Het begrip ziekte speelt een belangrijke rol binnen de geneeskunde. We kunnen ons er allemaal een voorstelling bij maken, maar toch blijkt het lastig om een duidelijke definitie te formuleren. Artsen beoordelen vaak of iemand ziek is, maar wie bepaalt er eigenlijk wat een ziekte is en wanneer we iets een ziekte noemen? In dit essay wil ik laten zien dat dit niet alleen bepaald wordt door de medische wetenschap maar met name door menselijke opvattingen. Binnen de discussie over het concept van ziekte zijn twee visies te onderscheiden: het naturalisme en het constructivisme. Allereerst zal ik de twee visies bepreken en vervolgens aan de hand van voorbeelden deze visies illustreren en uiteindelijk mijn voorkeur beargumenteren.
Naturalisme en constructivisme
Het naturalisme stelt dat de term ziekte is gebaseerd op schadelijke afwijkingen van de natuurlijke functies van organen. Maar deze afwijkingen zijn weer afhankelijk van wat je verstaat onder natuurlijke functie. Boorse (1977) is een belangrijke vertegenwoordiger van deze visie. In zijn versie verstaat hij onder natuurlijke functies de, voor een soort, typische manier van overleven en voortplanting. Cummins (1975) stelt dat er sprake is van een functie van een onderdeel als dit een relevante bijdrage levert aan het geheel. Naturalisten stellen dat de afwijkingen van de natuurlijke functies objectief zijn, welk functieconcept wordt gebruikt wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Of deze afwijkingen schadelijk zijn voor het welzijn wordt door de meeste aanhangers als subjectief beschouwd. Volgens deze laatste groep bepaalt de samenleving dus wat een ziekte is. Wel moet er een pathologisch proces ten grondslag liggen aan de afwijking.
Een andere stroming binnen het naturalisme is van mening dat alleen de wetenschap beoordeelt wat een ziekte is. Ziekte wordt binnen deze stroming dus als een puur objectief concept gezien. Dit wordt ook wel het simpele naturalisme genoemd, en de aanhangers zijn vaak revisionistisch. Het revisionisme stelt dat we ons alledaags concept van ziekte moeten aanpassen aan de hand van ontwikkelende inzichten. Dit staat tegenover het conservatisme dat stelt dat de wetenschappelijke invulling van het concept ziekte begrenst moet worden door ons alledaags concept.
Het constructivisme stelt dat lichamelijke processen niet objectief kunnen afwijken. Wij oordelen dat ze afwijken omdat ze niet voldoen aan een norm die gedeeld is in de cultuur. Volgens deze stroming is het begrip ziekte dus een compleet normatief concept. Constructivisten zijn meestal revisionistisch, maar ze kunnen ook constructivistisch zijn. Ze zijn in beide gevallen van mening dat de samenleving bepaalt wat een ziekte is.
Argumenten
Veel argumenten die gebruikt worden door constructivisten gaan over de psychiatrie. Zo haalt Murphy (2002) het argument over homoseksualiteit aan. Homoseksualiteit werd lang als ziekte beschouwd. Na lange tijd werd uiteindelijk besloten dat, zonder dat er een duidelijke biologische reden voor was, het toch niet langer als ziekte werd gezien. De reactie van de naturalisten is dat de psychiaters hier zelf niet hun naturalistische visie aanhingen. Toen ze tot dit besef kwamen besloten ze dat homoseksualiteit niet langer als ziekte gezien moest worden.
Een ander voorbeeld is dat in Nederland een whiplash een offici??le diagnose is terwijl dat in de Verenigde Staten niet het geval is. De typische klachten komen in Nederland ook veel vaker voor omdat het in Nederland ziektewinst oplevert in de vorm van een schadevergoeding. Deze voorbeelden illustreren dat ziekte tijd en plaats gebonden is, en dat het huidige begrip dat wij hanteren dus niet objectief is. De reactie van naturalisten zou hetzelfde zijn, als de reactie op het homoseksualiteit voorbeeld. Namelijk dat we vermoeden dat er een onderliggende pathologie is, en als we dit niet vermoeden dat we dan een whiplash niet langer als ziekte moeten zien.
Een kritiek op het constructivisme is dat we niet iedereen die afwijkt van de norm ziek noemen. Zo noemen we iemand met een uitzonderlijk hoog IQ niet perse ziek, alleen omdat hij afwijkt van de norm. Dit komt volgens de naturalisten omdat we vermoeden of weten dat er bij ziekte wel ook nog een onderliggende pathologie aanwezig moet zijn.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zo worden sommige risicofactoren zoals hypertensie, roken en obesitas door sommigen ook als ziekte gezien zonder dat deze direct tot symptomen leiden en ook is er geen duidelijke onderliggende pathologie te vinden. Voor revisionistische naturalisten is dit geen probleem, zij vinden namelijk dat we ze dan geen ziektes kunnen noemen. Een reactie van conservatieve naturalisten zou kunnen zijn dat we wel een vermoeden hebben van een onderliggende pathologie.
Zoals hierboven ook al is genoemd stelt het conservatieve naturalisme niet dat alles dat wel een onderliggende pathologie heeft ook als ziekte gezien moet worden. Zo is het voor te stellen dat van nature kale vrouwen in sommige landen aanbeden worden, terwijl in Nederland dit niet als mooi wordt beschouwd. In de landen waar deze vrouwen aanbeden worden zal deze aandoening met duidelijke onderliggende pathologie dan niet als ziekte worden gezien en hier in Nederland wel. Dat komt omdat in Nederland vrouwen (emotionele) schade ondervinden aan het feit dat ze geen haar hebben. De keuze om de afwijkende pathologie een ziekte te noemen wordt tegenwoordig dus bepaald door de samenleving en niet door de wetenschap. Het verschil met het constructivisme is dat je volgens het conservatieve naturalisme niet alles wat wij afwijkend vinden een ziekte kunnen noemen. Als het geboren worden zonder haar een compleet fysiologisch proces blijkt te zijn dan mogen we het volgens het naturalisme geen ziekte meer noemen en volgens het constructivisme kan dit wel. Volgens het revisionistische naturalisme zouden we geboren worden zonder haar in elke situatie een ziekte moeten noemen.
Concluderend uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat zowel bij het constructivisme en het naturalisme (uitgezonderd het revisionistische naturalisme) de samenleving uiteindelijk bepaalt wat een ziekte is, ondanks verschillen binnen de visies. Een revisionistische naturalist ziet ziekte als iets wat onafhankelijk van de menselijke interpretatie vast te stellen is met wetenschap. Szasz (1972) gebruikt deze visie om te beweren dat psychiatrische ziekten mythen zijn. De psychiatrie is een terrein waar naturalisten tegen moeilijkheden aanlopen. Voor veel psychiatrische aandoeningen is inderdaad nog geen onderliggend pathologische mechanisme gevonden. Naturalisten zouden dus moeten stellen dat psychiatrische ziekten niet bestaan. Wel is het zo dat er de afgelopen jaren pas echt veel onderzoek gedaan is naar de neurobiologische achtergrond van deze stoornissen. Dus misschien dat binnenkort de naturalistische visie wat meer van toepassing wordt op de psychiatrie. Op dit moment lijkt de constructivistische visie binnen dit vakgebied echter nog erg dominant. Het constructivisme blijkt opvallend genoeg onder psychiaters niet erg populair (Harland e.a. 2009). Dit zou kunnen komen doordat deze opvatting de legitimering van het beroep bedreigt (Meynen, 2011), een groot deel van de huidige legitimering berust namelijk op de belofte dat in de toekomst wel een pathologisch proces kan worden aangetoond (zie Fancher 1995).
Conclusie
Uit bovenstaande argumenten komt duidelijk naar voren dat het begrip ziekte zoals we het nu gebruiken erg tijd en plaats gebonden is. Wat in het ene land of in een bepaalde eeuw als ziekte wordt gezien, wordt op een andere plek of in een andere tijd niet meer zo beschouwd. Constructivisten zijn van mening dat dit komt doordat het begrip ziekte een sociaal construct is en dat we alles wat van de norm afwijkt als ziekte beschouwen. De meeste naturalisten zijn het eens met de constructivisten dat of een afwijking als schadelijk wordt beschouwd en dus tot ziekte wordt benoemd, afhankelijk is van de opvattingen in de samenleving. Ze vinden echter wel dat er wel een duidelijk pathologisch proces moet zijn (of wordt vermoed) willen we iets een ziekte noemen. Een kleine groep naturalisten zijn van mening dat alleen de wetenschap bepaalt wat wel en geen ziekte is.
In de huidige maatschappij is het revisionistische naturalisme niet dominant. Het blijft ook de vraag of we niet het doel van het begrip voorbij schieten als we deze visie zouden hanteren. Waarom zouden we een biologische afwijking, zoals het hebben van geen haar, een ziekte noemen als dit niet leidt tot schade of lijden?
Ik ben het wel eens met de opmerking van Szasz dat veel mentale ziekten nog niet voldoende biologische fundering hebben om ze als ziekte te beschouwen. Maar ik ben wel van mening, net als de psychiaters, dat het vak berust op de belofte dat deze onderliggende pathologie??n nog gevonden gaan worden. Zolang we hierin geloven mogen we de aandoening als ziekten zien volgens het conservatieve naturalisme.
Het begrip ziekte is moeilijk te defini??ren. Bovenstaande argumenten laten echter wel zien dat op dit moment niet de medische wetenschappen bepalen wat een ziekte is maar dat mensen dat doen. Daarnaast neig ik meer naar het naturalisme omdat volgens het constructivisme alles wat afwijkt van de norm als ziekte beschouwd zou moeten worden. Dit is volgens de huidige interpretatie van het begrip niet zo. Er lijkt duidelijk een pathologisch mechanisme ten grondslag te liggen aan wat wij ziektes noemen. Wat betreft de uitzonderingen ben ik van mening dat onze mening hierover in de toekomst nog gaat veranderen als we ontdekken dat hier wel of geen onderliggende pathologie een rol speelt.