Een definitie van een vertrouwenspersoon luidt:
‘’De vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen is een medewerker van de organisatie (interne vertrouwenspersoon) of een door de organisatie aangestelde derde (externe vertrouwenspersoon). Werknemers van de organisatie die grensoverschrijdend gedrag ervaren, kunnen deze vertrouwenspersoon op vertrouwelijke basis benaderen voor een luisterend oor, advies en bijstand.’’
(LVV, 2017)
Onder ongewenste omgangsvormen verstaan wij intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld.
Intimidatie is een vorm van psychisch geweld. Dit kan zowel lichamelijk als verbaal zijn. Het belangrijkste kenmerk van intimidatie is dat men zich bedreigd voelt (FNV, z.d.).
Discriminatie is het ongelijk worden behandeld op basis van niet-toevallige kenmerken. Denk hierbij aan ras, godsdienst, seksuele geaardheid of geslacht.
Vernederend/vijandig gedrag is pesten. Dit kan verbaal zijn, maar ook fysiek. Bij verbaal geweld wil de dader macht uitoefenen op een ander. Er zijn verschillende vormen te onderscheiden van verbaal geweld. Schelden, belachelijk maken, beschuldigen, dreigen en kleineren vallen allemaal onder verbaal geweld. Fysiek geweld is wanneer een dader iemand lichamelijk pijn doet. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door schoppen, slaan, haren trekken maar ook andere manieren zoals knijpen of iemand steken met een scherp voorwerp is een vorm van lichamelijk geweld (Feel the Vibe, z.d.).
Agressie en geweld is niet alleen vervelend in het leven buiten werk, maar ook in het werkleven. Gelukkig komt dit niet heel veel voor. Geweld kan littekens achterlaten, zeker bij het slachtoffer (FNV, z.d.).
Werkgevers hebben een plicht om een veilige omgeving te bieden op het werk aan de werknemers (Burgerlijk Wetboek Boek 7). Het instellen van een vertrouwenspersoon is dus een manier waarop men de wet kan invullen.
De voorzitter van SB Helios, Emiel Helmich heeft het dilemma van het bestuur voorgelegd. Zij weten niet of de vertrouwenspersoon intern of extern geregeld moet worden. (Emiel Helmich, mondelinge communicatie)
Een intern vertrouwenspersoon is een vertrouwenspersoon die al actief is in de organisatie. Hierdoor kan de drempel lager liggen voor medewerkers om een melding te maken.
Een extern vertrouwenspersoon wordt ingeschakeld door de organisatie en is dus onafhankelijk. Hierdoor kan wel de drempel iets hoger liggen om een melding te maken (Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen, 2016)
In dit onderzoek zal er vooral gefocust worden op de vraag of er bij de leden behoefte is aan een vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan het veiligheidsgevoel in de vereniging doen stijgen. Dit is belangrijk voor de sfeer en de prestaties.
Een vertrouwenspersoon heeft een aantal belangrijke kerntaken. Zij is het eerste aanspreekpunt voor medewerkers als er sprake is van ongewenst gedrag. Zij begeleidt ook de melder naar professionele hulp en eventueel adviseurs mocht het de juridische kant op gaan en de vertrouwenspersoon niks meer kan betekenen. Het begeleiden en ondersteunen van de melder tijdens de klachtenprocedure is ook een taak die de vertrouwenspersoon op zich neemt.
Na de klacht is de vertrouwenspersoon ook nog verantwoordelijk voor de nazorg van de melder.
Zij verzorgt tevens ook voorlichtingen, informatiebijeenkomsten en zorgt dat de organisatie geïnspireerd wordt. Dit door middel van preventie over ongewenste omgangsvormen. Zij zorgt ook voor de samenwerking tussen bv. de Arbodienst, medezeggenschaps en dergelijken.
De vertrouwenspersoon adviseert tevens ook het bestuur over meldingen en neemt zij ook het Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) mee (Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen, 2016).
Kortom, de vertrouwenspersoon heeft niet alleen een belangrijke functie, maar ook vele belangrijke taken die zorgvuldig uitgevoerd moeten worden.
Uit het onderzoek zal blijken of het het beste is om een intern of extern vertrouwenspersoon in te stellen. Dit zal naar boven komen na de enquêtes die wij zullen afnemen bij leden van de club.