Het kunstveld van beeldende kunst is erg breed. De kunst kan bestaan uit schilderijen, tekeningen, beelden en installaties; de tastbare en stilstaande objecten maar ook fotografie of video die dat niet zijn.
De sociale conventies (afspraken tussen meerderen) binnen een veld worden als normaal gezien. Binnen de verschillende vormen van de beeldende kunst zijn er bepaalde afspraken die bijna alle kunstenaars in een vakgebied na leven. Zo is er bij fotografie bijvoorbeeld een regel dat in principe niet tegen het licht in gefotografeerd mag worden en dat er goed nagedacht moet zijn over de compositie, lichtinval en de omgeving van een gefotografeerd object. Voor de videokunst geldt dit ook; er moet goed nagedacht zijn over hoe de kunstenaar zijn object in beeld wilt brengen. Het gaat er dus niet alleen om óf het object op de foto/video staat maar hóe. Bij de schilderkunst zijn er weer andere belangrijke elementen waar aan gedacht moet worden voor de kunstenaar tot een eindproduct komt. Dat kunnen bijvoorbeeld het type kwasten zijn waarmee de kunstenaar schildert, de dikte, en het materiaal van de kwast en schilderdoek. Het soort producten en technieken zijn ook erg belangrijk. Ook al hebben kunstenaars hun eigen manier ontwikkeld van het maken van kunst, er blijven kwesties die niet geaccepteerd worden. Bij de (installatie)kunst zijn er beperkingen waar kunstenaars zich aan moeten houden. Als zij in opdracht werken moet er rekening gehouden worden met budget, locatie en wie de opdracht gever is.
Geschiedenis
De geschiedenis van de beeldende kunst gaat terug tot minstens veertigduizend jaar geleden, uit die tijd komen de oudste grotschilderingen tot nu toe gevonden. De mensen die leefden in de prehistorie maakten ook beeldjes, dit waarschijnlijk om religieuze redenen. In de oudheid richtte de kunst zich vooral nog steeds op de natuur. In de tijd van het Romeinse rijk maakten de kunstenaars vooral beelden die pasten bij hun religie, bijvoorbeeld mythologische beelden.
Later, in de middeleeuwen, mengden zich de Germaanse en Romeinse cultuur en daar kwamen weer andere kunstvormen uit. Er werden bijvoorbeeld beeldhouwwerken, glas in lood ramen en mozaïeken gemaakt. Dit was echter alleen voor de rijkeren of voor de kerk. Tijdens de renaissance stond de klassieke oudheid centraal, er werd gesteven naar onmenselijke en mythologische beelden. Rond het jaar 1600 werden de kunstwerken meer natuurgetrouw en gaat de beeldhouwkunst over in architectuur. In de 19e eeuw waren de kunstenaars bezig om de kunstwerken dramatischer en romantischer neer te zetten, terwijl het later in die eeuw soberder werd. Daarna ontwikkelden er verschillende kunststijlen zoals het pointillisme, jugendstil, expressionisme en surrealisme.
Na de wereldoorlogen gingen kunstenaars meer experimenteren en zijn er veel uiteenlopende kunststijlen bijgekomen zoals het minimalisme , popart en hyperrealisme. Doordat er zoveel nieuwe stijlen ontstonden en iedereen zijn kunstwerk ‘kunst’ vond, werd langzamerhand het begrip ontzettend groot. Tegenwoordig blijven de verschillende kunststijlen in ontwikkeling en ontstaan er steeds meer van.
Vragen voor verdieping (beeldhouwkunst)
• Wat zijn de verschillende soorten beeldhouwkunsten?
• Hoe verliep de ontwikkeling van de functie van beeldhouwkunst in de afgelopen eeuw?
• Wat voor waarde heeft de beeldhouwkunst?
• Hoe kan de beeldhouwkunst het leven van mensen beïnvloeden (economisch en sociaal gezien)?
• Wat voor materialen zijn het meest gebruikt?
• Bekendste Nederlandse beeldhouwers?
• Hoe verhoudt de Nederlandse beeldhouwkunst zich tot de internationale beeldhouwkunst?
Inzoomen op de AV-productie
De video die ik heb gemaakt voor de AV-productie gaat de steenbeeldhouwkunst, met als centrale vraag: hoe gaan ze in de beeldhouwkunst om met de drukte en stress van tegenwoordig en hoe beïnvloed het hen? Onlangs is er een onderzoek gepubliceerd dat aangeeft dat voor de ont stressende werking van kunst, de maker geen professioneel kunstenaar hoeft te zijn. De betrokkenen in de video zijn : steenbeeldhouw docent Leen Kessels en twee cursisten (Martine Werensteijn en Bert de Veen) die ik heb geïnterviewd.
Leen Kessels heeft naar mijn vermoeden geen aparte opleiding gehad om deze cursussen te geven. In het interview vertelde ze dat ze voordat ze dit werk ging doen veel baantjes heeft gehad maar echt niks lukte en er niet gelukkig van werd. Toen ging ze bij zichzelf na wat ze kon en waar haar talenten lagen, dat was bij het steenbeeldhouwen.
Er speelt niet iemand een rol bij de bemiddeling tussen het kunstwerk en het publiek. Leen Kessels heeft een gedeelde ruimte en een eigen ruimte voor aan cursussen. In de gedeelde ruimte staan een aantal van haar kunstwerken waar meerderen ze kunnen bekijken. Ze exposeert niet in musea of andere plekken. De cursisten maken de kunst alleen omdat ze het als hobby hebben, zij exposeren ook niet. Deze kunstuiting wordt ook niet gefinancierd.
Wat Leen Kessels ook verteld in het interview is dat de meeste cursisten bij haar komen om hun hoofd leeg te maken en een keer aan niks hoeven te denken. Daardoor komen ze naar haar eigen zeggen ‘in een soort mediatieve toestand’. Doordat er tegenwoordig zo veel gebeurt om ons heen, ook met de mobiele telefoon, wordt er constant informatie en nieuwe berichten naar onze hersenen gestuurd. Soms heeft dat rust nodig en de mensen die bij haar een cursus volgen vinden die rust in het steen beeldhouwen.
Het grotere onderwerp is beeldhouwkunst. Er zijn verschillende soorten beeldhouwkunsten, het verschil zit dan meestal in de verschillende soorten materialen die zijn gebruikt. Zo bestaat er beeldhouwen met: steen, hout, marker, klei, etc. . Daarvan heb ik de steen gekozen, omdat daarvan zich een beeldhouwer in Leidsche Rijn bevond. Bij steenbeeldhouwen gaat het er om dat de makers van een kunstwerk zich goed bewust zijn van wat ze doen. Als er eenmaal een stuk steen af is, kan het er niet meer aan en als er iets gevormd is op een bepaalde manier kan het niet veranderd worden. In tegenstelling van bijvoorbeeld klei.
• Verbinden van lokale kunstuiting met het bredere kunstdomein
Probeer nu de lokale kunstuiting te koppelen aan het bredere algemene kunstdomein. Wat is de status van je lokale kunstuiting; wordt het beschouwd als kunst met een grote K of niet. Is het een proffesionele kunstuiting of gaat het om amateurkunst en waarom? Wie speelt er een rol in het toekennen van waarde, hoe verhoudt zich dit tot de manier waarop status of waarde wordt toegedicht aan kunstuitingen binnen ditzelfde kunstdomein op nationaal niveau. Kortom, hoe verhouden deze twee werelden zich tot elkaar? En tenslotte, beantwoordt nogmaals de vraag ‘Wat is kunst” en hoe verhoudt jouw onderwerp zich daartoe. Hiermee laat je zien dat je in staat bent om journalistieke bevindingen over een lokale situatie te koppelen aan de algemene context en abstracte ideeen. (500 woorden)
De kunstvorm steenbeeldhouden wordt over het algemeen beschouwd als ‘echt typische’ kunst. Het hangt er denk ik van af of mensen het als echte kunst beschouwen als het enige doel wat een voorrwerp heeft de is om naar te kijken. Dus als mensen bijvoorbeeld een mooie stoel zien die niet gebruikt wordt als voorwerp, dat die eerder wordt gezien als ‘kunst’ dan een mooie stoel die wel voor gebruik is bedoeld. Het ligt er dus maar net aan hoe mensen er naar kijken.
De steenbeeldhouwkunst kan gezien worden als een proffessionele kunstuiting, er zijn kunstenaars waarvan hun inkomen afhankt van wat zij maken. Het bijzondere aan de kunssector is dat het werk van de een, de hobby van de ander kan zijn. Dat is ook zo bij het beeldhouwen. De meeste beeldhouwers zijn hobbyisten. Zij kunnen een cursus volgen zoals bij Leen Kessels. De amateurkunstenaars vinden het meestal rustgevend om met hun werk bezig te zijn en er is geen druk dat iets af moet zijn voor bepaalde inkomsten.
Kunst bestaat niet
Het begrip kunst is erg moeilijk definieerbaar. Voor sommigen zijn er maar weinig dingen kunst en moet het bijvoorbeeld eerst zeggenschap hebben. Een andere groep kan in alles kunst zien, zelfs in de meest normale voorwerpen of gebeurtenissen.
Mijn definitie van kunst is dat kunst in het algemeen niet bestaat. Ik vind dat kunst een soort emotie is. Omdat iedereen een andere mening heeft over kunst en wie wat wel of niet mooi vindt, denk ik dat kunst alleen in de gedachtes van iedereen bestaat.