De voorbereidingen van de Ottomanen voor de verovering: om te zorgen voor de vertrouwen en de stabiliteit van de Balkan landen maakte Mehmet ‘? een vredesverdrag met de Hongaren en de Venetianen. Hij bouwde een goede conversatie op met de Karamano??ullar?? om de veiligheid te verzekeren voor Anatoli??. Om de hulp voor het Byzantijnse rijk die via de Zwarte zee zal komen te kunnen belemmeren heeft hij tegenover de Anadolu Hisari de Rumeli Hisari gebouwd. Om de muren van Istanbul te kunnen vernietigen hebben ze uit de Byzantijnse gevangenis de Hongaarse Urban ontvoerd en hebben hem in Edirne een zeer groot grondgebied gegeven. Om de soldaten gemakkelijk boven de muur te krijgen hadden ze torens met wielen gebouwd. Als hulp voor de belegering werd er een marine klaargemaakt.
De voorbereidingen van de Byzantijnen voor de verovering: de kasteelmuren werden versterkt. Om te voorkomen dat de Ottomaanse marines binnen de muren kwamen, hebben ze de monding van de Gouden Hoorn met ijzer afgebakend. Byzantijnen hebben pistolen laten maken waarbij terpentijnolie en zwaven inzit en die brandbaar zijn onder water. Toen ze zagen dat de Byzantijnse troepen zich klaarmaakten, vulden ze de opbergplaatsen met wapen, eten enzovoort.
4.4 Belegering van 53 dagen
De voorbereidingen op de verovering van Constantinopel is een jaar op voorhand begonnen. In 1452 werd de Rumeli Hisari gebouwd om de controle van de Bosporus in stand te houden. Het aantal soldaten verdubbelden. Alle routes waren onder controle van Fatih Sultan Mehmet om te belemmeren dat er hulp kwam voor de vijand. Op 2 april 1453 werd de eerste Ottomaanse voorhoede gezien aan de voorzijde van Byzantium. Zo begon de belegering. Hierbij situeer ik een aantal dagen die tijdens deze periode heeft plaatsgevonden.
6 april 1453: De tenten van Fatih Sultan Mehmet werden voor de St. Romanus deur ( momenteel Topkapi paleis) opgericht. Op dezelfde dag werd het gebied vanaf de Gouden Hoorn (riviermonding) tot Marmara omgeven.
6-7 april 1453: De eerste kanonnen werden afgeschoten en delen van de muren kortbij de Edirnedeur werden vernietigd.
9 april 1453: De leider Suleyman heeft de eerste aanval gedaan om de Gouden Hoorn binnen te treden.
9-10 april 1453: Een deel van de muren en de Prins eiland werden veroverd.
11 april 1453: De kannonen werden op de 21 km lange muren afgevuurd, er onstonden gaten en stilaan werd de muren afgebrokkeld.
12 april 1453: De marineschepen die de Gouden Hoorn beschermden werden aangevallen. De schepen van de vijand stonden aan de winnende kant en dat leidde tot demoralisatie bij het Ottomaanse leger maar door bevel van Fatih Sultan Mehmet werden er nog kanonnen afgevuurd en zo werd een marineschip verdronken.
18 april 1453 (s’nachts) : Sultan heeft zijn eerste grote aanval aangekondigd, de vier uur durende aanval werd afgeslagen.
22 april 1453: In de vroege uren bewonderden de Christenen de ongelooflijke doorzettingsvermogen van Fatih Sultan Mehmet toen ze de schepen aan land zagen. 70 schepen werden door stieren getrokken die met touwen gecompenseerd werden met 100 andere schepen. Het onverwacht verschenende schepen aan de monding maakte een enorme negatieve impact op Byzantium. Ondertussen begon een deel van de Byzantijnse troepen aan de verdediging van de Gouden Hoorn om de vijand te verzwakken.
28 april 1453: De Ottomanen hadden over de zee een brug gebouwd en probeerden hieruit de muren te vernietigen. Omdat ze de schepen over het land hadden getrokken, konden ze nu ook de muren omringen. Fatih Sultan Mehmet had een voorstel gestuurd aan de keizer via de Genuese om zich over te geven. Indien ze akkoord gingen met dit voorstel konden ze vrij gaan waar ze wilden. Het volk en de eigendommen zouden geen schade toezien. Maar de keizer weigerde akkoord te gaan.
7 mei 1453: Met 30 duizend mankracht werd er op de wallen een 3 uur lang durende aanval gepleegd maar de doel werd niet bereikt.
16 mei 1453: De riool die werd gegraven aan E??rikap?? werd samengevoegd met de Byzantijnse riool en ondergronds gebeurde er een zware botsing. Op dezelfde dag werd er opnieuw een aanval gepleegd die niet succesvol eindigde.
18 mei 1453: De aanvallen begonnen opnieuw in de richting van de toren en Topkapi. De gewelddadige gevecht duurde tot s’avonds. Die nacht hebben de Byzantijnen de toren in brand gestoken. De volgende dag werden de aanvallen met kanonnen op de muren voortgezet.
25 mei 1453: Fatih Sultan Mehmet stuurde naar de keizer de ambassadeur Isfendiyar Beyo??lu ??smail de voorstel om zich over te geven. Volgens dit voorstel mocht de keizer met al zijn goederen vertrekken, de mensen van de stad die ook wouden meegaan mochten al hun rijkdom meenemen en de rest die in de stad wouden blijven mochten hun rijkdom behouden maar dit voorstel werd afgekeurd.
28 mei 1453: De Ottomaanse leger bereidden zich op de komende aanvallen en rustten uit. Er was een complete stilte in de leger. Fatih Sultan Mehmet bezocht de kampen en moedigde telkens zijn leger aan. In Istanbul werd er een religieuze moment geregeld. De leider nodigde iedereen bij het Hagia Sophia uit tot defensie. Dit was de laatste ceremonie van het Byzantijnse rijk.
4.5 29 mei 1453 ,
Vroeg in de ochtend maakten de Ottomaanse troepen zich klaar voor de strijd. Mehmet nam in zijn donkere kamp de rituele reiniging, voerde zijn gebed uit en bad tot God. Als persoonlijke voorbereidingen en bescherming tegen ongelukken trok hij een handgewerkte talismanhemd aan met de verzen uit de Koran en de namen van God. Hij zette zijn tulband, nam zijn zwaard en vertrok met de belangrijkste aanvoerders naar de strijd. De meeste aanvallen zouden op een gebied gericht zijn namelijk de middelste gedeelte, het Mesoteichion. Hier had Fatih Sultan Mehmet dan ook zijn grootste vuurkracht neergezet. De aanvallen zowel op land als op zee waren klaar en de schepen wachtten in de Gouden Hoorn en de Zee van Marmara op het signaal om aan te vallen. Fatih Sultan Mehmet gaf de opdracht om de ongeregelde troepen genaamd de azaps, de buitenlandse huurtroepen en de ongetrainde troepen vooraan te zetten. Volgens Barbaro bestonden deze uit christenen die gedwongen werden in deze kampen te blijven. Maar volgens Leonardo bestond het uit Grieken, Latijnen, Duitsers, Hongaren en christenen die eenvoudige wapens hadden zoals bogen, slingers, musketten, kromzwaarden en schilden. Mehmet wou eerst met de niet-onmisbare starten voordat hij zijn waardevolle troepen inzette. Deze bezatten goede wapens. Ze wachtten allemaal op het moment te kunnen aanvallen. Met horens, cimbalen en trommels gaf Mehmet om halftwee in de ochtend het bevel om te beginnen aan de strijd. De Ottomaanse leger begon te marcheren en de kanonnen werden klaargezet. De ongeregelde troepen hadden een strikt bevel gekregen aan hun opmars. Nadat ze de schootsafstand hadden bereikt werden de pijlen door de boogschutters, de stenen van de slingeraars, de ijzeren en loden kogels uit de kanonnen en musketten afgeschoten. Daarna werd het tweede bevel gegeven en renden de troepen naar voren door de gracht die gevuld was met aarde en vielen schreeuwend aan met strijdbijlen en korte en lange speren. De Byzantijnse verdedigers waren goed getraind. Ze duwden de ladders van de ongeregelde troepen weg terwijl ze naar boven probeerden te klimmen en bekogelden hun met vuur en hete olie. Van overal werden er luide kreten, godslasteringen en vloeken gehoord. De verdedigers gingen verder met het gooien van grote stenen en schieten van pijlen en kogels zodat de meesten omkwamen. Het voordeel lag bij hun. De Ottomaanse soldaten die achteraan stonden kregen schrik, begonnen te aarzelen en keerden terug. Mehmet beval daarna een rij van zijn leger die hij chavushes, zijn militaire politie, noemde om de ongeregelde troepen te dwingen terug te keren. Ze waren bewapend met knuppels en zwepen. Hierachter stonden noch een reeks Janitsaren om de weglopende soldaten tegen te houden. Hun gruwelijke brul was van overal te horen die vast zaten tussen de bekogelende Byzantijnen en de druk van de Ottomanen. De ongeregelde soldaten keerden om en probeerden verder de ladders te beklimmen maar werden door die bombardementen een voor een gedood. De grote verlies van de onmisbare-soldaten waren een deel van hun spel. Nadat er twee uur lang werd gevochten, verminderde de energie en de kracht van de vijand. Mehmet trok zich op dat moment terug naar hun gebied en er werd een pauze ingelast. Het was halfvier in de ochtend, de hemel was donker en er was weinig licht. De Byzantijnen konden even uitrusten en reparaties uitvoeren op de plaatsen die beschadigd waren. Op andere plaatsen was de aanvallen van de ongeregelde soldaten zeer licht geweest waarbij er weinig beschadigde delen waren. Dit was een afleidingstactiek om als doel de Byzantijnse soldaten over de hele muur bezig te houden zodat ze zich niet konden verplaatsen met de soldaten die in moeilijkheden of uitgeput waren in het Mesoteichion ( gebied die het meeste werd aangevallen). De tweede deel van het gevecht kon beginnen. Mehmet besloot nu om de Anatolische troepen in te zetten. Hij reed naar hen toe en zei op een vriendelijke en vaderlijke toon: ‘Erop los, mijn vrienden en kinderen! Het is nu tijd je goede vechters te betonen!’ Nadat de Anatolische troepen vlak voor de wal stonden stormde ze in de naam van Allah krijsend en gillend op. Nicol?? Barbaro zei: ‘ze kwamen als ontketende leeuwen op de muren af.’ De verdedigers waren in paniek en in de stad begonnen de kerkklokken te luiden zodanig dat iedereen terug op zijn plaats stond. De angstgevoel nam de hele stad over, een deel van het volk ging helpen terwijl de andere in de kerken begonnen te bidden. De goddelijke gaven steun op hun eigen manier, ze declameerden: ‘Breng ons weer tot leven, Heer God, en sta ons bij, zodat we niet alsnog ten onder gaan.’ De Anatoli??rs rukten met een snelheid op maar werden door hun vijand aangevallen met salvo’s van kruisbogen en kanonnen waarbij er een groot aantal Ottomanen ten onder gingen. Maar de Turken gaven de moed niet op en probeerden op de wallen te geraken door zich te beschermen met schilden. De aartsbisschop Leonardo zei: ‘We bestookten ze met dodelijke projectielen en schoten pijlen van kruisbogen in hun dichte gelederen.’ Op dat moment trokken de Ottomanen zich terug maar even later drongen ze terug aan. De Byzantijnse soldaten waren even verwonderd omdat hun vijand zeer gemotiveerd leek te zijn. Barbaro beweerde: ‘Deze groep bestond uit dappere mannen, ze bleven hun kreten ten hemel heffen en ontplooiden hun banieren met des te meer begeerte. O, u zou vol bewondering naar deze beesten hebben staan kijken! Hun leger werd vernietigd, maar met grenzeloze moed bleven ze proberen bij de gracht te komen.’ Uiteindelijk geraakten de Ottomanen boven op de wallen en begonnen ze man tegen man te vechten. Fatih Sultan Mehmet ging zelf tot bij zijn soldaten en moedigden hen aan en beval soms om nieuwe soldaten omdat ze van voor sneuvelden. Hij liet ook de kanon afvuren en bekogelde de muren met stenen. Er was een oorverdovend lawaai. Een uur voor de dageraad raakte een grote kanon de muur en er ontstond een gat. Voordat de Byzantijnse verdedigers besefte wat er gebeurde rukten driehonderd soldaten binnen. Er ontstond een chaos bij de Byzantijnse soldaten maar door de meerderheid dreven ze de Ottomanen terug. Ondertussen was het halfzes, de verdedigers zaten vier uur zonder rust. De Ottomanen hadden zowel op land als op zee niet veel vooruitgang geboekt. Mehmet werd woedend door het mislukken van de ongeregelde troepen en daarna de Anatolische soldaten. Hij had alleen nog een troep over namelijk de vijfduizend bekwaamde elitesoldaten van zijn eigen lijfwacht. Zij hadden de beste wapens, waren moedig en dynamisch en hadden meer ervaring dan de anderen. Mehmet wierp hen onmiddellijk in het gevecht voordat de verdedigers zich konden groeperen. Op dit moment mochten de Ottomanen geen fout meer maken, ofwel moesten ze binnen enkele uren aan de andere kant van de wal staan en de overwinning behalen ofwel moesten ze terugkeren en zou de strijd eindigen. Mehmet gaf het bevel om nog eens toe te slaan en ging op zijn paard naar voren om zijn leger te stimuleren. De Ottomanen schoten de muren met zeer veel musketten en pijlen af. De verdedigers moesten buigen om de komende vuurstorm tegen te gaan. Bij het volgende teken begonnen de Ottomanen te schreeuwen met luide kreten en angstaanjagende strijdkeet. De huiveringwekkende lawaai was de psychologische wapen van de Ottomanen. Deze geroep en gebrul was voor hun eigen aanmoediging te zorgen en om hun vijanden angst aan te jagen waarbij ze ook hun doel hadden bereikt. ‘Ze verspreiden angst in de hele stad en beroofden ons van onze moet met hun geschreeuw en lawaai,’ verwoordde Barbaro. De Janitsaren en de zware infanterie waren klaar voor de strijd en rukten naar de wal toe. Ze probeerden door hun schilden zich te verdedigen aan de vuurstorm die van boven op hun aankwam. Aan beide kanten werden de soldaten aangedreven en gestimuleerd door hun officieren. De Ottomanen geraakten op de wal waardoor er weer een strijd van man tegen man ontstond. Beide kanten vochten voor de eer, voor hun God, voor de beloningen en natuurlijk om te kunnen overleven. Na een uur stonden de elitesoldaten niet verder dan ze al waren, de verdedigers gaven de moed niet op. Leonardo meldde: ‘We sloegen ze krachtig terug maar veel van onze mensen raakten nu gewond en werden uit de strijd teruggetrokken. Onze bevelhebber, Guistiniani, hield echter nog steeds stand en de andere kapiteins bleven op hun posities.’ De Ottomanen wankelden en begonnen aftezwakken. Dit voelden de verdedigers en werden door dit gevoel gestimuleerd. Maar nu gebeurde de grootste fout van de Byzantijnen. Zevenhonderd meter verder stond er een Circuspoort, het was een poort die in een hoek verborgen was. Een soldaat vergat dit poort te sluiten waardoor er 50 mannen binnen slopen. De soldaten op de muren werden verrast door het onverwachte gebeurtenis. De verdedigers werden een voor een gedood. Constantijn en Giustiniani (de officieren) hadden dit niet gemerkt totdat ze een tegenslag kregen waarbij Constantijn gewond raakte. Door de tegenslagen heerste er een brutale toon. Giustiniani raakte enkele keren gewond. Hij werd door een pijl in zijn rechterbeen getroffen, hij kreeg en schot van een kruisboog in zijn borst, hij werd van onderen in zijn buik gestoken terwijl hij op de versterkingen aan het vechten was, hij werd door iemand van zijn eigen partij van achteren geraakt. Giustiniani had veel gevochten en was uitgeput. De dag ervoor was hij al gewond geweest en had de kracht niet meer om op te staan. Hij gaf een bevel aan zijn mannen om hem terug naar het schip te brengen. Zijn mannen gingen naar Constantijn om de sleutel van de poorten te vragen, Constantijn vreesde ervoor en smeekte hem om niet weg te gaan tot het gevaar verdween. Giustiniani beloofde terug te keren zodra zijn wonden genezen waren en Constantijn gaf met tegenzin de sleutel. Toen de soldaten zagen dat de officier vertrok gingen ze achter de officier door de poort. Fatih Sultan Mehmet zag dat de verdediging afzwakte en stimuleerde zijn soldaten. Hij riep: ‘Vrienden, we hebben de stad in handen! Nog even en de stad is ingenomen!’ Een groep Janitsaren rende met een geroep naar voren en dachten aan de beloofde beloning voor diegene die de vlag op de muur zou plaatsen. Vooraan liep een opgebouwde man namelijk Hasan van Ulubat met dertig andere mannen. Hasan van Ulubat beklom de muur door gebruik te maken van zijn schild en had zijn doel bijna bereikt. Door deze situatie werden de Janitsaren harder gestimuleerd. De verdedigers hergroepeerden zich en gaven de moed niet op. Volgens een paar bronnen kregen ze Hasan in een hoek te pakken en doodden hem maar andere bronnen vertelden dat hij diegene was die de Turkse vlag in de wal stak terwijl hij door vele pijlen werd gestoken en gaf daarna zijn laatste adem. De Janitsaren zagen nu de kans om zo snel mogelijk de wallen te beklimmen en op de verdedigers af te stormen. Duizenden Ottomanen zaten nu tussen de wal en de binnenmuur. Volgens Barbaro zaten er binnen 15 minuten dertigduizend Ottomanen. De verdedigers trokken zich terug en probeerden te ontsnappen. De Byzantijnen merkten op dat er Ottomaanse vlaggen op de torens van de circuspoort werden gezet en ze hoorden het geschreeuw ‘De stad is ingenomen.’ De soldaten van Fatih Sultan Mehmet beklommen de binnenmuur. De verdedigers zagen geen andere uitweg dan de poort die werd geopend voor Giustiniani en begonnen allemaal zo snel mogelijk weg te geraken. Sommige van hun werden onderweg vertrapt de anderen werden door de sterke leger doodgeslagen. De verdedigers werden van overal aangevallen en hadden geen kans om uit de chaos te ontkomen. Constantijn werd ook gedood terwijl hij zich aan het verdedigen was. Een groep Janitsaren klom over de dode lijken en deed de poort open. Nadat ze de stad waren binnengedrongen openden ze al de andere poorten en vanuit alle kanten wapperden de Ottomaanse vlaggen. Vervolgens rukte de rest van de leger naar binnen en de sultan stond voor de grote muur. Het volk was in paniek en van overal werd er geschreeuwd ‘De stad is verloren!’ De zon kwam op en de overwinning was van de Ottomanen.
4.5.1 Einde middeleeuwen en begin nieuwe tijd
De grote verovering van Constantinopel had gevolgen voor de Islam en voor de hele wereld. In de geschiedenis is dit ook een belangrijk gebeurtenis dat nooit zal vergeten worden. Door deze redenen waren de vele historici het erover eens dat er een einde kwam aan de middeleeuwen en dat de nieuwe tijd begon. Met de verovering van de Ottomanen hebben ze hun superioriteit aan de overige Turkse deelstaten laten zien waarbij deze zich aansloten bij de Ottomanen. Daarom was de verovering een belangrijk factor bij het ‘?n worden van de deelstaten. De Ottomanen wouden niet alleen de leider van de Anatolische deelstaten zijn maar wouden aan het hoofd staan van de vele andere Islamitische staten. Zo zal het Ottomaanse rijk een wereldrijk worden. Hierna werden de Islamitische leiders een van de cruciale dynamieken in de wereldpolitiek. Op dat moment hadden de moslims op de internationale evenementen een beslissende rol. De Europese Christenen hadden met hun kruistochten 3 eeuwen geprobeerd om de islam uit Anatoli??, Kudus en de Balkan landen te verwijderen. Na de verovering werden deze verboden voor de christenen. Integendeel de christenen begon de islam zich meer en meer uit te breiden in de Europese landen. De overwinning was voor de moslims een gewonnen strijd tegen Europa en een startpunt die vele jaren zal duren. Een ander belangrijk reden voor de geschiedenis was de invloed op de Renaissance. Vele Byzantijnse geleerden en kunstenaars emigreerden naar Rome en na een korte periode begon de Renaissance beweging in Europa.
5 Istanbul, hoofdstad van het Osmaanse rijk
5.1 Veranderingen in het rijk
Na de verovering van Constantinopel en nadat Fatih Sultan Mehmet zijn doel had bereikt waren er grote veranderingen ondergaan in de stad namelijk zijn niveau was verhoogd in het Ottomaanse rijk en hij kreeg de naam ‘Fatih’ wat ‘Veroveraar’ betekent. Er begon een bloeiperiode in het rijk en Istanbul werd de hoofdstad van het Ottomaanse rijk. De zeewegen en de handelsroutes die de verbinding maakten tussen de Zwarte zee met de Middellandse zee werden onder controle gehouden door de Ottomanen. Er werd een ‘?nheid bereikt tussen de grondgebieden van de balkan landen en Anatoli??. De Turken konden zich makkelijker verder zetten in Europa. Fatih Sultan Mehmet heeft de Christelijke, Orthodoxe en Armeense kerken bewaard en ondernam hun behoud. Zijn doel was om de eenmaking van de Christenen te belemmeren, om hun krachtigheid te laten zien aan de katholieke kerk en om de steun te krijgen van de Orthodoxe tijdens de tochten in Europa.
5.2 Veranderingen in de wereld
De wereld kree schrik van de Grote Veroveraar. Het was een overwinning dat de meeste niet hadden verwacht. De grootste verandering was het eindigen van de middeleeuwen en het beginnen van de nieuwe tijd. Het Byzantijnse rijk werd geschiedenis. Door het vernietigen van de muur verdween in Europa feodalisme en werd monarchie versterkt. De zeewegen waren nu definitief in de handen van de Ottomanen en dat betekende dat ze aan de geografische ontdekkingen konden beginnen. De wetenschappers die van Istanbul naar Rome gingen hadden een invloed bij het ontstaan van de Renaissance.