Dit literatuuronderzoek is een theoretische verdieping van het overkoepelend onderwerp, namelijk de alcoholspecifieke opvoeding. Dit literatuuronderzoek zal zich richten op de invloed van alcoholgebruik op het gedrag en ontwikkeling van jongeren tot 18 jaar.
– Welke invloed heeft de opvoedingstijl op het alcoholgebruik van jongeren?
– Wat zijn de fysieke- en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op jongeren?
Alcoholgebruik bij jongeren
De laatste tijd is er in Nederland een op jongeren gericht, bloeiend uitgaansleven ontstaan en in dit uitgaansmilieu is alcoholgebruik bijna vanzelfsprekend. Als een van de belangrijkste redenen voor het drinken van alcohol wordt dan ook vastbesloten genoemd dat het de stemming verbetert. Grote aantallen jongeren gaan ieder weekend ����n keer of vaker uit, waarbij veel wordt gedronken. De cijfers maken en duidelijk dat Nederlandse jongeren al op relatief jonge leeftijd drinken en zij doen dat te vaak, te vroeg en te veel . Een van de conclusies van het rapport van Verdurmen was dan ook dat alcoholgebruik onder het zestiende jaar afgeraden moet worden (Verdurmen, 2009).
De fysieke- en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op jongeren tot 18 jaar
Verdurmen e.a. (2009) constateerden uit de wetenschappelijke literatuur dat alcoholgebruik nadelige gevolgen kan hebben op de ontwikkeling van de hersenen tot ze volwassen zijn, namelijk fysieke schade, cognitieve beperkingen en gedragsmatige consequenties. In recentelijk onderzoek bij adolescente ratten is gebleken dat alcoholgebruik kan leiden tot hersenbeschadigingen. Nieuw zijn de bevindingen dat alcohol een remmende invloed kan hebben op de aanleg van nieuwe hersencellen. Met betrekking tot cognitief functioneren van ratten werd geconcludeerd dat alcoholgebruik negatieve effecten heeft op leren en herinneren. Recent werd gevonden dat ook alcoholgebruik het werkgeheugen aan kan tasten. Al eerder was bekend dat bij jongeren met alcoholafhankelijkheid een aantal hersenfuncties slechter ontwikkeld zijn. Zij vertonen achterstand wat betreft taal, aandacht, leren, geheugen en ruimtelijk inzicht (Trimbos, 2009).
Invloed van ouders
Verschillende wetenschappelijke studies hebben laten zien dat het drinkgedrag van
kinderen gerelateerd is aan het drinkgedrag van hun ouders. Uit het onderzoek van Wagemans,A.(2008) blijkt dat ouders fungeren als rolmodel voor hun kinderen, waarbij de kinderen het gedrag van hun ouders observeren en vervolgens imiteren. Ouders zullen dus het goede voorbeeld moeten geven, om problematisch drinkgedrag van hun kinderen te voorkomen.
������Het alcoholgebruik van ouders is bepalend voor zowel het beginnen met drinken, de vroege ontwikkeling van alcoholgebruik en het ontwikkelen van zware drinkpatronen, alcoholmisbruik in de late adolescentie en de vroege volwassenheid������ (Duncan, 2006). Volgens Dawson (2000) lijkt er een positief verband te zijn tussen het hebben van familie met alcoholproblematiek en het vroeg beginnen met alcoholgebruik door kinderen. Van der Vorst (2007) en Verdurmen(2009) zijn het met elkaar eens dat het niet zozeer de frequentie van het drinkgedrag van ouders, maar voornamelijk de zwaarte van het drinkgedrag van ouders is, dat invloed heeft voor de vroege ontwikkeling van alcoholgebruik bij hun kinderen. ������Ouders die zelf veel drinken hebben over het algemeen ook een meer tolerante houding ten opzichte van het drinkgedrag van hun kinderen in vergelijking met ouders die zelf matig tot niet drinken ������ (Van der Vorst, 2007). Daarnaast hangt op zijn beurt vroeg alcoholgebruik van jongeren weer samen met tolerantie en acceptatie van alcoholgebruik op jonge leeftijd door ouders .
���
De rol van de opvoedingsstijl bij het alcoholgebruik bij jongeren (autoritatief en laissez faire)
Naast de normen en het drinkgedrag van de ouders, speelt ook de manier van opvoeden een belangrijke rol in de ontwikkeling van alcoholgebruik van adolescenten ( Barnes et al, 2005). De opvoedingsstijl die ouders hanteren is belangrijk in het socialisatieproces van het kind, dus hoe een kind zich ontwikkelt op sociaal gebied en voor zichzelf een plaats verwerft in de maatschappij (Baumrind, 1996; Darling & Steinberg, 1993). De twee dimensies van de algemene opvoeding zijn ouderlijke steun en ouderlijke controle. Ouderlijke steun verwijst daarbij naar het affectieve en steunende gedrag van ouders en ouderlijke controle heeft betrekking op het toezicht houden en het monitoren.
Volgens professor Engels (2013) is ouderlijke steun een beschermende factor in het ontwikkelen van alcoholgebruik in adolescenten (Howard Caldwell, Sellers, Hilkenen Berant, & Zimmerman, 2004). Adolescenten hebben minder kans om vroegtijdig alcohol te drinken als ze opgevoed zijn in een ondersteunende warme omgeving (Barnes & Farrell, 1992; Stice, Barrera, & Chassin, 1993; Stice, Barrera, & Chassin, 1998; Urberg, Goldstein, & Toro, 2005). Adolescenten die emotionele steun ervaren van hun ouders zijn beter in het reguleren van hun drinkgedrag (Wills & Cleary, 1996). Ouderlijke controle is een van de meest effectieve opvoedingsstrategie��n om alcoholgebruik bij adolescenten te voorkomen (Stice et al., 1993). Toezicht houden, regels stellen en sanctioneren lijken van essentieel belang in het omgaan met alcoholgebruik onder adolescenten. Ouders die actief toezicht houden op wat hun kinderen doen en met wie, hebben kinderen die minder vaak alcohol drinken en zware drinkpatronen ontwikkelen (Barnes et al., 2005).
Alcoholspecifieke opvoeding
Internationaal en nationaal onderzoek laat zien dat wanneer ouders strikte regels over alcoholgebruik stellen, en goed met hun kind communiceren, zelf het goede voorbeeld geven door niet of matig te drinken en de beschikbaarheid van alcohol thuis te beperken, dit een preventief effect kan hebben op zowel het beginnen met alcoholgebruik als op regelmatig en overmatig alcoholgebruik. Ook als kinderen eenmaal alcohol drinken, lijkt de alcoholspecifieke opvoeding overmatig alcoholgebruik te voorkomen (Engels; Kleinjan & Otten, 2013).
…