Rond de aarde cirkelt veel ruimteschroot, ons eigen afval van 60 jaar ruimtevaart en dat vormt een steeds groter gevaar, maar wat zijn de gevolgen eigenlijk en is het nu echt zo erg?
Satellieten
Sinds 4 oktober 1957, de dag die wordt gezien als de start van de officiële start van de moderne ruimtevaart zijn we steeds afhankelijker geworden van satellieten, ook wel kunstmanen. Nadat de Russische Spoetnik, een kleine satelliet van slecht 84 kilogram in de nazomer van 1957 op weg werd gestuurd en zijn eigen baan rond de aarde ging volgen, zijn er ontzettend veel satellieten de ruimte ingeschoten en het worden er alleen maar meer.
Communicatiesatellieten worden bijvoorbeeld gebruikt voor het verzenden van informatie over lange afstanden, signalen voor televisie, telefoon en internet worden hiermee verstuurd. Er zijn navigatiesatellieten om onze plaats op aarde te bepalen, weersatellieten om het weer te kunnen voorspellen, er zijn zelfs spionagesatellieten in de ruimte te vinden waarmee je stiekem je vijand kan bekijken zonder dat deze daar enige weet van heeft. Deze door de mens gemaakte kunstmanen zijn haast niet meer weg te denken uit het moderne leven van nu, probeer je maar eens een dag voor te stellen zonder weerbericht, zonder live-tv, zonder telefoon en zonder GPS, dan zit je al gauw thuis op de bank.
Echter gaan de meeste satellieten niet langer mee dan vijf jaar, waardoor er steeds nieuwe satellieten de ruimte ingaan, maar de oude komen niet weer terug en blijven dus als een stuk afval doelloos in hun baan rond de aarde cirkelen.
Gevaarlijk afval
Door radartechnologie is kunnen achterhalen dat er maar liefst 500 000 brokstukken rond de aarde draaien die een grootte hebben van meer dan 1 centimeter. Daarnaast zijn er ook nog vele miljoenen objecten kleiner dan 1 centimeter die rondcirkelen.
Niet enkel satellieten (waarvan er minstens 3000 overleden in de ruimte te vinden zijn) kunnen hierbij als schuldig worden aangewezen, ook rakketten waarmee deze de ruimte in worden gebracht leveren een hoop puin op. Elke raket, of deze nu wel of geen bemanning mee de ruimte in neemt heeft zogeheten trappen nodig die de raket in de juiste baan rondom de aarde plaatst. De trappen die gebruikt worden komen los van de raket zodra deze de gewenste hoogte heeft bereikt en ze zullen dan eindeloos rond zwerven in het heelal. Al die miljoenen stukken groot en klein zijn een groot gevaar voor de werkende ruimte infrastructuur.
Je kan denken: Is dat nu zo erg, zo’n stukje van een millimeter. Het probleem is dus de hoge snelheid. Elk object dat door de ruimte beweegt om in zijn baan te kunne blijven, heeft een snelheid van 25 000 tot 28 000 km/h (ruim tien keer zo snel als een kogel). Bij een frontale botsen zit je al gouw over de 50 000 km/h en dat produceert een energie die op aarde niet na te bootsen is. Dan is een stukje van een centimeter ook genoeg om een satelliet uit te schakelen.
Door de toename van het ruimteschroot wordt het alsmaar gevaarlijker astronauten de ruimte in te sturen en veel bemande en operationele ruimtestations zijn een gemakkelijk doelwit voor het ruimteafval.
Ondanks dat men al 6o jaar lang satellieten de ruimte in schiet zijn veel mensen zich slecht enkele jaren geleden bewust geworden van het gevaar dat het ruimtepuin met zich meebrengt. Sinds de 560 kilogram zware Amerikaanse Iridium 33 tegen de 950 kilogram zware Russische militaire Kosmos 2251 satelliet knalde op een hoogte van ongeveer 800 kilometer boven de Siberische Zee. Beide satellieten vlogen op elkaar met een snelheid van 42 100 kilometer per uur en veroorzaakten een wolk van puin die bestond uit honderden brokstukken. In 2011 heeft het Amerikaanse U.S. Space Surveillance Network al 2 000 brokstukken in kaart gebracht die door deze botsing veroorzaakt zijn.
Ook in 2015 werd men wederom aan het gevaar van de miljoenen objecten herinnerd (in dit geval het gevaar voor ruimtevaarders) toen astronauten van het internationale ruimtestation ISS wegens naderend ruimteafval tijdelijk in de zogeheten Sojoez-capsule moesten vluchten. De astronauten zaten een uur in de capsule opgesloten en het was slechts de vierde keer dat de Sojoez-capsule in gebruik was, maar de kans op gevaar blijft telkens groter worden. Uit het artikel van artikel de Volkskrant (redactie, 2015) blijkt dat de het Amerikaanse ministerie van Defensie zo ongeveer 22 duizend stukken afgedankte satellieten, uitgebrande raketten en andere troep in de gaten houdt om dreigend gevaar op tijd te kunnen signaleren. Echter kunnen botsingen nog niet voorkomen worden, maar men is wel druk bezig met een mogelijk werkende oplossing.
RemoveDebris
Een kleine satelliet genaamd RemoveDebris is begin 2016 voor het eerst de ruimte ingestuurd met drie experimenten aan boord om zoveel mogelijk informatie te verwerven over de mogelijkheden en de problemen wat betreft het puinruimen in de ruimte.
Het had de grote van een wasmachine, een harpoen voor wat groter puin, een soort ballon wat ook dient als een soort net om stukken afval te vangen. Als laatste had het een zeil aan boord om aan satellieten te bevestigen, zodat deze sneller afremmen dan gepland, zakken, weer onder invloed van de zwaartekracht komen en dan opbranden in de atmosfeer.
Na de eerste RemoveDebris is de vierde reeds meegevlogen met een raket van SpaceX en heeft deze het ruimtestation ISS bereikt. Van daaruit gaat de bemanning met de RemoveDebris zoveel mogelijk afval proberen te vangen en onschadelijk te maken. Deze vierde ‘puinjager’ heeft bovendien ook lasers en sensoren aan boord om data over ruimteschroot te verzamelen en zo de baan waarin ze vliegen in kaart te brengen.
Doelgericht geschoten
Ondanks het grote probleem van immense hoeveelheid aan rondzwevend ruimteschroot zijn er landen die het van belang vinden hun macht te tonen door nog meer afval opzettelijk de ruimte in te schieten. Zo dacht China zichzelf goed te doen door in januari 2007 een oude, niet meer werkende weersatelliet van de aarde af te schieten naar een hoogte van bijna 900 kilometer die met behulp van een raket in meer dan 2300 stukjes uit elkaar geschoten werd. De grootste berg afval in de ruimte door de mens gemaakt in één keer.
Deze actie werd door veel landen erg veroordeeld, maar dergelijke test zijn al veel eerder uitgevoerd. Deze waren weliswaar kleiner en leverden minder afval op, maar het is en blijft afval dat niet vanzelf verdwijnt en wat de afvalzwerm rond de aarde alleen maar meer doet groeien.
Alsof dat nog niet erg genoeg is heeft Elon Musk op 6 februari 2018 een Tesla Roadster met zijn eigen raket de ruimte in gelanceerd. En vond de Nieuw-Zeelander Peter Beck het nodig om een discobal van ruim en meter doorsnee aan onze sterrenhemel toe te voegen. Astronomen reageerden hierover ontzet. Ze beschouwen het als een ‘invasie’ van het universum, alsof daar nog niet genoeg ruimteafval rondzweeft.
Retourneren
Naast dat al het puin in de ruimte zorgt voor dilemma’s kan het ook op aarde zorgen voor problemen. Wanneer satellieten terug neerkomen op de aarde doordat ze
Sneeuwbaleffect
Het grootste probleem dat het afval met zich meebrengt is het ‘Kesslereffect’, ook wel sneeuwbaleffect genoemd. Wanneer twee of meerdere objecten in lage banen om de aarde hard op elkaar botsen dit kan zorgen voor een sneeuwbaleffect van botsingen. Alle kleine stukjes die namelijk bij zo’n grote botsing ontstaan kunne op hun beurt nog meer verwoesten, een zichzelf versterkend effect. Hier wordt erg voor gevreesd, want wanneer dit zal gebeuren wordt de ruimte uiteindelijk onbegaanbaar. Een schil van ruimtepuin zal zich dan om de aarde heen vormen.