Social media heeft zowel een goede als een slechte invloed op ons gedrag. Veel jongeren zitten de hele dag op social media en vaak ook een deel van de nacht. Volgens een onderzoek van de psycholoog Larry Rosen kan je van social media asociaal worden dit komt omdat je beelden ziet van hoe andere mensen zich gedragen. Onbewust zou je het gedrag kunnen overnemen. Ook is er een mogelijkheid dat jongeren sneller verslaafd raken aan alcohol, sigaretten of drugs. Dit kan komen omdat bijvoorbeeld je favoriete persoon iets plaatst over alcohol, sigaretten of drugs. Jongeren die veel op internet zitten hebben vaak last van slaaptekort, angstaanvallen en depressie. Bovendien spijbelt deze groep meer omdat voor hun de virtuele wereld belangrijker is dan de echte wereld, school en werk vinden ze minder belangrijk. Ook hebben jongeren door social media vaak concentratieproblemen. Uit onderzoek is gebleken dat van iedere 15 minuten studeren, ze maximaal 3 minuten ook daadwerkelijk geconcentreerd zijn op de materie. De andere 12 minuten zijn ze bezig met social media. Daardoor presteren ze slechter op school en halen lagere cijfers. Omdat op het internet heel veel informatie heeft vinden mensen het niet meer nodig om parate kennis te hebben, ze vinden het belangrijker om te weten waar je de informatie moet vinden dan het te onthouden. Als we scrollen over onze tijdlijn krijgen we veel informatie binnen veel van deze informatie is het onnodig maar onze hersenen moeten wel al deze informatie verwerken. Door deze ontwikkelingen krijgen de hersenen een andere functie. Niet meer het hebben van parate kennis maar meer van het vermogen om informatie razendsnel te verwerken en te selecteren. Alles wat op dit moment niet meer belangrijk is vergeten we weer, dat kunnen we toch later terug vinden op internet.
Net als alcohol- en drugsverslaving, is sociale media verslaving inmiddels ook al een feit. Hersenonderzoeken vertonen exact dezelfde symptomen bij alle drie de vormen van verslaving. Er is zelfs sprake van een krimp van het hersendeel wat verantwoordelijk is voor spraak, emoties, geheugen en zintuigelijke waarneming. Deze krimp kan oplopen tot wel 20%
Er zijn ook positieve effecten van social media namelijk:
– Communicatie met andere mensen is makkelijker waardoor je een hechtere band krijgt.
– Als je kennissen hebt die ver wonen dan kan je ze makkelijker spreken door middel van social media.
– Voor verlegen mensen is het makkelijker om contact te zoeken omdat je iemand niet in de ogen hoeft aan te kijken, of om vervelende reacties te incasseren
– Je kan snel iemand iets vertellen, bijvoorbeeld je bent op vakantie en er is iets gebeurt dan weten je ouders dat binnen een paar seconde door middel van een berichtje.
– Jongeren kunnen wereldwijd contacten opbouwen. De wereld is vele malen, groter geworden door sociale media.
Wat voor invloed heeft social media in de omgang met jou en de mensen om je heen?
Er wordt steeds vaker verwacht dat je binnen een paar minuten reageert op een berichtje, veel mensen hebben hier de tijd niet voor, dit kan ontevreden reacties leiden, zowel bij vrienden en familieleden als bij je contacten op professioneel gebied. Door social media is pesten via internet makkelijker geworden dit heet cyberpesten. Cyberpesten is juist zo vervelend omdat je na school of na je werk nog steeds gepest of bedreigt kan worden. Ook kan dat soms anoniem zijn omdat die persoon een nepprofiel heeft aangemaakt. Je kunt er niet aan ontsnappen omdat je altijd wel je telefoon bij je hebt. Ook is het erg moeilijk om dingen van het internet af te halen. 1 op de 10 kinderen wordt op internet gepest dat blijkt uit een onderzoek van het CBS.
(bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2013/30/een-op-tien-jongeren-gepest-op-internet)
Uit dat onderzoek blijkt ook dat er veel volwassenen zijn die het slachtoffer zijn van cyberpesten, maar de groep van 15 tot 18-jarige is het grootst. Er zijn ook verschillende vormen van cyberpesten namelijk: Chantage, Stalken, bedreigingen, geweld en lastig vallen.
Manieren om cyberpesten tegen te gaan is om al je privégegevens privé te houden zoals wachtwoorden van social media accounts. Hierdoor kunnen mensen geen berichten plaatsen onder jouw naam. Ook moet je berichten bewaren waardoor je eventueel aangifte kunt doen.
Door cyberpesten zou het slachtoffer zich onzeker gaan voelen en verschillende problemen kunnen er ontstaan:
– Als je als slachtoffer uit een groep wordt geplaatst voel je je vaak alleen. Op social media gebeurt dit vaak bijvoorbeeld als je niet terug gevolgd wordt of als niemand je berichten leuk vindt, hierdoor kun je gepest worden. Veel slachtoffers schamen zich omdat ze gepest zijn. Ze durven er met niemand over te praten ook de mensen die ze vertrouwen niet. Op latere leeftijd kan dit erg veel emotionele schaden veroorzaken
– Als je voor een lange gepest bent kan zich dit omzetten in een depressie. Ze voelen zich schuldig, moe en waardeloos. Ook blijven ze de hele dag erover door piekeren. Ze hebt geen plezier meer in het leven en ze voelen zich alleen. ze durven met niemand hierover praten omdat ze zich schamen. Social media blijft ze achtervolgen.
– Omdat ze nog steeds hier niet over durven te praten sluiten ze zich buiten, gaan niet meer naar school of werk en blijven het liefst uit de buurt van mensen. Hierdoor kan je heel erg eenzaam worden.
– Omdat slachtoffers vaak gepest worden door een groep van pesters voelen ze zich vaak angstig. Ze durven niet meer naar school of werk voor de angst om de groep die hen online gepest heeft tegen te komen.
– Mensen die gepest worden krijgen een heel erg laag zelfbeeld. Ze gaan zich vergelijken met andere mensen die populairder zijn en meer volgers hebben op social media. Ze voelen zich snel aangevallen en zijn bang voor sociale afwijzing. Ook vertrouwen ze andere mensen niet meer, en dit kan hun hele leven voortzetten. Ze kunnen op latere leeftijd moeilijker functioneren omdat ze geen vertrouwen hebben in hun eigen kwaliteiten.
– Door de druk die slachtoffers ervaren door het pesten kunnen ze last krijgen van lichamelijke klachten zoals: hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en oververmoeidheid.
– Als het pesten vaak lang door blijft gaan zou het slachtoffer depressief kunnen raken en geen andere uitweg zien dan het plegen van zelfmoord. Dit gebeurde ook bij de 14-jarige Matthew Burdette uit San Diego. Hij was gepest omdat een video van hem op het toilet verspreid werd via Snapchat en Vine. (Bron: http://www.pesten.nl/blog/in-het-nieuws/gepeste-jongen-14-pleegt-zelfmoord-om-internetfilmpje/)
Wat is de reden dat mensen zich vaker anders gedragen op social media dan in het echt?
Veel mensen hopen waardering te krijgen. Soms als dit niet lukt gaan mensen een rol spelen en zich anders voor doen dan dat ze werkelijk zijn. Je wilt leuk, interessant, grappig of succesvol overkomen voor een groep mensen waarbij je minder goed klikt en dus minder goed jezelf kan zijn. De rede waarom je dit doet is omdat je iets van hun wil hebben zoals acceptatie, bevestiging of waardering en je denkt dat je dit alleen kunt krijgen als je je anders gaat voordoen. De mensen die dichtbij je staan hoef je dit niet te doen omdat ze jou accepteren zoals jij bent. Om je anders voor te doen en dus een rol spelen kost veel energie en daardoor houden mensen dit niet lang vol in het echt, maar op social media is het heel erg makkelijk om bijvoorbeeld een foto te plaatsen van je ‘perfecte leven’ je hoeft maar heel even moeite te doen voor een foto of video die voor altijd op het internet blijft staan. Een foto kan je oneindig lang over blijven doen tot de beste kant van jezelf naar voren komt.
2. Wat is het effect van social media bij kinderen op de basisschool en hoe ontwikkelt zich dat door op het middelbaar onderwijs?
Doordat deze deelvraag eigenlijk bestaat meerdere punten gaan we eerst het gedeelte; wat is het effect van social media bij kinderen op de basisschool behandelen en vanuit daar kijken we door op het middelbaar onderwijs
Wat social media voor invloed heeft op kinderen op de basisschool merk je vooral aan het feit dat digitale middelen niet meer zijn weg te denken uit het beeld op scholen. Steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van een online platform om zo de lesstof op een andere manier te behandelen en te zorgen dat de leerlingen zich betrokken voelen bij de lesstof. Wat een gevolg hier van kan zijn, en dan zeker in hogere groepen, dat ze werkstukken gaan maken waar social media in betrekken wordt.
Je merkt dat kinderen veel eerder al beschikken over een mobiele telefoon, voorheen was dat toen ze net naar de middelbare school gingen, nu beschikken sommige kinderen al vanaf groep 3 een mobiel. Dit komt vooral doordat voorheen een mobiele telefoon iets was wat je niet kende en nu is het onwijs populair en loop je dus achter als je er geen hebt, wat kan lijden tot gepest. Maar het is natuurlijk ook dat ouders, omgeving, en de geest van de tijd hier aan meewerken. Daardoor krijgen kinderen steeds eerdere een mobiele telefoon. Vroeger was dat gewoon een normale telefoon zodat je bereikbaar was en je iemand kon bereiken. Nu zijn dat smarttelefoons en die kunnen veel meer. Zeker op het vlak van social media. Vaak door ouders, broers zussen neven nichten vriendjes en vriendinnetjes worden ze mee gezogen in die wereld zonder dat ze eigenlijk weten waar ze mee bezig zijn
Hoe het effect van social media zich door ontwikkelt op het middelbaar onderwijs is te zien aan het feit dat iedereen beschikt over een mobiele telefoon met social media er op. Hoe duurde de telefoon hoe beter je in het plaatje past. Ook is het pesten hier niet uit het plaatje weg te denken want dat blijft hoe dan ook makkelijker om te doen.
Wat nu ook veel in opkomst is, is het gebruik van tablets (Dalton College) en laptops (Insula College) in plaats van boeken in de klas. Dit stimuleert aan de ene kant het beter opletten van de leerlingen en betere resultaten, maar aan de andere kant is het een bijna legaal middel om even achter facebook te kruipen, netflix op te zetten en ga zo maar door.
Vanaf welke leeftijd beginnen kinderen met social media en zie je dat het invloed gaat hebben op hun dagelijks leven?
Wat er in de deelvraag hier voor al was verteld, is dat kinderen nu al rond hun vijf jaar al in het bezit kunnen komen van een mobile telefoon. Het verschil zit er in of dat al een smartphone is zo als wij die anno 2016 kennen of eentje waarvan je hem ontelbaar keer op de grond kan gooien en dat dan de vloer kapot is (alleen maar sms’en en bellen dus 😉 ) Hier kan je wel uit opmaken dat de generatie steeds jonger wordt en er dus veel sneller gebruik van social media kan komen.
Je ziet steeds vaker dat mensen ongeduldig worden als ze even geen wifi hebben of als ze even geen internet tot hun beschikking hebben. Dit fenomeen heet FOMO, met andere woorden Fear Of Missing Out, bang zijn om een berichtje of een nieuwtje te missen. Hier ga je dus al merken dat social media en ook vooral de smartphone invloed heeft op het dagelijks leven. Dit fenomeen is al een tijdje bekend in Amerika en is daar ook onderzocht. Ze kwamen daar tot de conclusie dat wij als mensen altijd wel wat miste in ons leven maar doordat we er niet erg over na dachten, miste we ook niet echt iets. Tot dat de komst van social media kwam, toen hadden we opeens het idee dat dat het gene was wat we miste. Kunnen we dus niet iets checken op facebook raken we gestrest. Bang dat we iets missen wat ‘belangrijk’ voor ons is. Doordat je ook meldingen op je telefoon krijgt, ga je je verplicht voelen te reageren op mensen. Wanneer je vroeger een brief stuurde en je een aantal dagen moest wachten op antwoord de normaalste zaak van de wereld was, voelen we ons nu verplicht zo snel en effectief mogelijk te reageren. Gaat dat reageren te sloom, dan voelen we ons bezwaard en weten we niet wat we er tegen moeten doen.
De invloed van social media is steeds zwaarder aan het wegen op het dagelijks leven van jongere kinderen. Om je heen hoor je dat kinderen van 11 zich al druk maken of ze wel genoeg volgers hebben op Instagram, genoeg likes op Facebook en ga zo maar door. Als we terug kijken naar hoe het ongeveer 10 jaar geleden was, zie je dat er toen nog non stop buiten werd gespeeld, kinderen nog niet echt in het bezit waren van een mobiel en maar naar huis moesten komen als de lichten buiten aan waren. Kijk je naar het heden spelen kinderen minder buiten, zitten vaker binnen en lopen al vrij snel rond met de wel bekende smartphone.
Wat is het verschil met autochtone kinderen met een taalachterstand en met allochtone kinderen en wordt dat verschil versterkt door social media?
Een verschil tussen autochtone kinderen en allochtone kinderen is dat de allochtone kinderen vaak al op de basisschool beginnen met een achterstand doordat er thuis alleen maar hun eigen taal wordt gesproken en een klein beetje Nederlands zodat ze de basis wel hebben. Dan komen ze dus op een Nederlandse school en hebben ze eigenlijk al een achterstand. Wel wordt deze achterstand ingelopen door vaak de scholen zelf die dan met de kinderen gaat zitten en ze bijvoorbeeld extra les geven in het Nederlands spreken. Je ziet wel dat dan de autochtone kinderen in die zin wel een voorsprong hebben want die krijgen de Nederlandse taal van begin af aan al mee, voor hun is het dus in die zin ook makkelijkere om op school mee te komen.
Wel is uit een onderzoek gebleken uit 2010 dat “de meeste autochtone kinderen (70%) hun eigen ontwikkelingslijn in de taalontwikkeling volgen. Dit betekent dat voor de meeste autochtone kinderen een A, B, C, D, of E- Cito score de ontwikkelingslijn kan zijn: een C-score is ook na een jaar Schatkist of Startblokken nog een C- score. Alleen de allochtone kinderen die met een taalachterstand in groep 1 waren binnengekomen (44% van de allochtone kinderen) gingen significant vooruit en haalden hun taalachterstand in. In feite gaat het bij de meeste allochtone kinderen ook niet om een taalachterstand, maar om een blootstellingsachterstand.”
(bron: http://wij-leren.nl/taalachterstand.php)
Uit dit onderzoek kun je dus wel stellen dat de kinderen met een achterstand die wel inlopen en dus op een gegeven moment op het zelfde niveau als de kinderen zonder een achterstand.
Door het gebruik van social media kan dit verschil wel worden versterkt. Je komt via Facebook in contact met je familie uit Turkije die geen Nederlands spreken, daar moet je dus weer Turks mee gaan praten. Doordat je niet alleen voor de Nederlanders wat wilt posten, post je dus ook in het Turks om zo je familie niet achter te stellen uit Turkije. Dit versterkt dan weer het feit dat de Nederlandse taal achteruit gaat doordat je veel meer Turks gaat praten en weer minder Nederlands. Vaak zie je ook dat er online wordt gepraat met vrienden van de zelfde afkomst. Dat gaat vaak in de moedertaal omdat je dat is aangeleerd en het vaak makkelijker is om te doen; Nederlanders snappen er niks van en zullen dus nooit te weten komen wat je zegt. Dit alles zorgt er dus voor dat de taalachterstand, wat basisscholen tegen willen gaan, wordt versterkt door social media.
3. In hoeverre is social media een probleem voor de maatschappij?
Social media kom je elke dag tegen in de maatschappij. Zonder de media zouden we van veel dingen niets afweten. We zien en merken dan ook dat social media veel invloed heeft en uitoefent op de maatschappij. Als je wakker word kijk je toch eerst op je telefoon naar bijvoorbeeld je mail, Facebook of WhatsApp. Dit gebeurd eigenlijk iedere ochtend, hieruit kan je al opmaken dat social media onmisbaar is in de maatschappij. Voor veel bedrijven is social media een voordeel omdat ze direct kunnen inspelen op de veranderingen in de maatschappij maar ook veel sneller reageren op wat mensen posten op social media. De drie meest gebruikte informatiebronnen bij bedrijven zijn: Twitter, LinkedIn en Facebook. Ook de concurrentie werkt hiermee dus op deze manier kun je de bedrijven ‘in de gaten’ houden en alert reageren op nieuwe feiten en weetjes. Maar in hoeverre is het een probleem? Hierover zijn de meningen sterk verdeeld onder de mensen. Je hebt natuurlijk mensen die echt verslaafd zijn, dit kan met bepaalde dingen wel problemen voor de maatschappij met zich meebrengen. De mensen praten bijvoorbeeld bijna nooit meer in het echt maar alleen via WhatsApp. Hierdoor ontstaat er een verschil in communicatie met de ander. In een “echt” gesprek verwoordt je de dingen anders dan via social media hierdoor kunnen mensen dingen anders opvatten dan dat het eigenlijk bedoeld is. Andere mensen zeggen juist weer dat het helemaal geen problemen met zich meebrengt maar vooral een voordeel is. Je hebt meer tijd voor andere dingen omdat je nu niet per se hoeft af te spreken. Uit onderzoeken is gebleken dat het gebruik van social media op de werkvloer geen ongunstige gevolgen heeft, de betrokkenheid wordt er zelfs mee vergroot waardoor het uiteindelijk positief is. Een groot probleem van het gebruik van social media is dat op het moment dat er een (grote) netwerkstoring ontstaat de bedrijven en mensen niet meer kunnen functioneren en niet meer weten wat ze moeten doen. Dit komt omdat tegenwoordig alles via internet, computers en telefoons gaat. Hierdoor werkt dat allemaal niet meer en raken de mensen van slag. In 2015 gebruikten 63% van alle bedrijven ten minste 1 vorm van social media, terwijl dit in 2012 nog maar 41% was. Hieruit kan je opmaken dat social media de overhand gaat nemen, ook in de bedrijfswereld.
Wat is het grootste probleem dat social media met zich mee kan brengen?
Het grootste probleem van social media is de verslavende werking. Vooral veel jongeren raken heel snel verslaafd aan deze vorm van informatie die ze op verschillende manieren binnen krijgen. Ze gebruiken het de hele dag door. Uit onderzoeken blijkt dat meer meisjes verslaafd zijn dan jongens. Meisjes zouden 14% van de dag spenderen aan social media terwijl dat bij jongens maar 6% is. Er zijn verschillende symptomen om te zien of mensen/kinderen verslaafd zijn. Ten eerste kan je het zien aan het feit dat ze geen goede controle over het internet gebruik hebben. Ze zitten dus sneller over hun internetbundel heen zonder dat ze dit in de gaten hebben. Door dit gegeven ontstaan er bij veel mensen schulden omdat ze wellicht geen baan hebben en denken dat ze via deze weg een baan kunnen vinden om zo uit hun schulden te komen. Maar vaak gaat dit van kwaad tot erger en komen ze door hun schulden er niet meer bovenop. Ten tweede hebben deze mensen ook ontwenningsverschijnselen als ze even niet op social media kunnen. Ze worden dan erg onrustig vanwege het feit dat ze, denken, wellicht iets te missen. De meeste jongeren gebruiken ook social media omdat het communiceren makkelijker gaat en je meer tijd heb om te reageren dan als je met iemand in real-life staat te praten. Maar niet alleen jongeren raken verslaafd aan social media. Het is gebleken dat 55% van de ouderen hier ook aan verslaafd zijn. De redenen die ouderen mensen geven voor het gebruik van social media is dat het handig is om te zien wat anderen doen, alles staat op Facebook of Twitter, terwijl je je huis niet uit hoeft. Helaas zit hier voor de ouderen ook wel een nadeel aan; ze vereenzamen alleen thuis omdat alles via de computer/telefoon gaat. Bij de jongeren is dit anders zij gaan er wel op uit, hangen en chillen met elkaar maar willen ondertussen toch alles op social media blijven volgen. Toch blijft er wel een verschil tussen de verslaving van jongeren en ouderen. Jongeren zitten meer dan 5 uur per dag op social media terwijl dat bij ouderen toch maar tussen de 1 tot 4 uur ligt. Het derde punt is dat er bij veel jongeren slapeloosheid ontstaat. De jongeren zitten zoveel op social media dat als ze naar bed moeten vaak niet kunnen slapen. Dit komt doordat er vanaf je telefoon straling komt waardoor je wakker blijft. Wat de meeste jongeren doen als ze niet kunnen slapen is dan weer op hun telefoon gaan om de tijd door te komen. Hierdoor komt er weer nieuwe straling vrij en ga je dus steeds later slapen. Alles bij elkaar veroorzaakt dit dus vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en concentratieproblemen. Uit een onderzoek is gebleken dat de straling net zo werkt als 20 blikjes energy.
Wat is het verschil tussen mensen die niet van kleins af aan social media hebben gebruikt en mensen die dat wel hebben?
Bij sommige mensen is er een duidelijk verschil te zien. De mensen die niet opgegroeid zijn met social media zijn er meestal niet handig mee of willen er niks mee te maken hebben. Ook heb je ouders die er niet mee opgegroeid zijn maar er nu toch helemaal in mee gaan. Je ziet steeds meer ouders die nu ook Facebook of Instagram hebben omdat ze het bij hun kinderen zien. Ze komen er achter dat je op deze manier bijvoorbeeld oude schoolvrienden kan opsporen en ermee in contact kan komen. Het verschil zit hem ook in het feit dat de kinderen van nu veel meer via hun telefoon doen dan in het echt praten. Ze gaan bijvoorbeeld niet eens meer een gesprek aan terwijl de mensen die het niet van kleins af aan gebruiken toch liever een gesprek aan gaan dan via social media. Hierdoor ontstaat er wel een soort angst bij de jongeren om mensen aan te spreken. Toch zijn de ouderen die het niet van kleins af aan al gebruiken wel de grootst stijgende groep in het gebruik. Als voorbeeld Facebook; de stijging is 23% ten opzichte van 2014. Ook de 80-plussers stijgen met 10%. De 80-plussers hebben dan wel niet de nieuwste telefoons of app’s maar willen toch nog wel meegaan met de tijd. Deze groep mensen zijn nog gewend om brieven te schrijven en te bellen als je direct antwoord wil hebben. Dit is nu voor hun erg wennen maar het heeft wel hun contact met andere mensen vergroot. Oude contacten worden nu juist weer sneller opgepakt, via Facebook zien ze recente foto’s van wellicht oude bekenden. Het contact leggen gaat nu sneller dan met een brief schrijven.
Het aantal internetters in procenten per categorie.