Consequentheid:
Het is belangrijk dat de leerkracht een dreiging van een sanctie of een waarschuwing deze ook daadwerkelijk moet nakomen. Wanneer er alleen gedreigd wordt met een sanctie en deze niet opgelegd wordt, zal dit zorgen voor een kosten-baten afweging bij het kind. Hierbij is het belangrijk dat er eerlijk gesanctioneerd wordt; de leerkracht dient zijn/haar ongelijk waar nodig toe te geven en het eventueel uitstellen van de sanctie te bespreken.
Bij de doelgroep van SG de Keyzer is het belangrijk om het eventueel uitstellen van de straf goed te bespreken met de leerling. Een sanctie die direct volg op het ongewenste gedrag zal doorgaans effectieven zijn.
5. Realistische sancties:
De sanctie moet voor het kind uitvoerbaar zijn. De sanctie moet niet te veel vragen van de capaciteiten van het kind. Het kind uitdagen/prikkelen mag wel, maar overvragen niet. Er moet dus goed naar de individuele mogelijkheden, individuele beperkingen, groepsmogelijkheden en beperkingen van een groep gekeken worden om een sanctie effectief te laten zijn.
6. Hoe groot/zwaar moet de sanctie zijn?
De sanctie moet niet te groot en te zwaar zijn. Het is belangrijker dat de sanctie uitvoerbaar is dan de zwaarte van de sanctie. De sanctie moet in verhouding staan tot het ongewenste gedrag van het kind of de groep. De effectiviteit van sanctioneren zit vaak in de herhaling en niet in de zwaarte van het sanctioneren.
7. Inhoud van de sanctie:
De sanctie moet zinvol zijn. De sanctie is zinvol wanneer het aansluit bij de aard van het ongewenste gedrag. Deze sanctie dient de gevolgen van het ongewenste gedrag zoveel als mogelijk goed te maken.
Deze manier van sanctioneren kan voor de doelgroep op SG de Keyzer ondersteunend zijn om het verband te kunnen leggen tussen het ongewenste gedrag en de sanctie.
8. Snelheid van het geven van de sanctie:
De sanctie moet zo snel mogelijk na het ongewenste gedrag opgelegd en uitgevoerd worden. Voor een kind is het dan makkelijker om het verband te zien tussen het ongewenste gedrag en de sanctie en hierdoor is de kans groter dat het ongewenste gedrag afneemt of verdwijnt. Dit is vooral bij jongeren kinderen noodzakelijk.
Het is de vraag of de doelgroep van SG de Keyzer de capaciteiten in huis heeft om dit verband tussen ongewenst gedrag en sanctie te leggen.
9. Variatie van de sancties:
Het doel van de sanctie kan afnemen doordat het te vaak wordt toegepast bij het vertonen van ongewenste gedrag. Wanneer alle ongewenste gedragingen van een kind of groep op dezelfde manier gesanctioneerd worden, zat het effect minder zijn. Het is daarom van belang om de sancties af te wisselen.
De leerlingen van SG de Keyzer hebben wel behoefte aan voorspelbaarheid en structuur, dus voor deze doelgroep is het belangrijk om in de gaten te houden of de sancties voorspelbaar zijn/blijven. Wanneer er gebruikt gemaakt wordt van te veel verschillende soorten sancties is de vraag of deze leerlingen het verband tussen het gedrag en de desbetreffende sanctie kunnen blijven leggen.
10. Einde van de sanctie:
Wanneer de sancties is uitgevoerd, moet deze ook daadwerkelijk afgelopen zijn. Het kind heeft zijn/haar ongewenste gedrag goedgemaakt en de leerkracht moet er daarna niet meer over doorgegaan en/of sanctionerend reageren op het eerdere vertoonde ongewenst gedrag van het kind. Na het volbrengen van de sanctie, doet de leerkracht er goed aan om aandacht te besteden aan troost en vergeving. Hiermee wordt de straf daadwerkelijk afgerond.