2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk presenteer ik het theoretisch kader van mijn onderzoek. Paragraaf 2.2 geeft weer wat strategische personeelsplanning in algemene zij inhoudt. Daartoe wordt in deze paragraaf stilgestaan bij het belang, de definitie en de doelstellingen ( en de functies van) van SPP. Paragraaf 2.3 gaat in op de toepassing van SPP, op hoe SPP werkt. Paragraaf 2.4 behandelt het theoretisch model van SPP wat de basis zal vormen voor mijn praktijkonderzoek naar de toepassing van SPP bij Defensie.
2.2 Wat is strategische personeelsplanning
Eventueel nog uitleggende tekst gebruiken van strategische HRM in de publieke sector pag 86-87
2.2.1 Belang van SPP
Zie Evers 2014 pag 15
Ook onwikkelingen arbeidsmarkt. (sturen op personeelstromen Kluijtmans)
Organisaties kunnen vaak niet eenvoudig op elk willekeurig moment via de externe arbeidsmarkt (via instroom en uitstroom van medewerkers) in de behoefte aan personeel voorzien. Zowel structurele schaarste aan bepaalde categorie??n als institutionele beperkingen zoals wetgeving op arbeidsrechtelijk terrein maken dat ‘boodschappen doen’ op de arbeidsmarkt niet de optimale strategie zal zijn. Ook onzekerheden met betrekking tot de mobiliteit van medewerkers, veranderende afzetmarketen en technologische ontwikkelingen maken het tot een lastige opgave om de personele bezetting afgestemd te houden op de (veranderende) personeelsbehoefte. Goede methoden en technieken voor (strategische) personeelsplanning kunnen een bijdrage leveren aan het beheersbaar houden van deze problematiek.
In de meest eenvoudige definitie betekent strategische personeelsplanning dat steeds de goede man/vrouw op het goede moment op de goede stoel zit. Geen personen teveel op dezelfde stoel (boventalligheid) en ook geen lege stoelen (vacatures).
Vooral door externe ontwikkelingen staat SPP bij veel organisaties hoog in de prioriteitenlijst. (misschien stukken over belang SPP, oa sturen op personeel stromen pag 60-62
‘ Zo zijn de demografische veranderingen (vergrijzing) reden geweest om na te denken over de mogelijke consequenties van ‘een grote uittocht’. De vervan??gingsvraag op de arbeidsmarkt wordt hierdoor de komende jaren vergroot – al heeft de recente economische crisis deze urgentie wel iets bekoeld.
‘ Ook het nadrukkelijker sturen op kosten, waaronder arbeidskosten, is voor veel organisaties een noodzaak om de mondiale concurrentie te kunnen bijbenen. Een loonprofiel dat sterk is gebaseerd op anci??nniteit (diensttijd) is dan in combinatie met vergrijzing een duidelijk risico, zeker als de producti??viteitsgroei onvoldoende compensatie biedt.
‘ De vraag om strategisch talentmanagement is nadrukklijker naar voren gekomen. Het kunnen beschikken over een goed toegerust personeelsbestand, de juiste competenties, houding en motivatie, en met voldoende aanstormend talent vraagt om goede succession planning. De kwaliteit van het personeelsbestand is een onderscheidende en kritieke succesfactor.
‘ Tot slot is voor veel organisaties de noodzaak toegenomen om flexibel te kunnen inspelen op veranderende markten, consumentenvoorkeuren en economische conjunctuur. Veel vormen van numerieke en functionele flexibiliteit zijn de laatste jaren met wisselend succes ontwikkeld en toegepast.
Samenvattend gaat het voor veel organisaties om vier zaken:
‘ Right size (geen vacatures of boventalligheid, lage frictiekosten);
‘ Right shape (voldoende kritieke competenties en opvolging);
‘ Right costs (beheersbare arbeidskosten);
‘ Right agility (wendbaarheid, veerkracht, flexibiliteit).
Bronvermelding noemen
Ook meenemen: sturen op personeelsstromen pag 66/67. Dit geeft aan waarom SPP nodig is.
2.2.2 Definitie van strategische personeelsplanning
De term planning in personeelsplanning heeft een tamelijk deterministische lading, het geeft aan dat factoren als beschikbare tijd en middelen worden weergegeven als een constante in de tijd. Zaken worden vastgelegd. Daarnaast heeft personeelsplanning vaak een administratief-technische associatie. Op zichzelf is dit niet vreemd gezien personeelsplanning vaak in verband wordt gebracht met schema’s en berekeningen. In praktijk is het meer dan een hoeveelheid gegevens en een computerprogramma. Bij personeelsplanning gaat het om het onderkennen van relevante ontwikkelingen, het beoordelen van de effecten daarvan en de vertaling van scenario’s in concrete doelen en acties die noodzakelijk zijn om deze doelen te bereiken (Evers, 1999) (pag 14).
SPP bevat in de eerste plaats het in kaart brengen van de ontwikkelingen in het (interne) aanbod van arbeid, en in de vraag naar arbeid om zo tot een diagnose te komen van mogelijke personeelsvoorzieningsproblemen in de toekomt. Daarbij gaat het zowel om de kwantiteit (aantallen FTE’s) als om de kwaliteit (bijvoorbeeld opleidingsniveau, opleiidingsrichting, maar ook flexibiliteit, leiderschap en verantwoordelijkheid. Daarnaast houdt SPP in het voorbereiden van beleid om deze problemen het hoofd te bieden (Steijn, B. & Groeneveld, S., 2013). (pag 86)
Een goede definitie van SPP moet het strategisch karakter van SPP benadrukken, het moet zowel de kwantitatieve en kwalitatieve invalshoeken weergeven, en moet niet alleen over het eindresultaat gaan, maar ook over het proces (Evers G. , 2014) (pag 18)
De definitie van SPP die ik voor mij onderzoek hanteer luidt:
Het continu voorbereiden, vormgeven en implementeren van beleid rondom de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel, waardoor de personen met de juiste kwaliteiten, kosten en flexibiliteit op de juiste momenten aanwezig zijn op de juiste plaats in de organisatie om de activiteiten uit te kunnen voeren die benodigd zijn voor het behalen van de strategische doelen.’
Met deze definitie van SPP worden in feite twee breed gedragen definities van SPP gecombineerd, namelijk de definities van van Draper en Merchant (1978) en van Evers en Verhoeveven (1999). Draper en Merchant (1978 defini??ren SPP als: ‘Het bewerkstelligen dat de juiste personen op de juiste momenten aanwezig zijn op de juiste plaats in de organisatie, teneinde de geplande activiteiten en projecten te kunnen uitvoeren.’ Het andere deel van de door mij gehanteerde definitie, is van Evers en Verhoeven (1999): ‘Personeelsplanning is het voorbereiden, vormgeven en implementeren van strategisch beleid rondom de in-, door- en uitstroom van personeel.’
Door deze combinatie is een definitie ontstaan die het proces en doel van personeelsplanning op een duidelijke manier omschrijft, inclusief de kwantitatieve als kwalitatieve invalshoeken.
In dit onderzoek wordt strategische personeelsplanning hierna afgekort tot SPP.