Zonlicht zorgt voor licht en warmte, wat bij mensen zorgt voor een goed gevoel. Zonlicht zorgt namelijk voor de aanmaak van serotonine, wat invloed heeft op je stemming. Dankzij de UV-straling van de zon zijn er nog meer positieve effecten op het menselijk lichaam. Deze worden in het volgende kopje besproken.
Schade aan de ogen is ook een effect wat kan optreden na blootstelling van UV-straling. Niet alleen de huid, maar ook weefsels in het oog kunnen UV-straling opnemen. Eiwitten in het oog kunnen gaan samenklonteren, en op die manier wordt de lens troebel. Blootstelling aan UV-straling kan dus op lange termijn leiden tot staar of blindheid. Zet dus wanneer de zon fel schijnt een zonnebril op die je ogen beschermt tegen UV-straling.
3.2 Effecten van UV-straling op de huid
De straling van de zon heeft verschillende effecten op de huid. Er zijn niet alleen positieve effecten, maar ook heel veel negatieve effecten. De effecten die optreden verschillen per persoon, iedere huid reageert namelijk weer anders op de UV-straling van de zon. De ene huid is gevoeliger op UV-straling dan de andere. Thomas B. Fitzpatrick, een Amerikaanse dermatoloog, heeft een schema gemaakt waarin hij de huid van de mens kan indelen in bepaalde huidtypen. Ieder huidtype heeft weer een verschil in gevoeligheid in UV-straling. Dit schema wordt tegenwoordig nog steeds door veel dermatologen gebruikt. Er zijn 6 verschillende huidtypen te onderscheiden. Mensen met huidtype 1 verbranden altijd, en worden nooit bruin. Deze mensen hebben een zeer lichte huidsleur. Mensen met huidtype 2 verbranden vaak en snel, en worden bijna nooit bruin. Ze hebben een lichte huidskleur. Mensen met huidtype 3 verbranden soms. Ze worden snel bruin en hebben meestal een licht getinte huidskleur. Mensen met huidtype 3 verbranden nauwelijks. Ze worden erg snel bruin en hebben een getinte huidskleur. Mensen met huidtype 4 hebben een getinte huid. Ook deze mensen verbranden nauwelijks en bruinen snel. De mensen met huidtype 5 en 6 verbranden zelden tot nooit. Deze mensen hebben een aziatische of donker getinte huid. Niet alleen de gevoeligheid van de huid bepaalt het effect dat kan optreden, maar ook de kracht van de UV-straling en de tijd dat de huid is blootgesteld aan UV-straling zijn van belang.
3.3 Positieve effecten
Onder invloed van UV-straling wordt 7-dehydrocholesterol in de huid omgezet in vitamine D. Vitamine D zorgt voor sterke en gezonde botten, verbetert de spierfunctie en verbetert het immuunsysteem. Daarnaast kan vitamine D vormen van kanker voorkomen. Verschillende soorten van kanker beginnen namelijk met een ontsteking, en vitamine D speelt een rol bij het remmen van ontstekingen.
Tegenwoordig wordt UV-straling ook gebruikt bij het behandelen van onder andere psoriasis en eczeem door middel van lichttherapie. Met behulp van UV-A-straling en UV-B-straling worden de ongewenste huidcellen vernietigd.
Een van de vormen van lichttherapie is UV-B-lichttherapie. Hierbij wordt de huidaandoening van de patiënt, bijvoorbeeld psoriasis, meestal 3 keer in de week beschenen voor een korte tijd met een UV-B-lamp. Dit gebeurt meestal 6 weken lang, en na die tijd wordt gekeken of de huidaandoening is verminderd/verdwenen. Een andere vorm van lichttherapie is PUVA-therapie. Bij deze therapie neemt de patiënt het middel psoraleen in. Daarna wordt de patiënt blootgesteld aan UV-A-licht. Dankzij de blootstelling aan UV-A-licht wordt psoraleen geactiveerd. Het psoraleen geeft zijn energie af aan zuurstofmoleculen, waardoor er reactieve zuurstofradicalen ontstaan. Deze radicalen kunnen de celdeling van weefsels en cellen remmen.
3.4 Negatieve effecten
Een van de negatieve effecten is verbranding van de huid, ook wel een zonnebrand genoemd. De huid absorbeert UV-straling van de zon. Bij teveel van deze UV-straling beschadigd het DNA van de huidcellen. Het gaat hierbij vooral om UV-B-straling, maar ook een grote hoeveelheid UV-A-straling kan dit veroorzaken. Kleine bloedvaatjes in de huid zetten uit waardoor er extra bloed naar de beschadigde huid kan om deze beschadigingen te kunnen herstellen. Hierdoor wordt je huid erg rood na een zonnebrand. De verbrande huid gaat zwellen dankzij ontstekingsreacties en kan erg pijn gaan doen. Na een paar dagen kan de huid beginnen te vervellen. Op die manier worden de beschadigde huidcellen zo snel mogelijk verwijderd. Bij ernstige zonverbranding kunnen blaren ontstaan. Deze blaren gaan na verloop van tijd weer weg. Sommige mensen kunnen last krijgen van rillingen. Je kan de verbranding van de huid indelen in meerdere graden. Bij een eerstegraads verbranding is de huid alleen rood. De roodheid trekt na een aantal uur weg. Bij een tweedegraads verbranding is de huid niet alleen rood, maar doet de huid ook pijn. Na ongeveer 3 dagen begint de huid met vervellen en blijft de huid een beetje gepigmenteerd achter.
Een ander negatief effect is huidveroudering. Dankzij een grote hoeveelheid UV-straling worden de collageenvezels en andere vezels van het bindweefsel sneller afgebroken. De vezels klonteren samen. De huid verliest hierdoor zijn veerkracht en er ontstaan rimpels. Daarnaast kunnen pigmentvlekken ontstaan, doordat de huidcellen (melanocyten) die te veel zijn blootgesteld aan UV-straling meer pigment aanmaken, waardoor het pigment zich ophoopt. Deze vlekken zijn niet gevaarlijk. Toch vinden veel mensen deze vlekken niet mooi en schamen zij zich hiervoor. Kortom: bij veel blootstelling aan zonlicht veroudert de huid snel en ontstaan eerder rimpels en pigmentvlekken.
Te veel UV-straling kan ook zorgen voor een verslechtering van het immuunsysteem. T-suppressorcellen kunnen vrijkomen in de huid dankzij beschadigingen van het DNA. Deze cellen remmen de afweerreactie van het menselijk lichaam. Virussen en bacteriën kunnen moeilijk of niet worden verweerd, waardoor het lichaam vatbaarder is voor bijvoorbeeld ziektes en infecties.
Op lange termijn is huidkanker ook een van de effecten van UV-straling op de huid. Volgens het IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland) is huidkanker een van de meest voorkomende soorten kanker in Nederland. In het jaar 2015 kwamen er 14.700 nieuwe gevallen van huidkanker bij. Het is daarbij de tweede meest voorkomende soort kanker in Nederland. De afgelopen jaren is de toename van het aantal mensen waarbij huidkanker wordt vastgesteld erg gestegen. Volgens Harry Slaper van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, is deze toename te wijden aan ons veranderde zongedrag, vergrijzing en dankzij aantasting van de ozonlaag.
Dankzij UV-straling beschadigd het DNA in de huid. De huidcellen gaan zich delen, maar dit gebeurt niet meer volgens een vast patroon. De deling gaat ongeremd. Het afweersysteem is niet in staat deze afwijkende cellen te herkennen, waardoor er een groot gezwel van cellen ontstaat; een tumor. Bij een goedaardige tumor dringen deze cellen het omliggende weefsel niet binnen. Wanneer deze cellen wel het omliggend weefsel binnendringen wordt er gesproken van een kwaadaardige tumor, ook wel kanker.
Figuur 9 Schematische weergave van een goedaardige tumor en een kwaadaardige tumor.
Er zijn 3 soorten huidkanker die verband kunnen hebben met UV-straling op de huid, namelijk plaveiselcelcarcinomen, basaalcelcarcinomen en melanomen.
Een basaalcelcarcinoom komt in Nederland het vaakst voor en dan vooral op plekken van de huid die vaak worden blootgesteld aan zonlicht. Een aantal voorbeelden zijn het hoofd en de bovenkant van onderarmen. Het ontstaat uit cellen van de opperhuid en groeit langzaam. Er is een kleine kans op uitzaaiingen. Hierdoor is deze vorm van kanker meestal niet levensbedreigend. Toch wordt het vaak wel verwijderd, zodat het niet dieper in de huid kan groeien en daarbij weefsels kan aantasten.
Een plaveiselcelcarcinoom komt ook vooral voor op plekken van de huid die vaak worden blootgesteld aan zonlicht en ontstaat uit cellen van de opperhuid. Het nadeel van deze vorm van huidkanker is dat deze kan uitzaaien naar bijvoorbeeld de lymfeklieren of organen. De behandeling van deze soort kanker hangt af van hoe ver het zich in het lichaam heeft verspreid.
Een melanoom is een andere vorm van huidkanker en deze ontstaat in de melanocyten (pigmentcellen) in de opperhuid. Het kan ontstaan uit een moedervlek, maar ook spontaan. Als een moedervlek begint te groeien en van kleur of vorm verandert, of als een moedervlek begint met jeuken of bloeden, kan het zijn dat er een melanoom ontstaat. Het is dan belangrijk zo snel mogelijk naar de huisarts te gaan om de moedervlek te laten nakijken. Meestal zijn melanomen donker/zwart gekleurd. Ook deze vorm van huidkanker kan uitzaaien naar andere weefsels in het lichaam. Een melanoom kan voorkomen op het hele lichaam.
Er kan ook een abnormale reactie optreden op de huid bij blootstelling aan UV-straling. Dit heet lichtovergevoeligheid. Van lichtovergevoeligheid zijn meerdere vormen. Bij de meeste soorten begint na een paar uur de huid te jeuken en kunnen er bultjes en blaasjes ontstaan. De bekendste vorm van lichtovergevoeligheid is polymorfe lichteruptie. Bepaalde reacties kunnen ook optreden wanneer er bepaalde stoffen in de huid zijn opgenomen, die daarna worden blootgesteld aan UV-straling. Deze reacties kunnen worden verdeeld in fototoxische reacties en fotoallergische reacties. Deze stoffen die in de huid zijn opgenomen kunnen bestanddelen van cosmetica zijn die op de huid zijn gesmeerd, maar het kunnen ook bestanddelen van planten zijn of geneesmiddelen. Een voorbeeld van geneesmiddelen die reageren met UV-straling zijn bepaalde soorten antibiotica.
3.5 Negatieve effecten voorkomen
De KWF Kankerbestrijding is een campagne gestart om de negatieve effecten van UV-straling zo veel mogelijk te voorkomen. De campagne smeren, kleren en weren moet er voor zorgen dat mensen beschermd in de zon gaan, waardoor de negatieve effecten van UV-straling zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen. Stap 1 is het smeren met zonnebrandcrème. Smeer je een half uur voordat je in de zon gaat in met een goede zonnebrandcrème met factor die geschikt is voor jouw huidtype. Zo wordt de mensen met huidtype 1 aangeraden een zonnebrandcrème te gebruiken met minimaal factor 30.Een goede zonnebrandcrème moet je huid niet alleen beschermen tegen de UV-B-straling van de zon maar ook tegen de UV-A-straling. Tegenwoordig komen er steeds meer zonnebrandcrèmes op de markt die je beschermen tegen beide soorten UV-straling. Smeer een dikke laag op je huid, wat inhoudt dat je ongeveer 7 theelepels zonnebrandcrème nodig hebt. Na ongeveer 2 uur moet je je weer opnieuw insmeren, tenzij je hebt gesport, gezweet of gezwommen. Dan moet je je vaker insmeren.
De volgende stap zijn kleren. Draag kleding die UV-straling tegenhoudt, zet een zonnebril op met UV werende glazen en draag een hoed. Alleen al dankzij deze stap wordt de huid een stuk minder blootgesteld aan UV-straling.
De laatste stap is het weren. Probeer zoveel mogelijk de UV-straling van de zon te vermijden tussen 12 en 15 uur, omdat de kracht van de zon dan het sterkst is. Probeer tussen deze tijden dus vooral de schaduw op te zoeken.
4. Wat is antibiotica en waar wordt het voor gebruikt?
Antibiotica zijn medicijnen die helpen met het bestrijden van ziekteverwekkende bacteriën, zodat infecties kunnen worden bestreden. Antibiotica wordt gegeven aan de patiënt wanneer het lichaam zelf niet meer in staat is de infectie te bestrijden. Er zijn veel soorten antibiotica die van elkaar verschillen. Antibiotica kan worden onderverdeeld in een bacteriedodende en een bacterieremmende groep. Een bacteriedodende antibiotica verandert de structuur van de celwand van de bacteriën. De bacteriën sterven hierdoor af. Dankzij een bacterieremmende antibiotica kunnen bacteriën zich niet meer voortplanten. Doordat de hoeveelheid bacteriën niet meer stijgt kan het lichaam de bacteriën zelf opruimen.
Alle soorten antibiotica worden ingedeeld in verschillende klassen, die weer worden ingedeeld in verschillende hoofdgroepen. Iedere klasse heeft weer een andere werking of structuurbouw.
Groepen Verschillende klassen:
Bèta-lactam antibiotica Penicillines
Cefalosporines
Monobactams
Carbapenems
Aminoglycosiden Gentamicine
Tetracyclines Tetracycline
Doxycycline
Macroliden Erythromycine
Clarithromycine
Glycopeptiden Vancomycine
Teicoplanine
Remmers foliumzuur synthese Sulfadiazine
Sulfamethoxazol
Chinolonen Ciprofloxacine
Overige NitrofurantoÏne
Fusidinezuur
Rifampicine
Figuur 10 Overzicht van de verschillende groepen en klassen antibiotica.
Bètalactam antibiotica en Glycopeptiden binden zich aan de celwand van de bacterie en zorgt ervoor dat de celwand verzwakt, doordat de aanmaak van een bepaald eiwit dat zorgt voor de stevigheid van de celwand wordt geremd.
Onder invloed van de groep Chinolonen, wordt de aanmaak van een bepaald enzym geremd, dat zorgt voor de productie van het DNA van bacteriën. De groei van de bacterie wordt zo geremd.
Aminoglycosiden, Tetracyclines en Macroliden remmen de eiwitsynthese van de bacteriën. De structuur van de ribosomen van bacteriën verschilt met die van de mens, waardoor alleen de eiwitsynthese van de bacteriën kan worden geremd.
Remmers foliumzuur synthese remmen zoals de naam het al zegt de productie van foliumzuur. Foliumzuur is onder andere nodig voor de productie van aminozuren en voor de productie van basen voor het DNA. Hierdoor wordt de stofwisseling van de bacterie geremd.
Paste your essay in here…