Terrorisme en radicalisering is een zeer actueel onderwerp en wordt nu volop bestreden door allerlei instituties. Er zijn enorm veel middelen bedacht voor de bestrijding en tegen verdere uitbreiding van radicalisering. Maar hoe zal de overheid kunnen vermijden dat er nog meer moslims zullen radicaliseren? Hoe zit het met andere woorden met de preventieve maatregelen? De overheden kwamen snel met idee??n zoals speciale gevangenissen, uitsluitend bedoeld voor geradicaliseerde moslims of om de identiteiten van terugkerende geradicaliseerden in te trekken maar wordt er niet te weinig aandacht geschonken aan de preventie van dit extreme gedrag? Ligt de radicalisering met andere woorden aan een weinig krachtig migratiebeleid en te weinig preventieve maatregelen? Toch is de overheid eringeslaagd om, in bijvoorbeeld het onderwijs, verschillende preventieve maatregelen toe te passen. We stellen in ieder geval vast dat het voor de overheid heel lang geduurd heeft om te beseffen dat ons land niet alleen curatieve mogelijkheden nodig heeft maar ook preventieve en dat de combinatie van deze maatregelen deze misdaden zouden kunnen tegenhouden. In dit hoofdstuk bespreken we de verschillende factoren die een rol spelen bij de vermijding en bestrijding van radicalisme. Dit doen we vanuit verschillende invalshoeken en op verschillende niveaus.
1. Wat deed de overheid vroeger ter bestrijding van radicalisering?
In 2002 ontwikkelde de overheid het Actieplan Moskee. Dit plan was echter nog uitsluitend gericht op moslimextremisme. In september 2005 voerde de Belgische regering een Actieplan R(adicalisme) in. Het bevatte maatregelen over verschillende vormen van radicalisme, voornamelijk repressieve. Actieplan R focuste op 7 mogelijke verspreiders van radicale boodschappen: ideologische propagandisten, culturele centra en vzw???s (o.a. moskee??n), propagandacentra (bijvoorbeeld boekhandels), websites en internet, radio- en tv- programma???s, groeperingen, en gevangenissen. De zesde en laatste pijler, die van de gevangenissen, is de recentste en is nog volop in ontwikkeling. Deze pijler is pas later bij het actieplan gevoegd omdat de regering merkte dat andere landen van Europa hier moeilijkheden mee ondervonden. Het was een soort voorzorg die nu goed van pas komt. Dit plan richt zich ook op uitlatingen van provocerende taal, fundamentalistische idee??n, racistische, anarchistische en extremistische meningen. Deze vernieuwde aanpak van radicalisme bestaat uit verschillende stappen. Eerst observeert men radicale meningsuitingen, daarna gaat men bekijken wat de perceptie rond deze uiting is, vervolgens beoordeelt men of je tegen die uitlating kan en mag reageren en tot slot wordt er bekeken welke invloed de uitspraak heeft op de bevolking. De overheid wilt dus een volledige aanpak van de beginvormen van een of andere expressie tot de extreme vormen van het radicalisme.
Minister van Justitie Onkelinx en haar collega, minister van Binnenlandse Zaken, Dewael zagen dit plan helemaal zitten maar naar de precieze inhoud van het actieplan blijft het ook vandaag nog gissen. Het is namelijk als vertrouwelijk geclassificeerd. Het plan is veeleer curatief en de overheid had het idee om het nog uit te breiden om ook op preventief niveau beter te kunnen optreden.
Ook al is dit plan jaren geleden al in werking getreden, toch blijft de overheid zweren bij de vertrouwelijkheid ervan om veiligheidsredenen. Als je een strategie ontwikkelt over groeperingen die de basis van onze rechtstaat willen omverwerpen, is het geen goed idee hen daarover in te lichten. Zij gaan hun stappenplan ook niet uit de doeken doen voor ons. Comit?? I (Het Vast Comit?? van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) zegt nochtans in haar recentste rapport dat het plan geheim is door de politieke gevoeligheid van het onderwerp. Het rapport zou eigenlijk nog niet helemaal af zijn.4 Dit is misschien niet vreemd; het radicaliserings- en rekruteringsproces is nu eenmaal een kwestie die evolueert. De dingen die vandaag radicalisering niet kunnen be??nvloeden, kunnen dat morgen w??l doen. Kijk maar naar hoe sociale media het radicaliseringsproces nu drastisch sturen in vergelijking tot vroeger. Het actieplan is dus eigenlijk nooit af en waarschijnlijk wordt het daarom niet gepubliceerd. De geheimhouding en vertrouwelijkheid heeft dus niet volledig te maken met het afschrikken van terroristen.
Het Actieplan Radicalisme is tot op de dag van vandaag in werking, alleen zijn er enorm veel nieuwe maatregelen bijgekomen en dit zowel op curatief als op preventief niveau.
1.2. Wat doet de overheid nu tegen radicalisering?
1.2.1. Preventieve maatregelen
Ondanks het feit dat op het vlak van veiligheid Belgi?? er sneller bij was dan de meeste andere Europese landen, duurde het langer voor er een preventief plan werd opgemaakt. Zoals gezegd werden in 2002 het ???Actieplan Moskee??? opgemaakt en later ???Plan R(adicalisme)???. Deze waren beide ontworpen voor het bestrijden van moslimextremisme. De strijd tegen radicalisering werd ook opgenomen in het Nationaal Veiligheidsplan, maar het was pas nadat er Vlaamse Syri??strijders werden ontdekt dat er een preventief luik ontstond. In augustus 2012 kreeg het co??rdinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (het OCAD) de eerste berichten over Belgen die naar Syri?? waren getrokken. Het duurde echter tot maart 2013 vooraleer er extra beleidsmaatregelen werden genomen onder invloed van de media. In april 2013 keurde de overheid een nationale preventiestrategie goed.
Sinds de escalatie van het extremisme in 2014 naar aanleiding van de aanslag op het Joods Museum in Brussel op 24 mei 2014, heeft de overheid al een aantal preventieve maatregelen ingevoerd. Zo hebben ze de veiligheidsdiensten de taak gegeven om preventief terroristische organisaties op te sporen en om aandachtig te zijn voor uiterlijke kenmerken van radicalisering. Zo telt ons land verschillende diensten en organisaties ter bescherming van de veiligheid:
Staatsveiligheid
De staatsveiligheid heeft ongeveer 650 personeelsleden, voornamelijk hoogopgeleide analisten. Het is de inlichtingendienst van ons land en het wordt geleid door administrateur-generaal Jaak Raes. De taak van de staatsveiligheid is om elke dag talloze mogelijk staatsgevaarlijke en extremistische groeperingen of figuren te volgen; verdachten te schaduwen; af te luisteren of organisaties te infiltreren.8
OCAD
Het OCAD, het orgaan voor de Co??rdinatie en de Analyse van de Dreiging, is de opvolger van de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG). Het heeft ongeveer 70 medewerkers die als job hebben om de eventuele extremistische of terroristische dreiging tegen Belgi?? te evalueren. Ze maken gebruik van inlichtingen van de politie, staatsveiligheid en justitie. Op basis van deze evaluaties zal de overheid maatregelen nemen zoals extra bescherming voor mensen die gevaar lopen of het verhogen van het dreigingsniveau. Ze hebben dus een evaluerende taak ten aanzien van het overheidsbeleid maar ook een adviserende.
CGSU
CGCU is de afkorting van de Dienst van de Speciale Eenheden van de federale politie. Deze dienst is samengesteld uit een aantal centrale en decentrale eenheden. Deze eenheden voeren gespecialiseerde ondersteuningsopdrachten uit. In de instelling werken ongeveer 500 zwaar opgeleide politieagenten die worden opgeroepen in gevaarlijke situaties. Het gaat hier om scherpschutters, onderhandelaars, specialisten in het plaatsen van afluisterapparatuur en undercoveragenten.
Het federaal parket
Het federaal parket werd opgericht om effici??nter te kunnen optreden tegen misdrijven die de bevoegdheid van plaatselijke parketten overstijgen, zoals terrorisme, mensenhandel, witwaspraktijken en georganiseerde misdaad. Het federaal parket is ook bevoegd wanneer het gaat om ernstige inbreuken op het internationaal humanitair recht en voor de vervolging van Belgische militairen die in vredestijd misdrijven plegen in het buitenland. In het federaal parket werken ongeveer 24 magistraten. Zij worden, wanneer het om beveiliging bij moslimextremisme gaat, toevertrouwd met de taak om de terroristische onderzoeken in Belgi?? te leiden en de internationale samenwerkingsverbanden te versterken. Aan het hoofd staat federaal procureur Fr??d??ric Van Leeuw.
Anti-terrorismeafdeling
Dit is een onderdeel van de federale gerechtelijke politie ofwel de FGP. Het exacte aantal medewerkers wil de politie niet zeggen maar we weten wel dat hun taak erin bestaat om onderzoeken te voeren naar terroristische figuren of groeperingen in ons land. Het uiteindelijke doel is om deze groeperingen op te rollen of om aanslagen te voorkomen.
Europese Commissie
Buiten deze veiligheidsinstellingen zijn er ook organen nodig die al deze preventieve maatregelen bedenken. In Belgi?? is de Europese Commissie, naast onze overheid, hier verantwoordelijk voor. De Commissie richtte in 2011 het Europese netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN) op: een netwerk dat belangrijke netwerken en organisaties van lokale partijen verbindt in heel Europa. Het gaat dan om partijen die betrokken zijn bij het voorkomen van de overgang van radicalisering naar gewelddadig extremisme en terrorisme. Ze werken met praktijkmensen en veldwerkers, zoals zorgverleners, sociaal werkers, leerkrachten, maatschappelijke organisaties waaronder slachtoffergroepen maar ook met beleidsmakers, rechtshandhavingsambtenaren, lokale overheden, openbare aanklagers, veiligheidsbeambten, denktanks, terrorismebestrijdingsdeskundigen, instellingen en wetenschappers. RAN heeft zich nu al ontwikkeld tot een netwerk met meer dan 700 organisaties en ongeveer 1000 deelnemers uit de 28 EU-lidstaten.
In juni 2014 nam de Raad een bijgeschaafde EU-strategie aan ter voorkoming van rekrutering en radicalisering (De Herziene EU-strategie inzake radicalisering). De Commissie heeft ook financi??le steun verleend door middel van subsidies aan verschillende projecten voor de preventie van radicalisering en rekrutering.