Durf jij het aan, het ondertekenen? Ambtenaren stonden in oktober 1940 voor een lastige beslissing; het tekenen van de afstammingsformulieren. Ze moesten deze formulieren verplicht invullen. In deze formulieren stond onder andere het geloof van henzelf, dat van hun ouders en grootouders. Als je deze formulieren niet of als Jood invulde kreeg je geen Ari??rverklaring en werd je later ontslagen. In januari 1941 stonden de joden voor een groot dilemma, joden ze moesten zich aanmelden bij het gemeentehuis voor hun registratie. Er werd dan een grote ‘J’ in je persoonsbewijs gezet. Hierdoor konden de Duitsers de Joden makkelijker traceren. De Duitsers hoefden nu alleen nog maar hun identiteitsbewijs te vragen en ze zagen gelijk of je Joods was.
Onze werkwijze: in het Verzetsmuseum hebben we de nodige informatie verzameld zodat we er thuis verder aan konden werken. Thuis zijn we eerst gaan brainstormen. We hebben nagedacht over de informatie die we in het Verzetsmuseum hebben gezien en wat we zelf al wisten. Na het brainstormen hebben we onze argumenten bedacht en ook de manier waarop we ons project wilde samenstellen. Daarna zijn we kladversies gaan schrijven. Uit die kladversies hebben we de netversies gemaakt. Daarna hebben we afbeeldingen gezocht en het bijbehorende onderschrift geschreven. Vervolgens hebben we de teksten nog een keer doorgelezen en waar nodig gecorrigeerd. Uiteindelijk hebben we alle tekeningen gemaakt en het verslag gevormd.
Tekenen?
In oktober 1940 werden de eerste anti-Joodse maatregelen genomen; alle ambtenaren werden gedwongen een afstammingsformulier te tekenen. Toen de ambtenaren hoorden dat ze een afstammingsformulier moesten tekenen hadden ze twee keuzes, tekenen of niet. Het uiteindelijke doel hierbij was het ontslag van de Joodse ambtenaren. Veel ambtenaren waren tegen deze Ari??rverklaring maar ze werden massaal ingevuld. “Er werd bij ons vrij laconiek gereageerd op die Ari??rverklaring. Ook bij de joodse collega’s. ‘Vul nou gewoon in,’ zei een van hen, ‘de toestand wordt voor ons alleen maar zwaarder als de mensen gaan weigeren”. We moesten het formulier zelf invullen.’ Medewerker Rijksmuseum, Amsterdam
Hiernaast zie je een afstammingsformulier.
Als je de formulier niet of verkeerd invulde, werd je ontslagen.
http://www.dedokwerker.nl/ingezonden.html
Waarom zou je tekenen?
Veel joden waren trots op hun geloof en vonden het onzin dat joden als zondebok werden gezien. Ze waren met hun geloof opgegroeid en werden voor de oorlog gewoon geaccepteerd in Nederland. ‘Wij waren immigranten uit Polen en onze gegevens als jood stonden in Nederland nergens vermeld. Ik probeerde mijn vader ertoe over te halen ons niet als joden te laten registreren. Anderen vonden juist dat we trots moesten zijn op onze afkomst. De loyaliteit aan onze afkomst gaf uiteindelijk de doorslag.’ Milo Anstadt, verzetsman, Amsterdam. Veel joden dachten net zo als Milo Anstadt en tekende toch omdat ze zo trots op hun afkomst en geloof waren. Er waren echter ook joodse ambtenaren die niks met hun geloof deden. Hun grootouders waren bijvoorbeeld joods maar zelf ging ze nooit naar de synagoge. Omdat ze zich niet joods voelde tekende ze de formulieren. Ambtenaren die niet joods waren konden gewoon tekenen omdat ze toch ‘Arisch’ waren, je liep dus geen gevaar als je tekende. De ambtenaren kregen opdracht om te tekenen van hun baas, ze volgden dus alleen een instructie op. Als je niet zou tekenen zou je misschien wel ontslagen kunnen worden en dat wil je natuurlijk niet.
Waarom zou je niet tekenen?
Een aantal Joden hadden het idee dat Joods zijn geen schade was en tekende uit protest de afstammingsformulieren niet. Ze vonden het onzin dat het geloof uitmaakte of je ambtenaar mocht zijn. Een nog kleiner aantal ambtenaren tekende niet omdat ze het niet eens waren met het feit dat in opdracht van de bezetter ze iets moesten tekenen dat te maken had met hun geloof. Verder vonden ze dat het geloof van een ambtenaar er in hun beroep niks toe deed.
Registreren’?Toen de registratieplicht voor joden kwam, zagen we geen andere uitweg dan hieraan te voldoen. Ja, je zou kunnen zeggen dat we dit bevel gewoon hebben opgevolgd. We wisten natuurlijk ook niet wat ons te wachten stond. Niemand kon vermoeden dat vernietigingskampen de uitkomst zouden zijn.’ Jo Spier, typograaf, Amsterdam.
http://www.verzetsmuseum.org/jongeren/jodenvervolging/registreren
Jo Spier, typograaf,
Amsterdam.
In januari 1941 namen de maatregelen van de Duitsers toe, alle joden moesten zich bij het gemeentehuis aanmelden voor een registratie. Dat betekende dat er in de administratie van de gemeente kwam te staan of je Joods bent of niet. Als je Joods was werd er in je persoonsbewijs een grote ‘J’ gestempeld. Het persoonsbewijs moest je altijd bij je dragen. Veel mensen dachten zoals Jo Spier maar er waren evengoed tientallen Joden die dit bevel niet opvolgde. Van de gevolgen hadden ze toen nog geen idee, als je weigerde te tekenen moest je gauw op zoek naar een onderduikadres of je maakte een vals persoonsbewijs aan.
Hiernaast zie je een krantenbericht uit 1941 van het A.N.P (Algemeen Nederlands Persbureau). In dit bericht staat dat alle Joden zich moesten aanmelden voor registratie. Als je zelf niet Joods was maar een van je grootouders wel moest je toch tekenen.
http://www.verzetsmuseum.org/uploads/archive/achter_de_iconen/jodenvervolging/meldingsplicht_1024.jpg.