Begrippen – Voor het onderzoek is het belangrijk dat de …

Voor het onderzoek is het belangrijk dat de begrippen waarmee we werken duidelijk zijn.

Wat is gezondheid?

Om een antwoord te geven op de vraag wat gezondheid is, hebben we gekeken naar verschillende definities:

De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO 1948) luidt:

“Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.”

de gezondheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [xəˈzɔnthɛit] toestand dat je gezond (1) bent Voorbeeld: `een zwakke gezondheid hebben`blaken van gezondheid (zeer gezond zijn)Gezondheid! ()Op je gezondheid! …

Een toestand van subjectief welbevinden op geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk gebied (WHO) Ziekte=Verstoring van de gezondheid. Gezondheid is dus een evenwichtstoestand tussen krachten die dit evenwicht verstoren en krachten die dit evenwicht handhaven.

toestand van zowel lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden

Wij kiezen ervoor om te werken met de definitie van de WHO:

“Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken

Ook is het belangrijk om vast te stellen wat het begrip sport inhoudt:

Een sport is een fysiek spel (bijvoorbeeld basketbal) of denkspel (bijvoorbeeld schaken) dat volgens regels in competitieverband of recreatief kan gespeeld worden. Het heeft als doel het lichaam of de hersenen te stimuleren naar meer, hetzij dmv lichamelijke bewegingen en-of denkoefeningen.

De sport zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [spɔrt] Verbuigingen: sport|en (meerv.) 1) lichamelijke activiteit voor je plezier of als beroep Voorbeelden: `Zwemmen, voetballen, schaatsen en wielrennen zijn verschillende sporten.`, `aan sport doen`…

Activiteit waarbij je je lichamelijk inspant

Wij kiezen ervoor om te werken met de volgende definitie van sport:

Een sport is een fysiek spel (bijvoorbeeld basketbal) of denkspel (bijvoorbeeld schaken) dat volgens regels in competitieverband of recreatief kan gespeeld worden. Het heeft als doel het lichaam of de hersenen te stimuleren naar meer, hetzij dmv lichamelijke bewegingen en-of denkoefeningen.

Relatie

Een relatie (ook wel verhouding of betrekking) is een verband tussen meestal twee (soms meerdere) personen, concepten, verschijnselen of zaken

de relatie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [rəˈla(t)si] Verbuigingen: relatie|s (meerv.) 1) verhouding tussen mensen, dingen en begrippen

betrekking waarin personen, zaken, begrippen tot elkaar staan

[Nederlands] Een verband tussen (meerdere) zaken of personen

Wij kiezen er voor om te werken met de volgende definitie van relatie:

Een relatie (ook wel verhouding of betrekking) is een verband tussen meestal twee (soms meerdere) personen, concepten, verschijnselen of zaken

Een stukje geschiedenis: Hoe is het zover gekomen, een kleine terugblik naar vroeger

Wie duizenden jaren geleden wilde eten moest dat eten zelf gaan bejagen of

verzamelen. Wie niet gegeten wilde worden moest af en toe zelf de benen kunnen

nemen  en voor een date kon je toen nog niet terugvallen op internet.

Vroeger:

Bewegen om te eten was alleen zinvol als jagen of zoeken van eten meer energie opleverde dan het kostte. Dat betekent dat de mensen die zuinig met beschikbare energie omgingen een grotere kans hadden om te overleven dan de mensen die al bewegend te veel vetten en koolhydraten verspillen. [bron: …]

Aan de andere kant was er de noodzaak om voedsel efficiënt te kunnen opslaan. En dan niet in een koelkast, maar als onderhuids vet in het eigen lichaam (er was immers nog geen cv!). Daarmee waren dus ook de mensen die efficiënt energie konden opslaan in vetweefsel evolutionair gezien in het voordeel. Tot overmaat van ramp voor de moderne mens, waren onze voorouders ook in het voordeel als ze zich niet al te druk maakten. ‘Liever lui dan moe’. Zo ontstond een mens die geneigd was stil te zitten, efficiënt voeding verteerde en opsloeg, en heel zuinig met energie om wist te gaan als er toch bewogen moest worden.

Nu bewegen geen noodzaak meer is keert die evolutie zich tegen ons. Het gevolg is dat veel van onze tijdgenoten een verstoorde energiebalans krijgen: we eten meer dan we verbruiken. Dat gaat een tijdje goed, maar de overtollige energie wordt als vet opgeslagen in de opslagplaats die de evolutie daarvoor heeft bedacht. Het gaat mis op het moment dat die opslagplaatsen vol raken, en vet wordt opgeslagen op plaatsen die daar niet geschikt voor zijn, bijvoorbeeld de lever en de bloedbaan. Hart- en vaataandoeningen, diabetes mellitus type II, obesitas en verschillende vormen van kanker kunnen een gevolg zijn van vetopslag op de verkeerde plaatsen.

De veel gehoorde slogan ‘use it or lose it’ is ook door Moeder Natuur bedacht. Energie moet zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, dus structuren en organen die je niet gebruikt kun je beter zo klein mogelijk houden. Hoe groter een spier is, des te meer energie kost het onderhoud. Wat je niet gebruikt, wordt door het lijf dus ‘opgeruimd’. Wie veel stilzit krijgt kleinere en slappere spieren en brozere botten.

Voldoende bewegen is dus van belang voor een goede energiebalans, om te voorkomen dat je vetopslagplaatsen overvol raken en om te zorgen dat je lijf goed blijft functioneren en zichzelf niet gaat opruimen.

Kortom:

Vroeger moesten mensen bewegen om te overleven, om te vluchten, te jagen of – in een wat later stadium- te werken op het land. De mens stierf aan een infectieziekte of in een gevecht. Nu zitten we voor het overgrote deel van de dag stil en gaan we dood aan allerlei welvaartsziekten. En opnieuw moeten we bewegen om te overleven.

Literatuuronderzoek

Waarom moeten wij als mens bewegen?

Tegenwoordig is er veel belangstelling voor bewegen, gewoon omdat we dit te weinig doen. Heel veel mensen hebben last van flink overgewicht dat blijkt uit dit artikel: [ In 2015 heeft de helft (50,3%) van de Nederlanders van 20 jaar en ouder overgewicht. Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij obesitas is dat andersom: meer vrouwen hebben obesitas dan mannen. In totaal heeft 13,7% van de Nederlanders obesitas. Deze cijfers zijn gebaseerd op zelfrapportage van lengte en gewicht]. Door overgewicht krijgen mensen last van gezondheidsproblemen, zoals: hoge bloedruk, diabetes, hart- en vaatklachten, etc.

DELFT – Slechts een op de zes volwassenen beweegt intensief genoeg en verricht zeker drie maal per week twintig minuten zware lichamelijke inspanning. In 2000 was dat nog een op de vijf, zo blijkt uit het Trendrapport Bewegen en Gezondheid dat TNO maandag heeft aangeboden aan het ministerie van Volksgezondheid. Wel beweegt twee derde van de Nederlanders voldoende volgens de zogenoemde combi-norm. Die gaat uit van vijf dagen per week dertig minuten lang matig inspannende activiteit of drie dagen twintig minuten intensief bewegen. In 2000 voldeed nog maar iets meer dan de helft aan die norm. Het liep in 2006 op tot 67 procent, maar zakte in 2007 weer tot 64 procent. De daling wordt met name veroorzaakt doordat het aantal mensen dat drie maal per week twintig minuten intensief beweegt is afgenomen. Juist intensief bewegen levert de grootste gezondheidsvoordelen op, aldus TNO. Bij de jeugd van 4 tot 17 jaar haalt nog niet de helft de combi-norm. Die ligt voor jongeren overigens wel een stuk hoger. Zij moeten dagelijks een uur bewegen, waarvan minimaal twee maal per week op intensief niveau. [2]

Uit dit artikel blijkt dat er veel te weinig wordt gesport in Nederland en vooral door de jongeren.

De vraag is waarom bewegen we niet?

Steeds meer mensen hebben wel het voornemen om te gaan sporten, maar de vraag is waarom zetten deze mensen niet door?

In de maatschappij is het bewegen in de loop der jaren erg veel veranderd.

Zoals je in ‘een stukje geschiedenis’ kan lezen, hoeven mensen niet meer zoveel te bewegen om te overleven, te jagen of te vluchten. Door mechanisering, automatisering en het gemotoriseerde transport (auto’s) zijn vormen van fysieke inspanning steeds verder uit het dagelijkse leven verdwenen. De balans tussen energie-inname (mensen bleven even veel, of zelfs nog meer eten) en het energieverbruik is hierdoor erg verstoord. Dit blijkt vooral uit de enorme toename van overgewicht in de maatschappij (50, 3% obesitas). Bewegen is een vrijwillige en bewuste keuze geworden, het bewegen speelt zich vooral af in onze vrije tijd. Het bewegen wordt gezien als spel, sport en recreatie. Maar ook in de vrije tijd hebben in de afgelopen jaren veel veranderingen plaatsgevonden. In onze vrije tijd zijn er ook activiteiten die juist geen lichamelijke activiteit vergen, zoals televisie kijken, computeren en dergelijke. De moderne maatschappij is dus een ramp voor de hoeveelheid beweging die we (niet) krijgen.

Is er gezondheidsvoordeel bij meer bewegen?

Uit allerlei wetenschappelijke onderzoeken, blijkt dat beweging zelfs noodzakelijk is. Als je beweegt wordt je fitter, en niet bewegen is net zo schadelijk als roken! Ook heeft bewegen een positieve invloed op allerlei gezondheidsaspecten zoals lichaamsvetverdeling, cholesterol, botdichtheid, bloeddruk, glucose- en insulinespiegel. Ook verlaagt bewegen het risico op het ontstaan van bepaalde ziekten. Er is duidelijk bewijs dat bewegen belangrijk is en een grote rol speelt ter voorkoming van hart- en vaatziekten, suikerziekte type 2, overgewicht en botontkalking.

Er zijn sterke aanwijzingen dat je met beweging ervoor kan zorgen dat je beroertes, depressies en darm- en borstkanker kan voorkomen. Je kunt dus wel zeggen: bewegen is heel belangrijk om allerlei verschillende gezondheidskwalen en ziekten te voorkomen.

Door regelmatig te bewegen wordt ook de kwaliteit van het leven van oudere mensen verlengt (dit is belangrijk, omdat de mens gemiddeld steeds ouder wordt!).

Zijn er beweegnormen?, hoeveel moet een mens eigenlijk bewegen?

Ja, er zijn beweegnormen. Er bestaan grote verschillen tussen de aanbevolen minimale hoeveelheid beweging (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) en de mening van de bevolking over hoeveel beweging goed (genoeg) is voor de gezondheid.

De Nederlandse Norm Gezond Bewegen geeft een algemeen advies over bewegen en gezondheid. Opvolgen van deze adviezen zal vooral goed zijn voor je gezondheid, en voor het voorkomen van hart- en vaataandoeningen.

De NNGB (=(Nederlandse Norm Gezond Bewegen) ) is in 1998 vastgesteld en werd afgeleid van internationale richtlijnen. De NNGB wordt jaarlijks bijgesteld. De norm is per leeftijdsgroep ingedeeld en is vastgesteld op minimaal 5 dagen in de week, 30 minuten matig intensief bewegen. De adviezen zijn gebaseerd op het bevorderen van wandelen, fietsen, tuinieren, zwemmen e.d.

De norm richt zich vooral op hart en spieren.

De NNGB per leeftijdsgroep:

1) Jeugd (onder de 18 jaar):

dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie).

2) Volwassenen (18-55 jaar):

een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.

3) 55-plussers:

een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.

4) Voor niet-actieven zonder of met lichamelijke beperkingen:

is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging meegenomen.

Bovenstaande norm moeten we zien als een aanbeveling over de minimale hoeveelheid lichaamsbeweging.

Wat houdt ‘matig intensief bewegen’ eigenlijk in?

In de literatuur wordt gesproken over matig intensief bewegen, maar wat is matig intensief bewegen eigenlijk? Het is een vage omschrijving, maar die wordt duidelijk als we uitgaan van ons energieverbruik in rust. We moeten niet vergeten dat we in rust, bijvoorbeeld tijdens zitten of liggen we natuurlijk óók energie gebruiken. Die hoeveelheid energie is afhankelijk van ons gewicht. Het totale energieverbruik in rust is dus voor iedereen verschillend. Dit totale, individuele energieverbruik in rust wordt MET genoemd. MET is een afkorting voor METabolic equivalent en is een maat voor stofwisselings-processen. Onze MET-waarde in rust is 1. Een MET-waarde 2 geeft aan, dat je 2 maal de energie verbruikt die je normaal tijdens rust nodig hebt.

Nu we weten wat we in rust gebruiken, kunnen we de term ‘matig intensief’ ook beter omschrijven. Voor volwassenen geldt dat matig intensief bewegen overeenkomt met MET-waarden tussen 4 en 6.5.

Voorbeelden van activiteiten die hierbij aansluiten zijn:

wandelen 5 km/uur = 4 MET, fietsen 16 km/u = 6.5 MET.

Voor jeugd geldt een MET-norm van 5 (fietsen) tot 8 (rennen).

Voor 55-plussers geldt een MET-waarde van 3 (wandelen 4 km/u) tot 5 (fietsen 10-12 km/u).

Relatie tussen NNGB en 10000 stappen-methode:

In de literatuur wordt veel gesproken over Nederlandse Norm Gezond Bewegen, maar is er een relatie tussen het aantal stappen per dag met deze NNGB?

Wandelen is waarschijnlijk de veiligste en meest geschikte vorm van lichaamsbeweging voor grote groepen van de bevolking (vooral de lichamelijk inactieven, mensen met overgewicht en mensen met chronische aandoeningen).

Op de vraag wanneer ben je inactief? Is het antwoord, wanneer je minder dan 5.000 stappen per dag zet, dan ben je lichamelijk inactief. Vanaf 10.000 stappen per dag ben je lichamelijk actief. Bij meer dan 12.500 ben je zeer actief.

Het ‘10.000 stappen per dag-concept’ komt oorspronkelijk uit Japan. Het lopen van 10.000 stappen per dag komt overeen met een energieverbruik van ca. 400 kcal per dag. De NNGB voor volwassenen komt overeen met het verbruik van ca. 200 kcal per dag.

Is er verschil tussen het 10.000 stappen concept en NNGB?

Er is een verschil tussen het ‘10.000 stappen per dag’ en de NNGB. NNGB gaat uit van tenminste matige intensieve lichamelijke activiteit, terwijl het ‘10.000 stappen per dag concept’ alle vormen van lichamelijke activiteit erbij betrekt, zonder de minimale intensiteit als randvoorwaarde te nemen.

Bijvoorbeeld:

30 minuten wandelen in een tempo waarin je winkelt, telt niet mee voor de NNGB, maar wel voor het ‘10.000 stappen per dag’ concept.

Uit onderzoek → blijkt dat mensen als gevolg van activiteiten in het dagelijks leven naar schatting 6.000 stappen zet. Dit gebeurd vooral via een lage-intensieve intensiteit. Er is berekend dat een gezonde volwassene tijdens een 30 minuten durende wandeling ca. 4.000 stappen zet. Wanneer je daarbij de activiteiten in het dagelijks leven bij optelt komt je tot de schatting van 10.000 stappen per dag.

Ben je gezond of fit?

Ook bestaat er een belangrijk verschil tussen het verbeteren van gezondheid en het verbeteren van fitheid. Gezondheidswinst kun je al bereiken met activiteiten met een lage tot matige intensiteit. Wandelen, fietsen, traplopen, tuinieren e.d. leveren al een behoorlijke gezondheidswinst op. Maar, om FIT te worden is meer nodig. Dit heeft te maken met het feit dat fitheid anders gedefinieerd wordt.

Een internationaal gebruikte definitie van lichamelijke fitheid is:

‘het vermogen om spierarbeid bevredigend uit te voeren’.

Fitheidverbeteringen kun je niet met matig intensief bewegen realiseren. De NNGB geeft een algemeen advies omtrent bewegen en gezondheid. Het opvolgen van deze adviezen zal vooral gezondheidswinst opleveren die voor een belangrijk deel hart- en vaataandoeningen helpen voorkomen. Fitheid beschermt niet alleen tegen hart- en vaataandoeningen, maar ook tegen andere, veelvoorkomende, welvaartsziekten.

Wanneer ben je fit, wat is de Fitnorm?

De fitnorm voor volwassen gaat uit van minstens 3 maal per week 20 minuten inspannende lichaamsbeweging. Het gaat om activiteiten waarbij je hartslag flink omhoog gaat, je dieper gaat ademhalen en zweten. Denk aan sporten of bijvoorbeeld het omspitten van de tuin. Onderscheidt wordt gemaakt tussen:

Niet-fit: niet of slechts enkele keren per jaar zwaar inspannend actief werk doen

Semi-fit: wel regelmatig zwaar inspannend actief, maar minder dan drie maal per week.

Normfit: 3 of meer keren per week tenminste 20 minuten intensieve lichamelijke activiteiten.

Voor bewegen om fitheid te verbeteren is een grotere inspanning nodig, dan bewegen voor gezondheidsbevordering.

Hoeveel een mens “moet” bewegen is dus niet zo goed vast te stellen, want er zijn zo veel verschillende variabelen, waar je niet precies van weet wat ze inhouden.

Wanneer spreek je van gezondheidswinst?

Wanneer de doelstelling is het vergroten van de gezondheidswinst door sport en bewegen en gelijktijdige verkleining van de gezondheidsrisico’s bij sport en beweging, dan spreek je van gezondheidswinst.

Deze gezondheidswinst kun je bereiken door:

– Door bevordering van voldoende mate van sport en bewegen uit het oogpunt van de

volksgezondheid (gezond gedrag, ziektepreventie) → het bevorderen van een actieve leefstijl

– Door bewegingsbevordering; het vergroten van de fysieke en geestelijke belastbaarheid → het

bestrijden van bewegingsarmoede of lichamelijke inactiviteit

– Door vergroting van het gezondheidsbevorderende effect van sport en bewegen bij chronische

ziekten en handicaps → het inzetten van sport en beweging bij chronische ziekten of

arbeidsrelevante aandoeningen

– Door bevordering van een veilige, verantwoorde wijze van sport en bewegen: de beperking van de

mogelijke gezondheidsrisico’s → de preventie van blessures en andere sportgerelateerde

aandoeningen) →; het minimaliseren van de gevolgen van deze aandoeningen door het

optimaliseren van de behandeling en zorg ervan en het tegengaan van dopinggebruik .

De cirkel is rond: wederkerigheid

De relatie tussen sport en beweging aan de ene kant en gezondheid aan de andere kant is wederkerig (= betekenis: het komt van beide kanten)

Sport en beweging kunnen leiden tot meer gezondheid; maar gezondheid is ook een grondstof voor sport en bewegen, zeker als daarbij sportieve prestaties in het geding zijn.

De gevolgen van een achterblijvende fitheid en gezondheid zijn voor een individu vaak eerder en langer merkbaar bij de beoefening van zijn of haar sport dan bij andere activiteiten.

Positieve en negatieve effecten

De effecten van sport en beweging op de gezondheid zijn zowel positief als negatief. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat in elk geval de positieve effecten de negatieve overtreffen.

In het algemeen kunnen we zeggen sport en beweging levert gezondheidswinst op; maar, deze winst kan nog aanzienlijk worden vergroot.

Aan de ene kant levert de inzet van sport en beweging een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid. Sport en beweging zorgen voor kwaliteiten die leiden tot gezondheidsbevordering, ziektepreventie (primaire preventie), revalidatie of een gunstig effect op het beloop van ziekten (curatie, tertiaire preventie). De gezondheidswaarden van sport en beweging kunnen veel beter worden benut dan nu het geval is. → Voorwaarde is dan dat de heersende bewegingsarmoede wordt aangepakt.

Aan de andere kant wordt door de uitoefening van sport en beweging ook een beroep gedaan op de gezondheid, en daarmee in voorkomende gevallen ook op de gezondheidszorg. Sport en beweging kunnen gepaard gaan met risico’s en deze kunnen leiden tot aandoeningen. Blessures vormen van deze aandoeningen de hoofdmoot en hebben een behoorlijke maatschappelijke impact (“maandagochtendverzuim”). De gezondheidsrisico’s bij sport en beweging dienen uiteraard zoveel mogelijk te worden voorkomen. In het geval dat deze risico’s toch optreden, zullen de gevolgen ervan zoveel mogelijk moeten worden beperkt.

Om een voldoende mate van bewegen onder het Nederlandse bevolking te verkrijgen, zal het beleid gericht op bewegingsbevordering worden geïntensiveerd.

Mogelijke oplossing: het vergroten van het aanbod van sport en bewegingsactiviteiten

In Nederland zijn er veel sport- en bewegingsvormen.

Wanneer een burger in het kader van een (meer) gezonde leefstijl wil bewegen, dan kun je eigenlijk overal en nergens terecht: in de sportsector (sportvereniging, sportschool, fitnesscentrum), op het werk (bedrijfsfitness), in de welzijnssector (sport- en buurtwerk) of bij initiatieven gelieerd aan de (bedrijfs-) gezondheidszorg zoals “de gezonde zaak”, de rugadviescentra, fysiosport, bewegingsprogramma’s gelieerd aan de GGD of een zorginstelling, en fitplannen van zorgverzekeraars.

Natuurlijk kun je ook besluiten zelf, dus zonder begeleiding, iets aan sport of beweging te doen (fitness thuis, wandelen, joggen, fietsen, zwemmen).

De bewegingsvormen zijn in de afgelopen jaren uitgebreid en niet alleen meer gericht op jonge, gezonde, sportieve en bemiddelde burgers, maar ook op mensen die om wat voor reden dan ook op aangepaste wijze kunnen, willen of moeten bewegen.

De sportsector heeft al laten weten zich te willen gaan inzetten voor de ontwikkeling en implementatie van een sportaanbod voor (uitbehandelde, stabiele) chronisch zieken. Dit kan leiden tot een forse uitbreiding van het huidige sportaanbod voor chronisch zieken dat nu alleen nog bestaat voor hartpatiënten (Hart in Beweging), astma- en reumapatiënten. Het kabinet vindt dat hier nog grote mogelijkheden zijn. Het kabinet wil deze ontwikkeling (onder strikte condities) ondersteunen. Ook zal de sportsector worden verzocht samenwerking te zoeken met de gezondheidszorg.

Ook voor 55+ers en jongeren zijn op het gebied van sport, bewegen en gezondheid alternatieve producten ontwikkeld. Voor ouderen gaat dit over Meer Bewegen voor Ouderen, het Groninger Actief Leven Model (GALM), Gezond & Vitaal, Sportief Wandelen, Thuisbewegen en het AVRO-televisieprogramma Nederland in Beweging. Een alternatief bewegingsaanbod voor jongeren (Fit en Fun; Kies voor Hart en Sport; sportbuurtwerk; sport en beweging voor chronisch zieke jeugd).

Ook aan het bedrijfsleven heeft de sportsector veel te bieden. Daarbij moet niet alleen worden gedacht aan bedrijfsfitness, maar bijvoorbeeld ook aan kennismakingsabonnementen voor werknemers bij sportverenigingen of sportscholen, aan het organiseren een bedrijfscompetitie binnen het verband van de georganiseerde sport of aan andere sportactiviteiten waaronder een sportdag of een dagje uit op de fiets. Van succesvolle concepten en experimenten op het gebied van sport en beweging bestaan inmiddels de nodige voorbeelden. In de meeste gevallen betreft dit sport- en bewegingsvormen die als vorm van (vrije-)tijdsbesteding worden aangeboden in een georganiseerd (groeps-)verband en onder (deskundige) begeleiding. In veel mindere mate is er aandacht geweest voor ongeorganiseerde bewegingsstimulering, tijdens dagelijkse activiteiten in een alledaagse omgeving.

Kunnen we naar aanleiding van het literatuuronderzoek een relatie aantonen tussen sport en gezondheid?

Ja, Deze ‘ja’ zullen we controleren aan de hand van de beantwoording van deelvragen.

Relatie sport & gezondheid

Om de relatie tussen sport & gezondheid aan te geven, hebben wij de volgende probleemstelling geformuleerd:

‘Is er een relatie tussen sport en gezondheid’?

Om antwoord te krijgen op de probleemstelling, hebben we ervoor gekozen om 4 deelvragen te formuleren en te beantwoorden.

Deelvraag 1: Wat is gezondheid? En wat houden de risico’s in?

Deelvraag 2: Wat gebeurt er in je lichaam met sporten?

– Verschil in gezondheid voor het sporten, ben je in een goede staat of in een slechte conditie

– Verbranding

– Verzuring

– Spierpijn

Deelvraag 3: Welke gezondheidsoorzaken zijn er om te gaan sporten en welke juist niet?

– Suikerziekte, en andere ziektes

– Fit worden, goed lichaam, afvallen

– Conditie en weerstand

– Geestelijke oorzaken, gezelligheid etc.

Deelvraag 4: Welke factoren spelen een rol waardoor je minder goed kan sporten?

– – Moeheid

– – Ziektes

– – Voeding, voedingsziektes, goede voeding benoemen

Deelvraag 1: Wat is gezondheid? En wat houden de risico’s in?

Deelvraag 1(deel 1): Wat is gezondheid?

Wanneer je praat over gezondheid, weet iedereen ongeveer wel wat ermee wordt bedoeld. Maar vraag je tien mensen een definitie te geven van het begrip gezondheid, dan krijg je tien verschillende antwoorden. Daarom gaan we in deze paragraaf de voorgestelde [zie begrippenkader] definitie ter discussie stellen. Zodat we duidelijk(ere) precieze definitie kunnen formuleren: wat is gezondheid nou precies?

‘Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken’.

Bovenstaande definitie is van Wereld Gezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO).

De vraag is, is deze definitie juist en volledig? Wij kunnen bij deze definitie wel enkele kanttekeningen plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan:

Wat wordt bijvoorbeeld bedoeld met “volledig”?

Hoe wordt maatschappelijk welzijn dan gemeten?

Omdat deze definitie wel een beetje vaag is, zijn we verder gaan zoeken. Andere organisatie zijn op zoek gegaan naar een betere, specifiekere versie van de definitie van gezondheid. Huber heeft in opdracht van ZonMw, het Nederlandse instituut voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, de volgende definitie geformuleerd:

‘Gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven’

Als we deze twee definities naast elkaar leggen, dan wordt net zoals in de WHO-definitie niet alleen het fysieke aspect meegenomen. Maar, ten opzichte van de definitie van WHO valt op dat in deze definitie de nadruk wordt gelegd op het vermogen, oftewel het gedrag, in plaats van de staat waarin men zich bevindt. Je zou kunnen zeggen dat in deze definitie het lijkt alsof de autonomie de focus is.

Beide definities hebben uiteraard hun manco’s.

Bijvoorbeeld: je gaat naar een borrel met je vrienden of collega’s, neemt een biertje te veel, wordt wakker met een kater – maar ook met een betere band met belangrijke mensen in je sociale omgeving. Vertoonde je dan wel of geen gezond gedrag? Daarbij spelen culturele verschillen een rol, die buiten beschouwing worden gelaten. Denk hierbij aan je oma die zegt dat je meer moet eten omdat je zo slank bent – terwijl je in feite gewoon afgetraind bent – of vrienden die tegen je zeggen dat zo veel spiermassa “echt niet meer gezond is”.

In dit voorbeeld lijkt het erop alsof het fysieke welzijn gelijk wordt gesteld aan het geestelijke, sociale of maatschappelijke welzijn. Strak in je pak zitten lijkt dus niet voldoende om gezond te zijn.

Daarbij staan de verschillende soorten welzijn niet los van elkaar. De geest heeft invloed op het lichaam en andersom. Maar, hoe je omgaat met bepaalde geestelijke of lichamelijke uitdagingen kan uiteindelijk van invloed zijn op je gezondheid.

Mensen met chronische aandoeningen voelen zich doorgaans minder gezond, maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. Waarschijnlijk voelt een paralympiër zich gezonder dan een gemiddelde toeschouwer van de Paralympics.

De waarnemingen van fysieke en geestelijke gezondheid hangen met elkaar samen. Mensen met een chronische aandoening beoordelen hun kwaliteit van leven doorgaans als slechter dan gezonde mensen. En andersom is het zo dat psychische problemen kunnen uitmonden in lichamelijke klachten. In beide gevallen zal de persoon zich waarschijnlijk minder gezond voelen dan iemand zonder fysiek of mentaal ongemak.

Samenvatting

Een duidelijke definitie van gezondheid is natuurlijk moeilijk vast te stellen, maar moet wel een scheiding bevatten tussen geestelijk, lichamelijk en sociaal welzijn. →Maar hoe zorg je er nou voor dat je gezond wordt? Dit kan natuurlijk op veel verschillende manieren, maar sporten is absoluut een ideaal middel!

Wellicht is het tijd voor een nieuwe, betere definitie:

“Gezondheid is de persoonlijke beoordeling van de fysieke, geestelijke en sociale mogelijkheden om een gelukkig leven te leiden”.

Het antwoord op deelvraag 1, wat is gezondheid: “Gezondheid is de persoonlijke beoordeling van de fysieke, geestelijke en sociale mogelijkheden om een gelukkig leven te leiden”.

Nu we weten wat gezondheid is, kunnen we op zoek naar een antwoord op de vraag, wat houden de risico’s in.

Deelvraag 1: Wat is gezondheid? En wat houden de risico’s in?

Deelvraag 1(deel 2): En wat houden de risico’s in?

Een uurtje sporten, kan grote risico’s geven op blessures. Amateursporters en kinderen blijken een steeds hoger risico te lopen op blessures. Hoe kan dat? Sporten is toch gezond, zegt iedereen.

Onlangs onderzocht het UMC Utrecht dat amateursporters 35% hoger risico hebben op blessures. Alleen al op het voetbalveld zijn er in Nederland elk jaar 620 duizend acute blessures en overbelastingsblessures. Meestal komt dat door het feit dat de amateurs niet getraind zijn op intensief sporten. Hierdoor wordt het lichaam te veel belast en ontstaat overbelasting.

En waarom worden onze kinderen steeds kwetsbaarder?

Zoals ook al beschreven in de paragraaf een stukje geschiedenis, komen de kinderen minder buiten, ze bewegen minder en zijn ze bijvoorbeeld niet voorbereid op een valpartij. Wanneer een kind veel beweegt, leert het kind zichzelf te beschermen wanneer het valt. Je kunt dus zeggen de motorische ontwikkeling blijft hierdoor achter. Door alle spelcomputers blijven kinderen veel meer binnen, de kinderen hoeven hierdoor minder spieren te gebruiken. En dat heeft natuurlijk effect op de motoriek van kinderen. Een andere oorzaak is natuurlijk ook dat steeds meer kinderen te zwaar zijn (ze zitten alleen maar binnen achter de IPad of spelcomputer). Hierdoor is de kans op blessures ook groter.

Amateursporters die één keer in de week trainen, dat is natuurlijk mooi, maar je lichaam is dat niet gewend. Veel mensen doen op zaterdagavond een drankje en staan zondagmiddag op het voetbalveld. Dat is zwaar voor je lichaam. Door het een keer per week trainen, zit het trainen niet in je systeem en je spieren zijn er dus niet op voorbereid. Waarschijnlijk heb je weinig rust gehad vooraf. Het komt veel voor dat deze amateursporters overbelasting hebben.

Eigenlijk moeten we dus vaker sporten?

Ja. Je hebt de amateursporter die op zondagmiddag een potje voetballen, maar er zijn ook fanatieke hardlopers die om de dag 15 kilometer lopen. Regelmatig trainen, zorgt er voor, dat je lichaam meer balans tussen de belasting en belastbaarheid vindt. Je lichaam kan dan meer hebben, doordat je vaker traint, en dat zorgt voor meer belastbaarheid.

Lichaamsbeweging is een gezonde bezigheid. Na een lichte inspanning voelen we ons vaak al opgewekt en sterk. Maar, toch bewegen wij Nederlanders niet genoeg.

Lichaamsbeweging verbetert de gezondheid, bewegen voorkomt ziektes en vergroot de geestelijke balans. Zonder lichaamsbeweging heb je deze voordelen niet, en ontstaan er risico’s.

Het lichaam wordt sterker van gezonde beweging, en dat is ook handig bij alledaagse activiteiten zoals tuinieren of zware boodschappentassen dragen.

Lichaamsbeweging is zo belangrijk dat het zelfs gevaarlijk is om te weinig te bewegen. Dagelijks bewegen zorgt voor een verlaging van het risico op hart- en vaatziekten en kwaadaardige tumoren, waaronder borstkanker en darmkanker.

Bewegen is een gezonde inspanning die je doet om je eigen lichaam in evenwicht te houden.

Ook voor kinderen is lichaamsbeweging erg belangrijk. Een kind moet minstens een tot anderhalf uur per dag flink bewegen. Beweging bij kinderen voorkomt overgewicht en is verder belangrijk voor de lichamelijke ontwikkeling, ontwikkeling van de motoriek, de groei en ook voor de houding in de klas. Een kind dat genoeg beweging krijgt kan helderder nadenken en let vaak ook beter op.

Blijf bewegen

Tijdens de winter zijn we minder soepel dan in de zomer. De oorzaak hiervan is het weer in de winter. De kou, wind en regen zorgen ervoor dat we eerder binnen blijven en waardoor we minder bewegen, zo worden onze spieren en gewrichten onvoldoende gesmeerd. Het klinkt tegenstrijdig, maar vooral bij stijfheid van spieren is het belangrijk om actief te blijven. Actie dus!

Veel bewegen belangrijker dan intensiteit.

Voor je hart is matig intensief bewegen al genoeg. Om gezond door het leven te gaan hoef je jezelf niet af te beulen in een fitnesszaal.

Voor een volwassene is gemiddeld minimaal vijf dagen in de week dertig minuten matig intensief bewegen al genoeg. Dat is bijvoorbeeld in rustig tempo joggen, fietsen, zwemmen of skaten. Deze dertig minuten mogen overigens in verschillende blokken uitgevoerd worden (bijvoorbeeld drie maal tien minuten per dag).

Bij een matige intensieve beweging ga je iets sneller ademhalen, je krijgt het warmer en je hartslag wordt hoger, maar je kunt wel gewoon blijven praten tijdens het sporten. Na twintig minuten (op 50-70 procent van je maximale hartslag) schakelt je lichaam over op vetverbranding. Je moet dus wel even volhouden voor het beste resultaat. Daarom is het belangrijk om niet te fanatiek, maar juist op een matig tempo een wat langere tijd te bewegen.

Je blijft gezond doordat je vetverbranding verhoogt, je je spierweefsel versterkt en vetverdeling verbetert, en je je zuurstofopname vergroot. En dat is allemaal goed voor je hart- en bloedvaten

Wat zijn de voordelen van gezonde beweging?

• sterker hart en sterkere bloedvaten, ook als die al verzwakt zijn;

• meer uithoudingsvermogen;

• meer longcapaciteit. Je kunt dieper ademhalen;

• een fitter gevoel;

• houdt ‘t gewicht op peil;

• verbetert de conditie;

• geeft meer energie;

• meer kracht;

• zorgt voor soepele en sterke spieren en gewrichten;

• heeft een positieve invloed op het cholesterolgehalte;

• minder nadelig effect van ongezond gedrag als roken, drinken en snacken;

• een betere weerstand waardoor je minder gauw ziek wordt;

• meer incasseringsvermogen, ook geestelijk;

• minder somberheid, angst en spanningen;

• meer zelfvertrouwen;

• beter slapen;

• alerter zijn;

• helpt osteoporose voorkomen;

• vertraagt het geestelijke verouderingsproces.

De risico’s: te weinig lichaamsbeweging vergroot het risico op:

• hartinfarct;

• hart- en vaatziekten;

• osteoporose (botontkalking);

• verschillende vormen van kanker

• diabetes

Deelvraag 2: Wat gebeurt er in je lichaam met sporten?

Wat gebeurt er in je lichaam met sporten?

Dat sporten goed voor ons is hebben we al eerder in dit verslag kunnen lezen, maar wat gebeurt er nou precies in ons lichaam tijdens het sporten.

Wat gebeurt er in je spieren

Het menselijk lichaam gebruikt glucose (dit zijn opgeslagen suikers uit voeding) om spieren te laten samentrekken en te laten bewegen. Ook gebruiken spieren ATP (adenosine trifosfaat).

De voorraden van deze 2 stoffen zijn niet groot. Bij het doen van inspanningen hebben we relatief snel nood aan meer zuurstof om meer ATP aan te maken. Er wordt immers ook meer bloed in sportende spieren rondgepompt om deze extra dosis zuurstof te leveren. Wanneer dit proces niet snel verloopt, ontstaat melkzuur. Meestal wordt dit zuur 30 tot 60 minuten na de workout weggespoeld uit het lichaam.

Intussen vormen er zich kleine scheurtjes in de spieren en zorgen ervoor dat de spieren groter en sterker kunnen worden. Pijnlijke (stijve) spieren zijn dus een teken dat er verandering optreedt in het weefsel. Dit herkenbare stijve gevoel (spierpijn) duurt meestal enkele dagen.

Wat gebeurt er in je longen

Bij sporten heeft je lichaam tot 15% meer zuurstof nodig. Het is dus niet zo gek dat je sneller en zwaarder begint te ademen wanneer je inspanningen levert. Het tempo van je ademhaling zal blijven stijgen tot de spieren rondom je longen hun maximale snelheid hebben behaald. Deze maximumcapaciteit wordt uitgedrukt als ‘VO2max’. Hoe hoger je VO2, hoe beter je in conditie bent.

Wat gebeurt er in je middenrif

Je middenrif, kan net als spieren ook uitgeput/vermoeid raken. Naarmate je zware ademhaling een grote last wordt, kunnen er spasmen ontstaan die zorgen voor een pijnlijke steek in je zij. Door dan goed diep in- en uit te ademen en te stretchen kan dit ongemak in het midden van een workout verlichten.

Wat gebeurt er met je hart

Tijdens het sporten versnelt je hartritme om via het bloed meer zuurstof door je lichaam te pompen in een sneller tempo. Hoe meer je sport, hoe efficiënter je hart dit proces zal uitvoeren. Hierdoor kun je (uiteraard) intenser en langer bewegen. Op termijn verlaagt je hartslag in rust én wordt de groei van nieuwe bloedvaten gestimuleerd, waardoor de bloeddruk laag blijft of zelfs zakt.

Wat gebeurt er in je hersenen

De snellere bloeddoorstroom die je krijgt wanneer je sport, is erg goed voor je brein. Bijna meteen zullen je hersencellen functioneren op een hoger niveau, hierdoor ben je alerter en energieker tijdens het sporten, maar ook belangrijk na het sporten ben je meer gefocust.

Ook worden er een aantal chemische boodschappers (neurotransmitters) in je hersenen geactiveerd,

bijvoorbeeld: endorfines.

Endorfines zijn verantwoordelijk voor het euforische (blije)gevoel dat heet ook wel de ‘runner’s high’. Maar ook serotonine helpt goed dit gevoel te creëren. Het brein verspreidt verder nog dopamine en glutaminaat om je ledematen in beweging te zetten, en GABA (gamma-aminoboterzuur) om die bewegingen vloeiend en gecontroleerd te houden.

Wat gebeurt er in je hersenen – Hippocampus

Dit deel van je brein is verantwoordelijk voor je geheugen en het leerproces. Het is een van de weinige hersenregio’s die in staat is om nieuwe cellen aan te maken. Door de extra zuurstoftoevoer wordt dit proces in gang gezet.

Wat gebeurt er in je hersenen – Hypothalamus

Deze regio regelt je lichaamstemperatuur, net als de balans tussen zout en water in je lichaam. Wanneer je opwarmt tijdens een inspanning, zal de hypothalamus signalen uitsturen naar je huid om zweet te produceren.

Wat gebeurt er in je hersenen – Hypofyse (klier)

De hypofyse is een controlecentrum en waarschuwt de bijnieren om hormonen te produceren die noodzakelijk zijn om te bewegen. Er komen ook groeihormonen vrij die de spieren beschermen wanneer de glucosereserves zijn opgebrand. Dit hormoon maakt duidelijk aan je lichaam dat het vetten moet opbranden in plaats spierweefsel.

Wat gebeurt er in je maag & ingewanden

Omdat je lichaam meer bloed moet sturen naar de spieren, krijgen andere organen/systemen wat minder bloed. Aangezien je vertering tijdens het sporten geen prioriteit heeft, kunnen er wel wat kwaaltjes ontstaan, zoals: absorptie en secretie in maag en ingewanden. Daarom is het belangrijk dat je voor een sportsessie geen zware maaltijd eet, maar kiest voor een licht verteerbare maaltijd.

Wat gebeurt er in je huid

Net als een machine, produceert je lichaam warmte tijdens het sporten. Om voldoende af te koelen, zetten je bloedvaten in de huid uit en zal de bloeddoorstroom versnellen en daardoor kan de hitte via de huid afgevoerd worden. Het commando van de hypothalamus zullen de eccrine klieren aan het werk gaan. Deze zweetklieren veroorzaken een geurloze mix van water, zout en kleine hoeveelheden van andere elektrolyten op de oppervlakte van de huid. Wanneer dit type zweet verdampt, zakt je lichaamstemperatuur.

De apocrine klieren, een tweede type zweetklieren, werken vooral vanuit zones die van nature met haar bedekt zijn, zoals de schedel, de oksels en het kruis. Hier ontstaat een vettiger zweet dat een onaangename geur kan hebben omdat bacteriën in de huid erop inwerken.

Wat gebeurt er in je gezicht

De haarvaatjes dicht bij de oppervlakte van de huid zetten uit tijdens het sporten in een poging om hitte weg te werken. Sommige mensen, wie er gevoelig voor is, krijgt (het typische) rode gezicht tijdens het sporten of na de geleverde inspanning.

Wat gebeurt er in je gewrichten

Sporten geeft extra gewicht op de gewrichten, soms wel tot 5 of 6 keer meer dan je lichaamsgewicht. Enkels, knieën, heupen, ellebogen en schouders hebben allemaal andere functies, maar werken wel op een gelijkaardige manier. Elk gewricht heeft kraakbeen, dat is zacht weefsel en een soort smeervloeistof om bewegingen vloeiend te maken. Ligamenten en pezen zorgen voor de stevigheid. Naarmate je ouder wordt, krijgen de gewrichten steeds meer slijtage te verduren, waardoor je zelfs artrose kunt krijgen. Een goede opwarming, goede loopschoenen en stretchen, is dan ook van groot belang.

Wat beweging met en voor je doet

Beweging maakt bijvoorbeeld slank en gezond. ‘Wie wil afvallen, moet bewegen’, ‘Sport verbrandt calorieën, verlaagt het risico op hart- en vaatziekten en vermindert stress’. Die uitspraken hebben we al eerder gehoord en gelezen.

Bij elke lichamelijke inspanning zijn verschillende spieren aan het werk. Daarbij verbruik je energie. Hoe intensiever de spieren tijdens het sporten worden aangesproken, des te meer energie je verbruikt. Je lichaam haalt energie uit suiker opgeslagen in lever en spieren (glycogeen).

In deze paragraaf hebben we antwoord gegeven op de vraag: Wat gebeurt er in je lichaam met sporten?, behalve wat er gebeurt in het lichaam kunnen we nu ook aangeven welke effecten een beweging heeft op het lichaam.

Welk effect heeft beweging precies op ons lichaam?

-Botten en gewrichten

Wie lichamelijk actief is, doet tegelijk iets voor de gezondheid van zijn beendergestel. Want

beweging kan osteoporose (botontkalking) voorkomen. Dat is precies zoals bij spieren: als ze niet

meer voldoende worden gebruikt, verdwijnen ze. En indien de botten niet meer voldoende worden

belast, dan wordt de botten brozer worden.

-Hersenen

De doorbloeding wordt verhoogd. Daardoor krijgen de hersenen meer zuurstofrijk bloed. Het

mentale prestatievermogen verbetert. Bovendien worden endorfines, de zogenaamde

gelukshormonen, vrijgemaakt. Stress en sombere stemmingen kunnen afnemen.

-Longen

Door te bewegen wordt de ademhaling dieper en effectiever. Daardoor kan meer zuurstof worden

opgenomen en worden de longen beter doorbloed. Vanuit de longen komt de zuurstof verder in de

lichaamscellen.

-Hart en bloedvaten

Uithoudingstraining kan de bloeddruk verlagen. Bovendien kan door sport de HDL-cholesterol

(‘goede’ cholesterol) worden verhoogd. Hierdoor vermindert het risico op hart- en vaatziekten.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.