Vragen Bij Verdeling van regelgevende bevoegdheden in Nederland

1) Attributie) Attributie is het vormen van de bevoegdheid om een bepaald soort wettelijke regels vast te stellen en die bevoegdheid toe te kennen aan een bepaald orgaan. (blz. 71)

Delegatie) Delegatie is het overdragen van de bevoegdheid om regels over een bepaald onderwerp vast te stellen.

Subdelegatie) Wanneer een orgaan dat zijn bevoegdheid verkregen heeft door delegatie, die bevoegdheid verder overdraagt aan een ander orgaan is er sprake van subdelegatie.

2) A) De Wegenverkeerswet 1994 is gemaakt door de regering en de Staten-Generaal, dat is te zien aan het stukje “Wij Beatrix” en “met gemeen overleg der Staten-Generaal”. Het is dus een wet in formele zin aangezien het afkomstig is van de regering en de Staten-Generaal. Het is ook een wet in materiële zin omdat het een wet is die voor iedereen geldt, een algemeen bindend voorschrift.

B) Dit is een besluit op grond van een geattribueerde bevoegdheid. De regering en Staten-Generaal maken samen een besluit, zij hebben samen de bevoegdheid tot het maken van nieuwe wetten.

3) A) Dit is een besluit, geen wet, het is ook zonder de Staten-Generaal gedaan, er is namelijk alleen advies gevraagd aan de Raad van State, geen overleg met de Staten-Generaal. Het is dus een Koninklijk besluit en tevens een algemene maatregel van bestuur.

B) Het besluit is op grond van gedelegeerde bevoegdheid, In art. 163 lid 10 van de Wegenverkeerswet 1994 staat dat de Minister van Veiligheid en Justitie bevoegdheid hebben.

4) A) Dit is een Ministeriële regeling, in de considerans zie je niet “Wij Beatrix” o.i.d staan dus het is niet afkomstig van de regering en Staten-Generaal. Wel staat er dat het afkomstig is van de Minister van Justitie, daar kan je van uit af leiden dat het een ministeriële regeling is.

B) Een besluit op grond van een gedelegeerde bevoegdheid, een minister zelf kan namelijk nooit met een geattribueerde bevoegdheid wetten aannemen. De minister heeft dus bevoegdheid door middel van subdelegatie verkregen van de regering.

5) A) Onjuist, in artikel 54 lid 1 Grondwet wordt bepaald dat leden van de Tweede Kamer rechtstreeks worden gekozen door Nederlanders die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Er wordt niks beschreven in verband met het maken van een algemeen bindend voorschrift.

B) Onjuist, in artikel 95 Grondwet gaat het over de bekendmaking van besluiten en verdragen van volkenrechtelijke organisaties, niet over de bevoegdheid tot het maken van een amvb.

C) Onjuist, artikel 132 lid 6 Grondwet bepaald dat de belastingen die besturen van gemeentes en provincies kunnen heffen bepaald worden door de wet.

D) Onjuist, artikel 122 lid 2 Grondwet gaat over amnestie.

6) Onjuist, de Minister van Buitenlandse Zaken beschikt niet over een geattribueerde wetgevende bevoegdheid. De regering en Provinciale Staten hebben dat wel. De minister kan alleen bevoegdheid tot regelgeving krijgen op grond van delegatie.

7) Juist, bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet, die door de regering en Staten-Generaal samen gemaakt, dus een wet in formele zin, en tevens ook een algemeen bindend voorschrift, dus ook een wet in materiële zin.

8) Juist, een wet in materiële zin geldt voor iedereen, het is dus algemeen bindend -> avv

9) Juist, In de considerans bij de Wet bescherming persoonsgegevens kan je lezen dat de wet door de regering en Staten-Generaal samen in opgesteld. Het is dan een wet in formele zin. Het is ook een wet in materiële zin omdat het geldt voor iedereen.

10) Onjuist, een AMvB is een Koninklijk besluit dat alleen van de regering afkomstig is. De regering heeft haar regelgevende bevoegdheid op basis van attributie, al kan een Koninklijk Besluit ook genomen worden op grond van delegatie, via een formele wet bijvoorbeeld. Tevens kan een AMvB ook iets anders inhouden dan iets gebaseerd op regelgevende bevoegdheid zoals een beschikking.

11) Juist, de meeste AMvB’s bevatten dan ook een algemeen bindend voorschrift.

12) Onjuist, in artikel 89 lid 2 staat dat voorschriften waar een straf op staat alleen krachtens de wet gegeven mogen worden. Ook staat dat de wet de op te leggen straffen bepaald. Daar heeft de regering dus geen invloed op.

13) Juist, het is een besluit dat genomen is door de regering zonder samenwerking met de Staten-Generaal, de Raad van State heeft geadviseerd bij dit besluit.

14) Onjuist, bij het invoeren van een nieuwe wet met exclusieve werking gelden alle feiten en omstandigheden die onder zijn werking vallen. Dus ook die van voor de inwerkingtreding van de wet. De oude regeling vervalt.

15) Onjuist, Zie Artikel 120 GW. Je mag een wet in formele zin niet toetsen aan de GW.

16) Juist, zie Artikel 94 Gw, internationale verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties gaan boven de nationale wetgeving.

17) Onjuist, Volgens art. 7 van de Bekendmakingwet treden wetten pas in werking op de 1e kalenderdag van de eerstvolgende maand nadat de wet al bekendgemaakt is.

18) Onjuist, zie Artikel 120 Gw.

Vragen bij Grondrechten

19) A) Artikel 1 van de Grondwet en artikel 9 lid 1 van de Grondwet

B) Artikel 23 lid 6 en artikel 6 lid 1 van de Grondwet

20) Onjuist, want in lid 2 staat dat het want in lid 2 staat dat het geven van onderwijs vrij is. Je mag het dus zelf invullen zolang het maar volgend de richtlijnen is.

21) Juist, artikel 5 van de Grondwet is het petitierecht, het beschrijft dat ieder het recht heeft verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen. Deze wet heeft als doel om de burgers te helpen deel te nemen aan het democratische systeem.

22) Onjuist, zie art. 262 Sr. Wanneer je opzettelijk niet waarheidsgetrouw iemands goede naam aanrandt wordt je schuldig aan smaad verklaart.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.