1) De begrippen ion, ion binding en ionrooster uitleggen;
2) Van stoffen met een ionrooster aangeven wat het smeltpunt is, of ze elektriciteit geleiden, of ze oplossen in water, en dit uit de bouw verklaren;
3) De naam van een zout afleiden uit de verhoudingsformule en de formule van een zout afleiden uit de naam;
4) De begrippen hydratatie, kristalwater, hydraat en hygroscopische stof uitleggen;
5) Voorspellen of er een neerslag ontstaat als je twee zoutoplossingen mengt;
6) De begrippen metaalbinding en metaalrooster uitleggen;
7) Drie eigenschappen van stoffen met een metaal rooster noemen;
8) Aangeven of een stof een moleculaire stof, een zout of een metaal is;
9) Uitleggen waarom metalen vervormbaar (buigen) en zouten niet (breken);
10) Verklaren waarom metalen en zouten in welke situatie de elektriciteit geleiden.
Leervragen:
1) Waarom zouten en metalen?
2) Wat zijn ionen?
3) Wat zijn belangrijke eigenschappen van zouten?
4) Hoe stel je de verhoudingsformule van een zout op?
5) Hoe geef je zouten een naam?
6) Wat gebeurt er als we zouten oplossen?
7) Wat is hydratatie?
8) Wat is kristalwater?
9) Wat gebeurt er als je 2 zoutoplossingen mengt?
10) Wat is een metaalbinding en wat is een metaal rooster?
11) Welke stoffen geleiden elektriciteit?
Leertermen:
1) Valentie-elektronen ;
2) Ion, anion(-), kation(+);
3) Lading, elektrovalentie of valentie;
4) Ionbinding, elektrovalente binding;
5) Elektrostatische kracht;
6) Ionrooster;
7) Enkelvoudige ionen;
8) Samengestelde ionen;
9) Zout;
10) Verhoudingsformule;
11) Hydratatie;
12) Kristalwater;
13) Hydraten;
14) Hygroscopische stoffen;
15) Neerslag;
16) Metaalbinding;
17) Metaalrooster;
Negatieve ionen
De ionen zijn ingedeeld op de lading die ze dragen. Het verschil tussen de donker grijze en de licht grijze rijen is dus de lading.
Naam Formule Lading
Acetaat-ion (ethanoaat-ion) CH3COO –
Nitriet-ion NO2 –
Nitraat-ion NO3 –
Hydroxide-ion OH –
Diwaterstoffosfaat-ion H2PO4 –
Fluoride-ion F –
Chloride-ion Cl –
Bromide-ion Br –
Jodide-ion I –
Permanganaat-ion MnO4 –
Carbonaat-ion CO3 2-
Oxalaat-ion C2O4 2-
Oxide-ion O 2-
Monowaterstoffosfaat-ion HPO4 2-
Sulfide-ion S 2-
Sulfiet-ion SO3 2-
Sulfaat-ion SO4 2-
Thiosulfaat-ion S2O3 2-
Chromaat-ion CrO4 2-
Dichromaat-ion Cr2O7 2-
Silicaat-ion SiO3 2-
Fosfaat-ion PO4 3-
‘
Positieve ionen
Ook de positieve ionen zijn ingedeeld op de lading die ze dragen. Het verschil tussen de donker grijze en de licht grijze rijen is dus de lading.
Naam Formule Lading
Ammonium-ion NH4 1 plus
Oxonium-ion H3O 1 plus
Natrium-ion Na 1 plus
Kalium-ion K 1 plus
Zilver-ion Ag 1 plus
Koper(I)-ion Cu 1 plus
Kwik(I)-ion Hg 1 plus
Magnesium-ion Mg 2 plus
Calcium-ion Ca 2 plus
Zink-ion Zn 2 plus
Nikkel-ion Ni 2 plus
Mangaan(II)-ion Mn 2 plus
IJzer(II)-ion Fe 2 plus
Koper(II)-ion Cu 2 plus
Kwik(II)-ion Hg 2 plus
Tin(II)-ion Sn 2 plus
Lood(II)-ion Pb 2 plus
Aluminium-ion Al 3 plus
Chroom-ion Cr 3 plus
IJzer(III)-ion Fe 3 plus
Mangaan(IV)-ion Mn 4 plus
Tin(IV)-ion Sn 4 plus
Lood(IV)-ion Pb 4 plus