In 2008 is de economische groei van Nederland snel omgeslagen naar een krimping. In het najaar van 2008 (de tweede helft) gingen het snel achteruit met het vertrouwen van bedrijven en huishoudens. Ook ging de externe omgeving achteruit. De consumptie van huishoudens liep begin 2008 al vast. De zware stijging van energieprijzen hebben de koopkracht aangetast, bovendien speelde de arbeidsmarkt ook een zeer belangrijke rol bij daling van de huishoudelijke (particuliere) bestedingen.
In Mei en April van 2008 waren de risicopremies van banken op het laagst van het jaar, en herstel vond plaats bij de aandelenkoersen. Een groot aantal banken dacht hier de kans te zien om de balans te versterken met nieuw kapitaal. De internationale afzwakkende conjunctuur leed wederom tot daling van aandelenkoersen.
De inflatieperspectieven van midden 2008 hadden dramatische verslechteringen door de exploderende grondstoffenprijzen, en zo begonnen de inflatieverwachtingen voor de langere termijn op te lopen.
Van de verslechtering van het budgettaire beeld in het eurogebied is een belangrijk deel toe te wijten aan lastenverlichtingen van de overheid. Hoger uitgaven en inkomstentegenvallers hadden geen grotere rol betreft dit probleem. De stijging van het nominale (dus niet re??le) tekort ging hierdoor gepaard met verslechtering betreffend het structurele tekort.
Het Eurogebied telt 16 lidstaten. Voor de lidstaten (m.u.v. Groot-Brittanni?? en Denemarken) geld dat zij, op termijn, de euro moeten invoeren. Polen, een van de landen die ook ernstig onder druk staat van de financi??le crisis, heeft een convergentie naar de Euro moeten forceren. Dit zorgt voor onzekerheid betreft de stabiliteit van de Euro. Door de risicoaversie en onzekerheid van investeerders staan van EU-landen die geen euro hebben de wisselkoers onder druk. Zo word de euro als veilige haven gezien. Als de Euro als veilige haven gezien word kunnen we er goed gebruik van maken, we kunnen zo andere landen aantrekken en investeerders in de euro interesseren.
De EU heeft destijds nog een herstelplan doorgevoerd van 200 miljard Euro. Het doel was het vertrouwen en de vraag op een korte termijn te stimuleren, en de Europese concurrentiepositie op langere termijn veilig te stellen. Van dit plan is het grootste deel door de lidstaten gefinanciert.
De arbeidsmarkt zal in de komende periode minder krap zijn de eerder verwacht, door de oplopende werkloosheid. De krapte zal echter toenemen op langere termijn doordat de beroepsbevolking vergrijst. De kwaliteit van onderwijs en zorg zal door deze krapte op de proef worden gesteld, de functies binnen deze sectoren zullen het moeilijk krijgen betreft de kwalitatieve invulling van de functies.
Het Kabinet heeft een aantal maatregelen moeten nemen om de gevolgen van de kredietcrisis te dempen, een aantal hiervan zijn vervroeging bij investeringen in infrastructuur, garantieregeling, verhoging grens ”Borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Wooningbouw”. Er is veel behoefte aan hervormingen binnen de Nederlands economie, vooral hervormingen op de arbeidsmarkt en woningmarkt blijken noodzakelijk te zijn voor een juiste structuur.