Naast de regelgevingen die betrekking hebben op het hergebruik van funderingen zijn er ook nog andere punten waar men rekening mee dient te houden bij het hergebruik van funderingen, waaronder de opbouw van de bodem, de kwaliteit van de fundering, het verschil in belastingsfactoren (oude en nieuwe constructie) en de kwaliteit van het materiaal. Om de opbouw van de bodem te kunnen achterhalen, kan er een bodemonderzoek plaatsvinden. Om de kwaliteit van de fundering te onderzoeken, worden er proefbelastingen uitgevoerd. Door middel van een materiaalkundig onderzoek kan de kwaliteit van het materiaal van de fundering achterhaald worden.
Bodemonderzoek
Door de overheid wordt het tegenwoordig geëist om voorafgaand aan een project een bodemonderzoek uit te voeren. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat het gebouw op den duur scheef zal zakken. De eisen voor zo´n bodemonderzoek staan omschreven in de NEN-normen (bijvoorbeeld NEN 6740). Wanneer men een bodemonderzoek uitvoert, kan men achterhalen wat de beste fundering is voor het gebouw.
Bodemonderzoek kan gedaan worden door middel van de volgende methoden:
Het uitvoeren van sonderingen
Het uitvoeren van boringen
Het plaatsen van peilbuizen
Sonderingen
Bij een sondering wordt er met een snelheid van 20 mm/s een stalen buis (d = 36 mm) de grond ingedrukt. De onderzijde van de buis is voorzien van een stalen punt (conus). Deze conus heeft meestal een oppervlakte van 1000 mm2. Bij een funderingsadvies wordt er in Nederland een afstand van maximaal 25 meter tussen elk sondeerpunt gehanteerd. Door middel van sonderingen kan de bodemgesteldheid, waaronder draagkracht en samenstelling, achterhaald worden. Door het in kaart brengen van de bodemgesteldheid kan worden bepaald welk funderingstype er nodig is; fundering op staal of fundering op palen. Het aantal benodigde sonderingen bij een bodemonderzoek is vastgelegd in NEN 9997-1.
Boringen
Het kan zijn dat men aan alleen sonderingen niet genoeg heeft om de bodemgesteldheid te achterhalen. Er kunnen daarom boringen worden uitgevoerd. Door middel van boringen kan er een gedetailleerd beeld worden opgesteld van de opbouw van de bodem. Daarnaast kunnen er ook monsters worden genomen van bepaalde grondlagen, zodat men van deze grondlagen de korrelsamenstelling kan bepalen.
Peilbuizen
Peilbuizen zijn buizen waarvan deels de buis geperforeerd is. Dit deel wordt in de bodem geplaatst. Door middel van het plaatsen van deze peilbuizen kan de grondwaterstand, de grondwaterkwaliteit en de lokale bodemopbouw gemeten worden. Het meten van de grondwaterstand is van belang bij: houten paalfunderingen (vanwege paalrot), bouwputten en ontwerpberekeningen van funderingen.
Proefbelasten
Het proefbelasten van verschillende funderingselementen is pas de laatste jaren in opkomst. In Nederland is het gebruikelijk om een uitgebreid verkennend bodemonderzoek uit te voeren om zo te achterhalen welke fundering benodigd is. Het is niet gebruikelijk om hierna het berekende draagvermogen te controleren door middel van proefbelasten. Wel worden er de laatste jaren veel proefbelastingen uitgevoerd om het draagvermogen van de bestaande fundering te bepalen, zodat deze fundering eventueel kan worden hergebruikt.
Bij proefbelasten wordt een onderscheid gemaakt in drie verschillende methoden:
Statische proefbelasting
Dynamische proefbelasting
Pseudo-statische proefbelasting
Statische proefbelasting
De statische proefbelasting is de meest nauwkeurige proefbelasting voor het bepalen van de draagkracht, het vervormingsgedrag en de schachtwrijvingskracht van een funderingspaal. Bij deze proefbelasting wordt er een grote hoeveelheid ballast op de paalkop aangebracht. Door middel van een hydraulische vijzel wordt de zakking van de paalkop gemeten. Voorafgaand aan de proefbelasting is er een belastingschema opgesteld. Aan de hand van dit schema wordt er stapsgewijs meer belasting op de paalkop uitgeoefend. Hierbij wordt telkens de bijbehorende zetting gemeten. Aan de hand van deze metingen wordt er een paalzakkingsdiagram verkregen. Uit deze paalzakkingsdiagram is af te lezen wat het draagvermogen van de paal is. Een statische proefbelasting kan zowel bij drukpalen als bij trekpalen worden uitgevoerd. Het nadeel van een statische proefbelasting is dat deze proefbelasting veel tijd in beslag kan nemen en dit dus van invloed kan zijn op de voortgang van de bouw en de kosten.
Dynamische proefbelasting
Bij een dynamische proefbelasting worden er op de paal versnellingsopnemers en rekstrookjes aangebracht. Hierna laat men een gewicht op deze paal vallen, waardoor de paal dynamisch belast wordt. Tijdens het belasten van de paal wordt het golfverloop in de paal gemeten. Door de verkregen meetresultaten kan men een schatting maken van het draagvermogen van de paal. Doordat er bij deze proefbelasting veel aannames moeten worden gemaakt, is deze methode minder betrouwbaar dan een statische proefbelasting. Er dient daarom ervoor gezorgd te worden dat degene die de meetresultaten interpreteert al veel ervaring hiermee heeft.
Pseudo-statische proefbelasting
Pseudo-statische proefbelasting worden vooral de laatste jaren veel uitgevoerd. Eerder was deze proefbelasting nog niet populair. Het toepassen van pseudo-statische proefbelasting is de laatste jaren in opkomst doordat deze proefbelastingen met de jaren nauwkeuriger worden. Bij een pseudo-statische proefbelasting wordt er een massa vanaf de paalkop gelanceerd.
Hierdoor zakt de paal. Tijdens deze zakking worden de verplaatsing, versnelling en belasting van de paalkop gemeten. Op basis van deze gegevens kan er een last-zakkingsdiagram opgesteld worden. Uit deze last-zakkingsdiagram kan men aflezen wat het draagvermogen van de paal is.