Inleiding
In dit verslag zal wat verteld worden over de geschiedenis van Griekenland. Het gaat er hierbij voornamelijk over hoe het geregeld was in Griekenland voordat ze lid werd van de E.U.. Later kunt u lezen wanneer Griekenland lid werd van de Europese Unie en hoe het daarna met Griekenland ging en wie de leiders waren. Griekenland kwam terecht in een grote economische crisis en dit leidt tot grote gevolgen voor Griekenland, maar ook de andere landen. Ook zal besproken worden wat de gevolgen zouden kunnen zijn als Griekenland de Europese Unie zou verlaten.
Geschiedenis
Griekenland was voor 1969 onderdeel van de Raad van Europa. Als je in de Raad van Europa zat, was je verplicht om een democratie te zijn. Aan het eind van 1967 was er een staatsgreep geweest. Hierdoor was er geen democratie meer in Griekenland. Om een schorsing wegens het ontbreken van een democratisch bestel te voorkomen, trad Griekenland in 1969 uit de Raad van Europa. Tot 1973 was Griekenland een monarchie. In 1973 koos de meerderheid van de Griekse bevolking voor een republiek. In 1980 werd Karamanlis tot president gekozen. Griekenland keerde terug in de N.A.V.O. en werd op 1 januari 1981 lid van de Europese Unie.
Griekenland in de Europese Unie
Griekenland werd op 1 januari 1981 lid van de Europese Unie. In oktober 1981 waren er verkiezingen. De Pan Helleense Socialistische partij kreeg de meeste zetels en Andreas Papandreou werd minister-president. De verhouding met buurland Turkije was erg gespannen. Dit was vooral na de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van het Turkse deel van Cyprus in november 1983. Papandreou zorgde er voor dat boeren veel subsidies kregen van de Europese Unie en hij kwam steeds meer terecht in allerlei financi??le en emotionele schandalen. In 1989 kwam er een einde aan de politieke carri??re van Papandreou en werd Konstantinos Mitsot??kis de nieuwe premier.
Griekenland had vaak strijd met andere leden van de Europese Unie. Dit kwam vooral door de houding van Griekenland tijdens de burgeroorlog in voormalig Joegoslavi??. Griekenland koos namelijk voor de kant van Servi?? en weigerde de onafhankelijkheid van de vroegere deelrepubliek Macedoni?? onder die naam te erkennen, omdat ze bang waren dat Macedoni?? aanspraak zou doen op gebieden in Noord-Griekenland.
In 1993 verloor Mitsot??kis zijn parlementaire meerderheid en op 10 oktober 1993 kwam Papandreou door parlementsverkiezingen opnieuw aan de macht. In de tussentijd had hij in de gevangenis gezeten, maar hij was nu weer onschuldig verklaard. Op 1 januari 1994 nam Griekenland het E.U.-voorzitterschap over van Belgi??. Het conflict tussen Griekenland en Macedoni?? bereikte ook in 1994 zijn hoogtepunt. Dit werd onder druk van de andere leden van de Europese Unie bijgelegd. Griekenland had veel last van illegale immigratie doordat het het meest oostelijk gelegen E.U.-land is.
In januari 1996 moest Papandr??ou weer aftreden omdat hij gezondheidsklachten had. Hij overleed enkele maanden later. Costas Simitis werd de nieuwe premier van Griekenland. Hij kreeg al na enkele dagen flinke ruzie met Turkije. Mede door de Amerikaanse president Clinton kon een oorlog voorkomen worden.
In 2009 werd Giorgos Papandreou junior benoemd als premier. De huidige premier van Griekenland is Alexis Tsipras.
De economische crisis
Eind 2009 maakte de minister van financi??n bekend dat zijn voorgangers valse cijfers over het Griekse begrotingstekort hadden gepresenteerd. Er werd namelijk gezegd dat het begrotingstekort van Griekenland in 2009 3,7% bedroeg. Dit bleek niet te kloppen, het tekort was 12,7%. Uit cijfers die in november 2010 gepubliceerd werden, bleek dat het begrotingstekort in 2009 met 15,6% nog hoger lag dan eerder gezegd was. Andere leden van de Europese Unie reageerden kwaad toen ze hoorden dat Griekenland jarenlang had gelogen over hun financi??le positie.
Griekenland kon niet meer lenen door het hoge begrotingstekort. Het risico dat Griekenland de schuld niet meer kon terugbetalen was groot en werd steeds groter. Dit kwam mede doordat Griekenland een steeds hogere rente op staatsleningen moest vergoeden. Speculatieve beleggers zetten massaal in op een faillissement van Griekenland. Ze kochten zogenoemde credit default swaps. Dit waren een soort verzekeringen die veel geld op zouden leveren als Griekenland zijn staatsleningen niet meer zou kunnen aflossen.
Doordat er crisis heerste in Griekenland, hadden de mensen steeds minder vertrouwen. Hierdoor gingen de mensen zuiniger om met hun geld. Dit zorgde voor een koersdaling van de munt. Dit zorgde niet alleen in Griekenland voor veel problemen, maar het was ook een bedreiging voor de gezamenlijke munt. Door al deze problemen in Griekenland werd er ook gevreesd voor een bredere eurocrisis bij meerdere leden van de E.U.. Griekenland heeft niet een heel groot aandeel in de totale economie van de E.U., maar de kans bestond wel dat meer zwakke eurolanden om zouden vallen. Als dit zou gebeuren, zou dit enorme problemen opleveren.
Om grotere problemen te voorkomen, besloten de eurolanden en het IMF om Griekenland te gaan helpen. Het IMF is een organisatie dat als doel heeft leden te bewaken op financieel gebied en om tijdelijke financi??le hulp aan landen te bieden om tekorten op de betalingsbalans te corrigeren. De hulp die de eurolanden en het IMF Griekenland ging geven, bestond uit leningen van de eurolanden en het IMF.
Op 23 april 2010 vroeg Griekenland financi??le steun aan. Later, op 2 mei 2010, maakten de eurolanden en het IMF bekend dat ze Griekenland wilden bijstaan door Griekenland een lening van 110 miljard euro uit te keren en dat verspreidt over drie jaar. 80 miljard werd betaald door de eurolanden en het IMF betaalde 30 miljard euro. Nederland heeft van die 80 miljard euro 4,7 miljard euro aan Griekenland geleend. Slowakije weigerde als enige land bij te dragen aan de lening voor Griekenland.
De leningen werden niet zomaar uitgekeerd aan Griekenland. Griekenland moest zelf ook wat doen en dus stevige maatregelen treffen om zo het begrotingstekort terug te dringen. Om dit gedaan te krijgen was het van belang om overheidsuitgaven terug te dringen, belastinginkomsten moesten ze proberen te verhogen en de economie moest effici??nter worden.
Begin mei 2011 werd duidelijk dat de E.U. en Griekenland in gesprek waren over een aanvullende lening. Er volgden tijden van heftige onderhandelingen. Op 21 juli 2011 waren ze eruit. Griekenland kreeg een langlopende lening van 109 miljard euro toegezegd met een lage rente van 3,5%. Dit geld zou afkomstig zijn van het EFSF. Dit is een rechtspersoon die in juni 2010 is opgericht en de doelstelling heeft om financi??le steun aan lidstaten van de E.U. te geven. Leningen uit het eerste pakket werden verlengd en de rente werd verlaagd. Banken scholden een deel van de schulden kwijt.
In het najaar van 2011 kwam de dreiging van het faillissement steeds dichterbij. Het vertrouwen in de euro daalde en landen die het al moeilijk hadden, kregen steeds meer problemen. Griekenland kon in aanmerking komen voor een noodlening. Hiervoor moest Griekenland wel extra gaan bezuinigen en Griekenland moest overeenstemming bereiken over de herstructurering met private obligatiehouders die aan Griekenland geld hebben geleend.
Op 6 mei 2012 waren er parlementsverkiezingen in Griekenland. Dit werd gezien als een strijd tussen partijen die wel bezuinigingen wilden doorvoeren en partijen die dit niet wilden. Een consequentie van het niet uitvoeren van bezuinigen zou een euro-exit kunnen zijn.
Al vanaf 2012 wordt er gespeculeerd dat Griekenland een derde steunpakket nodig heeft. In oktober 2014 gaf de Griekse regering aan dat Griekenland geen nieuwe leningen nodig heeft. Begin maart 2015 zei de Spaanse minister van Economische Zaken Luis de Guindos dat een nieuw steunpakket voor Griekenland van 30 tot 50 miljard euro werd voorbereid, maar dit wordt tegengesproken door de Duitse Bondskanselier Merkel en commissievoorzitter Juncker.
Gevolgen euro-exit Griekenland
Als Griekenland uit de E.U. gaat, heeft dit gevolgen. Het is niet met zekerheid te zeggen wat die gevolgen zijn, maar sommige gevolgen zijn wel zeer waarschijnlijk. Als Griekenland uit de E.U. gaat, is de kans groot dat de eurolanden die aan Griekenland geld hebben geleend dit nooit meer terugkrijgen. Ook is er angst dat zwakker eurolanden zoals Spanje en Portugal om zullen vallen.
Ook voor de Grieken zelf zal het grote gevolgen hebben. De handel en het banksysteem zullen instorten en banktegoeden zullen worden omgezet in de nieuwe munteenheid. De nieuwe munt zal veel minder waard zijn en daardoor zullen de Grieken een deel van hun bezit verliezen.
In het geval van een exit wordt er ook gewaarschuwd voor een run op banken. Mensen zullen massaal geld van hun rekening halen. Hierdoor komen banken in de problemen omdat ze te weinig geld op voorraad zullen hebben en dit kan dan weer grote gevolgen hebben voor andere Europese banken.