Deep Brain Stimulation zet het ziektebeeld bij de ZvP gemiddeld 5 jaar terug. Maar er wordt te positief over geschreven in de media en de verwachtingen die de media daarmee schept liggen daarom vaak op irre??le hoogte. Wereldwijd hadden in 2010 ruim 35.000 mensen met bewegingsstoornissen een DBS implantatie ondergaan. Ondertussen is bekend dat de nadelige effecten van DBS ook een grote impact hebben en waardoor de pati??nt van de regen in de drup kan belanden. Het is belangrijk dat onderzoekers afspreken hoe ze meten dat DBS effectief is. De mechanismen achter de werking van DBS zijn nog onduidelijk en er kunnen vervelende bijwerkingen ontstaan. Daarom is het ook mogelijk dat juist de niet-invasieve breinstimulatie veel zal worden toegepast. Dit betreft het van buitenaf elektrisch stimuleren van het brein. Op dit gebied vindt momenteel ook onderzoek in Nederland plaats. Dit is echter nog een zeer klein veld.
Technologische ontwikkelingen gaan vaak gepaard met maatschappelijke discussie, zeker als het gaat om ontwikkelingen die aan het leven zelf raken, zoals doofheid een cochlea en bij blindheid een retinaal implantaat het geval is. Maatschappelijke discussies gaan onder andere over veiligheid, kosten, ethische aspecten, eigendomsrechten (octrooi) en de algemene impact op de maatschappij. Ook het gebruik van proefdieren is er aan toegevoegd.
Aan de ene kant gaat ontwikkeling van implanteerbare actieve apparaten gepaard met hoge kosten, aan de andere kant is het economisch potentieel hiervan volgens experts groot. Doordat de financi??le middelen van ziekenhuizen beperkt zijn, zal echter niet iedereen die een indicatie heeft voor een dergelijk apparaat deze ook krijgen. Geld is hier een beperkende factor.
Sociaaleconomische consequenties van gezondheidstechnologie zijn er in Nederland op een aantal fronten. Zo is er de toepassing van alle nieuwe technologie??n in de gezondheidszorg. Die raakt ons allemaal. Op de korte termijn omdat we de kosten en baten van een nieuwe technologie moeten afwegen; op de lange termijn omdat we met name de demografische ontwikkelingen ‘ vergrijzing en ontgroening ‘ het hoofd moeten bieden.
Daarnaast zijn er de belangen van de industrie in Nederland die op dit terrein actief is. Zij is gebaat bij goed opgeleid technisch personeel, investeringen van de overheid in innovatie, ondersteuning door kennisinstituten als universiteiten en een soepele wet- en regelgeving. De sector is zich ervan bewust dat zij ook een tegenprestatie moet leveren. Haar directe activiteiten leveren werkgelegenheid op en een bijdrage aan het bruto nationaal product. Indirect wil zij meewerken aan het tegengaan van de uit de hand lopende kosten voor de zorg en van de problematiek van vergrijzing en ontgroening.