Onder concurrentiebeding wordt verstaan volgens artikel 7:653 BW als een beding tussen een werkgever en werknemer, waarbij de werknemer na het beeindigen van zijn contract voor gedurende een jaar niet mag werken bij de concurrent ivm overdragen van bedrijfsgeheimen, concurrentiegevoelige informatie of bijzondere werkwijze die haar een voorsprong geeft in de markt of branche waar de werkgever zich bevindt.Voor het aangaan van het concurrentiebeding moet men meerderjarig zijn en moet dit schriftelijk overeengekomen zijn bijvoorbeeld; opnemen in de arbeidsovereenkomst van een werknemer en vermelden wat de consequenties zijn.
De letterlijke tekst van een concurrentiebeding is niet altijd leidend, maar er zijn omstandigheden waaronder de letterlijke tekst voorrang krijgt, ook als beide partijen zijn uitgegaan van een andere (onjuiste) lezing van het beding, het zogenaamde Haviltex-criterium (genoemd naar een gelijknamig arrest) bij de uitleg van een contract moet niet alleen naar de letterlijke bewoordingen worden gekeken, maar ook naar de bedoeling van partijen en naar hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Zoveel blijkt uit de uitspraak van de Rb. Midden-Nederland (zittingsplaats Utrecht) 10 september 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:4291. Een medewerker is in dienst getreden als Trainingsassistente bij Douglas. In haar contract stond wel een concurrentiebeding en dat ze na beƫindiging van de arbeidsovereenkomst geen baan bij een concurrent binnen een jaar en binnen een kring met een diameter van 50 kilometer met als middelpunt de vestiging van de werkgever werkzaam mag zijn.
De werkneemster zegt haar contract op en gaat bij Rituals werken. Belangrijk punt in de zaak blijkt de wijze waarop de geografische reikwijdte van het beding moet worden uitgelegd. Er blijkt onduidelijkheid te bestaan of partijen bedoeld hebben dat werkneemster niet werkzaam mag zijn binnen een straal van 50 kilometer van de Douglas vestiging of binnen een diameter. Die uitleg is van belang, nu de werkzaamheden in Amsterdam zich afhankelijk van die uitleg wel of niet binnen de geografische reikwijdte bevinden. Douglas heet niet duidelijk uitgelegd wat zij diameter in het contract zetten terwijl zij straal bedoelde. De kantonrechter concludeert dat partijen het beding onzorgvuldig hebben gelezen, dan wel uitgelegd. De kantonrechter beslist dat zij de werkneemster niet aan de onjuiste uitleg van het beding kan houden, zodat werkneemster haar werkzaamheden wel vanuit de vestiging in Amsterdam mag verrichten en de vorderingen van Douglas worden afgewezen. Deze uitspraak laat zien dat de manier waarop een concurrentiebeding is geformuleerd grote en (onverwachte) nadelige gevolgen kan hebben.
In tegenstelling tot de eerdere uitspraak in het voordeel van de werknemer kan het zo zijn dat er een uitspraak voorts komt in nadeel van de werknemer zie uitspraak Hof Amsterdam 24 september 2013, ECLI: NL: GHAMS: 2013:3181. Een concurrentiebeding kan geheel of gedeeltelijk worden vernietigd op de grond dat in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever de werknemer door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld (art. 7:653 lid 2 BW). Aangezien de werkgever de werknemer volop kansen en doorgroeimogelijkheden bood had de werknemer in zijn bezwaren aangegeven geen doorgroeimogelijkheden te hebben, daarnaast heeft de werkgever ook nooit vernomen dat de werknemer ontevreden over zijn salaris noch over zijn baan was. Aangezien de concurrent geen Sales&Marketing en Finance afdeling had en de werknemer de kans had gekregen om deze specifieke kennis bij zijn werkgever op te doen zal de concurrent al een voorsprong hebben. Ook de regionale beperking zoals aangegeven door de werknemer werd afgewezen omdat niet gesteld was dat de nieuw op te zetten afdeling geen landelijke of buiten-regionale uitstraling zou hebben.