Die Franse tijd was zo slecht nog niet!

Over de effecten die de Franse tijd (1795-1813) op Nederland had en heeft.

Silvan Hardeman, A5VB

Hoofdvraag:

Wat was en is de invloed van de tijd dat Nederland door de Fransen onder leiding van Napoleon bezet was?

Deelvragen

1. Welke invloed hadden de Fransen tijdens de bezetting?

2. Welke invloed had de bevrijding en oprichting van het Koninkrijk?

3. Wat merken wij nu nog van de Franse bezetting?

Literatuurlijst:

1. Homan G.D., Nederland in de Napoleontische tijd, 1795-1815, (1980)

2. Schama S., Patriotten en bevrijders: revolutie in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813, (1989)

3. http://www.parlement.com/id/vh8lnhrpfxtm/bestuur_in_de_bataafs_franse_tijd_1795 (geraadpleegd op 30-5-2016)

4. http://www.hansschoots.nl/geschiedenis/nederland/voorwoord_10_stappen.html (geraadpleegd op 30-5-2016)

5. http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/103180-patriotten-en-prinsgezinden-en-later-de-franse-bezetting.html (geraadpleegd op 30-5-2016)

6. https://geschiedenislessen.wordpress.com/belgie/het-verenigd-koninkrijk-der-nederlanden-een-mislukt-avontuur-181415-1830/ (geraadpleegd op 30-5-2016)

7. http://www.2doc.nl/documentaires/s/stormvogels-van-de-tsaar.html (gezien op 30-5-2016)

Bronnenkritiek

1. Ik gebruik deze bron omdat hij goede informatie bevat, eigenlijk loopt het boek maar door tot 1813, maar dat maakt niet uit. Bovendien is G. Homan een gepromoveerd geschiedeniswetenschapper.

2. Ook dit boek bevat goed te gebruiken informatie, het eerste deel heb ik niet nodig, maar de rest is zeer bruikbaar. Simon Schama is een Amerikaanse geschiedkundige.

3. Deze webpagina geeft een helder overzicht hoe Nederland in de Franse Tijd bestuurd werd, hier kan ik goed gebruik van maken.

4. Hier is de Franse tijd overzichtelijk, maar ook met de nodige details weergegeven. De schrijver is een gepromoveerd onderzoeker.

5. Dit is een korte, bondige beschrijving van de Franse tijd, handig voor het overzicht.

Plan van aanpak

1. Maken van deel 1

2. Lezen webpagina’s

3. Lezen boeken

4. Schrijven inleiding

5. Beantwoorden van de deelvragen

6. Schrijven van de conclusie

7. Afwerking

Inleiding

Een gecentraliseerd bestuur in plaats van een gedecentraliseerd machtssysteem, onze eerste Grondwet, het Burgerlijk wetboek, de dienstplicht, de Burgerlijke Stand, het kadaster van onroerende zaken, achternamen in plaats van bijnamen, huisnummers in plaats van huisnamen, onze standaardmaten: de kilo, de meter en de liter, een nationaal instituut voor kunst, de Koninklijke Bibliotheek et cetera.

Zomaar wat voorbeelden van effecten uit de Franse Tijd, de tijd dat Nederland bezet was door de Fransen aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw. Op het eerste oog zijn dit goede veranderingen voor onze samenleving. Maar was men in die tijd wel zo blij met de Franse bezetter? Nederlanders willen nu eenmaal graag het heft in handen houden. En hoe zat het nu precies met al die namen van ons land tijdens de bezetting? Komen alle bovengenoemde zaken wel echt uit de hoge hoed van de Fransen? Op deze zaken zal ik ingaan. Hierbij is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Wat was en is de invloed van de tijd dat Nederland door de Fransen onder leiding van Napoleon bezet was? Deze vraag is ingedeeld in drie deelvragen:

1. Welke invloed hadden de Fransen tijdens de bezetting?

2. Welke invloed had de bevrijding en oprichting van het Koninkrijk?

3. Wat merken wij nu nog van de Franse bezetting?

Ik heb voor dit onderzoek gebruik gemaakt van schriftelijke bronnen en cinematografische genoegens. Ik wil me ook richten op de manier van bezetten door de Fransen, maar zoals u uit de deelvragen op kunt maken, is dat niet de hoofdmoot.

1. Welke invloed hadden de Fransen tijdens de bezetting?

1.1 De Franse inval in Nederland.

1.1.1 De oorzaken

Eigenlijk begon het allemaal in 1766. Er kwam een nieuwe stadhouder, Willem V. Hij had niet de capaciteit om de toenemende tegenstellingen in de bevolking te temperen. Hij adviseurs stelde die niet naar de zin van het volk handelden en nam vaak omstreden beslissingen .

Meer en meer ging de spanning over in een conflict. De partijen zijn: Orangisten of Prinsgezinden, op de hand van Willem V en teruggrijpend op de heldendaden van Oranjes in het verleden, en hun tegenstanders de Patriotten, geïnspireerd door de Franse Verlichtingsidealen en de Amerikaanse Revolutie van 1773. Zij streden voor een democratischer systeem zonder stadhouder en raadspensionaris, maar met een gekozen regering.

Eén van die Patriotten was Joan Derk van der Capellen tot den Pol uit Overrijssel, een fervent tegenstander van Willem V en de Orangisten. Hij was ook lid van de Staten van Overijssel. In september 1781 schreef hij het bekende pamflet ‘Aan het volk van Nederland’. In het pamflet uitte hij felle kritiek op het bestuur van de Republiek: hij vond Willem V een slappeling en hij hekelde de vriendjespolitiek onder de regenten. Met dit pamflet verbond hij mensen die ook dit soort gevoelens hadden. Hij maakte duidelijk dat hij vond dat de stadhouder afgezet zou moeten worden dat de Republiek in plaats van dictatoriaal democratisch bestuurd zou moeten worden. Aanvankelijk was niet bekend dat Van der Capellen het pamflet geschreven had. Dit kon pas in 1891 echt bewezen worden.

In het jaar 1780 raakte de Republiek in oorlog met Engeland ten gevolge van de Amerikaanse Revolutie. Deze oorlog was voor de Republiek economisch gezien natuurlijk een ramp, het was al een slechte tijd. Maar de nationalistische gevoelens werden wel aangewakkerd en de toch al niet-populaire stadhouder Willem V daalde nog verder in waarde.

Maar in 1787 kwam het hoogtepunt van de Patriotse macht. In verschillende grote steden in de Republiek kregen zij het voor het zeggen. Maar de macht werd onder de invloed van de Engelse gezant Harris en door de Pruisische troepen in 1788 snel ingeperkt en veel Patriotten vluchtten naar Frankrijk.

Een jaar later, in 1789 begon in Frankrijk de Grote Revolutie. Dit was een enorme schok voor veel Europese landen. In 1791 hadden Oostenrijk en Pruisen al een defensief verbond gesloten tegen Frankrijk om de revolutionaire gedachten buiten de deur te houden. Ondertussen waren er in Frankrijk revolutionairen die wel degelijk een oorlog wilden. Er was vrede tot 20 april 1792, op die dag verklaarde Frankrijk namelijk de oorlog aan Oostenrijk, omdat de nieuwe Oostenrijkse vorst, Frans II op een beledigende manier was omgegaan met een aantal Franse verzoeken. Vanwege het verbond tussen Oostenrijk en Pruisen was het laatstgenoemde land dus ook in oorlog en verschillende staten volgden. Op dat moment was Napoleon nog geen keizer, de Franse regering werd geleid door onder andere generaal Dumoriez (zie kader rechtsonder). Deze regering stemde in met een oorlogsverklaring en ook in de volksvertegenwoordiging, de Assemblée Législative kreeg het plan de ruime meerderheid. Door deze ontwikkelingen werd de Nederlandse verhouding met Engeland alsmaar slechter en tot overmaat van de ramp verklaarde in februari 1793 Frankrijk de oorlog aan Engeland en haar bondgenoot stadhouder Willem V. Er waren ook Nederlanders die verheugd waren over het nieuws dat er oorlog kwam, de gevluchte Patriotten, dit was hun kans om terug te keren. “Het doodgeboren kind van de opstand van oktober was de tweede ernstige tegenvaller die de Nederlandse patriotten in minder dan twee jaar tijd te verwerken kregen. Maar in tegenstelling tot de veldtocht van 1793 vormde deze eerder een tijdelijke kink in de kabel dan een werkelijke catastrofe. Hoewel de opmars van de Franse legers wel enige impuls verloor, werd deze door het debacle van Amsterdam niet werkelijk opgehouden”. (Schama S., Patriotten en bevrijders: revolutie in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813, (1989))

1.1.2 De inval

De Republiek werd door de Franse revolutionairen (en tevens door de Patriotten) als een van de vijanden van het Franse vrijheidsstreven werd beschouwd, daarom vielen op 1 februari 1793 duizenden Franse militairen binnen onder leiding van generaal Dumouriez (zie vorige pagina). In de eerste plaats mikten de Fransen op West-Brabant, want ze hoopten van daaruit Holland te kunnen veroveren.

De komst van de ‘Franse bevrijders’ werd aangegrepen als een aanleiding om in vele Brabantse dorpen en steden de vrijheidsboom op te richten.

De vrijheidsboom werd voor het eerst gebruikt in Boston bij de strijd om de vrijheid in 1765 tussen Amerikanen en Engelsen. De boom was het symbool geworden van de Franse revolutie. In de boom hing meestal een vaandel en de Phrygische of Jacobijnse muts, eveneens een revolutionair symbool. De Fransen leken succes te krijgen toen ze op 27 februari Breda innamen, maar hun vreugde werd verminderd toen de belegering van Willemstad totaal mislukte. Later verslechterden ook de verhoudingen binnen het leger en was hun strategische positie niet uit te houden. Eind maart waren de Franse legers uit ons land weg. De Orangisten haalden kort daarop de vrijheidsbomen demonstratief weg.

Maar de Fransen kwamen terug. Al na anderhalf jaar na hun vertrek kwam er een groot leger onder leiding van generaal Pichegru. Het Bataafse Legioen, waarin de Patriotten vertegenwoordigd waren stond onder leiding van generaal Daendels, die door zijn medestrijder Gerrit Paape als volgt omschreven werd: ‘Daendels is vol ijver en vuur om de groote zaak door te zetten. Niets verveelt hem meer dan een soort van vertraging, die er schijnt stand te grijpen… Hij zal het heerlijkste plan moeten volgen, waardoor hij en de belangen van de Fransche Republiek en de belangen van zijn Vaderland op de beste en de voordeeligste wijze bevoorderen zal. Stond de uitvoering aan hem alleenlijk, dan waren wij schielijk in een behouden en vrij Vaderland.’ (Een citaat van Mendels, uit: Schama S., Patriotten en bevrijders: revolutie in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813, (1989)) Begin september nam het leger Tilburg en omliggende dorpen in en een maand later gaf Den Bosch zich gewonnen.

In de daaropvolgende weken werd het totale grondgebied van het huidige Noord-Brabant veroverd, met inbegrip dus van Hollands Brabant en de vrije heerlijkheden in het noordoosten. Toen kwam er een strenge winter en vroren de rivieren dicht, hierdoor trokken de Fransen over de rivieren en bezetten ook het noordelijke deel van de Republiek.

De Staten Generaal kozen de kant van de Fransen en Patriotten. Stadhouder Willem V vluchtte naar zijn vrienden in Engeland. De Bataafse Republiek was een feit.

1.2 De veranderingen direct na de inval

Er waren weinig rouwenden om het heengaan van het oude bewind, er waren daarentegen veel aanhangers van de Revolutie, dit alles bleek toen de Patriotten het land weer inkwamen, zij werden onthaald als bevrijders. In tegenstelling tot Frankrijk was dit een fluwelen revolutie geweest, hoewel sommigen graag zouden zien dat de aanhangers van het oude systeem uitgeroeid zouden worden. Dit gebeurde niet. De eerste daad van de nieuwe Republiek was het sluiten van een verdrag met haar nieuwe bondgenoot Frankrijk. Dit hield in dat er een offensief en defensief verbond kwam. Nederland was dus verplicht soldaten te leveren aan de Fransen als zij een land aan wilden vallen en/of veroveren. Ook moest de Bataafse Republiek 100 miljoen schadeloosstelling aan de Fransen betalen, de Vlisselingse haven moest opengesteld worden voor de Fransen, er moest een garnizoen Franse soldaten zich legeren in Vlissingen, gebieden in de zuidelijke Nederlanden afstaan aan Frankrijk en 25.000 Franse soldaten moesten door de Nederlanders onderhouden worden. Dit alles maakte Nederland tot een satellietstaat van Frankrijk.

Bestuurlijk verandert er ook erg veel.

De (oude) Staten-Generaal i, waartoe nu ook Drenthe en Brabant gaan behoren, worden afgeschaft. Er komt een tamelijk democratisch gekozen Nationale Vergadering i, die een Grondwet gaat opstellen. Deze vergadering komt op 1 maart 1796 voor het eerst bijeen in de Balzaal aan het Binnenhof.

Nog voor de Grondwet er is, wordt scheiding van kerk en staat doorgevoerd en het gelijkheidsbeginsel van alle burgers ingevoerd. Ook katholieken en joden kunnen voortaan bestuursfuncties bekleden.

Nadat in 1797 een eerste ontwerp voor de Grondwet is verworpen, komt er een Tweede Nationale Vergadering i. Dat parlement komt in januari 1798 aan zijn eind door een staatsgreep. Radicale unitariërs (voorstanders van een centraal bestuur) nemen het bewind over en maken een Grondwet. Er komt een zogenaamd Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek.

Deze Grondwet treedt in juli 1798 in werking na een tweede staatsgreep van meer gematigde patriotten (moderaten). Het Uitvoerend Bewind i blijft bestaan, en daarnaast komt er een parlement (het Vertegenwoordigend Lichaam i) en zijn er agenten, die zijn te vergelijken met onze ministers.

De meerderheid in de Nationale Vergadering behoorde niet tot een kamp, maar er waren fel opererende minderheden. Unitariërs als Valckenaer wilden een gecentraliseerde overheid, gelijke wetten en één financieel stelsel voor het hele land. Federalisten hielden vast aan zelfstandigheid voor de gewesten, ongeveer zoals in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het federalisme werd door de unitariërs contrarevolutionair genoemd, wat eigenlijk onzin was, want weliswaar was de Franse revolutie centralistisch, de minstens zo bewonderde Amerikaanse revolutie ging uit van federalisme.

Wat de Nederlanders van die regels vonden.

Dfgasfd

Welke invloed had de bevrijding en oprichting van het Koninkrijk?

Hoe de bevrijding verliep.

A;ldkf

De oprichting van het Koninkrijk.

Adfad

De veranderingen en continuïteiten na de oprichting van het Koninkrijk.

A;sdlfkj

Wat merken wij nu nog van de Franse bezetting?

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.