Executive summary. 3
1.0 The Four Risks 4
1.1. Korte uitleg Four Risks model. 4
1.2. Four Risks op Meso- en Microniveau binnen de Politie. 4
1.3. Verbanden en conclusie. 5
2.0 DESTEP meso- en micro-omgeving Nationale Politie. 5
2.1. Korte uitleg DESTEP. 5
2.2. DESTEP meso-omgeving Nationale Politie. 5
2.3. Micro-omgeving. 6
2.4. Conclusie. 6
3.0 Hofstede. 6
3.1. Uitleg Hofstede model. 6
3.2. Hofstede Meso-omgeving politie: Marokkaanse jeugd. 7
3.3. Micro-omgeving. 7
3.4. Conclusie. 7
4.0 Value Chain. 7
4.1.Korte uitleg Value Chain. 7
4.2. Meso omgeving politie/Cognitec. 8
4.3.Micro-omgeving. 9
4.4.Verbanden en conclusie. 9
5.0 Diamond model van Micheal Porter. 9
5.1. Korte uitleg Diamond model. 9
5.2. Waarom komt gezichtstechnologie voor het grootste deel uit Amerika? 10
5.3.Conclusie: 11
5.4.Micro-omgeving. 11
6.0 Vijf krachtenmodel van Porter. 11
6.1. Korte uitleg vijf krachtenmodel. 11
6.2. De 5 krachten op de markt van Amerika. 11
6.3. Conclusie. 12
6.4. Micro-omgeving: 12
7.0 Bronvermelding en geciteerde werken. 13
Executive summary.
In dit document komen de volgende internationale modellen aan bod.
1. Four risks model.
2. International Value Chain.
3. DESTEP
4. Hofstede
5. Diamond model van Porter
6. 5 forces model van Porter
Deze modellen worden belicht vanuit de meso-omgeving van de Nationale Politie, of een bedrijf wat betrekking heeft op de Nationale Politie.
Ook komt de micro-omgeving, van mij, rechercheur van de Nationale Politie en schijfster van dit document, aan bod.
Four risks,
Het four risksmodel brengt de volgende risico’s in kaart: cross-cultural, commercial, currency en country risks. De Nationale Politie dient ál deze risico’s te monitoren, omdat ze verband met elkaar houden. Ter verduidelijking een voorbeeld: Een Poolse agent gebruikt als gevolg van zijn normen en waarden tijdens een samenwerkingsproject in Nederland excessief geweld (Cultural-risk) waardoor de verdachte komt te overlijden. De Poolse agent wordt niet vervolgd voor zijn handelen door politieke druk vanuit Polen (Country risks), dit heeft gevolgen voor het imago van de Nationale politie (Commercial-risk). Dit heeft directe invloed op mijn micro-omgeving, omdat ik door burgers anders benaderd wordt als de Nationale Politie een slecht imago heeft.
Value Chain
De Value Chain die internationaal wordt aangehouden bestaat uit de onderstaande schakels
1.Market research 2.Reseach en Development (R&D) 3.Sourcing4.Production 5. Marketing 6.Distribution 7.After sales services.
Iedere schakel voegt waarde aan het productieproces en daardoor aan het product toe. Hoewel de schakels los van elkaar worden genoemd, staan zij niet op zichzelf.
Destep.
Er zijn diverse marco-economische factoren in de samenleving die direct invloed hebben op het bedrijfsleven. Een bedrijf doet er dan ook goed aan deze factoren te monitoren.
Een bedrijf kan factoren in kaart brengen aan de had van een Destep- analyse. Destep staat voor demografische, economische, sociale, technologische en politieke factoren.
Hofstede.
Het model van Dr. G. Hofstede geeft 5 dimensies waarin de verschillen tussen culturen inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Door kennis te nemen van de verschillen in culturen ontstaat er meer onderling begrip. Dit komt de internationale samenwerking ten goede. De vijf dimensies die het Hofstede model hanteert zijn 1. Power Distance 2. Indivualism 3. Masculinity 4. Structured Situations 5. Long-term orientation.
Diamand Model Porter.
Het model van Dr. Micheal Porter geeft nationale factoren die van invloed kunnen zijn op internationalisering. De factoren die Porter hiervoor geeft zijn: 1. Omstandigheden van het thuisland 2. In welke mate zijn er verwante ondersteunende ondernemingen aanwezig in het thuisland. 3.De vraag in het thuisland 4. Mate van rivaliteit, strategie en structuur 5. Overheid 6.Kans.
Five forces van Porter.
Het vijfkrachtenmodel van Porter brengt vijf krachten in kaart die van invloed zijn op de concurrentie intensiteit. De krachten in dit model zijn 1. Kracht van toeleveranciers 2. Kracht potentiele van toetreders 3. Kracht van Afnemers 4. Kracht van de concurrentie 5. Bedreiging van substituten.
Door deze krachten te analyseren krijgt een bedrijf een goed beeld van de concurrentie intensiteit.
1.0 The Four Risks
1.1. Korte uitleg Four Risks model.
Zaken doen met landen over de grens brengt risico’s met zich mee. Het ‘Four Risks model’ brengt deze risico’s middels 4 groepen in kaart:
1. Cross-Cultural Risk.
Onder Cross-Cultural risks verstaan we de risico’s die kunnen ontstaan door de cultuurverschillen. Het niet spreken van elkaars taal, het verschil in gewoonte en omgang met elkaar kan ervoor zorgen dat er miscommunicatie ontstaat tijdens de internationale samenwerking.
2. Country risk.
Per land verschilt de politieke situatie, de wetgeving en het economische klimaat. Dit kan risico’s met zich meebrengen. Er zijn bijvoorbeeld landen die geen eigendomsrechten hanteren. Een product kan dan nagemaakt worden door een concurrerende partij.
3. Currency risk.
Doordat landen verschillende valuta gebruiken kunnen wisselkoersen een nadelig effect hebben op de internationale handel.
4. Commercial risk.
Onder Commercial risks verstaan we de risico’s die een verkeerd gekozen strategie, tactiek of procedure met zich meebrengen. Een statusproduct lanceren terwijl een land juist in een economische crisis verkeert kan een voorbeeld zijn van een verkeerd gekozen timing/strategie.
Beheersbaarheid.
Als een bedrijf zich bewust is van deze risico’s en deze continue gemonitord worden; zal het beter in staat zijn op deze risico’s te anticiperen. Hierdoor worden deze risico’s niet weggenomen, maar zijn ze wel goed beheersbaar.
(Cavusgil, 2014, pp. 45-47)
1.2. Four Risks op Meso- en Microniveau binnen de Politie.
Door de internationalisering wordt ook de wereld voor criminelen steeds kleiner. Hierdoor is de politie genoodzaakt om internationale samenwerkingen aan te gaan. Dit gebeurt onder andere door diverse uitwisselingsprojecten. Politieagenten uit verschillende landen werken met elkaar samen om samen de misdaad te bestrijden. Zo werken er Duitse agenten in Nederland tijdens de zomermaanden, vanwege de vele Duitse toeristen en gaan Nederlandse agenten naar Polen om de autocriminaliteit tegen te gaan in samenwerking met de Poolse politie en Justitie.
1. Cross-Cultural risks.
Tijdens deze samenwerking kunnen culturele verschillen een risico vormen. Zo kan een agent uit Polen vanuit zijn cultuur en opleiding eerder geneigd zijn geweld te gebruiken dan een Nederlandse agent. Mircro-omgeving: Als rechercheur werk ik weleens samen met een buitenlandse collega. In dat geval maak ik vooraf afspraken met deze collega op het gebied van geweldsmiddelen, verhoortechnieken en omgangsvormen om cross-cultural risks te ondervangen.
2. Country risks.
Het verschil in wetgeving tussen landen kan een groot probleem zijn. Om dit te ondervangen zijn er diverse internationale verdragen opgesteld, zoals: Het Schengen Verdrag en De Europese rechten van de Mens. Deze verdragen hebben een directe invloed op de Meso-omgeving van de politie. De politie moet namelijk handelen conform deze verdragen. Ook zijn er verdragen opgesteld die het mogelijk maken om verdachten uit te leveren aan andere landen. Echter niet alle landen nemen deel aan deze verdragen.
Dit heeft een directe invloed op mijn micro-omgeving. Zo bevond een verdachte zich in Marokko. Het was niet mogelijk om deze verdachte voor een in Nederland gepleegd strafbaar feit te vervolgen omdat Marokko zijn onderdanen niet uitlevert aan Nederland.
3. Currency risks.
De politie voert over het algemeen geen handel in de producten. Door agenten uit te wisselen ontstaat er wel een levering van diensten. Als een agent uit Polen naar Nederland komt zal erover nagedacht moeten worden hoe deze agent zijn salaris gaat ontvangen. Het kan zijn dat salaris uitgekeerd in Poolse Zloty niet voldoende is om in zijn levensonderhoud in Nederland te voorzien, vanwege de ongunstige wisselkoers of hogere levenskosten.
4. Commercial risks.
Hoewel de politie geen commerciële organisatie is, kunnen we de commercial risks wel op andere manier interpreteren. Voor de Nederlandse Politie is haar imago belangrijk. De kernwaarde die zij hierbij hanteert zijn: moedig, verbindend, betrouwbaar en integer (De Nationale Politie, 2016). De Nationale Politie in Nederland werkt wegens koninklijke betrekkingen en internationale criminaliteit nauw samen met de politie op Sint Maarten. In 2014 stelde de minister Plassterk een onderzoek in naar de corruptie onder de politie in Sint Maarten(Zuidervaart, 2014), omdat de politie in Nederland nauw samenwerkt met de politie in Sint Maarten zou het zo kunnen zijn dat het negatieve, corrupte imago van de politie in Sint Maarten overgedragen wordt op het imago van de Nederlandse Nationale politie. Wat extra nadelig kan zijn vanwege de timing; de politie bevindt zich vanaf 2013 midden in een grootschalige reorganisatie, waardoor het imago van de Nationale Politie al onder vuur ligt. Daarom kan de strategisch samenwerking negatief uitpakken en is het aanleiding om de samenwerking te heroverwegen.
In mijn micro-omgeving omgeving zou ik hiervan kunnen merken dat de belangstellingsregistraties voor uitwisselingsprojecten naar Sint Maarten worden stopgezet.
1.3. Verbanden en conclusie.
De 4 risico’s kunnen niet los van elkaar worden gezien. Zo kan de corruptheid op Sint Maarten (Country Risk) niet alleen de internationale samenwerking bemoeilijken, maar ook imago schade opleveren (Commercial risk). De National Politie zal dan ook de vier risico’s synergetisch moeten monitoren om een goede internationale samenwerking te waarborgen.
2.0 DESTEP meso- en micro-omgeving Nationale Politie.
2.1. Korte uitleg DESTEP.
Via het DESTEP-model kunnen de macro-economische factoren in de samenleving in kaart gebracht worden. DESTEP staat voor: Demografische-, Economische- Sociale-, Ecologische- en Politieke factoren. Een bedrijf kan vrijwel geen invloed uitoefenen op deze factoren, maar het kan wel op deze factoren inspelen met zijn bedrijfsvoering.
2.2. DESTEP meso-omgeving Nationale Politie.
Demografische factoren.
Een voorbeeld van een demografische ontwikkeling die van invloed is op de meso-organisatie van de Nationale Politie is de immigrantenstroom. Sinds 2015 heeft Nederland te maken met een grote groep immigranten uit Syrië. Vanwege deze grote immigratiestroom zijn er diverse noodopvang centra opgestart waar extra politie inzet voor gewenst is.
(centraal bureau van de statistiek , 2016)
Economische factoren.
Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) is er een verband tussen criminaliteit en sociaal-economische achtergrond. Een daling van de economische welvaart betekent een stijging van de criminaliteit. Op internationaal niveau zien we dat mensen uit sociaaleconomisch zwakkere landen (bijv: Roemenië en Polen) naar Nederland komen en hier stafbare feiten plegen.
(centraal bureau van de statistiek , 2016)
Sociale factoren.
In Nederland is het gebruikelijk om op vakantie te gaan in het buitenland tijdens de schoolvakanties. De criminelen weten dit ook en mede daardoor zien we een stijging van het aantal woning inbraken in de vakantieperiode.
(eigenwaarneming en interne beleidsstukken)
Technische factoren.
Zoals in §2.0 te lezen is zijn de technische opsporingstechnieken mede door internationale samenwerking sterk in ontwikkeling. Daartegenover staat dat ook de criminaliteit door de technologie verandert. Criminaliteit vindt steeds vaker digitaal en daardoor internationaal plaats. Fishing is een vorm van digitale criminaliteit die de laatste jaren sterk in opkomst is. Bij fishing proberen criminelen achter bankgegevens te komen van hun slachtoffers, om zo hun bankrekening te kunnen plunderen. Ook is er door de komst van Bitcoins (een onlinebetalingsmethode die criminelen in staat stelt om anoniem te betalen) een onlinemarkt ontstaan in illegale handel van wapens, drugs en overige criminele diensten.
Ecologische factoren.
Door de Europese samenwerking ontstaat er ook nieuwe Europese milieuwetgeving. Deze wetgeving moet gehandhaafd worden door de politie. Een voorbeeld hiervan is dat er Europees is vastgelegd hoe boeren mest dienen op te slaan.
Politieke ontwikkelingen.
Dat de internationale politiek grote invloed heeft op de Meso-omgeving van de Nationale Politie werd in de hierboven omschreven alinea’s al duidelijk. Door de politieke onrust in Syrië veranderen in Nederland de demografische factoren. Het Europese politieke beleid heeft direct invloed op ons milieubeleid.
2.3. Micro-omgeving.
De hierboven omschreven factoren hebben invloed op mijn micro-omgeving. Door de stijging van het aantal immigranten (demografische factor) ben ik diverse diensten ingezet om de identiteit van immigranten vast te leggen aan de hand van vingerafdrukken en foto’s.
Door de groei van internetcriminaliteit (technische factor) heb ik onlangs een cursus digitaal rechercheren mogen volgen. Door de politieke en ecologische ontwikkelingen merk ik dat er diverse interne vacatures beschikbaar komen zoals: de dierenpolitie, tactisch rechercheur Milieuhandhaving en expert vreemdelingen.
2.4. Conclusie.
De Destep-factoren dienen continue gemonitord te worden. Ondanks dat een bedrijf niet direct invloed op de factoren kan uitoefenen, zijn ze wel afhankelijk van de DESTEP factoren. Het is daarom juist van groot belang dat een bedrijf op de hoogte is van de ontwikkelingen in de samenleving.
3.0
Hofstede.
3.1. Uitleg Hofstede model.
Om goed te kunnen samenwerken met mensen uit andere landen is het noodzakelijk om rekening te houden met elkaars achtergrond en cultuur. Om andere culturen – en daarmee elkaar- beter te kunnen begrijpen kan het model van Dr. G. Hofstede gebruikt worden. Hofstede brengt de verschillen in culturen in kaart doormiddel van de volgende vijf dimensies:
1. Small power distance vs. big power distance.
Deze dimensie omschrijft hoe een cultuur omgaat met mensen met gezag en hoe het mensen behandelt die dit niet hebben.
2. Indivualism vs. collectivism
Culturen die hoog scoren op individualiteit hechten veel waarde aan privacy en beloning voor hard werken. De culturen die laag scoren op individualiteit hechten veel waarde aan het welzijn van hun medemens. Harmonie gaat in deze culturen voor eerlijkheid.
3. Masculinity.
Deze dimensie omschrijft de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. In een cultuur met een lage score op het gebied van masculinity worden zowel mannen als vrouwen gezien als gelijken: met gelijke talenten en vaardigheden. In een cultuur met een hoge score op dit gebied zien we een duidelijke verdeling tussen taken die gezien worden als meer geschikt voor mannen en taken die meer geschikt zijn voor vrouwen.
4. Structured situations vs. Unstructured situations.
Deze dimensie geeft weer hoe men reageert op onverwachte situaties of situaties waarin de uitkomst onzeker is. In een cultuur met een hoge score op dit gebied, voelt men zich het meest op zijn gemak met duidelijke regels en structuur. In een cultuur met een lage score staat men meer open voor risico’s en veranderingen.
5. Long-term orientation vs. short-term orientation.
Deze dimensie geeft weer hoeveel waarde een cultuur hecht aan tradities. Een cultuur met een hoge score hecht veel waarde aan tradities, ouderen en mensen met opleiding hebben meer aanzien en gezag. Culturen met een lage score op dit gebied hechten meer waarde aan kwaliteiten, zijn creatiever en expressiever.
(Tamer Cavusgil, 2014, pp. 124-125)
3.2. Hofstede Meso-omgeving politie: Marokkaanse jeugd.
In 2012 werd 20.3 % van de Marokkaanse jongeren tussen de 18 en 25 jaar verdacht van 1 of meerdere strafbare feiten. Dit is vier keer zoveel dan bij autochtone mannen van dezelfde leeftijd. (rtlnieuws., 2014). De Nationale Politie heeft dan ook veel met deze groep allochtone jongeren te maken.
Volgens Hofstede is de Marokkaanse cultuur mannelijk. Hofstede zegt daar volgens Luyten over: “materieel succes is belangrijk, net als winnen. Mannen moeten assertief, ambitieus en stoer zijn. Ze minachten wat ‘zacht’ is (compromis, zorg, empathie), zijn verbaal en luidruchtig, en hebben de neiging anderen te bekritiseren. Ze zijn prestatiegericht en geven bij fouten snel anderen de schuld. Vergeleken bij de rest van de wereld staat juist Nederland op deze dimensie in een extreme positie, namelijk bij het ‘feminiene’ uiteinde.” (Luyten, 2004)
Volgens Hofstede wordt dit effect versterkt omdat de Marokkaanse cultuur ook een cultuur is met een grote machtsafstand waarbij respect wordt getoond voor een grote leider. Hierdoor zouden Marokkaanse jongeren zich niet goed kunnen bewegen in de vrijheden van de democratische cultuur in Nederland.
Ook wijken de Nederlandse cultuur en de Marokkaanse cultuur sterk van elkaar af op het gebied van individualiteit. De Nederlandse cultuur is sterk individueel gericht. In deze cultuur is het van belang om te kunnen reflecteren op eigen handelen. Terwijl de jongeren met een Marokkaanse achtergrond zich snel gekrenkt kunnen voelen door de masculiniteit van hun cultuur. Dit kan het vermogen tot zelfreflectie in de weg staan, terwijl deze essentieel is voor het slagen in de Nederlandse samenleving.
Dit maakt dat de Marokkaanse jongeren zich in een tweestrijd bevinden tussen de Marokkaanse cultuur en de Nederlandse samenleving. Volgens Luyten vergroot dit de kans op radicalisering, omdat de Marokkaanse jongeren vanuit hun cultuur behoefte hebben aan een duidelijke identiteit en leider.
De Nederlandse en de Marokkaanse cultuur liggen op het gebied van omgaan met onzekere situaties niet ver van elkaar af. Anders dan de gemiddelde Nederlander denkt, staat de Nederlandse cultuur niet graag voor veranderingen aldus Hofstede. (Luyten, 2004)
3.3. Micro-omgeving.
In mijn rol als rechercheur merk ik de hierboven omschreven verschillen tijdens mijn werkzaamheden. Ik merk dat Marokkaanse verdachten zelden een misdrijf bekennen, ook al is het bewijs onomstotelijk. Met de kennis van het model van Hofstede kan ik dit nu plaatsen aan de hand van de mannelijke Marokkaanse cultuur, waarbij het niet de gewoonte is om fouten toe te geven. Daarnaast merk ik dat de meeste mannelijke autochtonen verdachten vaak positief reageren op het feit dat zij verhoord worden door een vrouwelijke rechercheur. Dit merk ik doordat zij zich vriendelijk tegenover mij opstellen, terwijl ik vaak merk dat Marokkaanse verdachten moeite hebben met mijn gezag als rechercheur. Dit merk ik onder andere doordat zij zich tijdens het verhoor vaak tot mijn mannelijke collega richten of zich laatdunkend tegenover mij opstellen.
3.4. Conclusie.
Doordat de Marokkaanse cultuur op sommige vlakken haaks staat op de Nederlandse cultuur is het voor de Marokkaanse jongeren moeilijk om goed te functioneren in de Nederlandse samenleving. Hierdoor kunnen Marokkaanse jongeren eerder geneigd zijn om de criminele weg te bewandelen, omdat voor hen materieel succes en respect belangrijk zijn.
4.0 Value Chain.
4.1.Korte uitleg Value Chain.
De Value Chain is een ketting van schakels waarbij elke schakel waarde toevoegt.
Sommige bedrijven hebben een uitgebreide en internationale Value Chain, andere bedrijven hebben overzichtelijke Value Chain. Een Value Chain start bij de ontwikkeling van een product en eindigt bij de reviews over een product.
De Value Chain die internationaal wordt aangehouden bestaat uit:
1.Market research 2.Reseach en Development (R&D) 3.Sourcing4.Production 5. Marketing 6.Distribution 7.After sales services.
Hoewel dit de volgorde is die wordt aangehouden, kunnen de schakels in de praktijk niet individueel van elkaar worden gezien. In de praktijk vindt er tussen de schakels continue uitwisseling van informatie plaats. Ter illustratie: als er vanuit de marketing de wens komt om de prijs en de vormgeving te verlagen zal dit gevolgen hebben op de andere schakels zoals de R&D, productie en sourcing.
We zouden dus ook kunnen spreken over een ‘Value Web” in plaats van een Value Chain.
Een bedrijf kan zich in meerdere schakels van verschillende Value Chains bevinden. Om dit te verduidelijken het volgende voorbeeld: het schrijven van een marketingplan kan voor een marketingbedrijf onderdeel zijn van de productie, terwijl het marketingplan voor een ander bedrijf onderdeel is van zijn R&D.
4.2. Meso omgeving politie/Cognitec.
Tijdens een strafrechtelijk onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van internationale partners. Zo wordt er samengewerkt met bedrijven die gespecialiseerd zijn in het analyseren van camerabeelden. Deze bedrijven zijn in staat om de identiteit van personen te kunnen vaststellen, zonder dat hun gezicht volledig in beeld is (bijvoorbeeld door een bivakmuts) Dit doen zij aan de hand van een analyse van de lichaamsverhoudingen en de bewegingen van een verdachte. Een voorbeeld van een soort gelijk bedrijf is Cognitec. (cognitec, 2016)
Cognitec zou de volgende stappen kunnen doorlopen in zijn Value Chain.
1. Market Research.
Om tot een goede marktanalyse te komen moet Cognitec zich afvragen wie (de markt) waar behoefte aan heeft (product). Als er al feedback beschikbaar is uit de After Sales moet deze meegenomen worden in de marktanalyse.
Ook is het raadzaam om in dit stadium een SWOT-analyse en Destep-analyse uit te voeren.(Voor een uitgebreide uitleg DESTEP zie: § 3.0) Op deze manier kan Cognitec optimaal in spelen op de actuele ontwikkelingen in de markt en de maatschappij.
2. R&D
R&D is voor de Cognitec zeer belangrijk. Zij werken dan ook samen met diverse universiteiten en internationale projecten die onderzoek doen naar de nieuwe technologieën op het gebied van gezichtsherkenning en grenscontrole.
Daarnaast heeft Cognitec zijn eigen researchteam. Dit team doet structureel onderzoek naar de technologie voor de volgende gebruikerstoepassingen:
1. Identificatie aan de hand van foto’s en videobeelden.
2. Identificatie aan de hand van foto’s en videobeelden met een lage resolutie.
3. Het traceren van personen in een menigte.
4. Het identificeren van personen aan de hand van houding en beweging.
(Cognitec, 2016)
3. Sourcing.
Op de site van Cognitec is de te lezen dat zij veel samenwerking zoeken met externe partners. Zo participeren zij onder andere in het project: ABC4EU. Dit project wordt door 70% gefinancierd door de Europese Unie. Door deze samenwerking is er een budget van 18.6 miljoen Euro beschikbaar voor de ontwikkeling van technologie die een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de veiligheid van de Europese grenzen. (abc4EU, 2016)
Verder zal Cognitec er intern voor moeten zorgen dat het de nodige middelen beschikt om tot productie over te gaan, zoals: grondstoffen, financiën en personeel. Op de site van Cognitec is te lezen dat zij altijd openstaan voor open sollicitaties.
4. Production.
De hardware van Cognitec wordt geproduceerd in Spanje.
Omdat de technologie zich snel vernieuwd heeft Cognitec voor elk product aangegeven tot wanneer het product verkocht wordt, tot wanneer er service beschikbaar is en wanneer er vervanging voor het product wordt verwacht.
(Cognitec, 2016)
5. Marketing.
In deze schakel wordt bepaald hoe het product in de markt gezet gaat worden. Hoewel marketing de vijfde schakel in de rij is, komt marketing ook al om de hoek kijken in de eerdere schakels. In de market research worden namelijk al de mogelijke doelgroepen in kaart gebracht. Hier zal het marketingbeleid op in moeten spelen met de juiste marketingmix.
6. Distribution.
Cognitec heeft de keuze gemaakt voor een kort distributiekanaal. Cognitec verkoopt en distribueert in eigen beheer. Er is dus sprake van een direct distributiekanaal.
7. After Sales.
Als Cognitec zijn After Sales met zorg inricht zal het onderzoek doen naar de klanttevredenheid. Ook is goede service na de sales belangrijk voor het creëren van merktrouw
De uitkomst uit het klantentevredenheid onderzoek geeft weer nieuwe informatie voor de markt research en zo is de ‘Chain’ als het ware rond.
4.3.Micro-omgeving.
Als rechercheur kan ik mij in verschillende schakels van de Value Chain bevinden voor het bedrijf Cognitec. Als zij onderzoeken of de Nederlandse recherche tot hun markt behoort val ik onder de market research. Als zij gebruik willen maken van de database van de politie kan ik onder hun R&D, Sourcing of Production vallen.
Als ik als rechercheur camerabeelden laat onderzoeken om tot een goed strafdossier te komen en daarbij het bedrijf Cognitec inschakel, dan is het bedrijf Cognitec voor mijzelf onderdeel van de productie.
4.4.Verbanden en conclusie.
In het overzicht van de Cognitec is goed te zien dat de schakels niet los van elkaar zijn. De
grootte van de markt heeft bijvoorbeeld direct invloed op de marketingstrategie en de productie. Als tijdens de Sourcing blijkt dat de grondstoffen die vanuit R&D aanbevolen worden niet beschikbaar zijn, zal dit invloed hebben op de hele schakel. Kortom: hoewel er gesproken wordt van een Value Chain, staan de schakels niet los van elkaar en kunnen ze niet als zelfstandige schakels worden gezien, omdat de daarvoor te veel van elkaar afhankelijk zijn.
5.0 Diamond model van Micheal Porter.
5.1. Korte uitleg Diamond model.
Elk bedrijf heeft zijn thuisbasis in een bepaald land. Dr. Micheal Porter omschrijft zeven nationale factoren die van invloed kunnen zijn op internationaal succes.
1. Omstandigheden van het thuisland.
Denk hierbij aan:
– Welke kennis is er in een land beschikbaar?
– Hoe is de infrastructuur?
– Welke materiële en immateriële bronnen zijn er beschikbaar?
Nederland loopt bijvoorbeeld voorop op het gebied van waterbeheersing, door deze kennis is dit nu een bekend exportproduct.
2. In welke mate zijn er verwante, ondersteunende ondernemingen aanwezig in het thuisland.
Als er concurrerende bedrijven in een land aanwezig zijn stimuleert dit de innovatie, doordat bedrijven steeds een beter product moeten leveren dan de concurrent.
Verwante bedrijven kunnen de internationalisering vergroten door een plaats in de waardeketen in te nemen (zie §2.0).
3. De vraag in het thuisland.
Als de vraag in het thuisland groot is, vergroot dit de innovatie en de productie. Dit kan internationaal voordeel opleveren. De vraag hangt af van 1. de behoefte en wensen van de afnemers 2. (D)de grootte van de vraag 3. de mate waarin de afnemers van het thuisland vooroplopen op de internationale trends (innovators/ early adaptors)
4. Mate van strategie, structuur en rivaliteit.
Hoe organisaties gemanaged worden, verschilt per land. De structuur, de omgang van organisaties onderling en moraal verschillen zijn cultureel gebonden. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen deze factoren een positieve of negatieve bijdrage leveren aan internationalisering. (kennisbank ICTloket., 2016)
5. Overheid.
De mate waarin de overheid de nationale industrie ondersteunt is van groot belang. Overheden kunnen belastingvoordelen aan bedrijven aanbieden, de infrastructuur inrichten of subsidies verstrekken.
6. Kans.
Tenslotte speelt het element toeval ook een rol in de nationale industrie. Een bedrijf wat nu eenmaal als eerste het beste idee ontdekt start in zijn thuisland zonder economische voordelen. (Eelants, 23)
5.2. Waarom komt gezichtstechnologie voor het grootste deel uit Amerika?
Het bedrijf Cognitec bevindt zich in de technologische branche gespecialiseerd op het gebied van gezichtsherkenning. Hoewel het thuisland van Cognitec Duitsland is, wordt de meeste van deze technologie ontwikkeld in Amerika, door bedrijven zoals NEOTECH, Matlab en Facebook, Daarom wordt hieronder geanalyseerd waarom de meeste technologieën op het gebied van gezichtsherkenning ontwikkeld worden in Amerika.
1. Omstandigheden van het thuisland Amerika.
Al vanaf de Tweede Wereld Oorlog loopt Amerika voorop op het gebied van technologie. In de Tweede Wereld Oorlog ontvingen bedrijven subsidie (economische bronnen) van de overheid om nieuwe radartechnologie te ontwikkelen.
Na de Tweede Wereldoorlog begonnen deze technologische bedrijven zich steeds meer te verdiepen in de commerciële doeleinden van de technologie. Deze bedrijven werkten nauw samen met de Amerikaanse universiteiten (kennisbronnen). Amerika had hiermee de “first move advantage”.
Deze branche kreeg na 9/11 een tweede impuls. Door de overheid werd namelijk een budget vrijgemaakt voor “The war on terror.” Maar liefst 10.7 miljoen hiervan werd specifiek beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling en het aanschaffen van gezichtsherkennende-technologie. (Oosterveen, 2002)
Daarnaast kent Amerika een goede infrastructuur en een goed communicatienetwerk. Amerika heeft zelfs in de wet opgenomen dat elke Amerikaan recht heeft op toegang tot het internet.
2. In welke mate zijn er verwante, ondersteunende ondernemingen aanwezig in het thuisland.
Doordat er zoveel technologiebedrijven in Amerika gevestigd zijn, is er een grote markt ontstaan voor bedrijven die waarde kunnen leveren aan een technologiebedrijf. Denk hierbij aan distributiebedrijven, universiteiten, marketingbedrijven en laboratoria.
3. De vraag in het thuisland.
De overheid is in deze branche een grote afnemer. Daarnaast is Amerika een groot en een relatief welvarend land, dit stimuleert ook de vraag naar gezichtsherkenningsapplicaties in de commerciële sector. Commerciële bedrijven kunnen deze technologie bijvoorbeeld gebruiken voor hun eigen beveiliging. Door de grote vraag kunnen bedrijven op grote schaal produceren, dit levert schaalvoordelen op.
4. Mate van strategie, structuur en rivaliteit.
In Amerika zijn vele technologische bedrijven gevestigd. Met name rondom San Francisco in Silicon Valley. Dit stimuleert de onderlinge concurrentie en daardoor de innovatie.
De gemiddelde werkende Amerikaan werkt 30% procent meer dan de werkende Nederlander. Dit zou verklaard kunnen worden door de aanwezigheid van Vakbonden in Europa. Deze vakbonden gebruiken hun macht om invloed uit te oefenen op de overheid om arbeidstijden te reguleren. Amerika kent deze hoedanigheid van vakbonden niet. Je zou kunnen veronderstellen dat Amerika hierdoor in het voordeel is, omdat het meer arbeiderscapaciteit tot zijn beschikking heeft (Van der Weelde, 2014).
5. Overheid.
De Amerikaanse overheid is van oudsher liberaal (Bouwer, Aron, 2012). Door deze liberale politiek hebben bedrijven veel vrijheid in handelen. Daarnaast is de overheid een grote afnemer en commerciële bron op het gebied van gezichtsherkennende technologie.
6. Kans.
Omdat Amerika vooroploopt in de ontwikkeling van technologie, hebben Amerikaanse bedrijven ook de meeste kans om een product te produceren wat aanslaat in de markt.
Hoe tragisch ook, de aanslag op de Twin Towers heeft er voor gezorgd dat de technologische bedrijven de kans kregen om hun producten verder te ontwikkelen.
5.3.Conclusie:
In Amerika zijn veel technologische bedrijven gevestigd, waardoor de concurrentie hoog is. Door deze concurrentie zijn bedrijven genoodzaakt om innovatief te zijn. Door de liberale politiek in Amerika zijn bedrijven in staat om vrije keuzes te maken en groots te denken.
Doordat Amerika tijdens de Tweede Wereldoorlog investeerde in technologie, nam Amerika een voorsprong in de technologiebranche.
Al deze bovengenoemde punten dragen bij aan het feit dat Amerika koploper is op het gebied van gezicht herkennende technologie. Maar de impact van 9/11 heeft ervoor gezorgd dat de vraag naar gezichtsherkennende technologie zo enorm steeg dat Amerika nu hoofdleverancier is op het gebied van gezichtsherkennende technologie.
5.4.Micro-omgeving.
Dit heeft meer invloed in mijn micro-omgeving dan ik in eerste instantie dacht. Zo kom ik regelmatig in aanraking met deze van oorsprong Amerikaanse technologie als ik bijvoorbeeld door de douane ga op Schiphol, wordt waarschijnlijk ook mijn gezicht gescreend tijdens grote evenementen met een verhoogd veiligheidsrisico en herkent Facebook mijn gezicht op foto’s.
6.0
Vijf krachtenmodel van Porter.
6.1. Korte uitleg vijf krachtenmodel.
Het vijfkrachten model Dr. Porter is een externe analyse op Meso-niveau (Michels, 2013). De concurrentie wordt in een branche bepaald door 5 factoren, ook wel krachten genoemd namelijk:
1. Kracht van afnemers.
Afnemers hebben macht doordat zij kunnen bepalen waar zij een product kunnen kopen. Ook kunnen afnemers reviews schrijven of prijsstellingen/product aanpassingen bepalen door collectieve druk. Bijvoorbeeld: Als afnemers geen producten meer willen die op dierproeven getest zijn, dan zal een bedrijf hierop moeten reageren.
2. Concurrentie intensiteit.
De mate van de aanwezigheid van concurrerende bedrijven en hun strategie.
3. Kracht van de leveranciers.
Als er weinig leveranciers zijn is de macht van leveranciers groot. Krijgen leveranciers meer macht als zij hun producten in eigen beheer gaan uitgeven. Zo kunnen vluchten nu rechtstreeks bij een luchtvaartmaatschappij worden gekocht.
4. Kracht van nieuwe toetreders.
Deze kracht zegt iets over hoe gemakkelijk het is om toe te treden tot de markt. Bijvoorbeeld: het is gemakkelijker om een communicatieadviesbureau op te zetten dan een nieuw automerk te beginnen.
5. Bedreiging van substituten.
Dit zijn andere producten die in dezelfde behoeften voor zien.
Voor elk bedrijf en branche zullen deze krachten anders werken. Door deze krachten te analyseren ontstaat er een goed beeld over de mate van concurrentie en kan een bedrijf zijn strategie hierop aanpassen.
6.2. De 5 krachten op de markt van Amerika.
Als Cognitec de Amerikaanse markt zou willen betreden, zou het de vijf krachten in kaart kunnen brengen om de aantrekkelijkheid van de markt te analyseren.
1. De kracht van afnemers.
In Amerika zijn er veel bedrijven die gezichtsherkennende technologie aanbieden. Hierdoor hebben afnemers veel kracht. Afnemers kunnen namelijk kiezen tussen de verschillende bedrijven.
2. Concurrentie intensiteit.
Doordat de Amerikaanse overheid veel geld (10.7 miljoen) beschikbaar heeft gesteld voor de ontwikkeling van gezichtsherkennende technologie zijn veel bedrijven actief in de branche. Hierdoor is de concurrentie intensiteit groot in Amerika.
3. Kracht van de leveranciers.
Er zijn veel leveranciers in Amerika. Dit maakt de kracht van de leveranciers klein. Cognitec zal kunnen kiezen met welke leveranciers zij zaken willen doen.
4. Kracht van nieuwe toetreders.
Doordat er veel technologische bedrijven in Amerika gevestigd zijn (Bijvoorbeeld in Silicon Valley), is de kracht van nieuwe toetreders groot. Deze bedrijven bevinden zich al in de technologie branche, hierdoor is het voor hen gemakkelijker om ook producten te gaan ontwikkelingen die betrekkeing hebben op gezichtsherkennende technologie.
5. Bedreiging van substituten.
Doordat gezichtsherkennende technologie nog in zijn kinderschoenen staat zijn er weinig technologische substituten. Wel kan de technologie vervangen worden door personen. Binnen de Amerikaanse politie zijn bijvoorbeeld zogenaamde “spotters” opgeleid. Deze personen zijn erop getraind om personen uit menigte of camerabeelden te herkennen. Ook hierin loopt Amerika voorop. Amerika traint zelfs buschauffeurs om terroristen te kunnen ‘spotten’ (security.nl, 2006).
6.3. Conclusie.
Voor Cognitec is de Amerikaanse markt niet aantrekkelijk. Zoals in § 5.0 omschreven loopt Amerika voorop op het gebied van gezichtsherkennende technologie. Cognitec zou er beter aan doen om zich te richten op de Europese markt, ondanks dat de kracht van leveranciers groter is in Europa. Alle overige krachten zijn sterker aanwezig in Amerika dan in Europa.
Zo bestaat het gevaar dat technologiebedrijven zich gaan toeleggen op de gezichtsherkennende technologie. Hierdoor is de kracht van toetreders groter in Amerika. Ook is het aanbod in substituten groter in Amerika. Zo worden er meer mensen getraind in gezichtherkenning.
6.4. Micro-omgeving:
Doordat Cognitec zich richt op de Europese markt zal ik als rechercheur van de Nationale Politie eerder een potentiële klant zijn voor Cognitec dan de FBI in Amerika.
7.0 Bronvermelding en geciteerde werken.
abc4EU. (2016, 05 17). http://abc4eu.com. Opgehaald van http://www.abc4eu.com: http://abc4eu.com
adviesraad internationale vraagstukken. (2009, 09 25). aiv-advies. Opgehaald van aiv-advies: http://aiv-advies.nl/68j/publicaties/adviezen/demografische-veranderingen-en-ontwikkelingssamenwerking
Bouwer, Aron. (2012, 01 25). isgeschiedenis. Opgeroepen op 05 2016, 2016, van http://www.isgeschiedenis.nl: http://www.isgeschiedenis.nl/citaat-uit-het-nieuws/american_dream/
Cavusgil, S. T. (2014). International Business: The New Realities (Global Editon ed., Vol. third edition ). Boston: Pearson .
Centraal bureau van de statistiek . (2016, 05 17). Centraal Bureau voor de Statistiek. . Opgehaald van CBS: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatschappij/bevolking
Cognitec. (2016, 05 2016). Cognitec. Opgehaald van http://www.cognitec.nl: http://www.cognitec.com/files/layout/downloads/product-life-cycle-by-product.pdf
Cognitec. (2016, 05 2016). http://www.cognitec.com. Opgehaald van cognitec: http://www.cognitec.com
Cognitec. (2016, 05 17). http://www.cognitec.nl. Opgehaald van http://www.cognitec.nl: http://www.cognitec.com/research.html
De Nationale Politie. (2016, april 21). http://www.politie.nl/overdepolitie. Opgeroepen op april 21, 2016, van http://www.politie.nl: http://www.politie.nl
Eelants, M. (23, 06 2016). Diamant van Porter. Opgeroepen op 05 23, 2016, van marketingmodellen.com.: http://www.marketingmodellen.com/diamant-van-porter/
Gerven, P. (2010, 04 06). Bits en Chips. Opgeroepen op 05 23, 2016, van bits-chips.nl: http://www.bits-chips.nl/artikel/overheid-ondersteunt-sprong-naar-silicon-valley-1.html
Kennisbank ICTloket. (2016, 05 23). De diamant van Porter. Opgehaald van de diamant van Porter-ICT kennisbank: http://www.ictloket.nl/kennisbank/mkb-affiliate-marketing/marketingmodellen/de-diamant-van-porter/
Luyten, M. (2004, 12 4). Wie is er bang voor cultuur? Opgehaald van marcialuyten: https://marcialuyten.nl/2004/12/04/wie-is-er-bang-voor-cultuur-de-volkskrant-4-dec-2004/
Michels, W. (2013). Communicatie handboek. In W. Michel, Communicatie handboek (pp. 208-2010). Groningen: Noordhoff.
NPO3, a. t. (Producent), Laura van Hasselt, J. A.-M. (Auteur), & Hoffman, H. (Regisseur). (2005). De PC-revolutie. [Film].
nu.nl. (2004, 06 21). http://www.nu.nl. Opgeroepen op 05 25, 2016, van http://www.nu.nl: http://www.nu.nl/internet/344630/dvd-alweer-uit-in-amerika.html
Oosterveen, M. (2002, 04 16). tweakers. Opgeroepen op 05 26, 2016, van tweakers.com: http://tweakers.net/nieuws/21449/amerika-geeft-steeds-meer-uit-aan-gezichtsherkenning.html
rtlnieuws. (2014, 04 1). rtlnieuws.nl. Opgeroepen op 19 05, 2016, van rtl nieuws. : http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/hoeveel-criminaliteit-er-onder-marokkanen
security.nl. (2006, 02 22). security.nl. Opgeroepen op 06 1, 2016, van http://www.security.nl: https://www.security.nl/posting/12986/Buschauffeur+als+geheim+wapen+tegen+terroristen
Tamer Cavusgil, t. (2014). International Business. In S. Tamer Cavusgil, International business The New Realities (pp. 124-125). Boston: Pearson.
Trouw. (2012, 11 13). facebook en Yahoo werken samen aan nieuwe zoekmachine. Trouw.
Van der Weelde, J. (2014, 09 04). sargasso.nl. Opgeroepen op 05 2016, 25, van sargasso.nl: http://www.trouw.nl/tr/nl/5133/Media-technologie/article/detail/3350393/2012/11/19/Facebook-en-Yahoo-maken-gezamenlijke-zoekmachine.dhtm
Zuidervaart, B. (2014, 10 2). Sint-Maarten is zo corrupt dat Plasterk moet ingrijpen. Trouw.