolatiematerialen, namelijk glaswol en steenwol. Beide minerale wollen en hebben een hoge isolatiewaarde. Een minerale wol is verkrijgbaar in de vorm van platen en dekens. Daarnaast is minerale wol ook verkrijgbaar als inblaaswol, hiermee kan een spouwmuur worden na-geïsoleerd.

Volgens (Rockwool, 2011) wordt de inblaaswol (zie figuur 1) door boorgaten in de voegen onder druk ingeblazen in de spouwruimte, waardoor de spouwmuur wordt gevuld. Voordelen hiervan is een gebouw dat beter bestand is tegen temperatuurverschillen, vocht, geluid en brand. Dit bevorderd de duurzaamheid en energiezuinigheid van een gebouw.

Afbeelding 1: inblazen van spouwmuurvulling (spouwmuurisolatie-gids, z.d.)

De glas- en steenwol platen en dekens zijn geschikt als thermische isolatie voor spouwmuren met open of gesloten voegen. Deze platen worden met speciale ankers bevestigd aan het (betonnen)binnenblad (zie afbeelding 2). Deze platen zijn in de meeste gevallen flexibel, stevig en waterafstotend.

Afbeelding 2: bevestiging van spouwmuurisolatie van binnenspouwblad (bouwonline, 2015)

4.3.2.3 Korrelvormig isolatiemateriaal (Polystyreenschuim, perliet)

Volgens (hoe-koop-ik, z.d.) zijn korrelvormige isolatiematerialen polystyreen en perliet, die als isolatieplaat kunnen dienen in een spouwmuur. Polystyreen is bekend als een ‘piepschuim’ product en is goed bestand tegen druk en heeft een hoge isolatiewaarde. Piepschuim bestaat uit koolstof en waterstof. Perliet bestaat uit isolatiekorrels dat gemaakt is van vulkanisch glas.

Volgens (spouwmuurisolatie, z.d.) worden polystyreen isolatieparels in de spouwmuur geblazen. Met lijm plakken de parels in de spouw aan elkaar. Daardoor wordt de spouwmuur helemaal gevuld en kan dit later niet verzakken. Perliet isolatiekorrels kunnen waterafstotend gemaakt worden zodat de levensduur van dit product toeneemt. De isolatiekorrels vullen geleidelijk de spouwmuur als deze wordt vol geblazen.

Het isoleren van gevels kan ook met polystyreen platen. Volgens (Jellema 12A uitvoeren, 2005, H.A.J. Flapper) dienen deze platen worden bevestigd met speciale ankers aan het (betonnen)binnenblad (zie afbeelding 3).

Afbeelding 3: bevestiging van polystyreen platen aan binnenspouwblad (slimisoleren, z.d.)

4.3.2.4 Polyurethaan schuim

Volgens (hoe-koop-ik, z.d.) wordt Pur schuim gemaakt door twee vloeistoffen (polyol en isocyanaat) samen te voegen. In een chemische reactie wordt polyurethaan schuim gevormd. Door gasbellen wordt het purschuim opgeblazen. Eigenschappen van Polyurethaan zijn: slijtvast, veerkrachtig, mechanisch sterk bij lage temperaturen hoge trek- en scheursterkte en hoog dempend vermogen.

Volgens (isolerenmetpur, 2015) is Pur schuim ”polyurethaanschuim”, toe te passen voor spouwmuur- en vloerisolatie. Pur schuim voor spouwmuurisolatie kan direct in de spouw gespoten worden. Daarnaast bestaan er ook PUR harde isolatieplaten. Deze platen worden met speciale ankers bevestigd aan het (betonnen)binnenblad.

Afbeelding 4: bevestiging van ‘polyurethaanisolatie aan binnenspouwblad (isopur, z.d.)

Hoofdstuk 4.3.3: Voor- en nadelen bestaande woningvoorraad te isoleren

4.3.3.1 Algemeen

Het is van zelfsprekend dat nieuwbouwwoningen geïsoleerd worden. Helaas kiezen veel bewoners of woningeigenaren niet voor het na-isoleren van hun woningen wanneer deze niet of nauwelijks geïsoleerd is. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vraag: Wat zijn de voor- en nadelen van bestaande woningen isoleren?

4.3.3.2 Voordelen

Steeds meer mensen die over een niet geïsoleerde schil/gevel beschikken kiezen bewust om dit alsnog te. De voordelen van gevelisolatie zijn als volgt:

Voorkom warmteverlies via de gevel

Het belangrijkste voordeel van gevelisolatie is dat warmteverliezen gereduceerd worden. Het verwarmen van de woning kost energie. Door het isoleren van de woning gaat minder warmte verloren en wordt dus geld bespaard. Daarnaast zorgt een geïsoleerde gevel voor een verhoogt wooncomfort.

Voorkom onnodige CO2-uitstoot

Volgens (isolatie, 2014) wordt 40 procent van alle CO2-uitstoot op de wereld wordt veroorzaakt door de verwarming die zich in een huis bevindt. Door bijvoorbeeld de toepassing van gevelisolatie kan de CO2-uistoot aanzienlijk worden teruggebracht.

Omgevingsgeluiden worden beperkt

Geluiden vanuit de omgeving kunnen in de woning treden. Volgens (NSG, 2004) door het toepassen van gevelisolatie kan het geluid aanzienlijk gefilterd worden. Hierdoor wordt de overlast zeer beperkt en kan je zelfs in een druk stadscentrum genieten van de rust en stilte in huis.

4.3.3.3 Nadelen

In hoofdstuk 3.2 staat beschreven welke voordelen het heeft om een woning na te isoleren. Naast de genoemde voordelen, brengt het isoleren ook een aantal nadelen met zich mee, dan wel de volgende.

Goede ventilatie absoluut noodzakelijk

De ‘oudere’ woningen die niet of matig voorzien zijn van gevelisolatie. Deze woningen ventileren natuurlijk door naden en kieren rondom kozijnen of ramen. Wanneer de woning wordt na-geïsoleerd zal deze natuurlijke, ongecontroleerde ventilatie verdwijnen. Volgens (cstc, 2006) is voldoende ventilatie is een woning een vereiste, daarom is het zeer raadzaam gevelrooster te plaatsen wanneer de woning geïsoleerd wordt. Alleen op deze manier zorg je er namelijk voor dat een constante aanvoer van verse lucht plaatsvindt. Hierdoor kan je steeds rekenen op een gezond leefklimaat en dat is vandaag de dag zeer belangrijk.

Plaatsverlies bij toepassen gevelisolatie

Volgens (eigenhuis, 2015) kan de gevel op drie verschillende manieren geïsoleerd worden, namelijk aan de binnen- en buitenzijde en in de spouwmuur. Bij het isoleren aan de binnenzijde, dient rekening gehouden te worden dat het oppervlakte van de woning wordt ingeboet. Het isoleren van de gevel aan de buitenzijde is ook een mogelijkheid. De neggen van de kozijnen, de dakranden en dakgoot zijn dan een aandachtspunt bij de detaillering.

geglazuurde bakstenen

Geglazuurde bakstenen zijn in de fabriek om esthetische redenen van een glazuurlaag voorzien. Je kunt ze herkennen aan de specifieke glans. Volgens (isolatienl, z.d.) zorgt de glazuur er voor dat de stenen niet ademen, hierdoor kunnen er achter de glazuurlaag vochtophopingen gaan ontstaan. Wanneer het dan gaat vriezen kan het gebeuren dat de glazuurlaag kapot springt. Wanneer de gevel bestaat uit geglazuurde stenen kan men over het algemeen niet overgaan tot spouwmuurisolatie. Hier wordt best een onderzoek ter plaatse uitgevoerd aangezien niet elke glanzende baksteen per definitie geglazuurd is.

Relatief hoog prijskaartje

Naast de ‘technische’ aspecten waar rekening mee gehouden dient te worden, is het kostenplaatje ook zeker niet onbelangrijk. Dit is echter wel sterk afhankelijk van de methode die wordt toegepast.

Hoofdstuk 4.3.4: methodes van isoleren buitengevel

4.3.4.1 Algemeen

Zowel bestaande al nieuwbouwwoningen met een betonnen hoofddraagconstructie kunnen op diverse manieren geïsoleerd worden. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vraag: Welke methodes bestaan er om de buitengevel te isoleren? Enkele aandachtspunten hierbij zijn:

4.3.4.2 Traditionele gemetselde buitengevel met spouw

Een traditionele spouw met gemetselde buitenspouwblad behoord een specifieke isolatiemethode (zie afbeelding 4). De resterende spouwbreedte dient minimaal 40 mm te zijn. Dit is conform de voorschriften van de KNB. Volgens (Jellema 4B omhulling gevels, 2004, ing. Ch. Rentier) dient de traditionele gemetselde buitenspouwblad volgens de volgende methode te worden uitgevoerd. De buitenzijde van het binnenspouwblad moet vlak zijn. Verwijder eventuele cementbaarden of overtollige lijmresten. Bij een binnenspouwblad met oneffenheden is de voorkeur om deze te egaliseren. De isolatieplaten dienen in verband, horizontaal, stijf tegen elkaar en waterpas aangebracht te worden. Bij het gebruik van spouwankers is het raadzaam deze licht naar beneden te buigen, dit voorkomt onnodige beschadigingen aan het schuim. Als dit is gebeurd kunnen de isolatieplaten met klemschijven bevestigd worden. Druk vervolgens de klemschijf stevig tegen de isolatieplaat en plaats de schijf met de vochtafvoer richting het buitenblad. Door de toepassing van RVS spouwakers worden koudenbruggen gereduceerd.

Afbeelding 4: Traditionele gemetselde buitengevel met spouw (bouwbedrijfoonk, z.d.)

4.3.4.3 Crepi of gevelbepleistering

Crepi of gevelbepleistering is een gevelafwerking waarbij een specifieke isolatiemethode behoord volgens (Jellema 4B omhulling gevels, 2004, ing. Ch. Rentier). Buitengevelisolatiesystemen met een gepleisterde afwerking worden aangeduid als ‘natte’ isolatiesystemen. Een nat systeem is als volgt opgebouwd, van binnen naar buiten: ondergrond, isolatie, wapeningslaag, voorstrijklaag en sierpleisterlaag (zie afbeelding 5).

De ondergrond moet voldoende vlak en luchtdicht zijn. Oneffenheden dienen te worden bijgewerkt. Er moet veel aandacht worden besteed aan aansluitingen van bouwdelen onderling.

Als isolatiemateriaal kan polystyreen (geëxpandeerd of geëxtrudeerd), minerale wol en cellulair glas toegepast worden. De randen van de isolatieplaten kunnen zijn voorzien van een profilering. Deze platen grijpen in elkaar, waardoor wordt voorkomen dat oneffenheden ontstaan ter plaatse van plaatovergangen. De isolatieplaten worden in verband op de ondergrond aangebracht. Ze kunnen worden gelijmd of mechanisch bevestigd. Indien voldoende hechting aan de ondergrond kan worden verkregen, worden de platen gelijmd. Er zijn drie gangbare methoden om de platen te lijmen: de spotmethode, de kambedmethode en de rillenmethode. De lijm bestaat meestal uit een mortel op cementbasis. Alleen isolatieplaten van cellulair glas worden met een bitumineuze koude kleefstof aan de ondergrond bevestigd. Als de gevel hoger is dan 10 meter, worden er aan de lijmbevestiging nog pluggen toegevoegd. Dit gebeurt uit veiligheidsoverwegingen. De pluggen zijn vervaardigd van metaal, kunststof of een combinatie van beide. De plug dient minstens 30 mm diep verankerd te zijn in de ondergrond. Bij minerale wol zijn meer pluggen nodig dan bij polystyreenschuim of cellulair glas. Mechanische bevestiging van isolatieplaten wordt toegepast op de gevel waar met lijm geen duurzame hechting kan worden verkregen.

Afbeelding 5: detail gevelopbouw nat systeem. Overgenomen uit Jellema 4B omhulling gevels (75), door ing. Ch. Rentier, 2004

4.3.4.4 Gevelisolatie met plaatmaterialen

Buitengevelisolatiesystemen waarbij plaatmaterialen als buitenbekleding zijn toegepast of waarbij de toegepaste isolatiematerialen fabrieksmatig van een weerbestendige afwerking zijn voorzien, worden volgens (Jellema 4B omhulling gevels, 2004, ing. Ch. Rentier) aangeduid als ‘droge’ isolatiesystemen. In tegenstelling tot de natte systemen worden de droge systemen opgebouwd uit geprefabriceerde materialen. Bij droge systemen zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: ondergrond, isolatie, spouw, bekleding (vorm en materiaal), bevestiging, voegconstructies (zie afbeelding 6).

De ondergrond moet voldoende vlak en luchtdicht zijn. Afhankelijk van het toe te passen

plaatmateriaal en de bevestigingswijze worden eisen gesteld aan de ondergrond, in de vorm

van maattoleranties. Er moet veel aandacht worden besteed aan aansluitingen van ouwdelen

onderling. De ondergrond moet tijdens de uitvoering ten minste winddroog zijn. Koudebruggen die kunnen leiden tot condensatie of schimmelvorming dienen te worden voorkomen door een goede bouwfysische detaillering. Dilataties in de ondergrond moeten altijd worden doorgevoerd in het gevelisolatiesysteem.

De isolatie bij een droog gevelisolatiesysteem bevindt zich in de spouw tussen de ondergrond en de bekleding. Er worden meestal stijve isolatieplaten toegepast. Tussen isolatie en plaatmateriaal blijft een spouw aanwezig die dient om waterdamp en vocht af te voeren. Omdat de isolatie niet in het zicht komt, worden geen bijzondere eisen gesteld aan de vlakheid. De naden tussen de platen dienen wel goed aan te sluiten. Openstaande naden verminderen de isolatiewaarde van het gevelisolatiesysteem.

Afbeelding 6: detail gevelopbouw droog systeem. Overgenomen uit Jellema 4B omhulling gevels (90), door ing. Ch. Rentier, 2004

4.3.4.5 Na-isoleren

De meest gangbare muur in Nederland is de zogenaamde spouwmuur. Vanaf circa 1975 werden deze geheel of gedeeltelijk geïsoleerd, maar woningen van voor 1975 werden niet of nauwelijks geïsoleerd.

In de gevel worden boorgaten aangebracht. Volgens (Isolerenspouwmuren, 2015) is de dichtheid van de boorgaten is sterk afhankelijk van het soort isolatiemateriaal. Sommige materialen zijn zwaarder en zullen direct naar beneden vallen of zakken. Belangrijk is dat elke plek in de muur geïsoleerd wordt, zodat er geen koudeplekjes overblijven. Na het aanbrengen van de isolatie dienen de gaten weer afgedicht te worden teneinde te voorkomen dat vocht en ongedierte in de spouwmuur terecht komt. Dit gebeurt door het voegen en daarna impregneren van het voegwerk.

Hoofdstuk 4.3.5: aandachtspunten bij het isoleren van gevels

4.3.5.1 Algemeen

In de bouw kan veel verkeerd gaan, met daarbij een kans op grote gevolgen. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vraag: Aan welke aandachtspunten moet men denken bij het isoleren van gevels?

4.3.5.2 Koudebruggen

Koudebruggen zijn niet-geïsoleerde onderdelen van een geïsoleerde constructie. (Isolatiepagina, z.d.) geeft een voorbeeld: “Een gevel die volledig geïsoleerd en koude- en vochtwerend is, maar waarbij bijvoorbeeld een deel van een niet-geïsoleerde verdiepingsvloer door de gevelmuur gaat tot aan de buitenzijde. Dit deel zal beduidend kouder zijn en zowel vocht als koude aantrekken en naar binnen transporteren. Hetzelfde geldt andersom: de warmte zal van binnenuit naar buiten verdwijnen.”

Het is van groot belang om koudebruggen/warmtebruggen te voorkomen. Deze kunnen op het kleinst mogelijke niveau ontstaan, wanneer men een klein deel van de constructie niet isoleert: er dient dus een complete isolatie plaats te vinden.

Bij plaatsing van bijvoorbeeld nieuwe kozijnen is het ook belangrijk koudebruggen te voorkomen. Indien bijvoorbeeld een deel van het kozijn niet geïsoleerd is, is er al sprake van een koudebrug. Het zoveel mogelijk isoleren van een constructie aan de buitenkant van de woning heeft de voorkeur, maar is niet altijd mogelijk vanuit praktisch oogpunt en vanwege het uiterlijk.

Afbeelding 7: thermo grafische afbelding van woning waar koudebruggen aanwezig zijn (epc-platform, 2010)

4.3.5.3 Vocht in en buiten constructies

Lucht van een gegeven temperatuur kan maximaal een bepaalde hoeveelheid waterdamp bevatten. Wordt in een bepaalde situatie de temperatuur verlaagd, dan neemt dus de maximale waterdampconcentratie af. Wanneer de aanwezige waterdampconcentratie gelijk is gebleven, zal de RV toenemen en er kan dus condensatie optreden.

Door verschillende oorzaken kan er vocht in bouwconstructies aanwezig zijn of ontstaan volgens (isolatiepagina, z.d.). Bijvoorbeeld: optrekkend vocht, doorslaand vocht, dampdiffusie en -transport, oppervlakte condensatie en inwendige condensa­tie. Ook tijdens de bouw kunnen aanzienlijke hoeveelheden vocht in een constructie belanden. Bijvoorbeeld proceswater uit beton, maar ook door neerslag.

Overmaat aan vocht kan bij de fabricage of tijdens de bouw aan bouwmaterialen zijn toegevoegd, bijvoorbeeld in de vorm van aanmaakwater voor beton of water ter bevochtiging van de stenen bij het metselen.

Op plaatsen waar koudebruggen zitten ontstaan koude plaatsen waar waterdamp zal condenseren. Indien er geen directe ventilatie plaatsvindt, maar er zit bijvoorbeeld niet dampdoorlatend c.q. ademend behang over of vloerbedekking, zullen vochtplekken ontstaan die binnen enkele maanden overgaan in schimmelconstructies, met alle gevolgen van dien.

4.3.5.5 Geluidoverdracht

In Nederland zijn bepaalde geluidsisolatie eisen gesteld. Om dit te realiseren zijn een aantal aandachtspunten van belang volgens (sbrcurnet, 2015). Kies constructies waarvan door middel van laboratoriummetingen de geluidsisolerende kwaliteiten bewezen zijn. Doorvoeringen en andere verzwakkingen moeten zoveel mogelijk voorkomen of zorgvuldig afgewerkt worden. Trillingsopnemende constructies zoals buigslappe voorzetwanden of zwevende dekvloeren moeten mechanisch volledig ontkoppeld zijn. Eén kiezelsteen als contact tussen de basisconstructie en de zwevende dekvloer doet het voordeel van de zwevende dekvloer volledig teniet. Een geluidsisolerende constructie is nooit beter dan de zwakste schakel. Ramen, deuren en ventilatievoorzieningen moeten zorgvuldig gekozen worden om de gewenste geluidsisolatie te kunnen bereiken. Let ook op dat bij ingebouwde contactdozen deze aan beide zijden van de muur niet tegenover elkaar liggen.

4.3.5.6 Na-isolatie

Volgens (Joostdevree, z.d.) is een minimale ruimte van 5 nodig om een spouwmuur goed te kunnen isoleren. Verbindingen van het buitenblad naar het binnenblad zullen negatieve effecten hebben of de isolatie- en vochtwering in de constructie. Verbindingen zoals valspecie/metselmortel of overmatig gebruik van spouwankers zijn niet gewenst. Om zeker te zijn dat bovengenoemde niet of minimaal voorkomt, dient vooraf door een gespecialiseerd bedrijf een inspectie uitgevoerd te worden met een endoscoop (zie afbeelding 8).

Afbeelding 8: spouwmuurinspectie met behulp van endoscoop (ssw-groep, 2015)

Literatuur:

Rentier, C. H. (2004). Jellema 4B omhulling gevels. Utrecht/Zutphen, Nederland: Jellema.

Rockwool. (z.j.). OMSCHRIJVING NA-ISOLATIE INBLAASWOL. Geraadpleegd van http://www.rockwool.nl/producten/u/2011.product/9782/gevelisolatie/inblaaswol

SSW (z.j.). SPOUWMUURINSPECTIE. Geraadpleegd van http://www.ssw-groep.nl/p/2/47/spouwmuurinspectie.html

Versteeg, H., & Schaap, L. (z.j.). Bouwfysica. Geraadpleegd van http://www.lbpsight.nl/bouwfysica/

Bouwbedrijfoonk (z.j.). Traditionele gemetselde buitengevel met spouw [Foto]. Geraadpleegd van http://www.bouwbedrijfoonk.nl/media/nl/raabworks/merken/rockwool/producten/rockwool-rockfit-433-duo/rockwool-rockfit-433-duo-01-thumb.jpg

Bouwbesluit. (2015, 1 juli). Thermische isolatie. Geraadpleegd van http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012

Bouwonline (z.j.). bevestiging van spouwmuurisolatie van binnenspouwblad [Foto]. Geraadpleegd van http://www.bouwonline.com/Files/5/17000/17972/CategoryPhotos/DescriptionPhotos/540/4288447.jpg

Bouwwereld. (2008, maart). Bekende en minder bekende koudebruggen. Geraadpleegd van http://www.bouwwereld.nl/bouwkennis/bouwfysica/bekende-en-minder-bekende-koudebruggen/

Eigenhuis. (z.j.). Isolatie. Geraadpleegd van https://www.eigenhuis.nl/onderhoud-en-verbouwen/tools/prijzenindicator/isolatie/

Epc-platform (2010). Traditionele gemetselde buitengevel met spouw [Foto]. Geraadpleegd van http://www.epc-platform.be/images/Thermografie-woning-koudebrug.jpg

Gespotenpurschuim. (z.j.). Gespoten PURschuim. Geraadpleegd van http://www.gespotenpurschuim.nl/

Hoe-koop-ik. (z.j.). OMSCHRIJVING NA-ISOLATIE INBLAASWOL. Geraadpleegd van http://www.hoe-koop-ik.nl/spouwmuurisolatie/alles_over/kiezen/beste_isolatiemateriaal

Isolatie-info. (z.j.). Spouwmuurisolatie. Geraadpleegd van http://www.isolatie-info.nl/spouwmuurisolatie/nadelen-spouwmuurisolatie

Isolatienl. (z.j.). Nadelen van Spouwmuurisolatie. Geraadpleegd van http://www.isolatienl.nl/spouwmuurisolatie/nadelen-spouwmuurisolatie

Isolatiepagina. (z.j.). Gevelisolatie. Geraadpleegd van http://www.isolatiepagina.nl/

Isopur (z.j.). bevestiging van ‘polyurethaanisolatie aan binnenspouwblad [Foto]. Geraadpleegd van http://isopur.nl/wp-content/uploads/2015/09/60-mm-isolatie-schuim-sprayen-isopur6001.jpg

Joostdevree. (z.j.). koudebrug, warmtebrug, thermische brug. Geraadpleegd van http://www.joostdevree.nl/shtmls/koudebrug.shtml

Kingspaninsulation. (2015, april). assortimentslijst. Geraadpleegd van http://www.kingspaninsulation.nl/getattachment/551c65f9-a00f-45a4-8eac-ff7f5ccc46ce/Prijs–en-assortimentslijst-april-2015.aspx

Milieucentraal. (z.j.). Spouwmuurisolatie. Geraadpleegd van http://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/energiezuinig-huis/isoleren-en-besparen/spouwmuurisolatie/

Nsg. (2004, februari). Geluids is te meten, maar geluidshinder niet. Geraadpleegd van http://nsg.nl/nl/geluids_is_te_meten_maar_geluidshinder_niet.html

Pluimers. (z.j.). spouwmuurisolatie. Geraadpleegd van http://www.pluimers.nl/spouwmuurisolatie/spouwmuurisolatie-met-wol/

Rijksoverheid. (z.j.). Doel Bouwbesluit. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwregelgeving/vraag-en-antwoord/wat-is-het-bouwbesluit-2012

Rockwool. (2011). GEVELISOLATIE VAN ROCKWOO. Geraadpleegd van http://www.rockwool.nl/producten/u/2011.construction/10136/gevelisolatie

Sbrcurnet. (z.j.). Akoestische details voor de woningbouw. Geraadpleegd van http://www.sbrcurnet.nl/producten/kennisarchief/bouwbesluit-geluidsisolatie-en-woningbouwpraktijk/1-akoestische-details-voor-de-woningbouw

Slimisoleren (z.j.). bevestiging van polystyreen platen aan binnenspouwblad [Foto]. Geraadpleegd van http://www.slimisoleren.nl/images/images/thumbs/ZSite-4e8b1510e2.jpg

Spouwmuurisolatie. (z.j.). isolerenspouwmuren. Geraadpleegd van http://www.isolerenspouwmuren.nl/

Spouwmuurisolatie (z.j.). inblazen van spouwmuurvulling [Foto]. Geraadpleegd van http://www.spouwmuurisolatie-gids.be/files/2014/04/isolatie.png

Ssw-groep (z.j.). spouwmuurinspectie met behulp van endoscoop [Foto]. Geraadpleegd van http://www.ssw-groep.nl/lay/media/algemeen2/350/spouw.jpg?trim

Unilininsulation. (z.j.). Isoleren van de spouwmuur. Geraadpleegd van http://www.unilininsulation.com/be-nl/Toepassingen/Muur-isoleren/UTHERM-WALL/

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.