Anamorfosen betekent ‘terug in beeld brengen’.
Het woord stamt af van het griekse woord ‘ana’ wat ‘terug’ betekent en ‘morfein’ wat ‘vervormen’ betekent.
Anamorfosen zijn vervormde tekeningen/afbeeldingen die alleen vanuit een bepaalde hoek of onder bepaalde voorwaarden realistisch uitzien.
Anamorfosen zijn in de Renaissance ontstaan. Veel kunstenaars in die tijd wilden schilderijen maken die voor de mens heel realistisch uitzag. Hierdoor gingen kunstenaars perspectieven bestuderen. Dus anders gezegd: Anamorfosen ontstaan door het gebruikmaken van perspectieven.
Een van de mogelijkheden van anamorfosen is dat een bepaalde voorstelling verborgen wordt. In veel gevallen zijn anamorfosen op het eerste gezicht niet herkenbaar. Als je naar een schilderij kijkt, dan zie je meestal geen anamorfose, maar wanneer er vanuit een bepaalde hoek (die wel juist moet zijn) het plaatje of het schilderij bekeken wordt, dan zie je het vertekende beeld wel in de juiste vorm en geeft het vaak ook een extra betekenis aan het schilderij of het plaatje.
Geschiedenis van anamorfosen
Historisch gezien werden anamorfosen ontdekt door kunstenaars die schilderijen maakten en die wilden dat het voor de mens realistisch uitzag. Daarom gingen ze het perspectief analyseren en beschrijven. Dit gebeurde in de 15e eeuw.
Ook in de tijd van de Renaissance (19e eeuw) experimenteerden kunstenaars veel met schilderen, terwijl ze in bepaalde spiegels keken. Wanneer het schilderij af was en je voor het eerst naar het schilderij keek, dan was het resultaat van die kunstenaar totaal onherkenbaar voor jou. Je moest dan een spiegel met de juiste vorm gebruiken, zodat het resultaat wel weer herkenbaar is.
Hoe worden anamorfosen gemaakt?
Anamorfosen werden op rasters gemaakt. Rasters zijn patronen van regelmatige verticale en horizontale lijnen. Zo konden de kunstenaars precies de juiste invalshoek en de juiste afstand bepalen. Ook maakten ze gebruik van spiegels.
Er wordt dan ook gebruik gemaakt van 2 fysicawetten die allebei met perspectieven te maken hebben.
Voorbeelden van anamorfosen
De oudste anamorfosen is de tekening van Leonardo da Vinci. De tekening is rond 1485 gemaakt. Het gaat over een vlotgetekende gezichtje van een baby.
Deze tekening staat in de ‘Codex Atlanticus’.
Op het eerste oog zie je waarschijnlijk alleen wat vervormde strepen.
Maar wanneer je goed en vanuit de juiste hoekt de tekening bekijkt, dan valt je op dat het een gezichtje van een baby is.
Dit is een voorbeeld van ‘n eenvoudige tekening van anamorfose.
Maar ongeveer een halve eeuw later was de eenvoudige anamorfose niet alleen voor kunstenaars bedoeld, maar konden ook anderen gebruik van maken. Terwijl dat in de tijd van da Vinci niet het geval was.
Vanaf het jaar 1530 kwamen geschilderde en gegraveerde anamorfosen.
Een hele bekende en ook nog eens een beroemde schilderij is ‘de Ambassadeurs’ van Hans Holbein de Jongere uit 1553.
Op het eerste oog ziet het schilderij er gewoon normaal uit.
Maar wanneer je het goed bekijkt, zie je onderin een misvormde schedel. In deze schilderij is namelijk anamorfosen gebruikt.
De vertekende schedel is alleen goed en duidelijk te zien als je het vanuit een bepaalde hoek bekijkt.
De aandacht valt dus direct op de schedel, hierdoor is het schilderij dan ook zo bekend geworden. De schedel wordt ‘Memento mori’ genoemd.
De bedoeling van de kunstenaar was om het als een visuele puzzel te zien en dat je het schilderij alleen van dichtbij vanuit de bovenkant aan de rechterkant of vanuit de
onderkant aan de linkerkant de schedel in de juiste vorm kan zien.
waarom Hans Holbein de Jongere voor de schedel heeft gekozen, is niet duidelijk. Wat wel bekend is, is dat de zin ‘Memento mori’ (zo heet de schedel) in de tijd van de romeinen gebruikt werd om je aan de dood te laten herinneren.
Ook het plaatje hieronder is een heel bekende voorbeeld van anamorfose.
Op het eerste oog zou je denken dat je een landschap ziet met dorpen, schepen en rivieren/kustlijnen. Maar als je het plaatje heel goed bekijkt, zie je portretten van 4 verschillende personen. Volgens ‘ zijn het portretten van Karel V, Ferdinand I, Paus Paulus III en Francis I.
Dit is het originele plaatje. Dit is het plaatje zonder
Anamorfosen
Soorten anamorfosen
Wiskunde achter de anamorfosen
Anamorfosen heeft niet alleen met kunst te maken. Er zit veel meer achter dan alleen dat het kunst is en dat het er mooi uitziet. Achter anamorfosen zit namelijk projectieve meetkunde achter. Om een anamorfosen te maken, moet je dus gebruik maken van perspectieven.
Fysica speelt een heel belangrijke rol bij het maken van een anamorfosen.
In de fysica zijn er twee regels. De eerste is dat licht zich rechtlijnig voorplant.
De anamorfosen kun je zien doordat de afgebeelde voorwerp het licht rechtlijnig in onze ogen reflecteert.
Met figuur 1 kan worden uitgelegd hoe het komt dat wij slechts vanuit een bepaalde punt anamorfosen correct kunnen waarnemen.
In deze figuur wordt met de zwarte lijn een schilderij bedoeld en met de rode lijn de anamorfosen. Je ziet drie punten. Op elk van die punten staat een persoon die richting het schilderij kijkt.
Als je de figuur goed bekijkt, zie je dat hoek 1 groter is dan hoek 2 en dat hoek 2 groter is dan hoek 3. Hieruit kun je leiden, dat hoe schuiner je naar het schilderij kijkt, hoe kleiner de hoek is van de waarneming. Doordat je dus schuiner naar het schilderij kijkt, lijkt het object veel smaller. Dat betekent dat als je dan vanuit de juiste hoek het schilderij bekijkt, dat je dan het object met de juiste hoogte en met de juiste breedte verhouding ziet. Hierdoor is de anamorfosen uiteindelijk wel herkenbaar.