2. Full of mind.
“Neem het allemaal niet al te ernstig op, het gaat maar over je leven”
– Genpo Roshi
Na uitgebreid literatuuronderzoek te hebben uitgevoerd zijn de onderzoekers tot de conclusie gekomen dat in de verschillende bronnen duidelijk naar voren komt dat mindfulness zich richt op aandacht, houding en niet beoordelende acceptatie. Eenvoudig omschreven betekent mindfulness: doelbewust opletten, op dit moment met een gevoel van medeleven, nieuwsgierigheid en acceptatie. Door opmerkzaam te leven, leer je hoe je op een prettige manier in het hier en nu kunt leven, en je geen zorgen hoeft te maken over het verleden of de toekomst. Het gaat er bij mindfulness om in contact te komen met je zintuigen, om nieuwsgierig te zijn en om te ontdekken wat er in het menselijk brein omgaat (Alidina, 2012).
In dit hoofdstuk zullen de volgende vragen worden behandeld:
1. Wat is ‘mindfulness’?
2. Waar wordt mindfulness gebruikt binnen de forensische psychiatrie?
3. Wat zijn de ervaringen binnen de forensische psychiatrie met mindfulness?
4. In hoeverre is mindfulness een indicatie of contra-indicatie voor pati??nten binnen de AFPN?
2.1 Geschiedenis van mindfulness
Mindfulness, ofwel het bewust aandacht richten op alles wat zich op dit moment voordoet, is afkomstig uit het Boeddhisme, een religie ontstaan in India rond de vijfde eeuw voor Christus. In het Boeddhisme bestaan vele tradities met ieder hun eigen scholen. Wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben is hun streven naar het cultiveren van bewuste aandacht voor het hier en nu (Vincken, Hoogstad, Warmenhoven, Karimoen, & Thewissen, 2013). In 1979 besloot een Amerikaans moleculaire bioloog, Jon Kabat-Zinn, te kijken of en hoe zieke mensen profijt konden hebben van mindfulness. Daartoe ontwikkelde hij een systematisch trainingsprogramma genaamd Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) voor pati??nten met onder andere chronische pijnklachten. Hij was ervan overtuigd dat de levenskwaliteit van deze zieke mensen kon verbeteren als ze op een andere, meer aandachtige, manier met hun klachten zouden leren omgaan. Het zou de stress van het ziek-zijn verminderen en hun ziekte-ervaring veranderen. Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van Mindfulness Based Stress Reduction heeft ondertussen aangetoond dat Kabat-Zinn’s intu??tie juist was. Het leren je aandacht bewust te richten, heeft een stressreducerende werking en blijkt tevens effectief te zijn als behandeling van onder andere (deels stressgerelateerde) klachten zoals psoriasis (een huidaandoening) en fibromyalgie (een chronische aandoening die doorgaans gepaard gaat met veel pijnklachten) (Vincken, Hoogstad, Warmenhoven, Karimoen, & Thewissen, 2013). Mindfulnesstraining voegt de oosterse inzichten met westerse psychologische methoden samen en is intussen een vertrouwde benadering (evidance-based) in Nederland, gebaseerd op resultaten van wetenschappelijk onderzoek (Meulen & Brandsma, 2010).
2.2 MBSR en MBCT
De training die Kabat-Zinn ontwikkelde, heet officieel Mindfulness-based Stress Reduction (MBSR). Later ontwikkelde psycholoog Segal samen met collega’s Williams en Teasdale een variant op deze training, waarbij elementen van cognitieve gedragstherapie zijn ingebouwd: Mindfulness-based Cognitive Therapy (MBCT). Deze variant verschilt overigens slechts op onderdelen van de oorspronkelijke opzet. In Nederland worden de termen ‘mindfulnesstraining’ en ‘aandachttraining’ gebruikt voor zowel MBSR en MBCT. Hierbij worden gedachten losgekoppeld van gedrag. De meeste trainers gebruiken tussenvormen van beide varianten, aangepast aan de behoefte van hun groep (Brandsma, 2012).
Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) MBSR of Stressreductie door Aandachttraining is in 1979 ontwikkeld door Jon Kabat-Zinn. MBSR is een 8-weeks programma voor mensen met lichamelijke en psychologische klachten. Het kernelement in MBSR is mindfulness. MBSR wordt nu in meer dan 250 ziekenhuizen en gezondheidscentra in de Verenigde Staten aangeboden. In Europa groeit de interesse voor MBSR. Vooral in Duitsland, Nederland en Belgi?? wint MBSR als behandelmethode snel terrein (Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness, 2012). Uit onderzoek blijkt dat bij deelnemers aan MBSR lichamelijke en psychologische klachten significant afnemen, ze effectiever leren omgaan met stresssituaties, zich beter kunnen ontspannen en een hogere kwaliteit van leven ervaren (Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness, 2012).
Mindfulness Based Cognitive Therapy MBCT is ontwikkeld voor mensen met een gevoeligheid op terugval na een depressie. MBCT is een samenhang van mindfulness en cognitieve gedragstherapie. Er is veel aandacht voor de prikkels die een nieuwe depressie kunnen uitlokken. In tegen stelling tot MBSR is MBCT effectief gebleken bij mensen depressie die in het verleden minstens drie depressies hebben gehad (Hulsbergen, 2010).
Toen MBSR klinisch effectief bleek, werd de training in aangepaste vorm ook toegepast in de geestelijke gezondheidszorg. Zo voegde een aantal onderzoekers in de klinische psychologie (Segal, Williams en Teasedale) in 1992 elementen van cognitieve gedragstherapie toe aan het MBSR programma om mensen die in het verleden ‘?n of meerdere depressieve episodes hadden gehad te helpen een terugval te voorkomen. Dit programma kreeg de naam Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT).
Wetenschappelijk onderzoek in binnen- en buitenland heeft de klinische effectiviteit van dit depressie-terugval-programma in de tussentijd aangetoond en richt zich nu vooral op het onderzoeken van het werkingsmechanisme (hoe en waarom het helpt) (Vincken, Hoogstad, Warmenhoven, Karimoen, & Thewissen, 2013). MBCT blijkt een effectieve methode om terugval bij depressie te voorkomen. Het plaatst de kracht van MBSR in de context van cognitieve gedragstherapie. Internationaal is veel belangstelling voor MBCT, vooral bij cognitieve gedragstherapeuten. Zowel naar MBSR als MBCT is empirisch onderzoek gedaan en nog steeds worden beide methoden wetenschappelijk getoetst.
Sinds een aantal jaren wordt MBCT gebruikt als behandeling voor pati??nten met terugkerende depressie. Diverse studies laten zien dat deze training effectief is. Er wordt verondersteld dat dit komt door het aanbrengen van een verandering van de negatieve opvattingen in meer realistische opvattingen. Er is voorlopig bewijs dat cognitieve therapie werkt, omdat de houding van pati??nten tegenover negatieve cognities veranderen. Er wordt door de pati??nten een ‘afstandelijke’ en accepterende houding: het zijn ‘maar’ gedachten, ontwikkeld (Schurink, CCGT, 2005). Om mindfulness verder uit te diepen hebben de onderzoekers er voor gekozen om de Mindfulness Based Cognitive Therapy nader te verklaren. Op het moment dat MBSR klinisch effectief bleek werd de training in aangepaste vorm ook toegepast in de geestelijke gezondheidszorg (Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness, 2012). MBCT is ontwikkeld voor mensen met een gevoeligheid op terugval na een depressie. MBCT is een samenhang van mindfulness en cognitieve gedragstherapie waarbij aandacht is voor de prikkels die een nieuwe depressie kunnen uitlokken.
Bovenstaande staan verschillende variaties van mindfulness beschreven. De onderzoekers gebruiken de MBCT als uitgangspunt in het onderzoek, omdat diverse studies laten zien dat deze training effectief is. In tegenstelling tot MBSR, is MBCT effectief gebleken bij mensen die in het verleden minstens 3 depressies hebben gehad (Hulsbergen, 2010). MBCT gaat meer in op gevoelens, gedachten en invloeden. Dat zou kunnen bijdragen aan een positieve denkwijze van de pati??nt.
2.3 Meditatie als een cognitief proces
Mindfulness kan worden opgevat als een onderdeel van meditatie. Waarbij de nadruk wordt gelegd op de psychische situatie die tevens buiten meditatie kan worden toegepast wat het verschil maakt met meditatie. Bij mindfulness wordt er als uitgangspunt genomen dat het zou leiden tot verminderen van stressen en angsten, hierbij kan er meer worden genoten van het moment. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de effecten van meditatie. Deze onderzoeken zijn opgezet vanuit het perspectief van lichamelijke ontspanning. Het is meer passend om meditatie te beschouwen vanuit cognitieve processen en aandachtsprocessen. Bij mindfulness wordt geleerd om meer afstand te nemen van de mentale, emotionele, lichamelijke, en/of omgevingsgebeurtenissen op een niet beoordelende wijze. Daardoor raakt men minder emotioneel betrokken en minder snel van streek. Er wordt als het ware ontkoppeld van een gewoonte patroon. Dit is op te vatten als een vorm van conditionering. Door dit wegvallen van gewoonten in denken, voelen en doen, komt er ruimte om op een nieuwe, frisse en creatieve manier op de situatie te reageren. Men gaat daardoor ook meer authentiek reageren op het actuele moment en minder vanuit oude gewoontes van waarnemen, interpreteren en reageren (Burken, 2013).
2.4 De klinische effecten van mindfulness
Omdat mindfulness meditatie basale processen aanspreekt, kan ze ook op een breed veld van menselijk functioneren effecten hebben. Kristeller ordent dit naar zes domeinen. Cognitief, fysiek, emotioneel, gedrag, relatie tot zelf en spiritueel welzijn. Binnen wetenschappelijk onderzoek is er voldoende steun voor de hierboven genoemde effecten (Kristeller, 2007).
Cognitief: men ontdekt dat de aandacht als een aap rondspringt, maar gaandeweg leert men om met de aandacht meer in het ‘nu’ te blijven. Men gaat ook het ik van de gedachten scheiden. Acceptatie van datgene wat zich aandient, bleek de hallucinaties bij psychiatrische pati??nten te verminderen (Kristeller, 2007).
Fysiek: de relaxatie respons is vaak beschreven: de spieren ontspannen, de adem wordt rustiger, de activiteit van de sympathicus daalt etc. verscheiden onderzoeken onder andere van Kabat-Zinn, laat een positief effect op pijn zien. Een ander voorbeeld is het gunstige effect bij psoriasis pati??nten. Er zijn aanwijzingen dat het immuun systeem beter gaat functioneren, wat niet onbelangrijk is voor een scala van aandoeningen (Kristeller, 2007).
Emoties: angst en depressie neemt af. Ook stress bij chronische ziekten of op het werk vermindert. Positieve emoties zoals liefdevolle vriendelijkheid (vooral in Tibetaanse boeddhisme beoefent) nemen toe en dat correleert met een toename van activiteiten in de linker frontaal kwab. Boosheid neemt door de accepterende houding en het ontkoppelen van gewoontegedragingen af (Kristeller, 2007).
Gedrag: vooral eetgedrag en voedselkeuze blijkt goed te reageren op mindfulness meditatie. Men wordt zich meer bewust van de gewoonte triggers voor eten en gaat bewuster eten en genieten. Er zijn aanwijzingen dat mindfulness meditatie drugs en alcohol gebruik laat afnemen (Kristeller, 2007).
Relatie tot zelf en anderen: een negatief zelfbeeld of lage zelfwaarde is een belangrijke bron van stress. De accepterende houding van mindfulness meditatie verlicht dit. Zelfacceptatie (van goede en minder goede eigenschappen) neemt toe. Relaties verbeteren. Vele mindfulness meditatiescholen voeren ook een vorm van liefdevolle vriendelijkheid of compassie in. Deze toevoeging verbetert zowel de relatie met zichzelf als met anderen (Kristeller, 2007).
Spiritueel welzijn: hoewel meditatie van oudsher geassocieerd is met spiritualiteit, is er in het Westen de trend dit te ontkoppelen. Op zich is dit jammer want dit metaperspectief, in welke vorm dan ook, kan de effecten van meditatie verdiepen en meer betekenisvol maken (Kristeller, 2007).
2.5 Forensische Psychiatrie
De Forensische Psychiatrie behandelt pati??nten die vanuit complexe psychiatrische problematiek grensoverschrijdend gedrag of delict gedrag vertonen (GGZ Drenthe, 2013). Forensische psychiatrie is een raakvlak tussen twee werelden, namelijk die van het recht en de psychiatrie. Soms wordt ook wel eens gesproken van criminele psychiatrie, psychiatrie en rechtspraak, psychiatrie en (straf) rechtspleging, psychiatrie of gerechtelijke psychiatrie, maar telkens gaat het om hetzelfde (Mutsaersstichting, 2013). Het zorgnetwerk binnen justitie en de GGZ waar mensen met een psychiatrische stoornis of verstandelijke beperking die een delict hebben gepleegd of opnieuw dreigen te plegen, worden behandeld in specifieke afdelingen hierbij te denken aan behandeling binnen de GGZ of behandeld worden in penitentiaire inrichtingen (GGZ Nederland, 2014).
Delict gedrag en grensoverschrijdend gedrag Delict gedrag is gedrag dat maatschappelijk niet wordt geaccepteerd. Volgens de wet is dit gedrag strafbaar. Delict gedrag ontstaat vaak door een combinatie van problemen. Dit geldt ook voor grensoverschrijdend gedrag. Denk hierbij aan problemen op het gebied van opleiding, werk, wonen, financi??n of sociale relaties. Ook psychiatrische problematiek of verslaving kan een rol spelen. Als delict gedrag of grensoverschrijdend gedrag van iemand mede wordt veroorzaakt door psychiatrische problemen, dan is het belangrijk dat diegene hiervoor wordt behandeld. Een delict komt tot stand door meerdere factoren en bovendien bestaan er vele theorie??n ter verklaring van delict gedrag. Zowel de aard en de achtergronden van het gedrag kunnen zeer uiteenlopen. Psychiatrische noch persoonlijkheidskenmerken noch sociale kenmerken afzonderlijk kunnen delict gedrag verklaren. Daarom kan niet van ‘?n theorie worden uitgegaan, maar moeten meerdere theorie??n worden gepresenteerd (Haas, 2005). Er zijn zeven vormen van grensoverschrijdend gedrag volgens (Comijs, 2000).
1) Verwaarlozen en onthouden van zorg: onthouden van medicatie en adequate voeding; te weinig tijd inzetten om te helpen met eten; geen hulp bieden bij het naar de wc gaan; niet reageren op roepen; slechte hygi??ne; niet op bed leggen als een persoon dat wil; dreigen met weggaan en niet ondersteunen bij verwijzing naar hulpbronnen. Wanneer de geestelijke behoeften van personen worden genegeerd, zoals de behoefte aan aandacht, liefde en ondersteuning, spreken we van psychische verwaarlozing (Comijs, 2000).
2) Psychische grensoverschrijdingen (emotioneel misbruik): pesten; treiteren; bang maken; uitschelden; onder druk zetten; overmatige controle uitoefenen; vernederen en krenken. Het kan ook gaan om het isoleren van de persoon ten opzichte van het sociaal netwerk en andere sociale hulpbronnen (Comijs, 2000).
3) Fysieke grensoverschrijdingen (mishandeling): te hard vastpakken; ruw wegduwen; slaan; schoppen; misbruik van medicatie en gebruik van banden en tafelbladen zodat mensen niet kunnen opstaan of weglopen (Comijs, 2000).
4) Seksuele grensoverschrijdingen (waaronder seksueel misbruik): ongewenste aanrakingen; onnodige ontkleding; een cli??nt betrekken bij seksuele handelingen zonder toestemming of waarvoor een persoon geen toestemming kan geven of onder druk geeft; aanranding en verkrachting (Comijs, 2000).
5) Discriminatie: bij discriminatie gaat het om ongelijkwaardige behandeling op basis van de beperking, afkomst, sekse, seksuele voorkeur of religie (Comijs, 2000).
6) Schending van rechten: dient gezien te worden in relatie tot eventuele afspraken die in het ondersteuningsplan gemaakt worden over vrijheidbeperkende maatregelen. Bij schending van rechten kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: zeggenschap onthouden; beslissingen nemen zonder overleg met de cli??nt of zijn vertegenwoordigers; aantasting of inperking van het recht op vrijheid, privacy en zelfbeschikking. Bijvoorbeeld door post achter te houden, mensen weg te sturen en (Comijs, 2000).
7) Financi??le en materi??le uitbuiting: hier gaat het om het wegnemen of profiteren van bezittingen van de persoon. Te denken aan: diefstal van geld, juwelen en andere waardevolle spullen; verkoop of gebruik van eigendommen zonder toestemming van de persoon of gedwongen testamentverandering; het onterecht vragen van eigen bijdragen. Ook iemand financieel kort houden, is een vorm van uitbuiting, tenzij dit zo opgenomen is in het ondersteuningsplan (Comijs, 2000).
2.6 Psychische problemen
Een psychische aandoening (ook wel geestesziekte of psychiatrische stoornis) is een psychologisch of gedragsmatig syndroom dat gepaard gaat met pijn en/of functievermindering. Met andere woorden, het is een bepaald patroon van klachten waar iemand langere tijd last van heeft. Door verschillende klachten kan een persoon niet naar behoren functioneren bijvoorbeeld in werk of priv??sfeer. Om de oorzaak vast te stellen, kan er worden gekeken naar de biologische, sociale en psychologische factoren. De mate van kwetsbaarheid ten opzichte van een psychologische stoornis ligt aan de aanleg, opvoeding en levenservaring. In de meeste gevallen is het een wisselwerking tussen deze factoren waar een psychologische stoornis toe kan leiden (Mens en samenleving, 2012). Ruim vier op de tien Nederlanders krijgen in hun leven te maken met psychische problemen. De geestelijke gezondheidszorg kan hierbij hulp bieden. De huisarts gaat vanaf 2014 een belangrijke rol spelen in de GGZ. De behandeling van mensen met wat zwaardere psychische aandoening gaat meer dichtbij huis plaatsvinden. (Onvrijwillige) opname in een GGZ-instelling moet een laatste keus zijn (Rijksoverheid, 2013).
2.7 AFPN
De AFPN biedt ambulante forensische psychiatrische hulp aan pati??nten met een psychiatrische stoornis in combinatie met (dreigend) delict gedrag. AFPN wil het dringend delict gedrag verkleinen en kans op recidive verminderen. De AFPN behandelt pati??nten die minimaal 18 jaar oud zijn. Er is geen wachttijd voor pati??nten. De wijze van behandelen is multidisciplinair met als doel het behandelen van de stoornis en daarmee het voorkomen van een recidive. Op indicatie kunnen pati??nten gedurende hun hele levensloop behandeling en begeleiding van de AFPN krijgen. De AFPN is een HKZ-gecertificeerde, procesgerichte en professionele organisatie. De organisatie is ketengericht; ondernemerschap staat voorop. De interne en externe informatie en communicatie is open, zorgvuldig, helder en overdraagbaar. De AFPN heeft tevreden partners en klanten (Forint, 2013).
2.8 Radboud
Speckens, psychiater aan de Radboud universiteit in Nijmegen, zegt het volgende in een interview: ‘het gaat om het ontwikkelen van een milde, vriendelijke grondhouding tegen over jezelf en anderen’ (Trouw, 2014). Er worden verschillende onderzoeken naar mindfulness verricht binnen de Radboud universiteit in Nijmegen. Hoogleraar en psychiater Speckens en arts en psychiater Steen, doen en leiden diverse onderzoeken naar het effect van mindfulness. De eerste resultaten zijn positief. Vooral het aanbieden van mindfulness bij mensen met een depressie biedt veel positieve resultaten. Ook wordt mindfulness gebruikt bij het behandelen van kanker pati??nten om er mee om te leren gaan, ook dit komt in onderzoeken naar voren dat het positief bijdraagt aan de kwaliteit van leven bij pati??nten (Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness, 2012). Daarnaast zijn er onderzoeken gaande naar mindfulness met betrekking tot de psychiatrie.
Dialectische gedragstherapie wordt toegepast bij mensen met een verslavingsproblematiek en is gebaseerd op cognitieve en gedragstherapeutische methoden en acceptatie strategie??n die gebaseerd zijn op het zenboeddhisme (mindfulness- training) (Emmelkamp & Vedel, 2007). De terugval van een groep die onderzocht was, in verhouding met de controle groep die geen mindfulness naast hun reguliere behandeling kregen, is de terugval zichtbaar minder. Ook het middelgebruik van de groep die mindfulness had gevolgd, was ook minder dan de controle groep na zes maanden van de behandeling. Er is bewijs voor de effectiviteit van mindfulness bij het verminderen van alcoholverslaving en middelenmisbruik Marlatt en collega’s (2004) ondersteunen dit met hun onderzoek, uitgevoerd bij gedetineerden en niet-gedetineerden, door een vermindering van alcohol- en middelenmisbruik na de training, het verbeteren van drankgerelateerde cognities en het verbeteren van optimisme, zelfregulatie en motivatie. Verder toonden Bowen en collega’s (2006) aan dat ex-gedetineerden, die een mindfulnesstraining hadden gevolgd, minder alcohol en drugs gebruikten dan de controlegroep die de treatment-as-usual kreeg. De groep liet vermindering zien in zowel alcoholproblemen als psychiatrische symptomen. Een gerandomiseerd onderzoek van Bowen en collega’s (2009) toonde aan dat, behalve een afname in het gebruik van verslavende middelen, de deelnemers van een mindfulnesstraining tevens minder behoefte hadden aan verslavende middelen, een meer accepterende houding hadden en bewuster konden handelen in vergelijking met de treatment-as-usual-controlegroep (Meulen & Brandsma, 2010). Vanuit deze onderzoeken zijn er positieve resultaten. Bij de AFPN zitten verschillende pati??nten (Annyas, 2013) met een Borderline stoornis in combinatie met middelengebruik. Mindfulness zou dus goed kunnen aansluiten bij deze doelgroep.
2.9 De koppeling
De onderzoekers hebben een gesprek met ervaringdeskundige op het gebied van mindfulness gehad, de heer F. Wilting. Wilting is docent en coach aan de Hanzehogeschool, Instituut voor Communicatie, media en IT en Mindfulness trainer. Via de begeleidende docent vanuit de opleiding, zijn de onderzoekers in contact gekomen met F. Wilting. Dit, omdat de onderzoekers graag meer wilden weten over mindfulness. De onderzoekers hadden al verschillende bronnen, artikelen, vakbladen en boeken gelezen. Voor de onderzoekers miste het verhaal achter de boeken en de verschillende bronnen. De onderzoekers hebben niet de financi??le mogelijkheden om een daadwerkelijke mindfulnesstraining te volgen. Om deze reden is er voor gekozen om met de heer Wilting in gesprek te gaan. Wilting wilde de onderzoekers te woord staan met betrekking tot mindfulness. Hiernaast heeft de heer Wilting de onderzoekers doorverwezen naar de FPK in
Assen, hier zouden invloeden van mindfulness worden toegepast in het behandelplan. Deel van deze opgedane kennis is verwerkt in het resultatenhoofdstuk.
2.10 Conclusie
De bovenstaande paragrafen geven antwoord op de volgende deelvragen
1. Wat is ‘mindfulness’?
2. Waar wordt mindfulness gebruikt binnen de forensische psychiatrie?
3. Wat zijn de ervaringen binnen de forensische psychiatrie met mindfulness?
4. In hoeverre is mindfulness een indicatie of contra-indicatie voor pati??nten binnen de AFPN?
Mindfulness is een onderdeel van meditatie. Waarbij de nadruk wordt gelegd op de psychische situatie die tevens buiten meditatie kan worden toegepast. Bij mindfulness wordt er als uitgangspunt genomen dat het zou leiden tot verminderen van stressen en angsten, hierbij kan er meer worden genoten van het moment. Binnen de AFPN wordt op dit moment gewerkt met ‘invloeden’ vanuit de mindfulness. De Forensische Psychiatrie behandelt pati??nten die vanuit complexe psychiatrische problematiek grensoverschrijdend gedrag of delictgedrag vertonen (GGZ Drenthe, 2013). Delict gedrag ontstaat vaak door een combinatie van problemen. Dat geldt ook voor grensoverschrijdend gedrag. Denk hierbij aan problemen op het gebied van opleiding, werk, wonen, financi??n of sociale relaties. Ook psychiatrische problematiek of verslaving kan een rol spelen. Als delict gedrag of grensoverschrijdend gedrag van iemand mede wordt veroorzaakt door psychiatrische problemen, dan is het belangrijk dat diegene hiervoor wordt behandeld (Haas, 2005). Er zal aan de respondenten worden gevraagd of de desbetreffende respondent ervaart, dat er binnen de FPK onderdelen van mindfulness worden toegepast. De onderzoekers zijn op zoek gegaan naar een ervaringsdeskundige op het gebied van mindfulness. Hierbij zijn de onderzoekers in contact gekomen met de heer F. Wilting. Hierbij geeft F. Wilting het volgende aan; het is belangrijk om te leven in het hier en nu. En door mindfulness leef je intenser en rustiger. Dit is een wisselwerking: als je intens leeft, leef je rustiger en als je rustiger leeft, leef je intenser (Wilting, 2013). Mindfulness kan je rust bieden tussen een situatie/gebeurtenis en de reactie op deze situatie/gebeurtenis.Doormiddel van mindfulness kan de manier waarop een desbetreffende persoon naar zichzelf kijkt en tevens naar de wereld, veranderen. Hierdoor zal het reageren bewuster zijn dan voorheen. Dit zal dagelijks positieve veranderingen teweeg kunnen brengen in cognitieve functioneren. Met deze informatie proberen de onderzoekers erachter te komen hoe de desbetreffende respondent reageert in het dagelijks leven. Hiernaast zal er aan de respondenten worden gevraagd of er dagelijks bewust gelet wordt ‘hoe’ de respondent reageert. Door het literatuuronderzoek hebben de onderzoekers al een antwoord gekregen op de deelvragen. Mindfulness is een indicatie aangezien de pati??nten het zelf in de hand hebben. Onderzoek laat zien dat mindfulness effectief is. Dit is ook terug te lezen in het literatuur onderzoek. Echter kunnen de onderzoekers niet vinden of mindfulness ook een contra-indicatie kan zijn. De opzet van MBSR is een 8-weeks programma voor mensen met lichamelijke en psychologische klachten. Hierbij zijn elementen van cognitieve gedragstherapie ingebouwd. Zowel MBSR als MBCT is empirisch onderzoek gedaan en nog steeds worden beide methoden wetenschappelijk getoetst. Uit onderzoek blijkt dat bij deelnemers aan MBSR lichamelijke en psychologische klachten significant afnemen, ze effectiever leren omgaan met stresssituaties, zich beter kunnen ontspannen en een hogere kwaliteit van leven ervaren (Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness, 2012).