In de afgelopen jaren stond de Nederlandse media vol met schadeclaims voor ex-verdachten van de Schipholbrand. Op 25 februari publiceerde het NRC een artikel over de Schipholbrand, de titel van dit artikel was; ‘Ex-verdachte Schipholbrand krijgt halve ton schadevergoeding’ (NRC, 2014). Dit nieuwsartikel legt de nadruk op de jarenlange vervolging van de verdachte die uiteindelijk wordt vrijgesproken van schuld en de uiteindelijke gevolgen van de brand in het cellencomplex. In totaal overlijden er door de brand elf personen en raken er vijftien gewond, waaronder enkele bewaarders.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) heeft een onderzoek uitgevoerd naar de Schipholbrand. Dit onderzoek richtte zich hoofdzakelijk op de oorzaken en factoren die bij het incident speelden (OvV, 2006: p. 7). Aan de hand van het onderzoeksrapport van de OvV wordt een korte feitenconstructie opgesteld;
Op 26 oktober 2005 om 23:55 uur gaan de brandmelders af op het detentie- en uitzetcentrum in Schiphol-Oost in de K-vleugel van het cellencomplex. De bewoner van cel 11 drukt een minuut later op de knop van de intercom. Nadat de melding was binnengekomen ontstond verwarring over de exacte locatie van de melding. De twee bewaarders komen in actie en arriveren een paar minuten later in de K-vleugel (OvV, 2006, p. 25, 26).
De twee bewaarders stormen de K-vleugel binnen, waarbij een van hen de deur van de op dat moment brandende cel 11 te openen, dit gaat echter moeizaam. Hierop volgend probeert de andere bewaarder het ook en slaagt erin de deur te openen. Wanneer de deur openzwaait valt de bewoner van cel 11 naar buiten waarbij er rook uit zijn cel komt. De twee bewaarders laten de deur vervolgens openstaan nadat ze deze hadden geopend. Enkele seconden later stroomt er nog meer rook vanuit cel 11 de gang in. Ondanks deze rookontwikkeling blijven de luiken van de Rook en Warmte Afvoer (RWA) installatie gesloten. In een kleine anderhalve minuut ontwikkeld zich een dikke laag rook in de K-vleugel. De twee bewaarders brengen vervolgens de celbewoner van cel 11 in veiligheid. Een van de twee bewaarders escorteert de celbewoner van cel 11 naar de hal tussen de J- en K-vleugel. De andere bewaarder loopt ondertussen terug om, samen met een andere collega die inmiddels ter plaatsen is, de rest van de cellen te openen (OvV, 2006: p. 28).
De brandweer krijgt meerdere meldingen binnen van de brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost. Om 23:59 uur bevestigd de wachtcommandant van het cellencomplex definitief de brand (OvV, 2006: p. 30).
De bewaarders trekken zich rond middernacht noodgedwongen terug uit de K-vleugel. Dit heeft als gevolg dat de cellen 9, 10, 12, 13 en 14 gesloten blijven (OvV, 2006: p. 30).
Vervolgens arriveert om 00:08 uur de eerste tankautospuit bij het terrein, echter is dit bij de verkeerde ingang die gesloten blijkt te zijn. Vier minuten later om 00:13 uur arriveren de hulpdiensten bij de juiste hoofdingang. Hier lopen ze weer vertraging vertraging op omdat de veiligheidssluis van het terrein maar 1 voertuig tegelijkertijd kan toelaten.
Tijdens de reddingsactie krijgt de brandweer geen duidelijke informatie over de mogelijke slachtoffers en hun locaties binnen het complex (OvV, 2006: p. 33). De inmiddels bevrijde bewoners van de J- en K-vleugel worden om 00:15 uur in de luchtkooi geplaatst. Hierbij raakt een deel van de bewoners in paniek, waarbij sommigen vernielingen aanrichten (OvV, 2006: p. 32, 138). Rond 01:30 uur werd er besloten om de ge??vacueerde celbewoners over te brengen naar een andere penitentiaire inrichting. Ten slotte begon het personeel om 03:00 uur met de verdere ontruiming van de overige cellen van het cellencomplex (OvV, 2006: p. 139).