De eerste grote stap van zowel de Republiek Ierland als van Groot-Brittanni?? werd gezet op 15 november 1985 in Hillsborough bij Belfast. Er werd toen een Engels-Iers Verdrag ondertekend, waar jarenlang door beide partijen aan was gewerkt om de vrede en stabiliteit in Noord-Ierland te bevorderen.
De rol van de Republiek werd duidelijk geformuleerd, waarbij de regering van Dublin werd toegestaan om toekomstverwachtingen uit te spreken en voorstellen te doen met betrekking tot Noord-Ierland, voornamelijk op het gebied van veiligheid, rechtspraak en politiek. In ruil daarvoor accepteerde de Republiek dat Ierland gescheiden zou blijven, zolang de meerderheid van het noorden prijs stelde op handhaving van de band met Londen. Het Verdrag moest de identiteit en het respect erkennen van twee gemeenschappen in Noord-Ierland en het recht van elk om hun idealen na te streven op een vreedzame en wettige wijze.
In oktober 1993 is er een golf van geweld in Ierland. Een IRA-bomaanslag leidt tot een golf van geweld tussen de verschillende groeperingen. Een IRA aanslag die gericht was tegen de leiders van de UDA (Ulster Defense Associasion). Doordat de bom te vroeg afging vielen er veel onschuldige doden. Ook de bommenleggers lieten hierbij het leven. De protestanten extremisten regeren echter enkele uren later door een katholieke taxichauffeur te doden. In de dagen erna volgen nog meer slachtoffers. Op 30 oktober openden twee leden van de UFF (Ulster Freedom Fighters) het vuur op de bezoekers van een caf??. Het aantal doden sinds de aanslag van 23 oktober kwam daarmee op 24.
Het geweld in Noord-Ierland leek de doodklap voor het vredesinitiatief van de katholieke nationalist John Hume. Deze had in het geheime gesprekken met Gerry Adam, de leider van Sinn Feinn, de politieke tak van de IRA, een vredesplan uitgewerkt.
In de eerste helft van november bleek uit uitspraken van de Ierse premier Reynolds en zijn Britse collega Major dat Londen en Dublin achter de schermen druk bezig waren op een oplossing te vinden om het al 25 jaar langdurende conflict, dat al 3.000 doden eiste en 40.000 gewonden gekost had, op te lossen. Londen was ondanks het geweld in het geheim in bespreking met de IRA.
De tweede stap naar vrede werd op 15 december 1993 gezet door het ondertekenen door premier Major en premier Reynolds van de Joint Declaration on Peace, ook wel de Verklaring van Downing Street genoemd. Deze verklaring houdt heel in het kort in dat een toekomstig verenigd Ierland niet meer wordt uitgesloten. Wanneer er tijdens een referendum een meerderheid van de Noord-Ierse bevolking stemt voor een verenigd Ierland, dan zal Groot-Brittanni?? zich daarbij neerleggen.
Een andere belangrijke stap werd op 1 september 1994 door de IRA gezet. Zij besloten de wapens neer te leggen en zo een gesprek met de leiders van Groot-Brittanni?? af te dwingen. De voorwaarde voor een gesprek van de kant van Groot-Brittanni?? was dat er een wapenstilstaand van minstens drie maanden aan vooraf moest gaan. Aan deze voorwaarde werd voldaan en zo was er op 9 december 1994 in het ‘Stormont’-kasteel te Belfast een historische ontmoeting tussen de afgevaardigden van de IRA, Sinn Fein en die van Groot-Brittanni??. Hierin werd duidelijk gesteld dat de ontwapening van de IRA naar Britse tevredenheid moest verlopen, anders zou Sinn Fein uit de onderhandelingen worden verwijderd.
Op 22 februari 1995 presenteren de Ierse premier John Burton en Britse premier John Major een concept vredesontwerp, die door de verschillende partijen met gematigde gevoelens wordt ontvangen.
In de maanden die hierna volgen raakt het vredesoverleg in een impasse, doordat IRA wil zijn wapens niet in wil leveren, weigert Groot-Brittanni?? de vredesgesprekken voort te zetten. Op 3 juli 1995 breken er onlusten uit die het gevolg zijn van de ontevredenheid over de vastgelopen vredesgesprekken.
Op 9 februari 1996 is er een abrupt einde van het staak-tot-vuren van de IRA. Vlak na de bekendmaking ontploft er een zware bom in het kantorencomplex Canary Wharf in Oost-Londen. De onderhandelingen waren niet zo gegaan als de IRA gehoopt had en zij had weer gegrepen naar de gewelddadige oplossing. De hoop dat de IRA het bij een aanslag zo laten, bleek ijdel. Op 15 februari 1996 werd er een bom gevonden in een telefooncel in het Londense theatercentrum West End. Drie dagen later ontplofte er een Londense dubbeldekker. Ondertussen leefden iedereen weer in spanning. De ‘vrede’ was voorbij.
Op 10 juni 1996 starten er in Belfast weer nieuwe vredesonderhandelingen, deze staan echter vrij snel weer op losse schroeven door een zware IRA-bomaanslag in het centrumvan Manchester. Voor een nieuwe staak-tot-vuren leek de IRA niet bereid, vandaar dat Sinn Fein ook niet betrokken werd in de nieuwe onderhandelingen.
En ook nu nog sukkelt Ierland verder zonder dat het eigenlijk in stap dichter in de richting van vrede komt. Regelmatig treden er conflicten op tussen katholieke en protestante groeperingen. Nu ook weer zeer recent botsen de twee groepen.
Economische toekomst/ Toekomst voor een verenigd Ierland
Zoals eerder gezegd is Ierland bezig aan een economische inhaalrace. Deze komt deels voort uit eigen kracht, maar anderzijds wordt deze veroorzaakt door de financi??le impuls die jaarlijks door de EU fondsen richting Ierland gaan. Een eventuele hereniging van Ierland, hoewel deze ver weg lijkt. Zal zonder hulp van buitenaf een economische crisis veroorzaken. Deze zal te vergelijken zijn met de economische crisis na de eenwording van Duitsland. Zover zal de Europese Gemeenschap het niet laten komen, als er een eenwording komt, liggen er plannen klaar voor een jaarlijks (vijf jaar lang) 640 miljoen gulden extra, boven op de jaarlijkse 2,5 miljard via de EU fondsen, voor de ontwikkeling van Ulster en die zal hard nodig zijn, daar zij bij afscheiding 10 miljard per jaar van Groot-Brittanni?? zal moeten missen.