Mijn leerervaring heb ik verklaard door middel van het behaviorisme. Het behaviorisme is de wetenschappelijke studie van het gedrag. Het behaviorisme kan verdeeld worden tussen drie leer theoretische principes: klassiek conditioneren, operant conditioneren en modelleren.
Bij klassiek conditioneren wordt een verband gelegd tussen een nieuwe stimulus en een bestaande respons (Veen & Wal, 2012). Skinner echter achtte het concept van het klassiek conditioneren ontoereikend om op een elementair niveau het menselijk gedrag te verklaren. (Veen & Wal, 2012). Volgens Skinner is het organisme tot veel meer in staat dan alleen reageren op aangeboden prikkels. Dit heet operant conditioneren. Tot slot is er het principe model leren, wat ook wel bekend staat als sociaal leren of imitatieleren. Modelleren is ge??nspireerd door het bekende verschijnsel ‘na doen’.
Klassiek conditioneren heeft een bekend voorbeeld. Wanneer een hond vlees (stimulus) ziet, krijgen zijn hersenen prikkels om te gaan kwijlen (respons). Als er op een gegeven moment een neutrale stimulus wordt aangeboden, zoals een lampje, zal er nog geen kwijlrespons plaats vinden. Beide stimulus worden tegelijker tijd aangeboden, zodat de hond leert te kwijlen als het lampje brand en een aantal seconden later het vlees wordt gegeven. Na een aantal keer begint de hond te kwijlen wanneer het lampje brandt, maar nog geen vlees wordt aangeboden.
Tijdens het bereiden van Surinaamse bami wordt er meer gebruik gemaakt van operant conditioneren dan klassiek conditioneren. Er wordt echter wel gebruik gemaakt van het trial-and-error proces, die hand in hand gaan met een leerwet van Thorndike en de negatieve versterker. Als de ingredienten bijvoorbeeld niet goed gememoriseerd waren, was er sprake van een negatieve versterker. Dit houdt in dat als er bijvoorbeeld te veel peper of zout bij de bami zou worden toegevoegd, dit een onprettige smaak veroorzaakt. Deze negatieve prikkel zal in het vervolg worden vermeden (Veen
& Wal, 2012). De wet van herhaling zorgt ervoor dat door middel van herhaling, de kans groter is dat het gerecht de volgende keer wel goed bereid zal worden.
Modelleren heeft een grote rol gespeeld in het proces om Surinaamse bami te leren maken. Er zijn twee fasen bij imiatie, namelijk: verwerving en uitvoering. In de verwervingsfase spelen de waarneming en opslag van het modelgedrag de belangrjikste rol. Voor de uitvoering van het gedrag is motivatie onmisbaar (Veen & Wal, 2012). De hoeveelheid van de ingredieten is nooit aangeleerd om te meten, maar zoals bekend is ‘op gevoel’ toe te voegen. Mijn moeder vertelde mij dat er maar ‘een beetje’ zout bij de bami moest. Als mijn moeder voor deed, hoeveel kruiden er moesten worden toegevoegd, lette ik altijd op om vervolgens even veel als haar hoeveelheid te kunnen toevoegen. Als mijn moeder vervolgens de bami proefde en zij zelf haar trial-and-error moment ervaarde, imitieerde ik haar hoeveelheid zout en het gedrag.
Tijdens het leren van bami klaarmaken heb ik zoals Veen & Wal (2012) uitleggen, gebruik gemaakt van leerconcepties. Ik heb tijdens mijn leerervaring gebruik gemaakt van de opnameconceptie. In de opnameconceptie wordt leren opgevat als het opnemen van kant-en-klare, beschikbare informatie. De lerende is erg gericht op het memoriseren en het reproduceren van de aangeboden informatie (van der Veen en van der Wal, 2012). Deze leerconceptie is toegepast tijdens mijn leerervaring door het memoriseren en reproduceren van de ingredieten en hun juiste volgorde.