De Dikke van Dale geeft de volgende betekenis voor het woord schelden: Schelden: ‘beledigende woorden uitspreken’
Het online-woordenboek woorden.org geeft de volgende betekenis:
Schelden: ‘op boze toon beledigende dingen roepen tegen iemand’
Schelden is dus het met woorden kwetsen of beledigen. Het is iets wat al eeuwen gebeurt, al in het Nieuwe Testament werd gebruik gemaakt van scheldwoorden. In Matteus 3:7 gebruikt Johannes de Doper al het woord ‘addergebroed’ wat volgens het woordenboek ‘boosaardige mensen’ betekent.
Voor veel mensen is vloeken en schelden ongeveer hetzelfde. Toch is er wel verschil. Piet van Sterkenburg is emeritus hoogleraar Nederlandse Lexicologie in Leiden en hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Brussel. Hij heeft verschillende boeken geschreven over het gebruik van scheldwoorden, vloektermen, enzovoorts. In zijn artikel ‘Vloeken, hedendaagse uitdrukkingsvormen en veranderingen’ gebruikt Van Sterkenburg voor het werkwoord vloeken de volgende twee betekenissen:
1. iemand onder al of niet uitdrukkelijke aanroeping van God, van hogere of helse machten, met onheil bedreigen, een vloek of een doem uitspreken over iemand, iemand vervloeken, iemand verwensen, iemand uit haat onheil toewensen;
2. godslasteringen, godslasterlijke taal of daarvan afgeleide krachttermen gebruiken. vloekwoorden bezigen, verwensingen uiten om zichzelf emotioneel te ontladen, te bluffen of te intimideren.
Bij de eerste betekenis is er dus altijd iemand op wie de woede gericht wordt. Deze vorm van vloeken gebruiken we in Nederland erg veel. Denk aan de verwensing van premier Rutte: ‘Pleur op’. Bij de tweede betekenis wordt de vloek niet tot een persoon gericht, maar juist als krachtterm gebruikt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een hartstochtelijk Godverdomme als iemand zijn teen stoot.
Hiermee wordt meteen het verschil tussen vloeken en schelden duidelijk: Schelden is gericht op een persoon, het is bedoeld om die person te kwetsen of te kleineren.
In mijn profielwerstuk zal ik met name het gebruik van scheldwoorden onderzoeken en het kwetsende ervan.
Welke scheldwoorden er gebruikt worden hangt af van sexe, leeftijd, plaats en trends. Niet alleen schelden mannen anders dan vrouwen, mannen worden zelf ook anders uitscholden dan vrouwen. Jongeren gebruiken over het algemeen grovere scheldwoorden dan ouderen en in verschillende landen wordt ook verschillend gescholden. Daarnaast zie je bij het gebruik van scheldwoorden de invloed van trends: door de jaren heen veranderen scheldwoorden voortdurend, ze gaan als het ware met hun tijd mee. Werd je vroeger nog uitgescholden voor bengel, tegenwoordig is dit veranderd in etterbak of rattenkop.
Schelden op zich hoeft niet schadelijk te zijn. Maar als het schelden echt constant op één persoon gericht is en veelvuldig voorkomt, kan schelden een erg schadelijk effect op het slachtoffer hebben. Op deze manier wordt het schelden emotionele mishandeling. Hier zal ik later verder op ingaan.
Vrijwel iedereen maakt zich schuldig aan schelden. Vloeken of schelden is voor sommige mensen een gewoonte geworden. Het gebeurt vaak gedachteloos. Bijna driekwart van de mensen in ons land zich ergert aan vloeken, of voelt zich erdoor gekwetst. Schelden is dus een slechte gewoonte.
Scheldwoorden worden over het algemeen gebruikt zonder dat men zich afvraagt wat ze precies betekenen en welk effect ze hebben op mensen om hen heen.
Zoals gezegd is schelden iets van alle tijden. H. Vuijsje (socioloog en journalist) heeft zich eind jaren tachtig verdiept in de scheldgewoonten van Nederlanders. In zijn artikel ‘Schelden deed geen pijn, de opkomst van het openbaar leedvermaak’ dat in januari 1988 verscheen in het NRC Handelsblad, vergelijkt hij de scheldgewoontes van Nederlanders met die van andere volken. Volgens Vuijsje zijn wij, in vergelijking met andere landen, een beschaafd land. In Amerika, Frankrijk, Duitsland en Spaanstalige landen wordt voornamelijk gebruik gemaakt van scheldwoorden die anaal gericht zijn. In het Nederlands zijn daar maar weinig soortgelijke scheldwoorden in gebruik. In Amerika en Zuid-Europa worden volgens Vuijsje veel scheldwoorden gebruikt die verwijzen naar de oedipale fase. Denk hierbij aan woorden als ‘motherfucker’ en ‘hijo de puta’. Vuijsje stelt dat de scheldwoorden van Nederlanders vooral gericht zijn op de genitaliën. Daarnaast schelden Nederlanders vaak met woorden die met vreselijke ziektes te maken hebben. Aanvankelijk was dit nog vrij onschuldig, aangezien de gebruikte ziektes al verdwenen waren, teringjong en kolerelijer zijn hier voorbeelden van. Overigens is Vuijsje hier later op teruggekomen. Zo schrijft hij jaren later dat er een ommekeer in het gebruik van scheldwoorden had plaatsgevonden. In plaats van het gebruik van onschuldige verdwenen ziektes wordt er sinds de jaren negentig ook gescholden met bestaande ernstige ziektes zoals kanker. Vuijsje haalt hierbij het voorbeeld aan van het zingen van Feyenoordfans van de zin; ‘Van Gaal waar is je kankerwijf’. Louis van Gaal was toen trainer van Ajax en had zijn vrouw verloren aan kanker. Hetzelfde was overigens ook gebeurd toen de vrouw van VVD-politicus Hans Wiegel in 1980 overleed ten gevolge van een verkeersongeval. Hier ging het weliswaar niet om schelden. Het studentenblad Propria Cures dreef de spot met de VVD door op de voorpagina van hun blad de zin ‘Exclusief! Pien laat haar richtingaanwijzer zien’ te publiceren. Dit was puur bedoeld om Hans Wiegel en de VVD te raken. Vuijsje noemt deze gebeurtenis als ‘de opkomst van verbaal geweld in Nederland’. Het was voor het eerst dat leedvermaak in het openbaar geuit werd. Deze tendens breidde zich uit in de jaren tachtig en negentig.
Sindsdien zien we ook de opkomst van het uitschelden van allochtonen. Zolang er geen racistische motieven zijn, wordt hier niet tegen opgetreden. Sowieso wordt verbaal geweld zelden strafrechtelijk aangepakt. Mensen moeten hier maar tegen kunnen. Alleen als het verbale geweld massaal plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld in stadions, wordt er zo nu en dan ingegrepen. Spreekkoren bij voetbalwedstrijden worden tegenwoordig de kop ingedrukt door de wedstrijd stil te leggen.
In sommige gevallen is schelden zelfs strafbaar. Dit is het geval als het als een belediging wordt opgevat. In artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht staat het volgende:
“Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.”
Om tot vervolging over te gaan moet het slachtoffer wel aangifte doen bij de politie.
Daarnaast zijn er afzonderlijke gevallen die ook strafbaar zijn, zoals gesteld in artikel 267 van het Wetboek van Strafrecht:
Tenslotte is belediging van de koning of koningin en hun directe familie strafbaar volgens de artikelen 111-113 van het Wetboek van Strafrecht.
Hoe schelden we?
In het vorige hoofdstuk is uitgelegd dat het schelden in Nederland op een iets andere manier gaat dan in andere landen. De heer H. Heestermans is een Nederlandse taalwetenschapper die verbonden is aan het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden. Hij heeft in zijn artikel ‘Hoe schelden we’ proberen uit te leggen hoe de Nederlandse scheldwoorden tot stand komen. Heestermans stelt in zijn artikel dat de kracht van een scheldwoord voortkomt uit zijn agressieve kracht. Woorden met een krachtige klank als ‘k, ‘s’ of ‘t’ zijn hiervoor uitermate geschikt. Woorden als klootzak. trut en slet kun je met veel gif uitspreken waardoor je goed kunt overbrengen wat je emotie is. Daarnaast komt bij veel scheldwoorden ook alliteratie en assonantie voor. Bij alliteratie is er sprake van gelijkheid van de beginmedeklinkers van twee of meer beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een uitdrukking. Denk hierbij aan woorden als kippekop en tyfustrut. Assonantie is een rijmvorm waarbij klinkers of tweeklanken worden herhaald: baardaap en vetklep. Bij alliteratie en assonantie gaat het dus om het uiterlijk van de scheldwoorden. Heestermans vervolgt zijn verhaal met de bespreking van het innerlijk van scheldwoorden. Hierbij zijn vooral woorden waar een taboe op rust belangrijk, want door het taboe wordt het effect versterkt. Denk hierbij aan het taboe van seksualiteit, bijvoorbeeld het gebruik van geslachtsdelen of seksuele voorkeuren, of het taboe op ziekte en dood.
Andere bronnen voor het verzinnen van scheldwoorden zijn volgens Heestermans fecaliën (strontvlieg), fauna (paardenpik), flora (appelflap) en eigennamen (Mietje).
Heestermans waarschuwt voor het verlies van de kracht van een scheldwoord bij het veelvuldig gebruik ervan. Hij geeft vier manieren om scheldwoorden weer te bekrachtigen:
1. toevoeging: door een woord voor of achter het al bestaande scheldwoord te zetten krijgt het zijn kracht weer terug: ‘vieze homo’ in plaats van ‘homo’
2. uitbreiding: door het bestaande scheldwoord uit te breiden ontstaat weer een nieuw, goed scheldwoord: ‘lul’ wordt ‘lulhannes’.
3. varianten: ‘klootzak’, ‘klootviool’ en ‘kloothommel’.
4. versiering: een woord als ‘hoer’ wordt versiert door uitgebreide beschrijvingen. Heestermans geeft hiervoor als voorbeeld ‘overdwars uit de baarmoeder gerukte stoephoer’.
Waarom schelden we?
Er zijn verschillende redenen waarom mensen schelden. Allereerst is het een manier om emoties te uiten. Dit zijn emoties als woede, angst en frustratie. Schelden kan ook een manier zijn om macht over iemand uit te oefenen. Jongeren schelden vaak om stoer te doen en taboes te doorbreken.
Schelden kun je doen om iemand te kwetsen of te vernederen, je kunt het ook doen om jezelf te verdedigen.
Schelden wordt vaak als iets negatiefs gezien, toch heeft schelden ook voordelen Anouk Broersma gaat in haar artikel ‘God..’ dat in maart 2016 in Quest gepubliceerd werd in op de voordelen van schelden. Allereerst stelt ze dat mensen meer schelden dan ze zelf denken. Ze verwijst hierbij naar een onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Timothy Jay. Hij doet al jaren onderzoek naar scheldgedrag. Uit zeen onderzoek van Jay uit 2007 bleek dat van alle woorden die we gebruiken een half procent scheldwoord is. Gemiddeld zeggen we 16000 woorden per dag, omgerekend gebruiken we dus gemiddeld tachtig scheldwoorden per dag. Jay deed ook onderzoek naar de redenen om te schelden. Hij kwam tot de conclusie dat 66% van de scheldwoorden gebruikt worden om boosheid of frustratie te uiten. Opvallend was echter dat scheldwoorden ook positief gebruikt worden: als we blij verrast zijn of heel enthousiast zijn uiten we dit ook door middel van scheldwoorden. Over een goed optreden zeggen we bijvoorbeeld dat het ‘fucking goed’ was. Ook worden scheldwoorden gebruikt om bij een groep te horen. Dit kun je goed zien bij jongeren. Zij communiceren onderling veel met scheldwoorden en straatttaal, het is ook een manier om zich af te zetten tegen ouderen.
Broersma vervolgt met een bewering van Jos van Berkum, hij is hoogleraar communicatie, cognitie en emotie aan de Universiteit van Utrecht. Volgens van Berkum kunnen we door het gebruik van scheldwoorden onze emoties beter uiten. Naast een grotere woordenschat geven scheldwoorden ons ook de gelegenheid om beter uit te drukken wat we voelen of bedoelen.
Naast het uiten van emoties zorgt schelden ook voor een pijnstillende werking. Broersma beschrijft dit aan de hand van een onderzoek dat in 2009 in Groot-Brittannië werd uitgevoerd door psycholoog Richard Stephens. Hij onderzocht hoelang proefpersonen hun hand in een bak ijswater konden halen. De prefpersonen moesten dit twee keer doen. Eerst moesten ze dit doen terwijl ze woorden moesten roepen om het woord ‘tafel’ te omschrijven. De tweede keer moesten ze juist een scheldwoord roepen. Uit dit onderzoek bleek dat de proefpersonen bij de tweede keer hun hand langer in het ijswater konden houden. Daarnaast voelden ze minder pijn en ging hun hartslag omhoog. Door het schelden schoot het lichaam in een ‘fight-flight-reactie’, hierdoor wordt meer adrenaline aangemaakt en worden we minder gevoelig voor pijn.
Schelden is dus niet perse negatief. Door te schelden kun je je emoties loslaten. Je boosheid of frustratie kun je tegen iemand uiten door middel van woorden. Je kunt dus iemand kwetsen zonder hem of haar lichamelijk te verwonden. Dus in plaats van iemand in elkaar te slaan, biedt schelden de oplossing om je emoties naar buiten te brengen.
Daarnaast laat je door schelden zien dat je bijvoorbeeld heel boos bent. Anderen zijn hierdoor gewaarschuwd, het is dus ook een vorm van communicatie. Daarnaast zorgt schelden ervoor dat je je emoties niet opkropt. Schelden voorkomt zo fysieke en psychische ongemakken.
Door schelden geven mensen uiting aan gevoelens van teleurstelling, pijn, schrik, verbazing, verwondering of frustratie. Het is een emotionele ontlading, een vorm van primitieve communicatie. Helaas gebeurt dat vaak ten koste van anderen. Omstanders worden opgezadeld met een portie onbeheerste taal waar zij niet om hebben zij gevraagd. Schelden gebeurt vaak uit woede. Als je boos bent, roep je niet zo snel lieve en nette woorden als boterbloempje, maar komt er een lelijk woord naar buiten. Lelijke woorden die vaak te maken hebben met ziektes, handicaps, afkomst of het geloof van mensen.
Soorten scheldwoorden
Er is een grote variatie in scheldwoorden. Sommige scheldwoorden komen harder aan dan andere. Er is dus zoiets als gradaties in het palet aan scheldwoorden. Zo zal ‘pannenkoek’ minder hard aankomen dan ‘kutwijf’ of ‘teringhond’. Maar wat de één als zeer kwetsend ervaart, is voor de ander juist helemaal niet schokkend en andersom. Scheldwoorden variëren ook in lengte en in opbouw. Korte scheldwoorden zijn vaak krachtiger dan lange. Er is onderzoek gedaan naar hoe mensen reageren op scheldwoorden. Het blijkt namelijk dat we door het horen van scheldwoorden een zweetreactie krijgen. Door deze zweetreactie wordt de geleiding van onze huid groter (denk aan het principe van een leugendetector). Uit dit onderzoek bleek dat er bij het horen of lezen van scheldwoorden al een betere huidgeleiding is. Ook bleek dat korte scheldwoorden een heftigere reactie opriepen dan lange scheldwoorden.
Schelden en vloeken zou je kunnen indelen in verschillende soorten. Scheldwoorden kunnen gevormd worden door een combinatie van de volgende onderwerpen:
• bevolkingsgroepen en/of nationaliteiten (mof),
• beroepen (hoer),
• ziekten (kanker-, tyfus-tering-, klerelijer (afgeleid van cholera)),
• schaamdelen (kut-, klote-),
• diersoorten (hond, rat),
• intelligentie (imbeciel),
• uiterlijk (dikke, schele),
• ideologie (nazi) of
• seksuele oriëntatie (homo).
Dit kan ook via samenstellingen gebeuren: kankerhomo, kuthond, enz.