Vanaf de jaren 80 is het onderzoek naar de oorzaken van ADHD massaal toegenomen, want voordien was er nog geen sprake van deze aandoening. Vandaag worden er echter massaal veel onderzoeken uitgevoerd naar de oorzaken van ADHD en kan men nog steeds niet met zekerheid zeggen waaruit het voorkomt. Er zijn echter wel veel vermoedens die door middel van nieuwe onderzoeken steeds meer bij de exacte oorzaak zullen aansluiten.
ADHD als erfelijk beschouwd
Een eerste mogelijke oorzaak van ADHD is het feit dat de aandoening erfelijk is en dus kan doorgegeven worden van generatie op generatie. Na vele onderzoeken kwam men bij deze visie tot de conclusie dat de kans om ADHD te hebben, als kind van een ouder met deze aandoening, ongeveer 80 procent is. Dit is een zeer grote kans als je weet dat de erfelijke factor van de lichaamslengte ook ongeveer 80 procent bedraagt. Aangezien men ervan uitgaat dat ADHD vooral erfelijk is, moeten er dus bepaalde genen verantwoordelijk voor zijn. Onderzoekers hebben echter nog steeds niet met zekerheid kunnen bepalen welke genen hiervoor verantwoordelijk zijn, maar baseren hun theorieën andermaal op vermoedens. Volgens een groot-genoom onderzoek zouden voornamelijk de chromosomale regio’s 16p13 en 17p11 verantwoordelijk zijn voor het al dan niet aanwezig zijn van ADHD bij een persoon.
Versterkende factoren ADHD
Een tweede zeer belangrijke visie over de oorzaak van ADHD zijn de omgevingsfactoren. Deze zouden niet verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van ADHD bij een persoon maar wel een zeer grote invloed hebben op de symptomen die gepaard gaan met ADHD. Wanneer een persoon met ADHD zich gedurende een lange periode in een stressvolle, lawaaierige situatie bevindt, dan zullen de symptomen van ADHD duidelijker de kop op steken bij deze persoon dan bij iemand die gedurende deze periode in een rustige, gestructureerde situatie heeft vertoefd.
Verder zijn er nog een aantal zaken aan het licht gekomen tijdens onderzoeken naar de oorzaak van ADHD, zoals bijvoorbeeld het feit dat een persoon met ADHD, zijn symptomen hiervan zou kunnen versterken door het eten van bepaalde voedingsadditieven. Er zijn omtrent deze visie vele onderzoeken geweest naar verschillende voedingsadditieven en hun mogelijke invloed op personen met ADHD, maar dit waren vooral slechte, niet onafhankelijke onderzoeken. Hierdoor moeten hun resultaten niet als volledig betrouwbaar beschouwd worden.
Afwijkingen in hersenen bij ADHD
Een laatste invalshoek op de oorzaak van ADHD ligt bij de neurobiologie. Hier bleek uit onderzoek dat het volume van bepaalde delen van de hersenen bij mensen die ADHD positief waren, onderontwikkeld was ten opzichte van dat van andere mensen. Vooral onderdelen van de frontale cortex, cerebellum en subcorticale gebieden verschillen opvallend veel in volume ten opzichte van die van andere mensen. Hierdoor zijn er dus ook afwijkingen in de functie van de hersenen te bemerken, wat uiteindelijk leidt tot de gekende symptomen van een persoon met ADHD.
Wanneer er naar de functie van de frontale cortex en het cerebellum wordt gekeken, blijkt dat deze onderdelen van de hersenen vooral instaan voor het plannen en uitvoeren van bewegingen. Verder zijn ze ook belangrijk voor het sociale gedrag en de emotionele processen. Hieruit kon men dus bepalen dat deze gebieden, met een kleiner volume bij personen met ADHD, mogelijk verantwoordelijk zijn voor de typische symptomen van ADHD. Die stellen namelijk steeds afwijkingen voor op de functies van deze onderdelen van de hersenen. Dit wil echter nog niet zeggen dat er honderd procent zekerheid is dat hier de oorzaak van ADHD ligt, aangezien de hersenen een ingewikkeld orgaan is waarbij de verschillende onderdelen allen met elkaar in verbinding staan en ook elkaar zullen beïnvloeden.
Een algemene oorzaak voor ADHD is dus nog steeds niet gevonden, al zijn er wel sterke vermoedens over waar de mogelijke afwijkingen gelegen zijn. Toch moet men nog steeds met een kritische ingesteldheid de resultaten van onderzoeken naar ADHD benaderen. Het onderzoek naar ADHD is namelijk slechts in de jaren 80 gestart en dus nog niet grondig onderbouwd. Wel mag men ervan uitgaan dat de gevonden oorzaken wel degelijk invloed zullen hebben op de aandoening en haar symptomen, maar om de ware oorzaak te bepalen, zal men nog vele onderzoeken naar ADHD moeten uitvoeren.