1 Oorsprong

1.1 Het onststaan van racisme

Racisme bestaat al langer dan van vandaag. In 8000 voor Christus leefden voedsel-verzamelaars-jagers in hechte stammen die een grotere kans hadden om te overleven als ze vreemdelingen niet vertrouwden. Hoe hechter de samenwerking in de stam, hoe groter de kans op overleven. Het toelaten van nieuwe mensen in de groep kan de samenwerking in gevaar brengen. Je weet niet of die mensen allemaal even hard zullen meewerken. Het wantrouwen van vreemdelingen was dus de beste manier om een goede samenwerking in een kleine groep te garanderen. Dieren stellen zich ook anders op tegenover vreemdelingen. Dus ook bij dieren is er een natuurlijke afkeer voor wie afwijkend gedrag of uiterlijk vertoont. Neem bijvoorbeeld de zwarte wolf, hij zal ook minder aanvaard worden bij de grijze wolven. Dieren houden buitenstaanders buiten hun troep om hun eigen territorium te beschermen. Bij mensen gaat het niet alleen om het beschermen van hun eigen territorium, maar ook het cultureel territorium wat de groep waartoe jij behoort verschillend maakt. Het is geen probleem voor de meeste mensen om in dezelfde straat te lopen als anderen, maar we willen onze identiteit beschermen. Het wantrouwen tegenover vreemdelingen is dus eigenlijk een natuurlijke reactie die we met de wolven gemeen hebben. We zouden eigenlijk honderden vrienden kunnen hebben, maar we verkiezen liever hechte banden waarop we kunnen vertrouwen boven de hoeveelheid van kennissen. Het duurt even voordat we nieuwe vrienden in onze kring toelaten. Eigenlijk zit er een racistische reflex diep in elk van ons.

1.1.1 Racisme in de oudheid

In sommige interpretaties van het Bijbelse verhaal van Noah werden ham en zijn nageslacht vervloekt met een zwarte huid. De vloek van Ham werd sinds de 3e eeuw na Christus al gebruikt als verklaring voor de mensen met een donkerdere huiskleur. Aristoteles zei ook dat Grieken van nature vrije mensen zijn, maar niet-Grieken van nature slaven zijn. Aristoteles specifieert geen bepaald ras, maar hij zegt dat mensen van buiten Griekenland vatbaarder zijn voor de slavernij dan de Grieken zelf. Maar tot de 16e eeuw was er niets dat beschreven kon worden als racistisch. Er is een verschil tussen racisme en etnocentrisme. Etnocentrisme is de neiging om vreemde culturen af te keuren door het verkregen gevoel van eigen superioriteit. Dit is dus geen racisme, maar wel een andere vorm van discriminatie.

1.1.2 Racisme in de middeleeuwen en nieuwe tijd

Racisme is niet iets dat aangeboren is. Het is een idee en een houding die in onze maatschappij ingebakken zit. Het wordt bijna met de paplepel meegegeven. Het ra-cisme is een theorie die nodig was om het kolonialisme goed te praten. Als de Europese ‘ontdekkingsreizigers’ in Latijns-Amerika op plundertocht gingen, waardoor er 80 miljoen indianen omkwamen, hadden ze een theorie nodig die dit kon goedpraten. Er werd een racistische theorie uitgewerkt door de kerk die stelde dat de Indianen geen ziel hadden en dus van nature slaaf waren. Ze stonden dus tussen de mensheid en de dieren. Later, toen deze theorie niet volgehouden kon worden omdat er ook al anti-racisten bestonden, werden er racistische theorieën ontwikkeld over hiërarchieën in rassen. Het zwarte ras werd beschouwd als minder geëvolueerd en het blanke ras stond helemaal bovenaan. Deze theorie viel niet uit de lucht, ze was nodig om de verscheping van 200 miljoen zwarte slaven naar Amerika te rechtvaardigen. Vanaf de 17e eeuw begonnen Europese theologen onderscheid te maken tussen verschillende rassen. Volgens hun mening stond het blanke ras het dichtst bij God en dan ging het van hoe donkerder, hoe verder van God verwijderd.

Kolonialisme

Doordat de blanke Europeanen nieuwe landen, culturen en huidskleuren ontdekten, vonden zij de vreemdelingen barbaars en onmenselijk omdat ze hun cultuur niet kenden en geen begrip en weet hadden van rituelen en leefstijl. Doordat de Afrikanen en Zuid-Amerikanen geen boeken hadden, vonden de Europeanen hen onbeschaafd en dierlijk omdat ze alleen verbondenheid hadden met de natuur en medemens en geen toegang hadden tot literatuur of wetenschap omdat dat niet bestond in hun cultuur. Voor de simpele Europese burgers die zelf niet in Afrika waren geweest, werden er demonstraties en tijdschriften met afbeeldingen van Afrikanen gepubliceerd. Alle Europeanen kregen een afkeer van deze goddeloze en in hun ogen barbaarse wezens. Niemand besefte blijkbaar hoe afschuwelijk deze mensen behandeld werden terwijl ze evenwaardig zijn aan het blanke ras.

Linnaeus en Camper

In de 18e eeuw begon de Zweedse plantkundige Linnaeus met het classificeren van alle organismes inclusief de mens aan de hand van biologische kenmerken. Hij onderscheidde vier soorten mensen: Aziatisch, Afrikaans, Amerikaans en Europees. Bij zijn beschrijvingen had hij ook karaktereigenschappen bedacht: Afrikanen zouden boosaardig, lui en achteloos zijn. Ze besmeren hun lichaam met vet en worden geregeerd door willekeur. De Nederlandse wetenschapper Camper ging uit van het idee dat Afrikanen een variant waren op de menselijke soort, maar dat ze dichter bij de dieren stonden. Hij zocht zijn bewijzen in de Campers gelaatshoek. Dat is de hoek waaronder de kaak ten opzichte van de schedel stond. Die gelaatshoek werd later gebruikt door de Duitser Blumenbach die de mensheid indeelde in drie rassen: Kaukasisch, Ethiopisch en Mongools.

Rassentheorie

In de 19e eeuw ontstond de rassentheorie die gebaseerd was op de evolutie en steeds verder werd uitgewerkt. De ideeën van raszuiverheid en superioriteit ontstonden en werden zo veel mogelijk verspreid onder de bevolking. De mensen waren ervan overtuigd dat het blanke ras het sterkste ras was en het meest ontwikkeld. Hierdoor dacht men dat als je ging mengen met andere rassen het menselijke soort zou verzwakken. Deze rassentheorie wordt biologisch racisme genoemd.

2 Racisme wereldwijd

2.1 Zuid-Afrika

2.1.1 Rassenscheiding

In 1652 bereikte Jan van Riebeeck Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Jan van Rie-beeck was de leider van een Nederlandse expeditie. Hij kreeg de opdracht om handel te drijven met de plaatselijke bevolking in Zuid-Afrika en om er een plaatselijke stopplaats voor schepen op te richten. Er was een grote vraag naar arbeidskrachten, maar het was verboden om de lokale bevolking te gebruiken als slaven. Het gevolg hiervan was dat mensen vanuit het verre Oosten werden geïmporteerd en dit zorgde voor nog een nieuwe bevolkingsgroep. Ook veel Nederlanders, die deelnamen aan de expeditie, gingen als zelfstandige boeren aan de slag aangezien de vraag van arbeidskrachten bleef groeien en ze legden verscheidene moestuinen aan. Er was achter veel verzet van de oorspronkelijke bewoners. Om alles toch zo vlot mogelijk te laten verlopen, werden de Nederlanders en de Zuid-Afrikanen van elkaar gescheiden. De rassenscheiding was geboren.

2.1.2 Apartheid

Na twee Boerenoorlogen om bodemschatten tussen de Nederlandse boeren en de Britten beseften de twee groepen dat ze in de minderheid waren op vlak van huidskleur in een gekleurd land. Ze sloegen de handen in elkaar. De blanken voelden zich bedreigd en verhinderden iedere poging van de zwarten die aan de macht wouden komen. Op 26 mei 1948 kwam D. F. Malan van de Nationale Partij aan de macht en die voerde de apartheid in. Apartheid is een politiek, sociaal en economisch systeem waarbij rassen van elkaar worden gescheiden. Dit systeem van rassenscheiding was van kracht tussen 1948 en 1994. De wetten, die werden opgelegd, waren discriminerend en beïnvloedden het sociale leven van de zwarte Zuid-Afrikanen. Ze konden bijvoorbeeld enkel laagbetaalde jobs doen en een groot deel van hen was analfabeet aangezien ze geen recht hadden op onderwijs. Zuid-Afrika was een verdeeld land waar geen rust heerste, want gedurende het apartheidsregime waren er meerdere twisten tussen de regering en de zwarten.

Grote apartheid

Een van de twee onderdelen waaruit de apartheid bestond, was de grote apartheid. Er werden thuislanden toegewezen aan de zwarte bevolking. Dit waren onafhankelijke staten die werden gecontroleerd door de regering. De thuislanden namen slechts een klein deel van het totale oppervlak van Zuid-Afrika in beslag ook al waren de zwarten groter in aantal. Verder waren de gebieden voor de zwarten op economisch vlak niet geschikt. Ze konden op die manier geen eigen industrie opstarten en waren genoodzaakt om als goedkope arbeiders te gaan werken op boerderijen of in de mijnen. Zelfs wanneer je als zwarte inwoner van Zuid-Afrika niet in een van de thuislanden woonde, was je toch volgens de grote apartheid een burger van een thuisland. Je werd dan in ‘blank’ Zuid-Afrika gezien als een vreemdeling.

Kleine apartheid

De kleine apartheid houdt in dat er officiële wetten waren die ervoor zorgden dat zwarten en blanken zoveel mogelijk van elkaar gescheiden waren. Zo zorgden bepaalde wetten ervoor dat je niet kon trouwen met iemand van een ander ras. Ook op openbare plaatsen en in publieke gebouwen waren er maatregelen voorzien om de rassen uit elkaar te houden.

2.1.3 Afzwakking apartheidspolitiek

Verscheidene landen hadden kritiek op het apartheidssysteem, maar er was ook protest van de zwarte bevolking zelf. Een grote tegenstander van de apartheid was de leider van het Afrikaans Nationaal Congres namelijk Nelson Mandela. Het aantal aanhangers van ANC groeide en wanneer de zwarten in opstand kwamen door in de ‘blanke’ straten rond te lopen, werden duizenden mensen gearresteerd. Het apart-heidsbeleid werd afgezwakt, maar wanneer de rust was teruggekeerd, werden de regels weer verstrengd. Dit leidde tot nog meer protesten en gewelddadigere acties van ANC. De regering drukten echter hardhandig het verzet de kop in. Het ANC werd verboden en Nelson Mandela werd opgesloten in de gevangenis op Robbeneiland. Onder leiding van Botha, de nieuwe premier, namen de regels van de apartheid af. Zo waren de huwelijken tussen zwarten en blanken weer toegestaan. Ondanks het verdwijnen van sommige apartheidswetten bleef de meeste macht toch bij de blanken.

2.1.4 Frederik Willem de Klerk en Nelson Mandela

De opvolger van Botha was Frederik Willem de Klerk. Hij werd de afschaffer van de apartheid, want het eerste wat hij deed toen hij aan de macht kwam, was het beëin-digen van het verbod van ANC. In 1990 liet hij Nelson Mandela vrij en de twee waren het eens dat de wetten drastisch moesten veranderen om de toekomst van Zuid-Afrika te verbeteren. De apartheid werd afgeschaft. In 1994 vonden de eerste democratische verkiezingen plaats waarbij de politieke partij het ANC de meeste stemmen in de wacht sleepte en Nelson Mandela de nieuwe president van Zuid-Afrika werd.

2.1.5 Plaasmoorde

Ondanks de afschaffing van de apartheid worden nog steeds mensen in Zuid-Afrika minderwaardig behandeld vanwege hun huidskleur. Vooral Afrikaanse immigranten voelen zich niet veilig. De zwarte Zuid-Afrikanen voelen zich bedreigd door hen aangezien de immigranten beter functioneren in de economie. Niet enkel Afrikaanse immigranten worden aangevallen, maar ook blanken. Vooral de blanke boeren moeten vrezen voor hun leven. Er wordt in hun boerderijen ingebroken, al hun bezittingen worden meegenomen en vervolgens worden ze vermoord. Deze moorden zijn racistisch en zijn een bijzondere vorm van criminaliteit omdat de politie hier niet tegen optreedt. Ze worden ook wel plaasmoorde genoemd. De slachtoffers kunnen echter niet rekenen op hulp van de zwarte ANC-regering, die wilt namelijk de blanke boeren verdrijven. De regering dwarsboomt ook elk initiatief van de blanke slachtoffers om de veiligheid te verbeteren. Ook bijstand van buitenaf is er niet aangezien er zeer weinig media-aandacht is voor dit onderwerp ondanks dat het toch al meer dan twintig jaar aan de gang is. De boeren met een Nederlandse achtergrond hebben dus geen andere keuze dan Zuid-Afrika te verlaten. Velen hebben dit gedaan en dit zal leiden tot een gelijkaardige situatie in Zimbabwe. Hier zijn de blanke inwoners zo goed als allemaal verdwenen, maar dat leidde tot economische ineenstortingen en enorme staatsschulden. De situatie in Zuid-Afrika is nog niet zo ver geëvolueerd. Zuma, de president van Zuid-Afrika, zou echter niets liever willen dan dat de blanke boeren uit zijn land zouden verdwijnen. Toch beseft hij dat de economie van Zuid-Afrika niet stand zal houden zonder de blanke gemeenschap, want die staat in voor een groot deel van de voedselvoorzieningen en is verantwoordelijk voor het feit dat Zuid-Afrika nu een van de rijkste landen is in Afrika .

2.2 Rwanda

2.2.1 De Tutsi en de Hutu

De twee grootste bevolkingsgroepen van Rwanda zijn de Tutsi en de Hutu. Hiervan zijn de Hutu de oorspronkelijke bewoners. Ze zijn dan ook ruim in de meerderheid. In de vijftiende eeuw zijn de Tutsi Rwanda binnengedrongen en zonder oorlog oefenden de Tutsi een grote invloed uit op de machtige landeigenaars zodat die zichzelf ook als Tutsi gingen beschouwen. Hoewel er twee verschillende rassen waren, waarbij de Tutsi de macht bezaten en de Hutu gewoon boeren waren, werden er geen racistische wetten opgelegd aan de Hutu zoals bij het apartheidssysteem. De Hutu konden wel trouwen met het andere ras en wanneer ze veel vee bezaten, konden ze zelfs Tutsi worden.

2.2.2 Kolonisatie

Rwanda werd in 1890 gekoloniseerd door Duitsland. Vanaf dit moment werden de Tutsi en Hutu van elkaar onderscheiden. Aangezien de Tutsi meer rijkdom en macht hadden, werden zij als beter beschouwd dan de Hutu. Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland deze kolonie afstaan aan België. Ook de Belgen achtten de Tutsi superieur en ze bepaalden aan de hand van het beroep of het aantal vee van de bewoners tot welk ras ze behoorden. Om aan te geven welk ras een bepaalde persoon had, werden er identiteitskaarten gemaakt waarop het ras vermeld stond. Op deze manier werden de Hutu uitgesloten van machtige politieke posities en ontstond er ongelijkheid. De Hutu voelden zich zwaar benadeeld en kwamen in protest tegen dit onrecht. In 1959 namen de Hutu de macht over. Daarnaast ontstonden er allerlei anti-Tutsi bewegingen die leidden tot gewelddadige gruwelijkheden waarbij zeer veel Tutsi om het leven kwamen.

2.2.3 Genocide

In 1962 werd Rwanda onafhankelijk van België, maar er bleef ongelijkheid heersen tussen de Tutsi en de Hutu. De laatste groep had op dat moment de meeste macht en wilde dit zo behouden door de andere groep te bedreigen. Jarenlang waren er conflicten waarbij Tutsi probeerden te vluchten uit Rwanda omdat huizen en dorpen in brand werden gestoken en de Tutsi vermoord werden. De Hutu Habyarimana pleegde in 1973 een staatsgreep. Zijn regime was populair aangezien hij een einde had gemaakt aan de discriminatie. De rust bleef echter niet lang duren, want de vluchtelingen mochten niet terugkeren en de Tutsi kregen hun bezittingen, die van hen werden afgenomen door de Hutu, niet terug. Eind jaren 80 kreeg Rwanda te maken met een economische crisis die de ongelijkheid weer oplaaide. De volkerenmoord, namelijk de Rwandese genocide, was een feit nadat het vliegtuig van president Habyarimana werd neergeschoten. De Tutsi werden beschuldigd van deze aanslag en dit was dan ook het motief van de Hutu om hen massaal uit te roeien, maar er werden ook Hutu vermoord die niet anti-Tutsi waren. De radio wakkerde de haat bij de Hutu ten opzichte van de Tutsi nog meer aan. Er werd zelfs belangrijke informatie over de schuilplaatsen van de Tutsi bekendgemaakt via de radio. Gedurende drie maanden vielen er zo’n 800.000 doden.

2.3 Burundi

Nog steeds zijn er conflicten tussen de Hutu en de Tutsi. In 1972 vond er in Burundi een genocide plaats waarbij zeer veel Hutu vermoord werden. Later werden er in 1993 vooral Tutsi vermoord tijdens een tweede genocide. Onlangs werd president Nkurunziza verkozen voor een derde ambtstermijn wat bij grondwet verboden is. Nkurunziza was vroeger een Huturerebellenleider. Vandaag de dag heerst er onrust in Burundi. Ongeveer 200 mensen zijn de laatste maanden vermoord en ruim 200.000 mensen zijn het land uit gevlucht. Verscheidene landen vrezen voor een burgeroorlog of weeral een genocide. Social media roept de Hutu en de Tutsi namelijk op om elkaar te vermoorden.

2.4 Amerika

2.4.1 Na de afschaffing van de slavernij

In de Verenigde Staten kregen voormalige slaven volwaardig burgerschap en volledige politieke rechten na de Burgeroorlog en de afschaffing van de slavernij. Voor een aantal jaar verliep dit goed, maar aan het begin van de 20ste eeuw onderging de Verenigde Staten een racistische periode in haar geschiedenis. De blanken uit de zuidelijke staten verzetten zich. Hierdoor kwamen er in 1896 gescheiden, maar gelijke voorzieningen voor verschillende rassen, zoals bijvoorbeeld vervoer en onderwijs. De blanken uit het Zuiden stelden ook voor om testen uit te voeren of men kon lezen of schrijven vooraleer men mocht stemmen. Zo werd op een misleidende en oneerlijke manier het stemrecht van de zwarte Amerikaan verhinderd.

2.4.2 De Ku-Klux-Klan

In het Zuiden van Amerika kwam lynchen vaak voor. Lynchen is het executeren van een verdachte door een woedende volksmenigte zonder dat deze persoon een wettelijk proces krijgt. Men schat dat er 1241 zwarten gelyncht werden tussen 1900 en 1917. In de jaren 20 was de Ku-Klux-Klan, ook bekend als de KKK, op zijn hoogtepunt. De Ku-Klux-Klan is de benaming van een aantal verschillende geheime blanke organisaties in de Verenigde Staten die tegen kleurlingen, Joden, homo’s, anti-katholieken en anticommunisten zijn. De eerste leden kwamen uit de zuidelijke staten van Amerika. De organisatie begon als een grap van 6 werkloze soldaten die terugkwamen uit de Burgeroorlog. Ze verkleedden zich als spoken te paard en terroriseerden de zwarte bevolking. De soldaten kregen steeds meer aanhangers en er werden verschillende afdelingen van de KKK opgericht. De Ku-Klux-Klan groeide al snel uit tot een geheime organisatie. Toen richtten ze zich vooral op het terroriseren van de bevrijde slaven. In 1923 vond de grootste bijeenkomst plaats. Op zijn hoogtepunt heeft de KKK waarschijnlijk wel vijf miljoen leden gehad. Het logo is een cirkel met daarin een kruis en in het kruis een rode druppel. Het kruis verwijst naar het christendom en de cirkel verwijst naar eeuwige verbondenheid en strijd. De rode druppel stelt het bloed van Jezus Christus voor dat zogezegd vergoten is om het blanke ras te behoeden voor het kwade. De kleuren van het logo hebben ook een betekenis. Wit staat voor de zuiverheid van het ideaal, rood staat voor de bloedband onder de leden en het bloed dat vergoten wordt in de strijd en zwart staat voor dapperheid. De leden dragen witte gewaden met puntmutskappen. Deze kledij diende als vermomming en zo willen ze ook op spoken lijken. De leden van de Klan strekken hun linkerarm, krullen hun handpalm en openen hun vingers als groet. Deze groet lijkt op de groet van de nazi’s. Wanneer je lid wordt van de Ku-Klux-Klan moet je voldoen aan 10 voorwaarden. Als je deze voorwaarden of de zwijgplicht en geheimhouding niet respecteert, wordt dit bestraft met de dood.

2.4.3 Zwarte kunsten

Omdat ze in het zuiden van Amerika onderdrukt werden, trokken vele zwarte Amerikanen naar steden in het Noorden en het Westen. Daar zorgden zij voor een grote bloei van muziek en andere kunsten. Jazz ontstond dankzij de zwarte bevolking en deze muziek werd zeer populair in de westerse wereld. Ondanks de populariteit van hun muziek werden de kleurlingen nog steeds gediscrimineerd. In sommige nachtclubs waren de artiesten zwart, maar ze waren niet welkom als gewone klant. In het Noorden waren de blanken even racistisch als in het Zuiden. De zwarten woonden in aparte gemeenschappen en hadden hun eigen dokters, advocaten en cafés. De zwarte Amerikanen waren het beu om als minderwaardig bezien te worden en organiseerden zich om voor gelijkheid te strijden. De academicus W.E.B. Du Bois richtte de Niagarabeweging op. Deze beweging streed voor volledige politieke rechten voor zwarte Amerikanen. Later werd de Niagarabeweging de National Association for the Advancement of Colored People of het NAACP en was de voorloper van de burgerrechtenbeweging in de jaren 60.

2.4.4 Racisme tijdens WO II

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de gewapende troepen strikt gescheiden. De zwarten moesten meestal ondergeschikte, niet-militaire taken uitvoeren. Ook tegenover hun Japanse vijand gedroeg Amerika zich zeer racistisch. Mensen van Japanse afkomst werden gevangen genomen in kampen ook al waren velen onder hen Amerikaanse burgers en lieten niet eens tekenen van ontrouw zien. De Amerikanen zagen Japanners als minder dan menselijk en lachten met hun uiterlijke kenmerken. President Roosevelt verbood rassendiscriminatie nadat zwarte arbeider ermee dreigde om naar Washington te stappen. Hierdoor konden honderdduizenden zwarten in wapenfabrieken gaan werken. Door een vast inkomen ondervonden zij een welvaart die ze nog nooit eerder hadden gehad.

2.4.5 Na WO II

In de oorlog vocht men tegen het racistische nazi-Duitsland. Na de oorlog wilde Amerika de rassenscheiding en het ontzeggen van rechten van de zwarten rechtvaardigen. In de jaren na de oorlog slaagde het Congress of Racial Equality erin om een einde te maken aan rassenscheiding in openbare gelegenheden in de noordelijke steden. Ook in het leger en de sport verminderde de rassenscheiding. Zwarten mochten nu ook meedoen aan competities op topniveau. In het Zuiden bleef er rassenscheiding en het ontzeggen van burgerrechten bestaan.

2.4.6 Gemengd onderwijs

In 1951 besloot een zwarte Amerikaan uit Kansas om een school uit zijn wijk aan te klagen omdat deze zijn dochtertje niet toeliet. In 1954 bepaalde het Hooggerechtshof dat rassenscheiding in het onderwijs in strijd was met de grondwet en dus kwamen er gemengde scholen. De blanken reageerden hierop door plechtig te beloven dat ze de integratie van verschillende rassen op school zouden tegenhouden desnoods met geweld. In 1964 ging ongeveer één op 50 zwarte Amerikaanse kinderen naar een gemengde school.

2.4.7 Martin Luther King

Martin Luther King kwam in het midden van de jaren 50 te voorschijn als een inspirerende leider voor de beweging van de burgerrechten van de zwarten. Hij werd bekend in 1955 doordat hij een boycot leidde van zwarten op de busmaatschappij die een jaar duurde. Dit was het gevolg van een incident waarbij een zwarte vrouw gearresteerd werd omdat ze haar plaats in de bus niet wilde afstaan aan een blanke passagier. Door deze zaak verbood het Hooggerechtshof rassenscheiding in bussen in Alabama. Martin Luther King stond voor geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid. In 1957 stichtte hij een organisatie op namelijk de Southern Christian Leadership Conference en hij begon een campagne van openlijke ongehoorzaamheid tegen onrechtvaardige wetten en regelingen. Zijn principes inspireerden vele jonge studenten tot hun eigen geweldloze opstanden in bijvoorbeeld een eetcafé of in een wachtzaal bij de dokter op plaatsen waar nog wel sprake was van rassenscheiding. In 1960 trokken deze studenten de aandacht van de hele wereld. Ze gingen door met hun geweldloze protesten ook tijdens gewelddadige aanvallen van racisten en blanke autoriteiten. In mei 1961 werden de eerste vrijheidsritten georganiseerd. Twee bussen met passagiers van verschillende rassen begonnen aan een reis die veel publiciteit kreeg. De passagiers in deze bussen waren vrijheidsstrijders die tegen de rassenscheiding protesteerden. Onderweg werden de bussen overvallen door blanke racisten, ze staken het voertuig in brand en vielen de passagiers aan. Door deze aanvallen werd de Amerikaanse regering onder druk gezet om in actie te komen. Martin Luther King leidde in augustus 1963 een mars van 200 duizend mensen naar Washington DC en eiste een doeltreffende wetgeving met betrekking tot burgerrechten. Het jaar daarop werd er een wet over de burgerrechten opgesteld die aan veel eisen van de zwarte activisten voldeed. King was hierdoor enorm populair en verdiende hierdoor de Nobelprijs voor de Vrede, maar nog steeds hadden de meeste zwarten in het Zuiden nog geen kiesrecht. President Johnson tekende in augustus 1965 een wet waarin het kiesrecht voor de zwarte bevolking werd geregeld. De voortgang van de wetgeving had in de praktijk echter maar langzaam enige invloed.

2.4.8 Racisme langs vele kanten

Uit een onderzoek van een tijdschrift in 1963 bleek dat ongeveer een kwart van de blanken er bezwaar tegen had in hetzelfde eetcafé als een zwarte te eten of dezelfde werkruimte te delen. Ongeveer de helft van de blanken was geschokt bij het idee dat er een zwart gezin naast hen zou gaan wonen of dat hun kind een zwart kind van school mee naar huis zou nemen om te spelen. Meer dan 9 op de 10 blanken zouden bezwaar hebben als hun dochter of zoon een relatie zou beginnen met een zwarte Amerikaan. Dit wilt dus zeggen dat niet alleen de blanke extremisten racistisch waren. Tegen 1965 verwierpen veel zwarte Amerikanen aan de andere kant van de rassenscheiding de geweldloosheid van Martin Luther King en zijn doel om in de Amerikaanse samenleving te integreren. Het was King zijn droom om in een kleurenblinde samenleving te wonen waar iedereen gelijk is ongeacht je huidskleur. Er waren ook groepen zoals de Black Muslims die voorstanders waren van de rassenscheiding. Malcolm X en andere zwarte nationalisten keerden zich af van Kings op het christendom gebaseerde retoriek van liefde en verzoening. Zij benadrukten de noodzaak voor zwarten om hun woede voor de blanken uit te drukken en hun trots op hun eigen volk te benadrukken.

2.4.9 Schijnbare verbetering

In 1968 werd Martin Luther King vermoord. Zijn droom van een geïntegreerd Amerika was langzaam verdwenen. De strijd voor integratie en gelijke rechten ging in de jaren 70 door, wel op een wat minder opvallende manier. Speciale programma’s zoals leerlingen met de bus naar afgelegen scholen brengen om geïntegreerd onderwijs te krijgen en ‘positieve actie’s’ om zwarten toegang te geven tot banen en plaatsen op de universiteit, kregen sterke kritiek en hadden maar weinig succes. Maar overal in de Verenigde Staten begonnen zwarte politici gekozen te worden in openbare ambten. In 1972 werd het eerste zwarte congreslid in de 20ste eeuw verkozen. Schoolboeken en televisieprogramma’s werden gezuiverd van racistische opmerkingen. Positieve beelden van zwarte Amerikanen werden gepropageerd in films en boeken. Door de toenemende koopkracht van zwarte klanten werden er televisieprogramma’s en films speciaal voor het zwarte publiek gemaakt. Toch bleven veel zwarte Amerikanen opgesloten in een gettoachtige wereld van armoede en misdaad. Velen bleven ook geloven dat de Verenigde Staten een blanke racistische maatschappij was, waar zwarten altijd tweederangsburgers zouden blijven.

2.4.10 Vandaag de dag

De blanke opvattingen tegenover de zwarten zijn ongetwijfeld verschoven. Het bleek dat in de Verenigde Staten in de jaren 30 de meerderheid van de blanken geloofden dat zij voorrang moesten krijgen boven een zwarte als ze beiden voor dezelfde baan solliciteerden. In 1985 zeiden bijna alle blanken dat een zwarte en een blanke gelijk behandeld zouden moeten worden. Maar veel, of zelfs de meeste zwarten bleven ervan overtuigd dat ze in een racistische wereld leefden. In 1990 waren 29 van de 34 armste landen Afrikaans. Aan het einde van de 20ste eeuw bevonden zwarten over de hele wereld zich nog steeds meestal onder de armste en meest machteloze mensen op onze planeet. In de multiraciale samenleving in Brazilië was het nog steeds mogelijk om iemands stand te raden aan de hand van blankheid of zwartheid van de huid. Ook zwarte Amerikanen bleven nog steeds onderaan staan in de Amerikaanse samenleving. Er zijn toch ook zwarten die verlangen naar het benadrukken van een afzonderlijke zwarte identiteit. De zwarte Amerikaanse leider Louis Farrakhan wees blanken en joden af in termen die ook racistisch genoemd kunnen worden. Zo zijn er ook zwarte activisten die goedbedoelende blanken, die een zwart kind wilden adopteren, aan de kaak stelden omdat zij vinden dat een zwart kind in een zwarte omgeving zou moeten opgroeien. Wanneer men de schoolboeken van rond 1900 vergelijkt met schoolboeken uit de jaren 90 kun je zien dat aan het begin van de eeuw de scholen de superioriteit van het blanke ras onderwezen en ze schilderden niet-blanken af als dierlijk, onwetend en lui. De meeste schoolboeken uit de jaren 90 hebben bewust geprobeerd om raciale stereotypen te vermijden. In plaats daarvan hebben ze geprobeerd om beelden van gemengde rassen te respecteren en leren ze om respect te hebben voor andere culturen en overtuigingen. Helaas is de geïntegreerde en harmonieuze wereld van de schoolboeken geen afspiegeling van de buitenwereld. Over de hele wereld blijven spanningen tussen etnische groeperingen een belangrijke bron van vijandigheid. Maar de toekomst zal multiraciaal zijn, of de mensen het nu willen of niet. We zullen allemaal moeten leren om met elkaar samen te leven.

Besluit

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.