Inleiding
In de sport gaat er vaak hard aan toe. Vooral bij contact sporten en sporten waar de gemoederen vaak wat hoog oplopen komt de gezondheid van de sporter nog al eens in gevaar. De sporter heeft dan een grote kans om een trauma op te lopen. We nemen als voorbeeld sport voetbal. Veel voorkomende blessures in de voetbalwereld zijn spierblessures en bot breuken. Na zo’n trauma is jouw lichaam niet zomaar 1,2,3 hersteld. Er gaat namelijk een heel revalidatie proces aan vooraf. Dit is juist het onderwerp waar wij ons in gaan verdiepen: revalidatie. Er is namelijk een verschil in herstelproces tussen de twee genoemde trauma’s. Wij willen weten wat precies het verschil is en waarom dit verschil er is. Dit onderzoek sluit aan op het kader Bewegen Sport en Maatschappij VWO 6.
Inhoudsopgaven
‘ Pagina 1: Titelblad
‘ Pagina 2: Inleiding
‘ Pagina 3: Inhoudsopgave
‘ Pagina 4: Logboek
‘ Pagina 5: Hoofdvraag en deelonderwerpen
‘ Pagina 6 t/m 8: Blessures
‘ Pagina 9 t/m 18: Deelfases botbreuk
‘ Pagina 19 t/m 43: Deelfases spierblessure
‘ Pagina 44 t/m 45:Iinterview Alex Schalk
‘ Pagina 46: Bronnenlijst
Logboek
Stap 2
Activiteit Wanneer Wie Werkwijze Tijdsduur
Onderwerp bedenken en hierbij een hoofdvraag opstellen. Januari Haris Nadenken en inspiratie zoeken op internet. 30 min
Deelvragen bedenken en de hypothese opstellen Januari Thomas Bedenken welk deelvragen een goede aanvulling zijn op het onderwerp. 1 uur
Proefondervindelijk onderzoek opstellen. Januari Allebei Bedenken welke onderzoeken uit te voeren zijn en onze hoofd- en deelvragen kunnen beantwoorden. 1 uur
Onderzoeksfase Februari Allebei Informatie opzoeken op internet. Hiermee het bijbehorende onderzoek uitvoeren. 20 uur
Onderzoek maken, uitvoeren en de resultaten verwerken
Februari Allebei Het onderzoek uitvoeren en de resultaten noteren 5 uur
De vragen beantwoorden. Maart Allebei Met behulp van de onderzoeksresultaten de vragen beantwoorden. 10 uur
Terugkijken wat er gedaan is en wat er nog gedaan moet worden. Maart Allebei Samen bespreken. 30 min
Het daadwerkelijke verslag in elkaar zetten Maart Allebei Op de pc 8 uur
Alles in elkaar zetten en inleveren Maart Allebei Op de pc 1 uur
Hoofdvraag en deelonderwerpen
Hoofdvraag:
‘Wat is het verschil tussen het revalidatieproces van een botbreuk en het revalidatieproces van een spierblessure.’
Deelfase 1: Botbreuk
Fase 1: vaststellen blessure ‘ -algemene informatie
-klachten en verschijnselen
-wat voor botbreuk
Fase 2: behandelfase
Fase3 : herstelfase
Fase 4: opbouw training
Fase 5: terug in de groep na volledig herstel zonder terugval
Interview: we interviewen een persoon die een botbreuk heeft gehad en al onze fases heeft doorlopen
Deelfase 2: spierblessure
Fase 1: vaststellen blessure
Fase 2: behandelfase
Fase 3: herstelfase
Fase 4: opbouw training
Fase 5: terug in de groep na volledig herstel zonder terugval
Eindconclusie: we vergelijken de 2 processen benomen de verschillen en geven antwoord op de hoofdvraag
Blessures
In Nederland is het veldvoetbal de meest beoefende sport. Helaas raken er ook relatief veel sporters geblesseerd tijdens het uitoefenen van deze sport. Regelmatig heeft dit ook zijn gevolgen voor het werk. Jaarlijks zorgen alle sportblessures voor 2,6 miljoen dagen arbeidsverzuim. Het gemiddelde arbeidsverzuim door een sportblessure is 15 dagen. Volgens de berekeningen van de site van het NOC*NSF zal het verwachte aantal blessures over 300 sporters, 138 bedragen. Hiervan zijn er 60 ernstig en is een medische behandeling noodzakelijk en 16 zo ernstig dat er een behandeling bij de spoedeisende hulp afdeling of van het ziekenhuis de enige uitweg bood.
Tijdens je revalidatie leer je zo goed mogelijk te functioneren met je beperking in het dagelijkse leven. Dat betekent dus zo zelfstandig mogelijk kunnen zijn en aan zoveel mogelijk activiteiten in de maatschappij mee doen. Natuurlijk zijn de wensen van de pati??nt anders. Een kind of een man van wie de vrouw kookt, heeft er geen behoefte aan om te leren koken. Andere mensen die gewend waren om w??l te koken, willen dit juist zo snel mogelijk weer kunnen oppakken. Verschillende behoeften zorgen ervoor dat er voor ieder revaliderend persoon een behandelprogramma wordt opgesteld. Samen met de therapeut/revalidatiespecialist kijk je welke doelen je wil stellen en of die doelen haalbaar zijn.
Revalidatie is een medische term die herstel betekent, of letterlijk: weer valide worden na een ongeval of medische ingreep. Het revalidatieproces kan een behoorlijk ingewikkeld en langdurig proces omvatten en bevat zowel fysieke als psychische aspecten.
De sporten waarbij je het grootste risico loop om een blessure te krijgen zijn de balsporten. Waarbij zaalvoetbal op nummer ‘?n staat en veldvoetbal op nummer drie in de top tien van de meest blessuregevoelige sporten. De worden gevolgd door de vechtsporten waarbij judo en karate zich respectievelijk op nummer vijf en zeven van de lijst bevinden. Ook gymnastiek is een relatief gevaarlijke sport. Bij paardrijden komen niet extreem veel blessures voor. Wanneer het echter fout gaat, gaat het ook goed fout. Een blessure in de paardensport gaat meestal gepaard met ernstig letsel. Hetzelfde geld voor de motorcross.
De cijfers in de tabel hierboven zijn een gemiddelde over alle sporters: dus wanneer er 100 uur van een bepaalde sport wordt beoefend ontstaan er zoveel blessures en dus niet per persoon.*
Soorten sportblessures
We onderscheiden drie soorten sportblessures: gewone sportblessures, acute sportblessures en chronische sportblessures.
Gewone sportblessures:
Gewone sportblessures komen zeer vaak voor. Zij worden veelal veroorzaakt door onjuiste trainingsmethoden, slechte voorbereiding (geen of een veel te korte en/of onjuiste warming-up), een slechte conditie ( de sporter wil veel verder gaan dan eigenlijk voor mogelijk wordt gehouden, de sporter loopt dus te hard van stapel), slecht materiaal, verkeerd schoeisel , een slechte lichaamshouding, het ontbreken van een goede cooling-down en een slechte og geen begeleiding. Ook interne factoren zoals de invloed van bepaalde ziekten (infecties), lichaamsbouw, afwijkende bewegingspatronen, de leeftijd en gewicht kunnen belangrijke factoren zijn in het krijgen van gewone blessures.
Acute sportblessures:
Dit soort blessures komen meestal voor door een klap, een vak een botsing of een verkeerde beweging. Als gevolg hiervan kan dan een zwelling, kneuzing, scheuring, verstuiking of bot breuk ontstaan.
Het is erg lastig om een dergelijke blessure te voorkomen behalve wanneer er agressie in het spel voorkomt waaruit een blessure ontstaat. Door middel van fairplay kan een groot deel van de blessures al weggestreept worden. Ervaren sporters lopen vaak minder kans op een acute blessure. Dit komt doordat zij bepaalde situatie hebben leren kennen en ze uit de weg kunnen gaan. Maar zelfs een ervaren sporter loopt nog wel eens de kans op een acute blessure.
Chronische blessures:
Chronische blessures zijn de meest vervelende sportblessures die er zijn. Een chronische blessure, die ook wel blessure door overbelasting wordt genoemd, ontstaat door het te vaal herhalen van een bepaald beweging. Hierdoor kunnen bepaalde spieren en pezen overbelast raken. Denk maar aan een tennisarm of een voetbalknie
*Een tenniselleboog of tennisarm is een niet-bacteri??le ontsteking van de pezen die aanhechten aan het uiteinde van het opperarmbeen. ( Wikipedia, 22 maart 2011)
*Een voetbalknie is een veel voorkomende en pijnlijke blessure bij voetbal. Deze kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer een voetballer plotseling een draai met zijn lichaam maakt terwijl zijn onderbeen blijft staan. Hierdoor ontstaat druk op de knie en kan de meniscus scheuren. In dit beschadigde gewricht kan zich vervolgens bloed of vocht ophopen .(Wikipedia, 26 januari 2014)
Ook RSI (Repetitive Strain Injury) is een goed voorbeeld van een chronische blessure, alhoewel dit niet echt een sportblessure is. Chronische blessures kunnen ook ontstaan door inwerkend geweld van buitenaf: chronische exogene letsels. Zoals de klappen die een bokser krijgt. Die kunnen op den duur namelijk hersenbeschadigingen leiden. Of de voortdurende aanslagen op de enkels van voetballers leiden naarmate dit steeds vaker gebeurd tot vermindering van de kwaliteit van de enkels (footballers ankle). De exogeen inwerkende krachten leiden op den duur tot een vermindering van de kwaliteit van een weefsel. Het vervelende van een chronische blessure is dat het revalidatie proces vaak een lange periode betreft en vaak zal de pijn niet helemaal weg gaan.
Vaststellen blessure (botbreuk)
Botbreuken algemeen
Breuken of wel fracturen zijn het gevolg van de inwerking van een kracht die groter is dan het bot kan weerstaan. Eenvoudig gezegd is een breuk dus een gebroken bot. Botbreuken komen zo vaak voor dat bijna iedereen ze in zijn leven wel eens heeft meegemaakt. Er zijn een aantal verschillende fracturen, de een gecompliceerder en ernstiger dan de ander. Het vaststellen van een fractuur is op het eerste gezicht vaak niet mogelijk. Bij een gecompliceerde breuk is dit bijvoorbeeld wel mogelijk. Het bot komt door de huid naar buiten en het is dus duidelijk wat er aan de hand is. Om vast te stellen dat het een fractuur betreft moet je eerst weten wat de symptomen zijn. Het kan namelijk net zo makkelijk een kneuzing of een scheuring zijn.
Er bestaat ook nog een verschil in ernst van de breuk op basis van leeftijd. De kans op een breuk verschild namelijk per leeftijd. Bij kinderen zijn de botten nog soepel. Ze zullen dus eerder buigen dan breken. Daarom zijn botfracturen bij kinderen vaan onvolledig, zoals bij de zogenaamde ‘greenstick’-fractuur ofwel groenhoutfractuur het geval is. Bij een infractie of een ‘greenstick’-fractuur breekt het bot niet helemaal. Hierbij knapt het bot niet zoals een verdroogde twijg maar knakt het als een rietstengels. Bij ouderen zijn de botten veel minder soepel en is het kraakbeen al ver versleten. Een simpele val of een andere gebeurtenis die bij jongeren niet meer dan een kneuzing oplevert, kan bij ouderen al snel een botbreuk betekenen.
Wanneer is vastgesteld wat de ernst van de breuk is kan worden nagedacht over een behandeling. Het vaststellen van de ernst van de breuk gaat aan de hand van een r??ntgen foto.
Verschillende soorten botbreuken:
‘ De eenvoudige breuk is een breuk waarbij het bot gebroken is maar de weefsels nog intact zijn.
‘ Bij de versplintering of verbrijzeling van een bot, is het bot in meer delen uiteengevallen (verbrijzeld). Het kan ook voorkomen dat er ‘?n botsplinter is. Er is dan een klein stukje but afgebroken.
‘ Bij een gecompliceerde fractuur steken er botdelen door de huid naar buiten.
Botbreuken worden ook naar de vorm van de fractuur ingedeeld:
‘ Als het bot helemaal gebroken is noemen we dat een eenvoudige of een complete breuk.
‘ Als de breuk uit een barst bestaat en er geen afzonderlijke botdelen ontstaan zijn, heet dat een onvolledige breuk.
‘ Bij een infractiefractuur zijn de botdelen in elkaar geperst .
‘ Bij een stressfractuur bestaat er een haar dunne breuklijn die op de r??ntgenfoto niet te zien is. Bij een stressfractuur is alleen rust nodig; operaties of andere maatregelen zoals hierna worden besproken zijn overbodig
Diagnose
Uw dokter, huisarts of een fysiotherapeut die ter plaatse is, zal beginnen met een lichamelijk onderzoek. Bij een gecompliceerde breuk waarbij de een stuk van het bot door de huid heen steekt, is de diagnose duidelijk. Maar in bepaalde gevallen, bij een eenvoudige of onvolledige breuk, is het vaststellen van een breuk niet altijd even makkelijk. Flinke kneuzingen en onvolledige breuken kunnen erg op elkaar lijken. Daarom wordt er altijd begonnen met het bekijken van de klachten van de pati??nt en wat voor verschijnselen er aanwijsbaar zijn. Een r??ntgenfoto biedt vaak het enige middel om de diagnose te bevestigen en meestal worden er r??ntgenfoto’s onder twee verschillende hoeken gemaakt.
Ernst van de breuk
de ernst van een breuk hangt af van de plaats van de breuk en de mate waarin het omliggende weefsel is beschadigd. Wanneer kleine hand- of voetbotjes gebroken zijn, zal de arts slechts aanbevelen het verwonde lichaamsdeel rust te geven. Bij ernstige breuken kunnen echter gevaarlijk complicaties ontstaan als de juiste therapie niet wordt toegepast. Bij iedere breuk moet het omringende weefsel grondig worden onderzocht om vast te stellen of er geen bloedvaten of zenuwen zijn beschadigd. Bij ongevallen waarbij de schedel of de wervel kolom is betrokken moet bekeken worden of er beschadiging van de hersenen of van het ruggenmerg is opgetreden. Gecompliceerde breuken moeten zorgvuldig worden behandeld om infectie van het bot of de omringende weefsel te voorkomen.
Nadat er is vastgesteld om wat voor type breuk het gaat en hoe ernstig het letsel is aan de omliggende weefsels kan men overgaan tot de 2e fase in het revalidatieproces van een botfractuur. Die 2e fase is de behandelfase. Na de diagnose kan er worden bepaald wat te doen met de blessure. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden toepasbaar die later worden besproken.
*Axel Witsel uitkomend voor Standaard Luik brak het been van de Marcin Wasilewski in de topper van de belgische competitie tegen Anderlecht. De dubbele been breuk (zowel kuit- als scheenbeen) was een complete breuk en op een haar na geen gecompliceerde breuk.
Fase 2 (botbreuk): Behandelfase
‘ Het behandelen van een botbreuk
Bij ieder verdenking op een botbreuk is een goede eerste hulp van groot belang. De betreffende botbreuk moet worden onderzocht door een arts en er wordt vrijwel altijd een r??ntgenfoto gemaakt. Als het bot niet in de normale stand staat, moet het worden ‘gezet’ om een goede genezing te bereiken. De maar aan het terugplaatsen van een schouder die uit de kom is geschoten. Het zetten van een breuk is echter anders, want er zit een breuk in het bot. Dit wordt repositie genoemd. Het bot wordt teruggeplaatst in de normale stand. In de gevallen waar dat kan zonder operatie heet dat gesloten repositie. Dit reponeren gebeurt onder plaatselijke verdoving en r??ntgencontrole. Niet alle botbreuken hebben een behandeling nodig in de zin van gips of operatie, ( bijvoorbeeld gebroken ribben of vingertoppen) omdat ze na verloop van tijd spontaan genezen. Soms is ook bij breuken van het sleutelbeen, een vinger of de middenhandsbeenderen slechts tijdelijk wat rust geboden waarna in vroeg stadium weer geoefend kan worden. Hetzelfde geldt voor sommige typen van wervel- en bekkenfracturen.
Zoals wij zeiden wordt, nadat er is vastgesteld om wat oor breuk het gaat, een behandeling op gang gezet. De specialist heeft het bekeken en besloten wat voor behandeling nodig is. er zijn dan ook verschillende behandelingen. Die behandelingen voor verschillende breuken lichten wij hieronder zo nauwkeurig mogelijk toe.
‘ Operatieve behandeling
Als er een operatie nodig is, wordt dit een open repositie genoemd. Een operatie komt het meest voor bij de gecompliceerde breuken en volledige breuken/complete breuken. Ook is er soms een operatieve behandeling nodig als het gaat om versplintering. Dit wil dus zeggen dat er stukjes bot van een geheel zijn afgebroken. In veel gevallen groeit dit stukje van zelf terug aan het bot maar het is ook mogelijk dat het blijf zweven en dus niet vanzelf terug groeit. Wanner dit het geval is zal het stukje bot operatief verwijderd moeten worden. Een operatie voor de bovengenoemde breuken gebeurt meestal onder narcose. Door middel van een snee in de huid wordt het gebroken bot bloot gelegd en daarna in de juiste positie gebracht. Bij breuken vlakbij een gewricht of die in een gewricht doorlopen, kan een bepaald hulpmiddel nodig zijn om de delen van het bot in de goede positie te houden zoals een pen, een plaat of een schroef en soms een speciale lijm. Een voordeel van deze behandeling is dat het behandelde lichaamsdeel meestal al binnen enkele weken weer belast kan worden. Dit is omdat het hulpmateriaal een deel van het gewicht en druk op het bot kan opvangen. Deze behandeling is onder andere ontwikkeld om de nadelen van een gipsbehandeling te voorkomen. Dit wordt langs operatieve weg bereikt door de gebroken botdelen zo stevig aan elkaar te bevestigen dat het been of de arm direct na de operatie geoefend kan worden. Het gevolg is dat de spieren stevig blijven , de gewrichten soepel en dat het bot niet ontkalkt.
Voor de operatieve behandeling zijn vele technieken ontwikkeld:
‘ Het aanbrengen van een plaat met schroeven op het gebroken botstuk
‘ Het aanbrengen van schroeven in het gebroken botstuk
‘ Pennen door de mergholte van het bot
‘ Pennen dir door de huid heen in het bot worden geboord en dan buiten het been of arm stevig met elkaar worden verbonden (externe fixatie)
Hier ziet u een voorbeeld van externe fixatie
‘ Het vervangen van een afgebroken botdeel door een prothese. In een aantal gevallen, vooral bij bejaarden met osteoporose of een andere ziekte die het bot of een gewricht vernield heeft, is het mogelijk een kustgewricht te plaatsen.
‘ Kleven er dan helemaal geen nadelen aan een operatieve behandeling?
Ja , natuurlijk heeft een operatieve behandeling ook zijn nadelen. Er moet geopereerd worden. Dit betekend dat er een verdovend middel nodig is. de operatie betekend extra beschadiging van met name de weefsel rondom het bot (spieren etc.). Alle gevaren die voor alle andere operaties gelden, gelden ook hier (bijvoorbeeld wondinfectie, bloeding, trombose, embolie, longontsteking en blaasontsteking). In veel gevallen moet het materiaal ook weer verwijderd worden nadat de breuk is genezen. Dit betekent dat de pati??nt nogmaals een operatieve behandeling moet ondergaan.
Over het algemeen kan een chirurg u precies vertellen welke techniek er nodig is en wat er moet gebeuren.
We spreken van een vertraagde genezing wanneer een breuk niet van is gegroeid in de tijd die daar gemiddeld voor staat. De oorzaak van een dergelijke complicatie ligt meestal aan de ernst van de fractuur en van de beschadiging van de omringende weefsels. Wanneer de gebroken botstukken onvoldoende van bloed worden voorzien zal de breuk niet of met ernstige vertraging genezen. Een andere mogelijke oorzaak is een infectie of onvoldoende stabilisatie van de botbreuk.
‘ Immobilisatie (conservatief)
Nadat een bot gezet is, is het meestal noodzakelijk de bewegingsmogelijkheden van jet bot op te heffen (immobiliseren), samen met die van de aangrenzende gewrichten. Doordat de boteinden niet meer kunnen bewegen wordt de pijn verlicht en versnelt de genezing. Dit kan gedaan worden door middel van een gipsverband, met een spalk, en in sommige gevallen met behulp van tractie. Bij bepaalde breuken is immobilisatie niet nodig, bijvoorbeeld bij een gebroken rib, waarbij botdelen door omringende botspieren tegen elkaar worden gehouden. Een gebroken vinger of teen kan met een eenvoudig aan de naastgelegen vinger of teen worden vastgebonden.
‘ Gips en spalkverband
Om een gebroken arm of een gebroken botstuk in een been stil te houden, wordt van een gipsverband gebruik gemaakt. Eerst wordt de arm met een zacht windsel omwonden, om irritatie van de huid te voorkomen, en dan wordt een nat gips bevattend windsel aangelegd. Na een paar uur is het gips helemaal hard geworden. Tijdens het drogen mag, om vervorming te voorkomen, het verband niet met de vingers maar enkel met de handpalmen worden aangeraakt. Om een verkeerde druk op de huid te voorkomen mag het verband ook niet op een vlak oppervalk rusten. Een arm met een nog nat verband kan het beste op een zacht kussen rusten. Tegenwoordig wordt in plaats van gips vaak gebruik gemaakt van fiberglas of plastic. Deze verbanden zijn al na dertig minuten hard geworden. Nu en dan wordt een spalk gebruikt voor een botbreuk. Deze dient om steun te geven aan de gekwetste lichaamsdelen en om bewegen te voorkomen. Een spalk wordt vooral gebruikt bij de immobilisatie van een gewricht.Ook aan de gipsbehandeling kleven enkele bezwaren die samenhangen met het feit dat behalve het gebroken botdeel, ook de aangrenzende gewrichten veelal moeten worden gegipst. Dit resulteert in een verslapping van de spieren, verstijving van de gewrichten en ontkalking van de botten. Soms geeft zelfs een brace al voldoende bescherming en steun om de breuk te laten herstellen.
‘ Tractie
In sommige gevallen is het moeilijk een gebroken bot goed onbeweeglijk te maken met een verband of spalk, bijvoorbeeld bij een gebroken boven been dat door dikke spiermassa’s is omgeven. Er wordt dan een systeem met gewichten gebruikt om botdelen in de juiste positie te houden. De trekkrachten die hierdoor worden uitgeoefend, zijn extra nuttig als de botdelen over elkaar heen zijn getrokken door omringende spieren.
Hier een voorbeeld van tractie. De benen worden m.b.v. touwtjes omhoog gehangen waardoor alles in de benen op de plaats blijft door de trekkrachten.
‘ Tussenvormen
Dit zijn behandelvormen waarbij door middel van gewichten, aan het been getrokken kan worden om zo de botstukken ten opzichte van elkaar op hun plaats te houden. Het been kan dan op een speciale slede liggen, al of niet in een gipsspalk. Deze methode kan ook gebruikt worden als voorlopige behandeling totdat de omstandigheden (bijvoorbeeld de toestand van de weefsels in de omgeving van de breuk) een andere definitieve behandeling mogelijk maken, bijvoorbeeld gips of een operatie.
Een botbreuk moet in feite door het lichaam zelf worden genezen. De verschillende behandelingen zijn daar hulpmiddelen voor. Die behandelingen zijn er voornamelijk op gericht om de botten in de juiste richting aan elkaar te laten groeien.
Het is natuurlijk wel belangrijk dat je niet tijdens deze fase goed oplet op wat je voeding inhoudt. Let bijvoorbeeld op dat je niet te veel eet. Want je kan zomaar snel een paar kilo aankomen. Dit komt natuurlijk omdat je een lange tijd niks doet. Dus je kan je calorie??n niet verbranden.
Fase 3 (botbreuk) : De herstelfase
‘ De tijd die nodig is voor de breuk om te genezen
De tijd die nodig is voor de breuk om te herstellen, hangt af van de leeftijd en van de soort breuk. Bij kinderen is een kleine breuk in enkele weken volledig genezen. Bij ouderen kan het herstel van een breuk soms maandenlang duren. In enkele gevallen zal bij een erg langzaam genezende breuk een tweede operatie nodig zijn, waarbij dan een botweefsel uit een andere lichaamsdeel wordt ingebracht om de breuk te ‘repareren’. Bij een snelle en correct uitgevoerde behandeling en een goed revalidatieprogramma is er meestal volledig herstel.
‘ Herstellen nadat je klaar bent met gips/spalkverband, operatie en andere behandelingen.
Zelfs na verwijdering van het gips ( of een andere fixatie-methode) moet u soms nog uw activiteiten verminderen totdat het bot sterk genoeg is voor normale belasting. Gebruikelijk is dat wanneer uw bot weer helemaal genezen is, uw spieren in bijvoorbeeld uw arm of been zwak zijn. Dit komt doordat deze spieren tijdens het genezingsproces van het bot niet of nauwelijks gebruikt werden. Uw gewrichtsbanden kunnen stijf aanvoelen. U heeft dan nog een periode van herstel nodig met oefeningen en langzaam toenemende activiteit voordat alles weer normaal functioneert. Dit wordt bepaald in een trainingsschema. Het is een trainingsschema voor de opbouw van je conditie en kracht van de spieren. Dit wordt verder besproken in fase 4. Na deze periode is het genezingsproces in feite compleet. Het trainingsschema van deze fase is daarom ook compleet anders dan het trainingsschema van fase 4 (de opbouwfase). Dit komt omdat je in de herstelfase nog niet goed genoeg hersteld bent om je normale dagelijkse activiteiten te doen. De herstelfase bestaat voornamelijk uit het trainen van de lichaamsdelen die rust genomen hebben. Doordat het been in het gips heeft gezeten is de spiermassa in het been slap geworden en je kuiten zijn bijvoorbeeld aan de kleine kan en dun. Voordat je dus begint met een algehele conditie- en krachtraining, zal je eerst je been moeten aansterken. Dit gebeurt in de herstelfase.
Zo heb je verschillende oefeningen waarmee je het lichaamsdeel dat gebroken was kunt herstellen. De meeste botbreuken komen voornamelijk voor in het onderlichaam. In de heupen, knie??n, scheenbeen, enkels en voeten komen de meeste breuken voor. Daarom gebruiken we nu als voorbeeld even een enkelbreuk. Na de behandelfase gaan we herstellen. We moeten eerst de enkel en omliggende lichaamsdelen zoals de voet en het onderbeen opnieuw trainen.
– Er worden waarschijnlijk verschillende oefeningen gedaan met de voet. Rondjes draaien met je voet om de co??rdinatie te verbeteren.
– Krachtoefeningen voor je onderbeen om vooral ook je enkels weer aan te sterken. Dit kan door middel van op je tenen te gaan staan en dan je zelf omhoog duwen en weer omlaag bewegen en dat allemaal op je tenen van de aangedane voet. Ook kun je op het getroffen been hinkelen. Zo sterk je voornamelijk de onderbenen aan.
– Je kan in een ondiep bad met een tegengaande stroming proberen te lopen. Je krijgt zo weerstand en je versterkt de stabiliteit.
– Veel stabiliteitsoefeningen. Opbouwend proberen te op een bosu ‘ zie foto
Tegenwoordig komen er veel nieuwe hulpmiddelen op de markt voor het verbeteren van de kracht en stabiliteit van de enkel en andere gewrichten na een trauma
Fase 4 (botbreuk) : Opbouwtraining
Na de herstelfase krijg je de opbouwtraining, fase 4. Als het lichaamsdeel wat gebroken was weer volledig is hersteld, dus na de herstelfase, dan kan men beginnen met een intensieve opbouwtraining om weer terug op het oude niveau te komen. In diezelfde conditie met diezelfde capaciteiten. Hiervoor zal wel heel hard getraind moeten worden. Voor dit soort trainingen is vaak het een en ander nodig. Om te beginnen moet je natuurlijk gebruik kunnen maken van een fitnesscentrum. Het belangrijkste is het trainingsschema. Hierin staat war je per week moet doen met welke intensiteit. Het is dan aan jezelf hoe snel je terug wilt zijn op je oude niveau. Je zal de discipline moeten hebben om het trainingsschema serieus te volgen en goed moeten luisteren naar wat er gezegd wordt. Alleen dan kan je zo snel mogelijk terug in de roulatie komen. Hier volgt een mogelijk trainingsschema wat past bij een enkel breuk.
Week 1: 4 trainingen
Activiteit Duur/gewicht serie Welk lichaamsdeel wordt getraind?
1. Warming-up
Fietsen 15 minuten 1 Warming-up
2. Conditie
Loopband
Rond de 8 km/h aanhouden 15 minuten 1 conditie
3. Calf raises Beide benen 10 x 3 series Kuitspier
4. Trampoline hinkelen Elk been 30 sec 3 series Kuitspier en stabiliteit oefening voor de voet
5. Squats met halter in de nek 10 kilo ‘ 10x door de knie??n Elk been 2 series bovenbenen
6. Bosu(veel varianten denkbaar) Op een been balanceren 1 min. Elk been 2 series Stabiliteit oefeningen voor de enkel
7. roeien 10 min 1 Kracht in boven lichaam en benen
8. conditie
loopband
rond de 8 km/h
aanhouden 15 min 1 conditie
9. coolingdown
fietsen 15 min 1 coolingdown
Week 2, 3 zien er het zelfde uit alleen worden de oefeningen wat harder, sneller en moeilijker. Zo kan je bijvoorbeeld bij de conditieoefeningen kiezen voor een snelheid van 10 tot 13 km/h en dan 15 minuten lang. Zorg er wel voor dat je allereerst de hoeveelheid verhoogt en daarna pas de intensiviteit. Dus niet 15 minuten op 8 km/h maar nu 20 minuten op 8 km/h. voor oefeningen met gewichten kan je kiezen voor een grotere massa of meer herhalingen. De oefeningen met de bosu kun je moeilijker maken door een bal te integreren in de oefening. De warming-up en de cooling-down blijven hetzelfde. In week 4 van je opbouwtraining kan gekeken of je fysieke gesteldheid al dusdanig is hersteld met een test van een hersteltrainer waar wordt bekeken of je al sport klaar bent. Bij voetbal gaat het dan om korte sprintjes, duelkracht, dribbelen, schieten en passen.
Fase 5 (botbreuk) : terug in de groep na volledig herstel zonder terugval
Zoals hierboven al gezegd is mag je, nadat je de eindtesten met succes hebt afgerond, terug in de groep. Je zal waarschijnlijk weer moeten wennen. De eerste twee weken wil je alles geven, maar het is het meest verstandig om rustig aan te doen niet gelijk je lichaam op de proef te stellen en alles gelijk willen doen. Want de kan op terug van is nog groot vlak na je terug keer in de groep.
Het is knap lastig om rustig aan te doen. Je bent lang uit de roulatie geweest en je wil je weer bewijzen. Daarbij is het verstandig om aan het begin nog bepaalde onderdelen van de training over te slaan. Dit zijn vooral de onderdelen met fysiek contact.
Ook niet al te onbelangrijk is natuurlijk een goede verzorging. Om de kans om een terugval te krijgen te verminderen kan je de aangedane enkel goed laten behandelen. Dus na de enkelbreuk zou je het best voor elke training je eigen kunnen laten intapen door de fysiotherapeut. Na de training vraag je om wat te doen. Je kan bijvoorbeeld je enkel in koud wat er goed koelen. Deze verzorging kan het best een tijdje aangehouden worden.
Een hele belangrijke manier waarop je blessures tijdens het sporten kunt voorkomen, is voor de training tijdens de warming-up goed stretchen en na de training een cooling-down doen. Hoewel dit niet onomstotelijk bewezen is, is het nooit slecht om te doen. Je controleer dan bijvoorbeeld of je lichaam de krachten die op de spieren komen te staan aan kan.
Nog een voorbeeld van het voorkomen van een terugval is goed schoeisel. Het is basis van het bewegen. Goed schoeisel voorkomt dat het lichaam harde klappen ontvangt van de ondergrond tijdens het sporten. Goed schoeisel beschermt de enkels, knie??n, heupen en rug. Wanneer je te lang op versleten of het verkeerde schoeisel (zonder demping, goede pasvorm, een goede zool en hiel en goed voetbed) sport krijgt je klachten aan de gewrichten in je benen of je rug.
Fase 1 (spierscheuring) : het vaststellen van de betreffende blessure
‘ om te beginnen een stukje algemene informatie over de spieren
een spier is een weefselstructuur van cellen die de eigenschap hebben te kunnen samentrekken (contraheren) waardoor beweging mogelijk is. Spierweefsel komt in drie vormen voor: dwarsgestreept spierweefsel, hartspierweefsel en gladspierweefsel.
Dwarsgestreept spierweefsel zo genoemd vanwege het uiterlijk onder de microscoop, is spierweefsel bestaande uit lange, veelkernige spiervezels. Dwarsgestreept spierweefsel wordt voornamelijk gevonden in skeletspieren, die onder willekeurige controle staan en voornamelijk botten met elkaar verbinden. Daarnaast bestaat ook de hartspier uit dwarsgestreept weefsel, maar in tegenstelling tot de skeletspieren staat de hartspier niet onder bewuste controle. Het is dan ook gerangschikt in sacromeren.
Glad spierweefsel staat niet onder willekeurige controle en is onder meer te vinden in het maagdarmstelsel, bloedvaten, luchtwegen en voorplantingsorganen.
Hartspier weefsel heeft 1 of 2 kernen en is lang en vertakt. De myosine en actine is net als bij het dwarsgestreept spierweefsel in sacromeren gerangschikt. Het hart is in zijn geheel een onwillekeurige spier die continu werkt.
Wij gaan alleen het dwarsgestreepte spierweefsel behandelen omdat dat te maken heeft met spier blessures bij sport.
‘ Gradaties van een blessure en het herkennen en vaststellen van een blessure
Spieren kunnen verwond raken door direct uitwendig trauma of door een acute overbelasting. Beschadiging treedt op in de vorm van verscheuring en bloeding. Spierletsels zijn gewoonlijk niet ernstig maar worden door sporters als hinderlijk ervaren, een verkeerde behandeling kan een langdurige onderbreking van de sportbeoefening tot gevolg hebben. Zaak is dus om een goede behandeling te geven waarbij het belangrijk is om een goede inschatting te maken over de ernst van de spierscheuringen. Dit wordt vergemakkelijkt door de indeling in gradaties. In dit protocol wordt een indeling gehanteerd bestaande uit drie gradaties.
Deze gradaties zijn:
-graad 1: minder dan 5% van de spiervezels is beschadigd of gescheurd. Dit zijn scherpe, stekende pijn bij explosieve en maximale belasting van de spier, maar niet bij geringe belasting van de spier zoals wandelen of duurloop. Hooguit wat ongemak en gevoeligheid op de plek van de beschadiging. Pijn bij passieve rek in eindfase van de rek. Som neiging tot spierverkramping. Plaatselijk enige verhoogde spierspanning en lichte druk pijn. Geen zwelling of bloeduitstorting. Geen verlies van spierkracht of bewegingsuitslag.
-graad 2: een meer ernstige spierscheuring maar nog geen totale spierscheuring. Er is spraken van heftige stekende pijn ook bij al relatief lichte belasting van de spier. Soms niet meer het vermogen de spier actief aan te spannen. Duidelijke krachtsvermindering,
‘ Wanneer is medische hulp nodig?
Ieder kent zijn eigen lichaam het beste. Als men denkt een blessure te hebben opgelopen, ga dan naar een dokter. Je hebt maar ‘?n lichaam en wees er dus zuinig op. Stel het niet in de weegschaal en raadpleeg een dokter in geval van:
-pijn
-gewrichtsletsel. Alle blessures aan een gewricht of aan de gewrichtsbanden moeten door een fysiotherapeut worden bekeken. Als deze letsels nit snel worden behandeld bestaat de kans dat men er blijvend last van houdt. Een gewrichtsletsel moet ge??mmobiliseerd worden te de specialist komt.
-functie verlies. Als men een van de ledenmaten: een enkel of een vinger niet kan bewegen , is er sprake van een functie verlies
-pijn in gewrichten of botten die meer dan twee weken aanhoudt. Hier komen de ernstige blessures voor. Alles blessures die niet binnen drie weken genezen. Alle blessures die slecht genzen moeten worden gecontroleerd op structurele afwijkingen.
‘ Behandelbeleid direct na trauma:
ICE-regel toepassen, inschatten van de ernst en eventueel verwijzen naar een arts voor verdere beoordeling en behandeling. Het is zeer belangijrk dat de spier niet gemasseerd worddt. Dit is heel gevaarlijk omdat de spier zo nog meer aangetast kan worden.
Conclusie
Bronnenlijst