Wat houdt jeugdcriminaliteit?
Welke groepen jonge overtreders zijn er?
• Risicojongeren: Risicojongeren zijn jongeren die nog geen strafbaar feit hebben gepleegd maar waar het risico wel aanwezig is dat ze dit nog gaan doen. Omdat deze jongeren problemen hebben wordt hun psychische, sociale of verstandelijke ontwikkeling bedreigd, ze zijn een gevaar voor zichzelf en omgeving. Ze dreigen soms buiten de maatschappij te vallen. Het komt vaker voor dat jongens risicojongere zijn dan meisjes. Dit zou te maken moeten hebben met dat meisjes zich sneller ontwikkelen en sneller volwassen worden. Risicojongeren worden soms ook wel overbelaste jongeren genoemd.
• First offenders: Jongeren die voor het eerst zijn opgepakt door de politie voor een misdrijf, tegen hen is voor het eerst een proces-verbaal opgemaakt. Deze first offenders ondergaan een andere straf dan jongeren die al vaker een misdrijf hebben gepleegd.
• Licht criminele jongeren: zij zijn al meer dan eens opgepakt.
• Veelplegers: jongeren die veel criminele activiteiten plegen, maar minder ernstig dan die van de harde kern.
• Harde kernjongeren: jongeren van twaalf tot 21 jaar die een ernstig strafbaar feit hebben gepleegd en al eerder met politie en justitie in aanraking kwamen.
• Zedendelinquenten: Zedendelicten zijn gedragingen als verkrachting (ook groepsverkrachtingen), aanranding, ontucht, pornografie en gedwongen prostitutie( loverboys). Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek komen er in Nederland jaarlijks ongeveer negenhonderd tot duizend jongeren, vaak jongens, wegens een zedendelict in aanraking met de politie. Het meest voorkomende delict is aanranding.
Het staat vast dat een aantal jeugdige zedendelinquenten doorgaat met het plegen van zedendelicten als ze geen behandeling krijgen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van jeugdige zedendelinquenten stopt met het plegen van nieuwe zedendelicten. Van de andere helft die wel doorgaat, behoren 4 van de 5 tot de ‘generalisten’; jongeren die zedendelicten plegen als onderdeel van een veel breder criminaliteitspatroon hiermee bedoelen ze de variatie in delicten. Ongeveer één op de vijf pleegt alleen zedendelicten; de specialisten. Deze groep bestaat meestal uit jongens . Hun slachtoffers zijn vrij wel kinderen die vier á vijf jaar jonger zijn. De kans op terugval op het plegen van deze delicten is bij deze groep het grootst. Daarom is het noodzakelijk dat men behandeling krijgt. Deze jongeren hebben een egocentrisch wereldbeeld, dit betekent dat ze zichzelf het belangrijkst vinden en dus zichzelf centraal stellen, zonder zich in te leven in een ander. Je kunt hier zeggen dat deze mensen een gebrekkige ontwikkeling van het geweten hebben.
Onder zedendelinquenten kunnen we de plegers ook weer onderscheiden:
– De naïeve experimenteerder is meestal een jongen tussen de 12-15 jaar. Slachtoffers zijn jonge kinderen, meestal meisjes, tussen de 2-7 jaar en bekenden van de pleger zelf. De seksuele handelingen bestaan uit betasten en het laten zien van de geslachtsdelen. De delicten zijn veelal incidenten en vinden buitenshuis plaats, bijvoorbeeld tijdens het babysitten. Er wordt geen geweld gebruikt, wel is er sprake van seksuele ‘spelletjes’. De jongeren komen uit intacte gezinnen, dus gezinnen waar de ouders nog gewoon leven en bij elkaar zijn en hebben geen geschiedenis van antisociaal gedrag. Zij beschikken over normale sociale vaardigheden en hebben vrienden. De plegers ontkennen het delict zelden en voelen oprecht schuld en schaamte. Een ambulante behandeling heeft goede prognoses. Een ambulante behandeling betekent niet een behandeling waarbij je wordt opgenomen maar een behandeling waarbij de hulp naar jou toe komt. Dus de psycholoog of iets dat er nodig is bij deze behandeling komt dan bij jou thuis.
– De niet-gesocialiseerde ontuchtpleger is tussen de 12-17 jaar, de slachtoffers zijn kinderen tussen de 2-10 jaar. Seksuele handelingen variëren van betasten tot penetratie. De plegers hebben verschillende slachtoffers die ze meerdere keren misbruiken. De delicten zijn van tevoren gepland. Het komt voor dat de plegers bekend staan als jongens die goed met kleine kinderen op kunnen schieten. Ze maken een onvolwassen indruk en hebben weinig tot geen vrienden; ze voelen zich onzeker en niet passend. Ze kunnen zelf het slachtoffer van misbruik zijn geweest. De plegers gebruiken geen drugs of alcohol. Er is sprake van een geschiedenis van antisociaal gedrag. Ze komen uit intacte gezinnen, maar de vader is emotioneel afwezig voor de jongere. De moeders maken daarentegen vaak een overbezorgde, angstige en depressieve indruk. De familie speelt een belangrijke rol in de behandeling. Soms is een residentiële behandeling noodzakelijk, dit is een uitgebreide vorm van hulpverlening waarbij kinderen en jongeren tot 18 jaar buitenshuis verblijven, zij zijn dan (tijdelijk) dag en nacht aanwezig in de instelling. De plegers hebben een hoger grotere kans om opnieuw een strafbaar feit te plegen dan de eerste groep.
– De pseudo-gesocialiseerde ontuchtpleger is iets ouder dan de voorgaande
typen. Slachtoffers zijn vaak jonge meisjes, maar soms ook
oudere vrouwen en zusjes. Dit type pleger is zelf slachtoffer geweest van
seksueel misbruik en/of mishandeling en verwaarlozing, en probeert dat
te verbergen door sociaal aangepast en wenselijk gedrag. Van antisociaal
gedrag kan niet echt gesproken worden bij dit type pleger. Zijn sociale
vaardigheden lijken dan ook goed en hij kan prima opschieten met leeftijdgenoten. Ook op school en het werk zullen andere mensen niets vreemds aan hem opmerken. Dit is echter schijn: de wezenlijke betrokkenheid ontbreekt. Het delict komt voor velen zeer onverwachts. Zijn motivatie voor het delict is het genot/plezier en hij voelt nadien dan ook weinig schuld of schaamte. Het gezin is te typeren als een kluwengezin: men is overbetrokken op elkaar. Zijn ontkenning en bagatelliserend optreden, iets onbelangrijker vinden dan het eigenlijk is, hebben soms plaatsing in een inrichting tot gevolg. Sommige plegers van dit type kunnen hun gehele leven seksuele delicten plegen.
– De seksueel agressieve delinquent is tussen de 13-18 jaar; de slachtoffers zijn meestal meisjes van eigen leeftijd of vrouwen. Ze maken verschillende slachtoffers. De delicten, vaak verkrachting en aanranding, gaan vaak samen met (onnodig) geweld en het vernederen van het slachtoffer. Bij verzet van de slachtoffers reageren zij met fysiek geweld. Ze komen uit chaotische gezinnen waarin geweld en agressie niet vreemd zijn. De gezinnen zijn al jaren bij instanties als de Raad voor de Kinderbescherming bekend, onder andere vanwege de verwaarlozing van de kinderen. De plegers hebben een geschiedenis van antisociaal en ander crimineel gedrag, deels te wijten aan een slechte impulscontrole. Sommigen gebruiken drugs en/of alcohol. Plegers van dit type hebben gewelddadige, seksuele fantasieën. Hoe meer geweld, des te meer opgewonden zij zijn. Het delict is een uiting van angst, controle en dominantie. Als ze gepakt worden, ontkennen ze het delict of minimaliseren hun eigen aandeel. Ze moeten in de meeste gevallen buitenshuis behandeld worden. Er bestaat een hoge kans dat ze nog een keer een delict gaan plegen.
– De seksueel obsessieve delinquent is tussen de 14-18 jaar; slachtoffers zijn vrouwen van alle leeftijden. Hun leven draait om seksuele opwinding en wordt na verloop van tijd steeds dwangmatiger, ze kunnen aan niets anders denken. Dit type maakt een rustige, teruggetrokken indruk. Ze zijn, ondanks hun capaciteiten zeer faalangstig, wat spanningen tot gevolg heeft. Voor die spanningen zoeken ze een uitlaatklep: het delict. Op een normale manier hun emoties uiten, kunnen ze niet. De gezinnen zijn hecht en de ouders hebben eveneens moeite om op een passende manier met emoties om te gaan. Ze kunnen ambulante behandeling krijgen, dit betekent niet in een inrichting maar de hulp komt naar jou bijvoorbeeld naar je huis, gericht op het onder controle krijgen van hun dwangmatige gedrag. Hiermee is niet gezegd dat ze niet meer in herhaling vallen. Als hun afwijkende ontwikkeling niet wordt doorbroken, kunnen ze na verloop van tijd ernstiger zedendelicten plegen.
– De impulsief gestoorde zedendelinquent is tussen de 12-18 jaar, de slachtoffers kunnen van alle leeftijden en beide seksen kunnen zijn. Meestal zijn het jonge kinderen. Het seksueel agressieve gedrag is een gevolg van hun beperkte verstandelijke vermogen of een stoornis. Ze hebben een geschiedenis van gedrags- en leerproblemen. Met name de ADHD-jongeren behoren tot deze categorie. Het delict komt meestal onverwacht, zowel voor de directe omgeving als de jongen zelf. Residentiële en medicamenteuze behandeling is voor deze groep nodig. Dit betekent een behandeling in een inrichting met medicijnen.
– De groepszedendelinquent is tussen de 14-18 jaar oud en komt uit volledige gezinnen. De slachtoffers zijn meisjes van hun leeftijd. De plegers zijn eerder te typeren als meelopers dan als leiders. Ze doen aan het delict, bijvoorbeeld een groepsverkrachting of de zogenaamde zwembaddelicten, mee vanwege de groepsdruk (erbij willen horen, bang om af te gaan). Deze plegers hebben stereotype opvattingen over vrouwen, mannen en relaties. Over het algemeen heeft dit type geen voorgeschiedenis van agressief of anderszins afwijkend gedrag. Ze zullen het delict ontkennen of het minder erg laten lijken dan het werkelijk is. Veelal volstaat een ambulante behandeling, dit is een behandeling waarbij de hulp bij jou komt en je dus niet naar een inrichting of dergelijke hoeft, maar soms is een residentiële opname nodig. Deze opname is in een inrichting. De prognose is tamelijk goed.
• Groepscriminaliteit: Groepscriminaliteit is het criminele gedrag in een groep dus samen met anderen. Naar schatting vindt 75% van jeugdcriminaliteit in groepsverband plaats. Uit zelfrapportage-onderzoek blijkt dat onder vijfduizend jongeren naar voren komt dat jongeren in groepsverband vaak meer en ernstigere delicten plegen. Uit Nederlands onderzoek, waarin 113 problematische jeugdgroepen zijn onderzocht, blijkt dat er sprake is van drie typen problematische jeugdgroepen namelijk:
– Hinderlijke groepen; Dit zijn jongeren die samen in de buurt rondhangen. De omvang van de groep ligt tussen de tien en twintig jongeren. Ze zijn meestal tussen de 13 en 16 jaar. Hinderlijke groepen veroorzaken voornamelijk hinder op straat en in het verkeer (provoceren, geluidsoverlast, drank- en drugsgebruik). Alhoewel enkelen zich wellicht schuldig maken aan vandalisme of aan lichte vermogens- of geweldsdelicten, staat het gedrag van de gehele groep voornamelijk in het teken van grensverkenning. Ze gaan af en toe over de schreef, dit betekent een ernstige fout maken, maar zijn nog goed te corrigeren.
– Overlastgevende groepen; De omvang van de groep ligt tussen de tien en twintig leden en de leeftijd ligt iets hoger dan die in hinderlijke groepen. Vaak betreft het jongeren die laag geschoold zijn of voortijdig op school zijn afgehaakt én werkloos zijn. Ze zijn vaker betrokken bij openlijke geweldpleging en lichte mishandeling (soms met gebruik van wapens). Ze plegen doelbewuster en zijn ook meer bezig om te zorgen niet gepakt worden. Er is spraken van een hechte gesloten groepsstructuur en een sterke hiërarchie. Een hiërarchie is een organisatiestructuur waarbij mensen de baas zijn over anderen.
– Criminele groepen; Deze groepen bestaan uit gemiddeld dertig leden, er is een brede spreiding in leeftijd: de jongste leden zijn ongeveer 12 jaar, de oudste leden zijn boven de 20. Het opleidingsniveau is heel erg laag. Een komt niet veel verder dan het basisonderwijs of volgt speciaal onderwijs. Velen zijn werkloos. Ze plegen soms zelf regionaal en landelijk criminaliteit. De reden hiervoor is deels het bezoeken van diverse uitgaanscentra, deels zijn er criminele redenen. Alcohol- en drugsgebruik zijn breed ingevoerd. Daarnaast handelt dit type jeugdgroep professioneel in drugs. De meerderheid heeft een wapen (meestal een steek- of stootwapen) en dat wordt in voorkomende gevallen ook gebruikt. Ze scoren hoog op alle vormen van hinderlijk gedrag, maar plegen ook zwaardere criminaliteitsvormen zoals handel in drugs, zwaardere geweldpleging en geweldpleging met diefstal. Deze groepen plegen vooral criminaliteit om er geld mee te verdienen.
Welke leeftijden vallen onder jeugdcriminaliteit?
Jeugdcriminaliteit is te definiëren als strafbaar gedrag van jongeren tot en met 24 jaar. Het jeugdstrafrecht richt zich op jongeren van 12 tot 18 jaar. Onder twaalf jaar is er geen strafrechtelijke verantwoordelijkheid en zijn jeugdigen niet vervolgbaar. Van 12 tot 18 jaar spreken we van strafrechtelijk minderjarigen op wie het jeugdstrafrecht van toepassing is en vanaf 18 jaar geldt het algemene strafrecht, ook wel volwassenenstrafrecht genoemd.