Consumentengedrag
Wat wil de consument? Waarom wil de consument dit? Hoe denkt de consument? Dit zijn vragen die voor bedrijven, organisaties, stichtingen etcetera belangrijk zijn willen zij goed kunnen inspelen op hun consumenten. Deze vragen hebben allemaal betrekking tot het consumentengedrag en men moet zich hier in verdiepen om zo de wensen en eisen van de consument te bevredigen.
Een voorbeeld van een bedrijf die hier onderzoek naar doet is GfK, een onderzoeksbedrijf. Zij streven naar het zoeken van nieuwe inzichten en adviezen op het gebied van innovatieve methoden en technieken, om de toekomst zo goed mogelijk te kunnen voorspellen.
Om hun taak wat concreter te formuleren proberen zij kernvragen over hoe de consument merken ervaren, te onderzoeken. Zij hebben onder andere onderzoek gedaan naar duurzaam consumentengedrag en zij hebben geprobeerd inzicht te krijgen op de manier waarop de consument door heel Nederland over duurzame consumptie denken. En hoe zij op de producten reageren indien het dus een groter marktaandeel zal krijgen en vaker te zien zal zijn in winkels.
Een ander bedrijf genaamd NCOD, heeft in 2011 onderzoek gedaan naar aankoopgedrag en aankoopmotieven van Fairtrade levensmiddelen. Het is een Nederlandse kennis- en adviescentrum voor burgerschap en internationale samenwerking. Zij bevorderen het publieke bewustzijn over het belang van actieve internationale samenwerking en werken samen met overheid en politiek, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en wetenschap. NCOD heeft dit onderzoek gedaan naar consumentengedrag bij fair trade in samenwerking met GfK.
www.gfk.com/nl/about-us/who-we-are/Paginas/default.aspx
http://www.ncdo.nl/pagina/over-ncdo
GfK
De GfK heeft in heel Nederland onderzoek gedaan naar duurzaam gedrag van de consument. Zij hebben Nederland ingedeeld in acht doelgroepen en hebben dit in een figuur uitgewerkt, zie figuur 12. Het figuur geeft duidelijk weer in welke delen van Nederland mensen open staan voor fair trade, dit zijn gegevens waar organisaties veel aan hebben, want willen zij gegarandeerd succs hebben met bi
hier kunnen organisaties hun pijlen op richten.
Aan de ene kant kunnen zij voor gegarandeerd succes richten op het zuid/zuidwesten, maar ook kunnen zij andere delen van Nederland meer informeren over het concept en hen meer kansen geven om
overhalen om op fair trade over te gaan brengt a
(figuur 2)
Noorden
Het noorden hebben zij ‘hebben’ genoemd, want het is namelijk een zeer materialistisch gewest. Dat wil zeggen dat zij hechten aan bezit van dingen en is het dus vrij logisch dat zij geori??nteerd zijn op de prijs om zo hun materialistische verlangens te verwerkelijken.
Oosten
Het oosten is zoals het al jaren het geval is een zeer conservatief gewest en zullen zich minder snel open stellen voor vernieuwingen zoals het concept fair trade. Het conservatieve inzicht van het oosten wordt gezien als het soort van veilig stellen van de samenleving, want als je behoudend leeft zul je een chaotische samenleving kunnen vermijden. Soberheid staat als het ware haaks op het materialistische noorden, want het staat voor het niet te gehecht zijn aan je bezittingen en al deze eigenschappen zorgen voor een voorzorg van het gewest.
Zuiden
Het zuiden presenteren zij als een gewest dat het meest open staat voor fair trade, want zij worden omschreven als een realistisch en zelfontplooiend gewest. De zelfontplooiing geeft al aan dat een innovatie in de consumptiemarkt hen zal aanspreken en het realistische gedeelte zal kunnen slaan op het idee dat zij realistisch over het leven van de boeren denken. De boeren hebben deze handelsstroom namelijk nodig om te kunnen leven.
Westen
Het westen staat net als het zuiden open voor duurzame producten en dat is te zien aan hun toegewezen termen namelijk: vooruitgang, gepassioneerd leven, dynamiek en vrijheid. Het representeert een open karakter en dat is gunstig voor de duurzame markt.
In de figuur is het ook duidelijk te zien dat zich in het zuiden/zuidwesten de vier duurzaamste doelgroepen bevinden en zij staan er het meest open voor,
De groepen die zich in dat gebied bevinden zijn: Cosy Tech World(13,6%), Authentic World(11,7%), Standing World(26,%) en New World(12.5%). Deze groepen geven de soorten doelgroepen in de bevolking in het zuiden/zuidwesten aan en de percentages staan voor de hoeveelheid van de bevolking behoord tot die doelgroep.
De Cosy Tech World is een doelgroep die gefocust is op een goede toekomst voor de kinderen. Zij vertonen gedrag dat open staat voor duurzaamheid, echter komen zij barri??res tegen die hun belemmerd in het overstappen naar duurzaam gedrag. Het zijn over het algemeen actieve gezinnen met kinderen van middelbare leeftijd. Zij zijn op zoek naar persoonlijke ontwikkelingen en dan vooral bij hun kinderen. Persoonlijke ontwikkeling helpt kinderen te weten wat zij met hun toekomst willen, wat deze doelgroep dus heel belangrijk vind. Een op de toekomst gerichte doelgroep wil zekerheid over de toekomst en kwaliteit en stabiliteit is dus een belangrijk gegeven. Deze doelgroep zal consumeren op basis van ratio, dus logisch nadenken over hun aankopen.
Authentic World is een doelgroep die intrinsiek gemotiveerd is tot duurzame consumptie en zijn bereid er offers voor te brengen. De mensen die in dat gebied leven hebben over het algemeen een goed inkomen en het is bekend dat families met een goed inkomen er over het algemeen mee fair trade wordt gekocht. Het zijn daarbij rationele gezinnen, net als ‘Cosy Tech World’, die goed nadenken over hun uitgaven en zich dus zullen verdiepen in het concept duurzame handel en er dus voor open staan. Het zijn dan ook mensen die pragmatisch en goed ge??nformeerd zijn, wat kan helpen bij hun keuzes. Het zijn daarbij ook families die ethisch ingesteld zijn en sterven naar een harmonie en balans in het leven. Normen, pragmatiek en ratio zijn de basis van dit gewest en dit zijn dan ook d?? redenen waarom zij openstaan voor vernieuwingen.
Standing World is een doelgroep die eigenlijk conservatief zijn en zeer overtuigt aan eigen trouw en zoeken aar kwaliteit en behoud van goede tradities. Daarentegen staan ze toch open voor vernieuwingen, want de gezinnen zijn van een hoge klasse en hebben net als ‘Authentic World’ een goed inkomen. Daarbij zijn het goedopgeleide en zelfbewuste mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Deze goedopgeleide mensen zijn in staat rationeel te denken over hun uitgaven en zich bewust zijn van de situatie van de boeren. Het grote verantwoordelijkheidsgevoel zal motief voor deze doelgroep kunnen zijn om zich te ontfermen over de boeren van fair trade.
New World is een doelgroep die streeft naar een doelmatig en gemakkelijk leven en zij bereid tot pragmatisch duurzaam gedrag. Dat betekend dus dat zij een leven willen hebben dat doelgericht en nutvol is en dit moet in persoonlijke harmonie samenhangen. Deze samenhang is gericht op zoveel mogelijk geluk en genot via een doelgericht en nutvol leven. In deze doelgroep zijn de mensen dan ook over het algemeen hedonistische intellectuelen en tolereren veel dus is het logisch dat zij een doelgroep zijn die open staan voor duurzaam gedrag. Ze willen een doelgericht leven dat nut heeft en als het geluk op levert voor een ander en hen, zint het ze. Ze staan namelijk ook open voor uitdagingen en zijn gericht op de gehele wereld ook wel kosmopolitisch ingesteld genoemd.
Het noorden en het oosten geven aan dat zij zeer geringe interesse hebben voor fair trade. Dit omdat het oosten voornamelijk conservatief is en niet buiten de traditie zal treden, dus vernieuwingen afslaan. Het noorden omdat zij een materialistisch inzicht hebben en dus niet snel meer geld uit zullen geven aan producten, in dit geval fair trade.
De organisaties moeten gericht zijn op de eisen, behoeften en wensen van de consument in de desbetreffende doelgroep. Het zou namelijk oneffectief zijn als er bijvoorbeeld een marketingplan wordt opgesteld voor de gehele bevolking, terwijl bijvoorbeeld 50% niet-ge??nteresseerd is. Elke marketingplan moet afgesteld worden op het gedrag van de doelgroep om zo kosten te vermijden. Vervolgens moet het product, verpakking, advertentie en media(promotie) worden afgestemd op de wensen, eisen en behoeften van de consument in de desbetreffende doelgroep. Zo kan men via deze instrumenten de consument aanspreken tot het kopen van het product. Per doelgroep is er dus sprake van een bepaald gedrag waar de organisatie rekening mee moet houden. Het moet dus aansluiten aan de doelgroep en om dit te verwerkelijking is het belangrijk dat er een goede communicatie is tussen de marketeer en de doelgroep.
NCOD
Het onderzoek van NCOD is gericht op het aankoopgedrag van Fairtrade levensmiddelen in Nederland. Zij zijn hiermee begonnen in en in 2008 hebben zij de motieven van het kopen van Fairtrade levensmiddelen, aan hun onderzoek toegevoegd. Deze motieven zijn namelijk goed te gebruiken, om op de consument in te spelen om zo de koopkracht op fair trade te be??nvloeden. In 2011 hebben zij de ontwikkeling van de fairtrade sector met het daadwerkelijke fairtrade aankoopgedrag van Nederlanders onderzocht.
Er is te zien dat er in 2011 een forse groei opstreed bij het aantal huishoudens dat minimaal ‘?n keer fairtrade levensmiddelen kocht. ten op zichten van de jaren ervoor. In 2011 was deze namelijk 55.3% en in 2008 was deze slechts 29,8%. Dit is dan wel alleen het percentage bij het keurmerk fairtrade, maar deze motieven hebben betrekking tot elk fair trade product. De oorzaak van deze groei zal bijvoorbeeld kunnen zijn dat Superunie, een grote inkooporganisatie, over zijn gegaan op het verkopen van fairtade thee. Zij hebben namelijk een marktaandeel van 30% wat aangeeft hoe groot de inkooporganisatie daadwerkelijk ook is. Er waren ook periodes die invloed hadden op het inkoopgedrag van de consument, namelijk tijdens de Fairtrade Week waarbij de producten in de aanbieding zijn en ze beter zichtbaar zijn in de schappen.
De drie belangrijkste ideologische motieven voor het koopgedrag van de consument zijn:
– ‘de boeren/producenten in arme landen steunen'(29%)
– ‘promoten van eerlijke handel'(19%)
– ‘ik wil iets doen voor het goede doel'(5%)
Daarnaast zijn er nog vele andere motieven die consumenten hebben, namelijk dat er alleen een fair trade product van dat product was of dat er simpelweg in de categorie waar de consument inkocht, fair trade kwam. Een ander motief heeft te maken met de marketing van fair trade, namelijk dat men een reclame of advertentie had gezien of dat de verpakking duidelijk zichtbaar was. Ook zeiden enkele consumenten dat zij het gewoon wouden proberen of dat zij de kwaliteit van de producten van zeer goede vonden. Met al deze motieven moeten winkelketens en fair trade organisaties rekening houden om fair trade een toekomst te kunnen geven, maar er zijn natuurlijk ook motieven die consumenten hebben om juist fair trade producten links te laten liggen. Sommigen vinden namelijk dat de prijs van de fair trade te veel verschilt met de goedkopere andere producten in het assortiment. Ook zeiden enkelingen dat zij de producten niet eens zagen staan, dit is dus een punt waar de marketeer van het product over na moet denken. De prijs van fair trade kan namelijk snel duurder zijn dan het huismerk van de desbetreffende winkel, maar dan moeten de fair trade producten extra op gaan vallen of aanspreken om de consument toch te kunnen overhalen het te kopen. En natuurlijk ‘?n van de bekendste redenen in deze tijd: ‘Het is crisis, ik heb minder te besteden dus ga ik liever voor het goedkope huismerk of andere producten.’ Aan de crisis kan een organisatie zoals bijvoorbeeld Fairtrade Original of Max Havelaar niks aan doen, dus dan moeten zij het beter doen op andere gebieden van de motieven. Tot slot waren er nog consumenten die simpelweg zeiden dat zij er gewoon niet oplette.
Ook deden NCOD en GfK onderzoek naar het feit dat aanbiedingen vaak toch een positief effect hebben op de koopkracht van de consument bij fair trade levensmiddelen. Dit valt op te merken uit de cijfers van de koopkracht tijdens de Fairtrade week, want de koopkracht was groter ten op zichten van de weken om deze week heen. De vraag die de consument gesteld werd was: ‘Als fair trade levensmiddelen in de aanbieding zijn, in hoeverre bent u dan meer of minder geneigd om zo;n product te kopen’? De meerderheid, namelijk 76% zei dat zij geneigd waren meer te kopen. 22% zei dat het geen invloed op hen had en slechts 2% vond deze aanbiedingen onjuist, want het leek hen nadelend voor de producenten/boeren. De prijsverlaging in bijvoorbeeld supermarkten zou ervoor zorgen dat zij minder geld overhouden aan de verkoop van hun producten en er minder overblijft voor de boeren. De driekwart mensen die geneigd waren meer te willen kopen zien de producten gewoon zoals ieder ander product die hier op de markt komt, fair trade of niet het moet een kans krijgen zo te functioneren als alle andere producten in het assortiment. Tevens heeft het geen andere keus en moeten ook fair trade producten concurreren met andere producten en aanbiedingen zijn een goed instrument om dat te kunnen. Hierdoor maken de producenten/boeren kennis met promoties, aanbiedingen, reclames en het gehele marketingconcept. Zij leren bijvoorbeeld over het consumenten en hoe zij daar op in moeten spelen.