De samenhang tussen de episodes is heel goed omdat de volgorde van de gebeurtenissen de historie steeds op de voet volgen (dus Ab ovo, van het begin tot het einde). Elke gebeurtenis in het leven van Anton Steenwijk duurt een of enkele dagen. Tussen elke episode is er een grote tijdsprong maar dat is geen probleem omdat elke episode begint met een samenvatting waarin alle tussentijdse gebeurtenissen worden verteld. Er zijn af en toe wel verwijzingen naar vroegere of latere gebeurtenissen.
Voorbeelden van terugblikken in het boek zijn:
1) Bladzijde 26: Anton denkt terug aan de dag dat Fake Ploeg junior in het uniform van de jeugdstorm op school verscheen.
2) Bladzijde 96: Anton denkt terug aan meneer Korteweg, Karin en de terraria boven op zolder.
3) Bladzijde 149: Toen Anton Cor Takes hoorde praten over de aanslag dacht hij terug aan die avond. ‘Ver weg in de tunnel van het verleden weerklinken de zes knallen . .’
Voorbeelden van vooruitwijzingen in het boek zijn:
1) Bladzijde 7: ‘Ook al voordat de catastrofe plaats vond, had Anton de naam ‘Buitenrust’ . . . als iets dat buiten de rust was.’
2) Bladzijde 20: ‘Als hij later iemand ontmoette die zo heette, of die Ton of Dolf werd genoemd, dan schatte hij soms of hij in de oorlog geboren was . . . . . . Tien of vijftien jaar na de oorlog werd de naam Anton weer mogelijk, wat op Musserts onbeduidendheid wijst; met Adolf is het nooit in orde gekomen’.
3) Bladzijde 60: Hij kreeg boterhammen ‘besmeerd met iets in de kleur van matglas waarvan hij jaren later, op doorreis in Duitsland, naar zijn huis in Toscane, zou leren dat het ganzenvet was geweest: Schmalz.’
4) Bladzijde 223: ‘En zoals de zee tenslotte alles wat de schepen verloren hebben op de kust gooit . . . .zo verscheen die oorlogsavond van 1945 nog eenmaal in zijn leven.’ Dit wijst op de ontmoeting met Karin Korteweg later die dag.
Plaats en tijd.
1945.
De aanslag, de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal, wordt gepleegd in Haarlem in januari 1945. De straat waar Anton Steenwijk woonde, aan een kade in Haarlem, wordt in de proloog uitvoerig beschreven. Deze episode hangt samen met de Hongerwinter van 1944-1945.
1952.
Anton kreeg in 1952 een uitnodiging van een medestudent voor een feestje in Haarlem. Dan gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Hij ging ook voor de eerste keer terug naar de plek waar zijn ouderlijk huis had gestaan en ontmoette daar de buurvrouw mevrouw Beumer. Zijn ouderlijk huis Buitenrust aan de kade bestond niet meer omdat de Duitsers dat afgebrand hadden na de aanslag. Hij werd uitgenodigd om binnen te komen door mevrouw Beumer die woonde in het huis Welgelegen naast het huis van de ouders van Anton.
Hij gaat ook naar het monument aan het einde van de kade en op dat monument staan de namen van de 29 gijzelaars en van zijn ouders die omgekomen zijn door de represaille van de Duitsers na de aanslag. Deze episode loopt gelijk met de oorlog tussen het communistische Noord-Korea en het westers geori??nteerde Zuid-Korea.
1953.
Anton ging op kamers wonen in Amsterdam.
1956.
Na de Russische inval in Hongarije waren er rellen voor het hoofdkwartier van de communistische partij die dichtbij Antons woning in Amsterdam lag. Anton ontmoette Fake Ploeg junior, de zoon van de NSB’er Fake Ploeg die doodgeschoten was en hij nodigde hem uit om binnen te komen. Ze gingen in discussie over wie schuldig was aan de moord op zijn ouders.
Volgens Fake Ploeg junior lag de schuld bij het verzet en de communisten.
1960.
Anton ontmoet zijn eerste vrouw Saskia de Graaff tijdens zijn kerstvakantie in Londen.
1961.
In dit jaar trouwden Anton en Saskia en kochten een half – huis achter het Concertgebouw in Amsterdam.
1962.
Dochter Sandra werd geboren.
1966.
Antons vrouw Saskia, wiens vader in het verzet had gezeten moest naar een begrafenis van een vriend van haar vader ‘ ook een oud verzetslid. De begrafenis was in een plaats ten noorden van Amsterdam. Anton ging mee. Later realiseerde hij zich dat hij hoopte de onbekende vrouw te ontmoeten die samen met hem in de cel zat toen hij op de avond van de aanslag werd gearresteerd. Toevallig ontmoette hij Cor Takes, een van de verzetsstrijders die Fake Ploeg had doodgeschoten. Van Cor Takes hoort hij dat Truus Koster ‘ die ook bij de aanslag was betrokken werd opgepakt door de Duitsers en gefusilleerd werd. Anton komt er achter dat de gewonde vrouw die bij hem in de cel zat in werkelijkheid Truus Coster was.
Na de begrafenis reden ze naar het strand bij Wijk aan Zee. De volgende dag ging Anton naar Cor Takes ‘ hij woonde schuin achter het Paleis op de Dam in Amsterdam, in een smal huis.
Deze episode loopt gelijk met de vrijlating van Willy Lages ‘ die tijdens de oorlog hoofd van de Gestapo in Nederlands was. Lages was in die functie verantwoordelijk voor duizenden executies en de deportatie van honderdduizend Joden.
1967.
Anton en Saskia scheidden.
1968.
Anton gaat naar Padua met zijn tweede vrouw Liesbeth op huwelijksreis.
1969.
Hun zoon Peter werd geboren. En omdat Antons ex-vrouw Saskia en dochter Sandra in het oude huis bleven wonen kocht Anton een huis in Amsterdam Zuid. Anton kocht een huis in Toscane in Itali?? waar hij de vakanties doorbracht. Het huis in Toscane was een ruim oud huis aan de rand van een dorp in de buurt van Si??nna.
1973.
Rond zijn veertigste krijgt Anton het moeilijk, hij voelde zich neerslachtig en moe en nachtmerries verstoorden zijn slaap. Toen op een hete dag in Itali?? kwam hij opeens terecht in een crisis wanneer hij een witte tafelaansteker in de vorm van een dobbelsteen zag. Op de avond van de aanslag had hij ook een dobbelsteen in zijn hand! Van de dokter kreeg hij valium maar hij besloot zelf om de oorzaak van zijn probleem aan te pakken. Toen ging het beter met hem.
1978.
Anton ging terug naar Haarlem met zijn dochter Sandra die toen 16 jaar oud was. Zij wilde graag de plek zien waar haar grootouders en haar oom hadden gewoond en waren doodgeschoten.
Ze gingen ook naar het monument in de straat kijken en ze bezochten ook het graf van Truus Coster op de Erebegraafplaats in de duinen.
1981.
November 1981 neemt Anton deel aan een vredesdemonstratie tegen atoombewapening in Amsterdam, ergens in de buurt van het Concertgebouw en het Rijksmuseum en het Museumplein. Tijdens de vredesdemonstratie komt hij Karin Korteweg, zijn vroegere buurmeisje uit Haarlem, halverwege de Stadhouderskade tegen. Karin vertelde over de avond van de ramp, waarom zij en haar vader het lichaam van Fake Ploeg voor Antons huis neerlegden. Haar vader was bang als de Duitsers in hun huis zouden binnenvallen ze de hagedissencollectie van hem zouden vertrappelen. Ze hadden nooit gedacht dat de Duitsers het huis van de familie Steenwijk in brand zouden steken en de ouders en broer van Anton zouden doodschieten. Karins vader wist dat in het huis aan de andere kant Rustenburg van de familie Aarts er een jong Joods gezin met een klein kind was ondergedoken. Van Karin hoorde hij ook hoe zijn broer Peter door de Duitsers werd doodgeschoten. Karins vader had in 1948 zelfmoord gepleegd in Nieuw Zeeland. Nu wist Anton alles wat er op die vreselijke avond gebeurt was.
‘
Hoofdstuk 2
De wijze van vertellen.
Soort verteller.
In De aanslag is er een auctoriale vertelinstantie die het verhaal over Anton Steenwijk vertelt.
Deze auctoriale vertelinstantie bezit dezelfde eigenschappen als een auctoriale verteller, alleen presenteert hij zich nergens als persoon (dus geen ik of wij). Ook de auctoriale vertelinstantie ziet en weet meer dan de optredende personages en geeft oordelen, commentaren en verklaringen. Hij is alwetend. Hij weet hoe het verhaal afloopt, hij weet waarom personages bepaalde dingen doen, hij kent de achtergrond of het verleden van het personages, hij is op de hoogte van de gedachten en de gevoelens van de personages.
Vooral in de proloog en op de laatste bladzijde van het boek is hij duidelijk aan het woord.
Bijvoorbeeld op bladzijde 7:
Ook al voordat de catastrofe plaatsvond, had Anton de naam ‘Buitenrust’ niet opgevat als de rust van het buitenzijn, maar als iets dat buiten de rust was, – zoals ‘buitengewoon’ niet op het gewone van het buitenzijn slaat (en nog minder op het buiten wonen in het algemeen), maar op iets dat nu juist niet gewoon is.
Bijvoorbeeld op bladzijde 20 maakt hij algemene opmerkingen over de namen Anton en Adolf:
Dat hij Anton heette, net als de NSB-leider, daarmee werd hij natuurlijk vaak gepest. In de oorlog noemden fascisten hun zoons regelmatig Anton, of Adolf, soms zelfs Anton Adolf, zoals bleek uit trotse geboorteadvertenties met wolfsangels of runentekens erboven. Als hij later iemand ontmoette die zo heette, of die Ton of Dolf werd genoemd, dan schatte hij soms of hij in de oorlog geboren was , – zo ja, dan waren zijn ouders met mathematische zekerheid fout geweest, en niet zo’n beetje ook. Tien of vijftien jaar na de oorlog werd de naam Anton weer mogelijk, wat op Musserts onbeduidendheid wijst; met Adolf is het nooit in orde gekomen. Pas als er weer Adolfs verschijnen, zal de Tweede Wereldoorlog werkelijk achter de rug zijn; maar daarvoor is eerst de derde nodig, en dat wil dus zeggen dat het voorgoed uit is met de Adolfs.
De vertelinstantie weet wat er later gebeurde zoals op bladzijde 60 wanneer Anton van de Duitsers brood met beleg krijgt.
De Feldwebel trok een stoel naderbij en zette er een emaille kroes warme melk op en een bord met drie grote, ellipsvormige, donkerbruine boterhammen, besmeerd met iets in de kleur van matglas, – waarvan hij jaren later, op doorreis in Duitsland, naar zijn huis in Toscane, zou leren dat het ganzenvet was geweest: Schmalz. Nooit meer zou iets smaken, zoals dat toen smaakte.
Ook niet de duurste diners in de beste restaurants ter wereld, bij Bocuse in Lyon, bij Lasserre in Parijs, die hij op de terugreis aandeed, zomin als de kostelijkste Lafite-Rothschild of Chambertin kon tippen aan die warme melk van toen.
De auctoriale vertelinstantie is alwetend en daarom kan hij precies beschrijven wat er in de personages omgaat. Bij Anton en Cor Takes krijgen we zo inzicht in hun gedachten en in hun gevoelens. Bij de andere personages in het boek is dat veel minder het geval.
‘
Hoofdstuk 3
Spanning.
Vormen van spanning in het verhaal.
De eerste episode over de aanslag is heel boeiend beschreven omdat er heel veel spannende dingen achter elkaar gebeurden. De lezer kan echt meeleven met de familie Steenwijk.
Daar zaten ze in de veilige omgeving van hun eigen kamer en hoorden ze plotseling zes knallen en lag er een lijk van een NSB’er voor het huis van hun buren. Je kunt je echt voorstellen hoe ze zich voelden wanneer ze erachter kwamen dat de buren het lijk voor hun huis hadden gelegd. Het kwam vaker voor dat de Duitsers een huis vernielden naast de plek waar een van hun mannen werd doodgeschoten, dus ze waren zeker heel erg angstig en nog meer toen Peter besloot het lijk opnieuw te verplaatsen. Net als de familie blijft de lezer in spanning- waar is Peter?
Waarom komt hij niet terug? Wat gaat er nu gebeuren?
Anton wordt van zijn ouders weggerukt en moest helemaal alleen in een auto zitten terwijl de Duitsers zijn huis in brand staken. En later moest hij wachten in een donkere cel zonder dat hij wist wat er met zijn ouders en zijn broer was gebeurd. Net als in thrillers en detectives is er een situatie gecre??erd die duidelijk naar een oplossing toewerkt. Het verhaal werd iets minder spannend maar toch heel boeiend omdat je met Anton meeleefde en benieuwd bent hoe het met hem zal aflopen. Je blijft ook met vragen zitten, net als Anton wil je weten wat er is gebeurd met zijn ouders en zijn broer die avond van de aanslag. Je wil weten wat er is gebeurd met de jonge vrouw in de cel die met Anton was opgesloten. En je wil weten waarom de familie Korteweg gehandeld had op de manier zoals ze hadden gedaan- waarom ze het lijk voor het huis van Antons familie hadden gelegd en niet bij de familie Aarts aan de andere kant.
Het leven van Anton wordt in vijf episoden verteld:
1. 1945 (zijn nacht in de cel);
2. 1952 (een bezoek aan de Beumers zijn vroegere buren);
3. 1956 (de ontmoeting met de zoon van de gedode NSB’er);
4. 1966 (de begrafenis van een ex-verzetsstrijder en Antons ontmoeting met een van de verzetsstrijders die de aanslag had gepleegd);
5. 1981 (de ontmoeting met Karin Korteweg, de dochter van de andere buren van destijds).
Al die gebeurtenissen brengen Anton iets dichter bij de ontraadseling van wat er zich de nacht van de aanslag precies heeft afgespeeld.
En in de laatste episode, tijdens de vredesdemonstratie wordt het laatste stukje van de puzzel opgelost wanneer Anton zijn oude buurmeisje Karin Korteweg ontmoet. Van Karin hoort hij waarom zij en haar vader het lijk voor het huis van Anton hadden gelegd en niet voor het huis van de andere buren. Hij hoorde ook hoe zijn broer Peter was omgekomen.
Alle aspecten van de aanslag zijn dan aan de orde gekomen en hebben een logische verklaring gekregen en daarmee kan hij eindelijk het verleden afsluiten.
‘