���
Voorwoord
Dit verslag hebben we gemaakt naar aanleiding voor het moeten schrijven van een profielwerkstuk voor school. Het onderwerp dat we gekozen hebben namelijk: algenolie en dan vooral het verschil tussen algenolie en aardolie leek ons erg interessant. We kwamen op het idee om het hierover te houden omdat we op internet hadden gezocht naar leuke PWS onderwerpen waar een uitdaging inzat, waarbij we dit uiteindelijk gevonden hadden. Het onderwerp sprak ons ook aan omdat aardolie over heel de wereld bekend is en overal voor dezelfde problemen zorgt. Zoals voornamelijk het versterkt broeikaseffect.
We zijn erg milieubewust en willen altijd alles zelf onderzoeken, dus vroeger we ons af of er ook duurzamere alternatieve zijn voor aardolie. En ja dat is er namelijk, algenolie. Om de olie uit de algen te halen is er alleen veel geduld en voorbereiding nodig. Dat klonk ons als een uitdaging, die we daarom dus ook aangingen. Met behulp van Meneer van der Schaal en Meneer van Asperen die we bij deze ook graag willen bedanken voor hun hulp, zijn we uiteindelijk een heel eind gekomen.
Heel veel plezier met het lezen van ons verslag! ���
Inhoudsopgave
Inleiding 3
DEEL I Algen
Wat zijn algen? 5
Fotosynthese 5
Scenedesmus obliquus 7
Algenolie op grote schaal 8
Biobrandstof 9
Deel II Aardolie
Wat is aardolie? 10
Ontstaan van aardolie 10
Hoe wordt er naar olie geboord? 12
Geschiedenis van de aardolie winning 13
Aardolie in het milieu 14 Broeikaseffect 18
Deel III Experiment
Opstelling algenreactor 20
Algen kweken 22
– Toevoegen 22
– Afvoeren 23
– Condities 25
– Mengen 26
Stressen 28
���
Inleiding
Aardolie we hebben er allemaal wel van gehoord. Veel spullen ons heen zijn namelijk van aardolie gemaakt, bijvoorbeeld verschillende soorten brandstoffen zoals benzine waar een auto op rijdt of het rubber van je crocs. Aardolie is dus een heel belangrijke grondstof in onze maatschappij, onmisbaar zelfs. Maar aardolie heeft een heel groot nadeel. Het is namelijk enorm schadelijk voor onze planeet. Aardolie draagt bijvoorbeeld bij aan het versterkt broeikaseffect en aan de vervuiling van onze lucht, grond en water. Omdat aardolie zo vervuilend is wordt er hard gezocht naar oplossingen en alternatieven om minder afhankelijk te zijn van aardolie. Een van deze alternatieven is algenolie. Algenolie heeft verschillende vergelijkbare toepassingen als aardolie. Zo kan er van algenolie bio plastics en biodiesel worden gemaakt. Daarnaast is algenolie ook goedkoper te produceren dan aardolie en algenolie heeft nog ����n heel groot voordeel het is niet schadelijk voor onze planeet!. Sterker nog algen kunnen ons probleem met het versterkt broeikaseffect zelfs deels verhelpen.
Aardolie, we hebben er allemaal wel eens van gehoord. In het dagelijks leven kom je er ook vaak mee in aanraking, veel vaker dan dat je eigenlijk denkt, maar wat is aardolie eigenlijk? En misschien nog wel belangrijkere vraag: zijn er eigenlijk ook minder schadelijke oliesoorten dan aardolie?
: door de alg te overbelichten, door de alg te verhitte of door ervoor te zorgen dat de alg geen natriumwaterstofcarbonaat meer krijgt. De laatste manier zorgt ervoor dat de alg alleen nog olie kan vormen, omdat de natriumwaterstofcarbonaat nodig is om koolhydraten of vetten te maken.
Met de olie die de alg produceert kunnen bio-plastics, biodiesels of bio-ethanol worden gemaakt.
Algen hebben niet veel nodig om ergens te kunnen overleven, dat is ook de reden waarom ze ongeveer overal op aarde voorkomen. Het enige wat ze nodig hebben om te kunnen overleven is CO2, water, zonlicht en wat voedingsmiddelen zoals fosfaat, wat wel belangrijk is dat de zuurstof die ze produceren kan worden afgevoerd, omdat een te hoge concentratie zuurstof giftig is voor algen.
Olie heeft echter ook zijn voordelen. Zo is olie een van onze belangrijkste grondstoffen, omdat van olie veel verschillende soorten stoffen zoals plastics en brandstoffen kunnen worden gemaakt.
Zonder olie zouden we dus niet onze auto���s kunnen laten rijden of���..
Deel I
Algen���
Wat zijn Algen?
Algen of wieren is de verzamelnaam voor een aantal weinig verwante groepen van doorgaans relatief eenvoudige organismen, die lichtenergie via fotosynthese gebruiken om koolhydraten te verkrijgen.
Deze algen kan je onderverdelen in 2 soorten, namelijk de macro-algen en micro-algen. Onder de macro-algen vallen bijvoorbeeld wieren, dit zijn de meercellige organismen. In tegenstelling tot macro-algen zijn micro-algen ����ncellige organismen. Ook zijn de meeste algen foto-autotroof dit betekent dat de algen met behulp van zonlichtenergie in hun eigen voedselbehoefte kunnen voorzien. Dit gebeurt namelijk door middel van fotosynthese. Hierbij ontstaat als voedingsstof voor de algen glucose en als bijproduct wordt er zuurstof geproduceerd.
Er wordt geschat dat algen tussen de 73 en 87 procent van de zuurstof productie voor mensen en landdieren op hun rekening nemen. Dit klinkt heel mooi, hoe meer algen, hoe meer zuurstof, des te beter toch? Dit is niet zo, als er een overvloedige groei, ook wel algenbloei genoemd, plaats vindt, kan er in het milieu hypoxie optreden. Dit houdt in dat na het afsterven van de algen er een zuurstofgebrek komt waardoor andere organismen afsterven.
Fotosynthese
Fotosynthese is een heel belangrijk proces, als we het over planten en sommige bacteri��n hebben. Aangezien onze algen in het rijk ���planten��� vallen hebben we dus veel te maken met fotosynthese.
Fotosynthese is een proces waarin lichtenergie wordt gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten, zoals glucose. Het proces komt voor in planten en sommige bacteri��n. Op sommige bacteri��n na, gebruiken alle foto-synthetiserende organismen naast koolstofdioxide ook water om deze suikers te maken. Fotosynthese kan worden onderverdeeld in 2 soorten, namelijk in de soorten oxygene-en anoxygene fotosynthese.
Oxygene fotosynthese vindt plaats op een land-ecosysteem en in oppervlakte water, hierbij wordt tijdens de fotosynthese ook zuurstof geproduceerd.
Anoxygene fotosynthese vindt plaats in diepe wateren, hierbij wordt geen zuurstof gevormd. In diepe wateren (zoutwater) komt natuurlijk ook weinig tot geen zonlicht. De fotosynthese verloopt hier ook anders maar omdat we hier met onze algen niet mee te maken hebben, gaan we hier niet verder op in.
De fotosynthese verloopt nu als volgt: Allereerst wordt het licht opgenomen door chlorofyl. Chlorofyl of bladgroen is de groene bladkleurstof die voorkomt in de chloroplasten. Chloroplasten zijn in staat om de energie die in licht zit op te vangen en om te zetten in chemische energie. Met behulp van deze energie wordt water en koolstofdioxide omgezet in zuurstof en glucose. Alle algen produceren zuurstof en maken dus gebruik van de oxygene fotosynthese, ook zijn veel soorten autotroof. Dit houdt in dat deze soorten andere soorten niet nodig hebben voor het produceren van hun voedingstoffen.
Algen halen, omdat ze autotroof zijn, hun voedsel uitsluitend uit de fotosynthese. Bij dit proces wordt er met behulp van CO2, water en zonlicht: glucose en zuurstof geproduceerd.
De reactie die dan optreedt, is als volgt:
12 H2O + 6 CO2 + energie ��� C6H12O6 + 6 H2O + 6 O2
De glucose die vrijkomt kan de alg gebruiken als voedsel of het kan de glucose gebruiken voor de voortgezette assimilatie. De vorming van andere organische stoffen uit glucose noemen we voortgezette assimilatie. Bij de voortgezette assimilatie bij autotrofe organismen kunnen uit glucose: koolhydraten, eiwitten en vetten worden gevormd.
Scenedesmus
Scenedesmus obliquus
Scientific classification
Kingdom: Plantae
Division: Chlorophyta
Class: Chlorophyceae
Order: Chlorococcales
Family: Scenedesmaceae
Genus: Scenedesmus
Meyen, 1829
Scenedesmus obliquus
Onze alg is de Scenedesmus obliquus, dit is een micro alg. De Scenedesmus obliquus is een alg die gespecialiseerd is in het maken van olie. Dit betekent dat deze alg in vergelijking met andere algen relatief veel olie kan produceren. De alg groeit alleen in zoetwater maar komt wel over bijna heel de wereld voor.
De Scenedesmus obliquus bevat tijdens het kweken maar een paar procent aan olie. Pas als de alg gestrest wordt gaat deze veel olie produceren, tot wel 40 procent van zijn biomassa. Dit stressen kan op verschillende manieren, hierover later meer.
���
Algenolie op grote schaal
Om op grote schaal algenolie te kweken, bijvoorbeeld om heel Europa te voorzien van algenolie als een brandstof, is er ten eerste veel grond nodig. Volgens berekeningen van de universiteit van Wageningen is een opbrengst van 40.000 liter olie/ha/jaar realistisch. Dit betekent dat een oppervlakte van 10 miljoen hectare nodig is om heel Europa te voorzien, dit is even groot als Portugal.
Om dit te realiseren betekent het dat er een zeer grote begininvestering nodig is voor het bouwen van parken waar algen worden gekweekt en waar biodiesel wordt gemaakt, daarnaast moet er ook nieuwe infrastructuur worden aangelegd naar de algenparken. De begininvesteringen zijn dus erg hoog hier tegenover staat dat de kweek van algen zelf erg goedkoop is. Algen kunnen namelijk gewoon groeien in (zee)water en de benodigde nutri��nten kunnen gewoon worden gehaald uit afvalwater en mest. Voor de groei van zo���n grote hoeveelheid algen is ook veel CO2 nodig, ongeveer 1.3 miljard ton. Europa produceert zelf jaarlijks ongeveer 3.9 miljard ton CO2. Het enige probleem is dat de concentratie CO2 in de lucht te klein is om algen snel te laten groeien. CO2 zou dus moeten worden ge��soleerd uit de lucht. Dit kan doormiddel van naverbranding, voorverbranding of oxyfuelverbranding.
Naverbranding: Rookgassen die zijn geproduceerd bij de verbranding van een brandstof met lucht bevatten een kleine hoeveelheid CO2. Deze CO2 kan worden onttrokken aan de rookgassen door de rookgassen te injecteren in een samengeperst of gekoeld organisch oplosmiddel. Hierdoor wordt CO2 selectief geabsorbeerd. De CO2 kan later worden onttrokken door het oplosmiddel te verhitten of door de druk te verlagen.
Voorverbranding: Bij voorverbranding wordt de brandstof omgezet in een gas. Waarna deze wordt verwarmt waardoor er een gas ontstaat bestaande uit voornamelijk waterstof en CO2. Het CO2 kan hier makkelijk vanaf worden gescheiden.
Oxyfuelverbranding: Hierbij wordt zuivere zuurstof gebruikt om de brandstof te verbranden. Wat overblijft is een gasmengsel bestaande uit waterdamp en CO2. Het nadeel hiervan is om aan zuiver zuurstof te komen, omdat zuurstof moeilijk van lucht te scheiden is.
Biobrandstof
Biobrandstof is een brandstof die wordt gemaakt uit een biomassa. Algenolie is ook een vorm van een biobrandstof. Om van algenolie een biobrandstof te maken moet er een heel proces doorlopen worden. Eerst moeten er uit de algen lipiden worden gehaald. Hoe meer lipiden de algen bevat hoe meer olie er uit deze algen gewonnen kunnen worden. Daarna moeten de lipiden uit de algen worden ge��xtraheerd zodat deze kunnen worden omgezet in methylester (biodiesel). Dit kan gedaan worden door transesterificatie, ook wel omestering te laten plaats vinden. Dit proces houdt in dat de alkylgroep van een ester vervangen wordt een die van een alcohol.
Er wordt ook vaak een katalysator aan deze reactie toegevoegd zodat de activeringsenergie verlaagd wordt en de reactie dus sneller kan verlopen. Meestal worden hier als katalysatoren de stoffen natrium-of kaliumzouten gebruikt. De alcohol groep die hierbij vrij komt wordt dan als een oplosmiddel gebruikt.
Om dus van plantaardige olie (algenolie) naar een biodiesel te gaan moet er dus omestering plaats vinden.
Biobrandstof uit algen (ook wel algendiesel) is een vorm van biobrandstof die uit gekweekte algen gewonnen wordt. Deze algendiesel wordt beschouwd als de derde generatie biobrandstof. 3e generatie biobrandstof is een brandstof die gehaald wordt uit producten die niet concurreren als een voedselsoort en deze producten hebben ook relatief weinig landbouw grond nodig om geproduceerd te worden. 2e generatie biobrandstof wordt gemaakt van afvalstoffen zoals bijvoorbeeld frituurvet. 1e generatie biobrandstof wordt gemaakt van producten die concurreren met het gebruik van dat product als voedsel zoals maisolie en sojaolie. Ook hebben deze producten relatief veel landbouw grond nodig om gekweekt te kunnen worden.
Een nadeel van het produceren van algendiesel is, is dat het erg duur is vergeleken met andere energiebronnen. Er is ongeveer 5000 dollar nodig om 1 ton algendiesel te produceren. Daarnaast is het kweken van algen zeer arbeidsintensief en ook is er veel onderhoud aan de installaties nodig.
Algenolie mag dan wel CO2-netraal zijn het kan nog steeds net zo schadelijk voor de menselijke gezondheid zijn als het gebruik van diesel als brandstof. Dit komt omdat bij de verbranding van algenolie ook stoffen als fijnstof en stikstofoxiden vrijkomen.
Deel II
Aardolie���
Wat is aardolie?
Aardolie, ruwe olie of petroleum is een brandbare vloeistof bestaande uit een mengsel van koolwaterstoffen (zijn organisch chemische verbindingen van uitsluitend waterstof-en koolstofatomen) dat is ontstaan uit organische resten. Als je spreekt van organische resten moet je denken aan alle stoffen die leven of hebben geleefd, zoals bacteri��n of planten.
Aardolie heeft, omdat het op veel verschillende plaatsen op aarde voorkomt waar de grond andere samenstellingen heeft, niet ����n specifieke molecuulformule. We kunnen over de samenstelling van aardolie zeggen dat het voor het grootste gedeelte bestaat uit koolstof atomen. In de tabel hier onder is aangegeven hoeveel massapercentages van een stof in aardolie voorkomt.
Element
Massapercentage
koolstof
80-87%
waterstof
10-14%
stikstof
0,2-3%
zuurstof
0,05-1,5%
zwavel
0,05-6%
Ontstaan van aardolie
De aardolie welke we nu uit de grond halen is al miljoenen jaren geleden gevormd. Het proces van de vorming van aardolie begon allemaal in zee. In de zee leeft plankton. Plankton is essentieel voor de vorming van aardolie. Wanneer de plankton dood ging zakte het naar de bodem. Na een tijd ontstond er een dikke laag met dood plankton. Bovenop de laag met dood plankton kwam vervolgens zand en klei te liggen wat zich in de loop der tijd ophoopte tot een enorme ondoorlatende laag. Deze kleilaag was zo zwaar dat het druk uitoefende op de laag met plankton. De laag met plankton noemen we ook wel kerogeen bevattend sediment. Deze druk mocht echter niet te hoog worden anders zou de laag met plankton wegrotten en kon er dus geen olie gevormd worden.
���
Er zijn 4 eisen voor de vorming van aardolie namelijk:
1.De grondstof voor aardolie is plankton. Er moet dus voldoende plankton aanwezig zijn.
2. Er moet een dalingsgebied zijn. Sedimentatie moet in evenwicht zijn met de daling anders krijg je verlanding of de zee wordt te diep.
3.Er moet een afsluitende laag zitten, omdat het gas of de olie anders in de atmosfeer ontsnapt. Meestal is deze afsluitende laag gemaakt van klei of leisteen.
4. Kan alleen gevormd worden in een zout ondiep milieu. Dus in (ondiepe!) zee��n.
Plankton kan dus alleen tot olie omgevormd worden als alle factoren ideaal zijn. Zo moet de temperatuur tussen de 60 en 120 graden Celsius liggen. Deze temperatuur wordt alleen bereikt als de sedimentatie met plankton op een diepte van tussen de 1 tot 1.5 kilometer diepte ligt. Als er aan deze voorwaarden voldaan is kan de plankton uiteindelijk worden omgezet naar aardolie, dit gebeurt doordat de organische resten onder deze omstandigheden worden afgebroken tot koolwaterstoffen. Uit onderzoek blijkt dat vooral de vetten tot oliemoleculen worden omgevormd.
Naast aardolie wordt er ook heel vaak aardgas gevonden, aardgas wordt op dezelfde manier gevormd als aardolie alleen bij een hogere temperatuur. Indien de temperatuur dus veel hoger wordt dan de maximale 120 graden, voor het ontstaan van aardolie, ontstaat er dus aardgas. Overal waar aardgas gevonden wordt is dus ook aardolie aanwezig. Andersom hoeft dus dit niet te zijn! Aardgas is namelijk een bijproduct en hoeft dus niet gevormd te worden.
De olie kan nog niet gewonnen worden als het nog in de laag zit waar het is gevormd, daarvoor moet het eerst terechtkomen in een laag waarbij dat wel kan, deze laag heet het zogenaamde ���reservoirgesteente���.
De olie komt alleen in het reservoirgesteente terecht als het onder invloed van een sterke opwaartse druk vanuit het gesteente waarin het is ontstaan omhoog sijpelt.
Als de olie tijdens dat proces geen barri��res tegenkomt kan het uiteindelijk ook het oppervlakte bereiken. Als de olie wel lagen tegen komt die barri��res vormen, zoals lagen zandsteen of poreuze kalksteen dan gaat het zich hierin ophopen. Voorwaarde hiervoor wel is dat er een ondoordringbare laag is waardoor het niet alsnog weg kan lopen. De olie kan zich nu gaan ophopen in spleten en geplooide delen. Na verloop van tijd ontstaat, door middel van de olie die op de wanden drukt, een soort van ondergrondse koepel. Als dit gebeurd is, is het economisch gezien een winbare situatie van oliewinning.
���
Hoe wordt er naar olie geboord?
Voordat er ergens naar olie kan worden geboord, moet er eerst bodemonderzoek worden gedaan. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door middel van seismisch
bodemonderzoek. Met dit type onderzoek worden er kunstmatige trilling opgewekt doormiddel van een klap of explosie. Door de klap of explosie ontstaan er geluidsgolven die door de aardlagen worden doorgegeven. Deze geluidsgolven worden alleen niet in een rechte lijn doorgegeven. De geluidsgolven worden door veranderingen in de bodemsamenstelling teruggekaatst, omgebogen of verdeeld in meerdere zwakkere golven. De geluidsgolven worden opgevangen door geofoons.
waarna ze worden geanalyseerd. Hierdoor kunnen dwarsdoorsnedes van de bodem worden gemaakt. Van deze dwarsdoorsnedes kan een 3D beeld worden gemaakt. Seismisch bodemonderzoek wordt alleen nog gedaan op zee, omdat de bodem van het land al volledig in kaart is gebracht.
Indien het bodemonderzoek positief uitvalt, kunnen er proefboringen plaatsvinden. Op de plek waar men olie verwacht wordt een boortoren geplaatst. Op de plek waar geboord wordt is naast aardolie ook meestal nog aardgas aanwezig. Vanaf de boortoren gaan boorbuizen de grond in. Als deze boren de laag hebben aangetroffen waarin aardolie of aardgas zit, kan het aardgas dat vrijkomt via de boorkop naar boven worden getransporteerd waarna men berekend hoeveel olie er per dag omhoog kan worden gepompt. Als er per dag genoeg olie omhoog kan worden gepompt, worden er in de omgeving nog meerder proefboringen gedaan om te kijken wat de omvang is van het olieveld.
���
Geschiedenis van de aardoliewinning
Aardolie wordt al sinds de oudheid gebruikt voor onder andere lampenolie. Deze olie werd uit natuurlijke bronnen gehaald waarbij de olie aan het aardoppervlakte omhoog kwam borrelen.
In 340 na christus werden er al boorputten gemaakt door Chinezen, die soms wel een diepte hadden van ruim 200 meter.
In 1858 werd er voor het eerst op grote schaal olie omhoog gepompt in Oil Springs, Ontario in Canada.
Dit gebeurde door middel van de zogenoemde ���Ja-knikkers��� dit waren oliepompen die door middel van het heen en weer bewegen, diep onder de grond druk veroorzaakte en zo de olie er als een soort van vacu��m uitzogen.
Rond 1900 steeg de vraag naar olie gigantisch door de opkomst van de auto. Hierdoor was er meer behoefte naar olie. Voor 1900 werd olie alleen nog maar gebruikt als lampenolie of als smeermiddel maar door de ontdekking van het thermisch kraken kon er beter worden voorzien in de vraag naar olie. Thermisch kraken is een techniek waarbij uit de ruwe aardolie producten zoals benzine en diesel kunnen worden gevormd. Dit wordt gedaan door de olie in zuurstofloze omstandigheden te verhitten.
Hierbij laten de koolstof-koolstof bindingen los, waardoor er kleinere moleculen ontstaan. Toen de vraag naar olie steeds maar groter werd, was er weer behoefte naar nieuwe bronnen, dus begon de zoektocht naar grote oliebronnen, waarbij de olie relatief makkelijk gewonnen zou kunnen worden. Die zoektocht wierp zijn vruchten af want in de twintigste eeuw werden er in Iran en Saoedi-Arabi�� grote voorraden olie gevonden, waarna de oliewinning naar het Midden-Oosten verschoof. Het grootste olieveld ter wereld, het Ghawarveld, ligt in Saoedi-Arabi�� dat in 1948 werd ontdekt. Tussen 1948 en 2000 kwam ongeveer 60% tot 65% van de totale hoeveelheid geproduceerde olie van het Ghawarveld vandaan. Het Ghawarveld produceert ongeveer vijf miljoen vaten olie per dag. Dit is ongeveer 794.950.000 liter per dag. Het Ghawarveld heeft met de huidige olieprijs dan ongeveer een omzet van
230.565.000 dollar, dit is ongeveer 200 miljoen euro per dag!
Aardolie in het milieu
E��n van de redenen waarom aardolie slechter voor het milieu is dan algenolie is omdat algenolie actief in de koolstofkringloop zit en aardolie niet. De koolstofkringloop beschrijft hoe alle processen met het element koolstof circuleren op aarde. De reden waarom aardolie niet actief is in de koolstofkringloop is, omdat aardolie miljoenen jaren gelden is gevormd. Dus als aardolie wordt verbrand komt er extra CO2 in de atmosfeer terecht. Algenolie zit wel actief in de koolstofkringloop omdat algen op een veel kortere termijn de CO2 hebben op genomen. Hierdoor is algenolie beter voor het milieu, omdat bij de verbranding van algenolie, dus geen ���extra��� CO2 vrijkomt in de atmosfeer. Algenolie draagt dus niet bij aan het versterkte broeikaseffect, terwijl aardolie dat wel doet.
De verbranding van aardolie is dus slecht voor het milieu, daarnaast zijn de boringen naar aardolie en het transport hiervan eveneens schadelijk voor het milieu.
Het boren naar olie heeft grote gevolgen voor de natuur, zowel de lokale fauna als het lokale landschap lijden onder de boringen en daarnaast vindt er ook water- en luchtvervuiling plaats.
Bij het boren naar olie wordt er een techniek genaamd hydraulisch breken gebruikt. Bij hydraulisch breken wordt er water en chemicali��n onder druk in een boorput gespoten waardoor de grond breekt en er olie vrijkomt. Dit mengsel van water en chemicali��n kan makkelijk weglopen in het bodemwater en het op die manier vervuilen.
Ten tweede heeft het boren naar olie grote nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit, omdat bij het boren stikstofoxiden en zwaveloxiden vrijkomen. Deze stoffen zijn slecht voor de gezondheid van mens en dier en kunnen daarnaast ook nog eens zure regen veroorzaken.
Ook komt bij het boren veel fijne stofdeeltjes vrij die ernstige gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken zoals longkanker. Daarnaast komen er veel schadelijke stoffen vrij bij zogenaamde ���flare-offs���. Hierbij wordt natuurlijk brandbaar gas, dat vrijkomt bij het omhoog halen van olie afgefakkeld. Het gaat hierbij vaak om methaan, ethaan of propaan. Affakkelen gebeurd om de gasdruk bij het boren te controleren, zodat er geen overdruk ontstaat.
Affakkelen gebeurt vaak op plekken waar geen infrastructuur is voor het vervoeren van het gas. Andere reden om af te fakkelen zijn bijvoorbeeld een overschot van gas op de markt.
���Flare-offs��� hebben grote gevolgen voor milieu en gezondheid. Bij ���flare-offs��� kunnen schadelijke stoffen vrijkomen zoals methaan en andere vluchtige organische stoffen, wat erg slecht is voor het broeikaseffect, methaan is namelijk 25 keer zo veel schadelijker dan CO2. Daarnaast duurt het tien jaar voordat vluchtige organische stoffen zoals methaan worden afgebroken door de natuur. In de natuur worden ze afgebroken onder invloed van uv-straling waarbij ozon vrijkomt wat slecht is voor de plantengroei en de gezondheid.
Naast het vrijkomen van vluchtige organische stoffen komt er ook zwaveldioxide vrij, een stof die astma en longoedeem kan veroorzaken. Bij longoedeem raken de bloedvaatjes in de longen beschadigd waardoor de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen wordt bemoeilijkt. Ook kunnen er aromatische koolwaterstoffen vrijkomen zoals benzeen en benzopyreen, stoffen die kankerverwekkend zijn.
Aan het eind van 2011 was er ongeveer 150 miljard kubieke meter aan aardgas afgefakkeld, dit is ongeveer 30% van de totale jaarlijkse aardgas consumptie van de gehele Europese Unie. Deze hoeveelheid aardgas heeft ongeveer een waarde van 28.500.000.000 euro.
Het boren naar olie heeft ook grote gevolgen voor de fauna, omdat de schadelijke stoffen die vrijkomen in de lucht en het drinkwater terecht komen. Deze zijn erg schadelijk voor dieren, planten en mensen.
Hiernaast wordt er ook veel geluid en licht geproduceerd door de boorinstallaties waardoor de lokale fauna gedwongen wordt om zich te verplaatsen naar andere gebieden. Hierdoor wordt het landschap om een boorinstallatie heen compleet verwoest, doordat planten door de schadelijke stoffen in de grond afsterven en de dieren naar andere gebieden vertrekken, een voorbeeld hiervan is de Niger-Delta.
Bij het transport van olie kan er in het milieu ook olie terecht. Dat komt bijvoorbeeld doordat olietankers op zee hun tanks schoon spoelen of ze lozen vervuilt ballastwater. Ook worden er op boorplatforms oliehoudende boorspoelingen in zee geloosd, zoals productiewater. In productiewater zit olie, zware metalen en PAK���s.
PAK���s zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen. PAK���s ontstaan door ongecontroleerde rook- en droogprocessen. Als de PAK���s in het lichaam komen wordt het grootste gedeelte van de PAK���s onschadelijk gemaakt door enzymen waarna de PAK���s worden uitgescheiden via de urine en ontlasting. Een belangrijke stap in het onschadelijk maken van de PAK���s is de epoxidatie, hierbij wordt een zuurstofatoom in het molecuul gebonden. Alleen bij een klein gedeelte van PAK���s gebeurdt dit twee keer waardoor diolepoxiden ontstaan, deze stoffen zijn erg reactief. Deze diolepoxiden maken PAK���s zo gevaarlijk want deze kunnen namelijk bindingen aangaan met het DNA waardoor er kanker kan ontstaan.
Er gebeuren soms ook ongelukken met olietankers hierdoor kan er een hoop olie zo in zee inlopen, om dit deels tegen te gaan mogen er sinds 2010 geen enkelwandige olietankers meer varen. Gelukkig zorgen ongelukken met olietankers maar voor een fractie van de in zee geloosde olie hoeveelheid. Als de olie in de zee terecht komt heeft dit nare gevolgen voor bijvoorbeeld de vogels die in dat gebied leven, de olie maakt namelijk het verenpak van de vogels kapot waardoor ze onderkoelt raken en uiteindelijk dood gaan.
In tegenstelling tot aardolie is algenolie niet schadelijk voor het milieu, omdat algenolie namelijk actief in de koolstofkringloop zit. Hierdoor draagt het niet bij aan een versterkt broeikaseffect. Uit algenolie kan biodiesel worden gemaakt. Biodiesel wordt gemaakt uit algen die veel lipiden (vetten) kunnen aanmaken. Een hectare algen kan ongeveer vijftien tot twintig ton biodiesel per jaar produceren. Het Amerikaanse Ministerie van Energie heeft uitgerekend dat de VS een algenveld van ongeveer 24.140 km2 nodig heeft om het hele land op biodiesel te laten draaien. Dit is een lap grond ongeveer ter grote van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht, Flevoland, Noord-Brabant, Limburg en Gelderland bij elkaar.
Broeikaseffect
Het broeikaseffect is het proces waarbij de warmtestraling van de zon wordt ���opgesloten��� in onze atmosfeer. Door de broeikasgassen wordt er als het ware een deken om de aarde heen gelegd. Dit deken zorgt ervoor dat er wel warmte in komt maar deze warmte er weer een stuk moeilijker uit kan komen. Dit komt doordat het deken van de broeikasgassen de warmtestraling als deze probeert terug het heelal in te gaan tegenhoudt en weer terug kaatst richting het aardoppervlak.
Het bekendste broeikasgas is: koolstofdioxide ook wel CO2. Dit broeikasgas komt vrij als er een stof waarin koolstof zit afgebroken wordt. Aangezien koolstof bijna overal inzit is de vorming van CO2 dus enorm. Het grootste deel van de CO2 afgifte komt door de verbranding van fossiele brandstoffen en dan met name van aardolie en aardgas. Dit komt zoals in eerder al beschreven was doordat aardolie (en ook aardgas) niet meer in de actieve koolstofkring zitten. Hierdoor komt er dus veelste veel CO2 als een deken om de aarde heen te liggen. Dit noemen we het versterkt broeikaseffect omdat door toedoen van de mens het broeikaseffect, door middel van de verbranding van onder andere aardolie, versterkt wordt. Doordat de warmtestraling niet meer goed kan ontsnappen stijgt de temperatuur op aarde. Dit resulteert erin dat de poolkappen en de permafrost smelten. Permafrost is de bevroren grond in het poolgebied waarin veel koolstof opgeslagen zit. Namelijk wel 1500 miljard ton, als deze grond smelt kan ongeveer 5%-15% van de koolstof worden omgezet in CO2 of methaan. Nog meer CO2 in de lucht resulteert dus in een nog hogere temperatuur op aarde. Het versterkt broeikaseffect is dus een voorbeeld van positieve terugkoppeling.
Om te zorgen dat de temperatuur op aarde niet te veel stijgt moet er dus gezorgd worden dat het versterkt broeikaseffect niet nog erger wordt. Dit kan op meerdere manieren, een daarvan is het overstappen van aardolie naar andere olie soorten die wel actief in de koolstofkring zitten en dus niet meehelpen aan het versterkt broeikaseffect. Een voorbeeld hiervan is algenolie, algenolie is een oliesoort wat ongeveer dezelfde eigenschappen heeft als aardolie maar wel in de actieve koolstofkringloop zit.
Deel III
Experiment���
Opstelling Algenreactor
Benodigdheden:
– 3x 2 liter plastic flessen
– 1x 0.5 liter plastic fles
– 3 meter aan slangetjes met een doorsnede van ongeveer 0.5 cm
– 1 grote doorzichtige algenreactor, formaat hangt af aan de hoeveelheid algen dat je wilt kweken, wij hebben gekozen voor een doorzichtige plantenvaas.
– POKON�� (plantenvoeding voor in een waterige omgeving)
– Algen
– 300 gram suiker
– 3 zakjes gist (7 gram)
– 3 liter warm water
– 0.4 liter koud water
– 4 liter lauw water (tussen de 30 en 40 graden)
– Kit spuit/ afplak spullen (waterproof)
– Een boor (gaatjes ongeveer 0.5 cm doorsnede)
– Afplak folie
– Klein gewichtje ongeveer 20 gram
– Weegschaal
– Trechter (is wel handig!)
– Maatbeker
Werkwijze:
We hebben de 3 2-liter flessen geleegd en ervoor zorgt dat de dop goed droog was. In alle 3 de flesdoppen hebben we nu met de boor een gaatje geboord met een doorsnede van ongeveer 0.5 cm. Ook hebben we er voor gezorgd dat het gat netjes recht geboord was en er geen rare uitstekels aanzaten. Toen pakten we een stukje slang van ongeveer 50 cm. Hiervan knipten we ����n uiteinde schuin af zodat de opening hier wat groter was en je deze kant gemakkelijk door de gaatjes van de doppen kon steken. We zorgden er ook goed voor dat deze kant van de slang ongeveer 3 centimeter door de dop heen zat. We hebben dit met alle flessen gedaan zodat we nu 3 flessen hadden waarin een gaatje in de dop zat met daaraan een slang van ongeveer 50 centimeter.
Vervolgens pakten we nu de 0.5 liter fles en ook bij deze hebben we er weer voor gezorgd dat deze leeg was en de dop goed droog was. In deze dop hebben we vervolgens 4 gaatjes geboord, ook hier moesten we er weer goed opletten dat de gaatjes netjes recht geboord waren en er geen rare uitsteeksels aanzaten. We staken nu de 3 slangetjes, die van de 2-liter flessen kwamen, door de dop heen. Hierbij hadden we er opgelet dat de slangetjes ongeveer 10 cm door de dop heen kwamen. Vervolgens pakten we nu een ander stukje slang met een lengte van ongeveer 1 meter. Van deze slang knipten we ook weer 1 kant schuin af en deze stopten we door het laatste gaatje van de 0.5 liter fles, ook deze keer staken we de slang weer ongeveer 5 cm door de dop heen. Daarna maakten we met de kit alle gaatjes in de doppen goed dicht. Vervolgens hadden we de doppen helemaal luchtdicht gemaakt maar er nog wel voor gezorgd dat ze open konden gaan. We wachtten nu ongeveer 1 dag totdat de kit goed opgedroogd was de gaatjes nu water en lucht dicht waren.
Nu alle voorbereidingen getroffen waren, konden we onze eigen algenkweek reactor in werking laten treden. We vulden de 3 2-liter flessen voor ongeveer de helft met warm water. Hierbij deden we 100 gram suiker. We lieten de suiker eerst goed oplossen in het water. Nadat we dit bij alle grote flessen gedaan hadden deden we de gist (per fles 7 gram) erbij. Nadat we dit erbij gedaan hadden, hadden we de dop er goed opgedraaid. In de 0.5 liter fles deden we nu ongeveer 0.4 liter koud water. Toen we dit gedaan hadden hebben we ook hier de dop er weer goed opgedraaid en ervoor gezorgd dat de slangetjes goed in het water zaten en er geen rare knikken in de slangetjes zaten. Hier hebben we extra goed opgelet want anders kan de druk in de flessen te hoog worden en kunnen deze exploderen. Om deze rede hebben we ook geen glazen flessen gebruikt!
De grote vaas, de zogenaamde algenkweek reactor, vulden we met ongeveer 4 liter lauw water. Hier deden we daarna ook de algen bij en we voegden er wat POKON�� aan toe. Op het flesje POKON�� stond hoeveel milliliter per tijdsbestek per hoeveelheid we moesten toevoegen. Het laatste slangetje die uit de 0.5 liter fles kwam die met een lengte van ongeveer 1 meter stopten we in de vaas ook wel de kweekreactor. Aan het uiteinde maakten we toen een gewichtje vast zodat het slangetje mooi op de bodem bleef liggen. De bovenkant van de vaas hadden we nu bedekt met afdekfolie dit moest niet lucht dicht zijn omdat de zuurstof nog wel moet kunnen ontsnappen uit de reactor want een teveel aan zuurstof is niet goed voor de algen. Toen we dit alles gedaan hadden, hebben we ongeveer 30 minuten gewacht totdat de CO2 belletjes vrolijk door onze algenreactor heen borrelden.
Algen kweken
Als je de algenopstelling hebt gemaakt zoals hierboven weergeven is, zijn er een paar dingen waar je op moet letten om echt algen te kunnen laten groeien.
Toevoegen
o Licht: Wordt toegevoegd door middel van zonlicht
o CO2: Wordt toegevoegd door middel van onze CO2 reactor
o Nutri��nten: Wordt toegevoegd door middel van POKON
Afvoeren
o O2
Condities
o Temperatuur
o pH
Mengen
De reactor die wij gemaakt hebben wordt ook wel een foto-bio-reactor genoemd. Deze naam is best logisch omdat met de ���foto��� het zonlicht wordt bedoeld. Dit is nodig om de algen te laten groeien. Met het woord ���bio��� wordt bedoeld dat het een reactor is waarin biologische organismen worden gevormd.
Toevoegen
Naast het toevoegen van zonlicht is ook het toevoegen van CO2 erg belangrijk omdat planten door middel van fotosynthese CO2 kunnen omzetten naar zuurstof (O2).
Om dus genoeg CO2 bij de algen te laten komen hebben we een CO2 reactor gemaakt. In de lucht zit natuurlijk ook CO2 maar dit is niet veel, ongeveer 0.04% dit percentage ligt natuurlijk een stuk hoger als je het CO2 gehalte in een gebouw meet maar dit is niet voldoende om onze algen van genoeg CO2 te voorzien, daarom voegen we doormiddel van onze CO2 reactor CO2 toe, dat we vanaf de bodem naar boven laten borrelen zodat de algen zoveel mogelijk CO2 kunnen opnemen.
De volgende reactie zorgt ervoor dat er CO2 gevormd wordt:
C6H12O6 + gist ��� 2 C2H5OH + 2 CO2
Deze reactie laten wij anaerobe verlopen dit betekent dat er geen zuurstof aan te pas komt. De gevormde CO2 komt door middel van de slangetjes vanuit de 2-liter flessen in de 0.5 liter fles terecht waar alleen water in zit. Dit hebben we gedaan zodat er bij het eventueel meekomen van gistdampen, deze dan niet gaan groeien in onze algenreactor, maar dat ze eruit gefilterd worden door het water. CO2 is een gas en een gas wil altijd opstijgen. Er komt door de vorming van CO2 een lichte druk op de flessen te staan waardoor de CO2 door de slangetjes heen geperst wordt naar onze algenreactor. De algen kunnen nu de CO2, die zich in het water verspreid hebben, opnemen. Al het CO2 welke niet wordt opgenomen, verdwijnt gewoon weer in de lucht.
Alleen CO2 en licht is natuurlijk niet genoeg. Net zoals mensen hebben algen ook extra voedingsstoffen nodig om goed te kunnen groeien en om gezond te blijven, daarom voegen we nutri��nten toe. Een nutri��nt, ook wel voedingsstof genoemd, is een natuurlijk bestanddeel dat essentieel is voor de groei en ontwikkeling van een organisme. Normaal gesproken kunnen algen deze nutri��nten uit het grondwater halen, wij kweken ze in een reactor waar kraanwater in zit. Dit betekent dat er niet voldoende nutri��nten in het water zitten en deze dus toegevoegd moeten worden om de groei zo goed mogelijk te stimuleren. De nutri��nten voegen we toe door om de week 10 ml POKON�� toe te voegen.
POKON�� is een vloeibaar plantenvoedsel waar onder andere de stoffen Fosfor (P), Kalium (K) en stikstof (N) in zitten. De letters achter de stoffen zijn de letters waarmee die stoffen worden aangegeven in het periodiek systeem der elementen. POKON�� is dus een afkorting van de stoffen die in deze vloeistof zitten
Afvoeren
Het is belangrijk dat er genoeg openingen zijn aan de bovenzijde van een algenreactor. Dit is belangrijk omdat de zuurstof, ook wel O2 genoemd, moet kunnen worden weggevoerd omdat zuurstof in een te hoge dosis giftig is voor de algen. De zuurstof wordt geproduceerd tijdens de fotosynthese. De algen kunnen door middel van fotosynthese zuurstof produceren, die wij als mensen weer kunnen inademen, voor alle planten en de algen zelf is deze stof zeer giftig, dus is het belangrijk dat dit gas kan ontsnappen en zich niet gaat ophopen in de reactor. De openingen moeten niet te groot zijn anders kan het water waarin je de algen kweekt door de zon worden omgezet in waterdamp en verlies je water. Dit ga je dus tegen, door er een laagje folie met gaatjes aan de bovenkant van de reactor te plakken.
Condities
Er zijn 2 belangrijke condities die nauwlettend in de gaten gehouden moeten worden. Dit zijn de temperatuur en de pH-waarde.
De temperatuur is belangrijk omdat de enzymen bij een hogere temperatuur meer doen dan bij een lagere temperatuur. Enzymen zijn stofjes in de cellen die reacties mogelijk maken of versnellen. Het is natuurlijk niet zo dat er door de enzymen niks gedaan wordt bij bijvoorbeeld een temperatuur van 10 graden, bij een temperatuur van bijvoorbeeld 50 graden werken de enzymen sneller waardoor een bepaalde reactie sneller verloopt. Als je de maximale temperatuur overschrijdt gaat het enzym kapot en doet deze niks meer.
De optimum temperatuur is de temperatuur waarop de enzymen het beste werken en de meeste enzymen nog niet kapot zijn. Het is dus erg belangrijk om de optimum temperatuur te vinden en hier zo goed mogelijk naar de streven.
De pH- waarde ook wel de zuurtegraad geeft aan hoe zuur (of basisch) een stof is. De zuurtegraad loopt van 1-14 waarbij een pH van ongeveer 7 neutraal is. Als je onder de 7 komt is je stof zuur en daarboven is de stof basisch. Ook de pH kan de groeisnelheid en de werking van de enzymen be��nvloeden. Probeer deze dus altijd zo goed mogelijk neutraal te houden. De pH kan gemeten worden met een pH meter of pH papier.
Figuur 18: PH papier
De pH kan je zelf ook regelen. Door het CO2 welke wordt toegevoegd door de CO2 ��� reactor wordt de pH in de algenreactor ook iets zuurder. Je kan dit oplossen door een basische stof zoals ammoniak toe te voegen. Ook de POKON�� is licht basisch dus dit heft het zuur wat door de CO2 wordt gevormd alweer een beetje op.
Mengen
Het is erg belangrijk om het water goed in beweging te houden omdat anders de algen op de bodem blijven liggen. Als dit te lang duurt, kunnen de algen die in het midden liggen onder een hoop andere algen, nauwelijks tot geen zonlicht meer krijgen en kunnen hierdoor niet groeien en uiteindelijk geen olie produceren. Door de algen goed met het water te ���mengen��� blijven de algen in de reactor circuleren en kunnen alle algen evenveel zonlicht krijgen en zo beter groeien. Door middel van de CO2 ���pomp��� komt het water al een beetje in beweging, doordat de CO2 belletjes opstijgen en zo het water rond laten gaan. Dit alleen zal op den duur niet genoeg zijn, omdat de ���pomp��� niet sterk genoeg is en de algen op den duur naar de bodem zinken. Het is handig dat er ����n keer in de zoveel tijd even door de reactor heen wordt geroerd of dat deze op een trilplaat staat die om de zoveel tijd de reactor even beweegt en zo ook de algen laat circuleren.
���
Stressen
Stressen is het proces waarbij algen aan ongunstige omstandigheden worden blootgesteld waardoor ze hierdoor extra oli��n kunnen gaan produceren. Je kan je algen op verschillende manieren laten stressen, 2 voorbeelden hiervan zijn:
– nutri��nten limitatie, denk hierbij aan het verwijderen van bijvoorbeeld de voedingsstoffen natrium of stikstof.
– Een te hoge lichtintensiteit, dit kan bereikt worden door de algenreactor onder kunstmatig licht te plaatsen.
Wij hebben voor het stressen optie 2 gekozen, namelijk het toevoegen van een te hoge lichtintensiteit omdat dit het makkelijkst te realiseren is.
Als een alg onder stresscondities komt te staan gaat de algen extra koolhydraten aanmaken. Dit doet de alg om te kunnen overleven. De koolhydraten zijn namelijk de voedingstoffen voor de alg waarop deze een lange tijd kan leven. Als de alg onder stressomstandigheden komt te staan gaat deze dus extra koolhydraten produceren, om als de ongunstige omstandigheden aanhouden nog genoeg energiebuffers te hebben om te kunnen overleven.
De koolhydraten die de alg geproduceerd heeft tijdens het stressen, worden na een periode omgezet in oli��n. Dit komt omdat oli��n een hogere energiedichtheid hebben ten aanzien van koolhydraten. Want hoe hoger de energiedichtheid van een stof hoe groter de energiebuffer is voor de alg.
Na deze periode van stressen, dit moet ongeveer 2 weken gedaan worden, kunnen de algen tot wel 40% olie bevatten. De algen die niet gestrest zijn en alleen aan gunstige omstandigheden zijn blootgesteld bevatten maximaal 2% olie.
Hoeveel olie kan er nou geproduceerd worden per liter water met daarin algen?
Uit een algenreactor met een inhoud van 1 liter, met daarin algen, kan na een periode van een aantal weken een concentratie van 2 gram algen per liter worden gehaald. Deze concentratie is al erg hoog en kan dus alleen bereikt worden als er aan alle eisen voldaan wordt. Deze eisen zijn verder uitgewerkt in het hoofdstuk ���Algen kweken���.
De 2 gram algen moeten daarna verhit worden in een oven op een temperatuur van ongeveer 70 ��C voor een periode van 24 uur. Dit moet gedaan worden zodat het water uit de cellen verdampt wordt waardoor de cellen kapot gaan. Na deze 24 uur moeten de algen met een vijzel kapot gemalen. De kapot gemalen algen moeten vervolgens in een reactiebuis gedaan worden met een even grote hoeveelheid van water en hexaan. De olie is apolair en gaat dus tussen de hexaan zitten omdat apolaire stoffen niet met water kunnen mengen. De andere delen van de algen zijn niet apolair maar polair en kunnen dus in het water zitten. Als alles goed verlopen is dan moet er ongeveer 30% olie ontstaan zijn uit de algen. Dit komt dus neer op een hoeveelheid olie van 0.6 ml olie per 2 gram algen. Dit is niet heel erg veel. Om de hoeveelheid olie te verhogen kan bijvoorbeeld de inhoud van de algenreactor vergroot worden of de algen een langere periode de tijd geven om te groeien.
Verloop proef
Onderzoeksvraag: Kan algenolie in de toekomst aardolie vervangen als de belangrijkste brandstof?
Hypothese: Door de omstandigheden voor de algenkweek optimaal te maken
Op woensdag 5 oktober zijn we begonnen met de kweek van de algen. Op deze dag hebben we de volledige reactor opgebouwd en hebben hier de algen bij gedaan. Deze algen hebben we van 5 oktober tot 18 november laten groeien onder invloed van zonlicht, toegevoegd CO2 en Pokon��.
Datum Temperatuur water pH in de reactor Pokon�� toegevoegd CO2- ���ververst���
5 oktober 40 ��C 7,2 Ja Ja
6 oktober 30 ��C 6.2 Nee Nee
7 oktober 27 ��C 6.3 Nee Nee
10 oktober 24 ��C 6.5 Nee Ja
12 oktober 23 ��C 6.1 Ja Nee
14 oktober 23 ��C 6.5 Nee Ja
17 oktober 23 ��C 6.2 Nee Nee
19 oktober 24 ��C 6.5 Ja Nee
24 oktober 24 ��C 6.6 Nee Ja
25 oktober 25 ��C 6.1 Nee Nee
26 oktober 24 ��C 6.4 Ja Nee
7 november 24 ��C 6.9 Ja Ja
8 november 24 ��C 6.3 Nee Nee
18 november 24 ��C 6.9 Ja Ja
Temperatuur water: Toen we de proef begonnen hadden we in de algen kweek reactor warm/lauw water gedaan zodat deze rustig kon afkoelen totdat deze op de temperatuur was van zijn omgeving. Vanaf 19 oktober gingen in lokaal 012 de verwarmingen aan waardoor de temperatuur weer een beetje steeg.
pH in de reactor: Aan het begin van de kweeperiode was de pH gelijk aan het kraanwater wat in de reactor zat. We kunnen uit de meetresultaten concluderen dat elke keer als de CO2 reactor weer ververst werd de pH daalde. Als een lange tijd door bijvoorbeeld een tussenliggende vakantie geen CO2 werd toegevoegd steeg de pH weer een beetje.
Pokon�� in de reactor: De Pokon�� werd ongeveer om de week toegevoegd. De Pokon�� had een omgekeerde werking op de pH dan de CO2. Pokon is namelijk een beetje basisch hierdoor steeg de pH altijd een beetje als er Pokon�� werd bijgevoegd.
Het stressen van de algen begon op 18 november en eindigde op 30 november. In de tussenliggende periode hebben we geen meetresultaten uitgevoerd. Wel hebben we in de tussenliggende periode 1x de CO2- reactor ververst en ook hebben we die keer Pokon�� toegevoegd.
Op 30 november is Meneer van Asperen samen met onze hulp begonnen aan het filteren van de algen uit het water. Dit verliep alleen niet zo als gepland. De algen gingen voor het grootste gedeelte namelijk dwars door het filter wat we gebruikte heen. De fijnere filters raakte namelijk verstopt als de we algen er doorheen wilden laten gaan. Het grovere filter wat we daarna gebruikte liep er weer heel veel algen doorheen gaan. Toch waren we instaat om 5 filterpapiertjes met algen op te vangen. Hier krijgen we alleen de algen niet meer vanaf omdat deze algen zo fijn waren dat ze in het filterpapier waren gaan zitten. Dus tegen de voorschriften van de universiteit Wageningen in hebben we de filterpapiertjes met algen 8 uur lang in de oven op een temperatuur van 60 ��C gelegd. We waren niet instaat om de filterpapiertjes met de algen opbrengst te kunnen wegen omdat er nog water in de filterpapiertjes zat. Na het drogen van de filterpapiertjes in de stoof was het gewicht zo laag dat de weegschaal niet instaat was om het gewicht hiervan te meten.
We krijgen de algen ook nu ze gedroogd waren niet van het filterpapier af hierdoor besloten we op kleine stukjes van het filterpapier afteknippen en deze in een reageerbuis deden met een beetje hexaan en water. Op deze reageerbuis deden we vervolgens een dop waardoor we nu konden beginnen met het schudden. Na dit geschud te hebben deden we de inhoud in een grote reageerbuis. Deze lieten we nu 2 dagen staan zodat alles goed kon bezinken en de lagen: water, hexaan en algenolie goed zichtbaar konden worden.