Het gaat over een jongen die Maarten en als enig kind opgroeit in een streng gereformeerd gezin. Maarten trekt zich vaak terug in de natuur waar hij dan met zijn roeiboot door de rietlanden heenvaart en opzoek gaat naar verschillende soorten vogels. Omdat hij geen vriendjes heeft om mee te spelen heeft hij vaak zijn moeder als gezelschap. Hij komt nooit buiten het gebied rond zijn huis en de eerste keer dat hij word geconfronteerd met de buitenwereld is wanneer hij zijn amandelen moet laten knippen in het dorp. Als hij na een tijdje naar de lagere school gaat kan hij geen contact leggen met zijn leeftijdsgenootjes en is hij altijd alleen. Zijn meester uit groep vijf heeft veel bewondering voor hem en hierdoor krijgt hij veel haat van zijn medeleerlingen die dan ook telkens naar beneden gehaald worden. Een groepje jongens volgt hem elke dag uit school tot aan de weilanden waar ze altijd stoppen. Tot op een dag dat de jongens besluiten mee het weiland in te gaan en hem aan te vallen. Maarten krijgt een woede aanval en duwt een jongen met zijn hoofd in de koeienpoep en slaat de andere drie met een tak op hun hoofd. Sindsdien word hij niet meer achtervolgd. Op de middelbare school word hij verliefd op Martha die hij bij de schoolkrant ontmoet allen durft hij nooit tegen haar te praten. Omdat het erg duidelijk is dat hij Martha leuk vind word hij gepest. Het duurt ook niet lang voordat Martha weet dat hij haar leuk vind. Hij verteld tegen zijn ouders dat hij graag naar een andere kerk wilt die zondag omdat hij hoopt dat hij Martha daar zal zien. Zijn vader word boos op hem vanwege dit voorstel maar zijn moeder weet dat hij iemand leuk vind en geeft hem toestemming om naar een andere kerk te gaan. Daar ziet hij dat Martha met haar hoofd op de schouder van een man leunt. Hierdoor gaat hij twijfelen aan zijn geloof: ‘ Wat heeft het voor zin als je na de dood naar de hemel gaat terwijl je geliefde je niet ziet staan’?
Als hij klaar is met school gaat hij celbiologie studeren in Leiden. In het begin woont hij bij zijn oom en tante maar als zij dood gaan en kort daarna ook zijn vader overlijd gaat hij weer bij zijn moeder wonen. Helaas krijgt zijn moeder keelkanker en gaat hij nog meer twijfelen aan zijn geloof omdat hij zijn moeder ziet lijden. De dag voordat zij overlijd komen er twee mensen van de kerk op bezoek die hem er van beschuldigen gelogen te hebben over de reden waarom hij de laatste tijd niet naar de kerk is geweest. Maarten krijgt een woede aanval en smijt ze de deur uit. Weer begint hij te twijfelen aan zijn geloof. Wanneer zijn moeder overlijd ziet hij een groep regenwulpen overvliegen. Nu woont alleen Maarten nog in zijn ouderlijk huis. Als het boek begint is hij druiven aan het plukken om als cadeau te geven op de trouwerij van Jakob en Jacqueline. Na een tijdje is zijn middelbare school re??nie waar hij heen gaat in de hoop Martha te zien. Hij komt haar inderdaad tegen en ze hebben een gesprek. Martha verteld dat ze is getrouwd en dat ze twee kinderen heeft waarvan ze foto’s laat zien.
Maarten gaat naar een congres in Bern en wordt hier ontvangen door een Franse collega die Adrienne heet. hij vind haar erg aantrekkelijk, maar op het feest na zijn lezing word hij teleurgesteld want Ernst, een andere collega, en Adrienne kunnen heel goed met elkaar opschieten. De dag erna besluiten ze met zijn drie??n een tocht door de bergen te maken, tijdens deze toch valt Maarten en denkt hij dat hij dood gaat maar dit is echter niet het geval. Die nacht heeft Maarten een vreemde droom. (dit is het einde van het boek)